Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De officier van justitie heeft daarbij onder meer gelet op de ouderdom van de zaak.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gepleit voor de oplegging van een geheel voorwaardelijke straf dan wel voor een gevangenisstraf gelijk aan de duur van de inverzekeringstelling.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het rapport van Reclassering Nederland d.d. 25 mei 2023 en het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 24 mei 2023, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensensmokkel. Hij heeft drie - uit Colombia afkomstige familieleden van zijn toenmalige vriendin met de auto van Duitsland naar Nederland vervoerd.
Door mensensmokkel wordt het overheidsbeleid inzake bestrijding van illegaal verblijf in en illegale toegang tot Nederland en andere landen van de Europese Unie doorkruist en wordt bijgedragen aan het in stand houden van een illegaal circuit.
Gelet hierop, alsmede op de straffen die voor soortgelijke feiten door rechters plegen te worden opgelegd en het signaal dat daarvan uit het oogpunt van generale preventie dient uit te gaan, acht de rechtbank de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden per gesmokkelde in beginsel gerechtvaardigd.
De rechtbank zal in deze zaak in het voordeel van verdachte rekening houden met het feit dat de door verdachte vervoerde personen uit één gezin bestond, te weten een moeder en haar twee minderjarige kinderen.
De rechtbank heeft verder in het voordeel van verdachte gelet op het lange tijdsverloop van de zaak en de omstandigheid dat verdachte niet heeft gehandeld uit eigen belang. Hij heeft het feit begaan onder invloed van zijn toenmalige vriendin die hierbij een sterk initiërende rol heeft gespeeld. Verder is verdachte niet eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten. Vanwege een veroordeling door de politierechter op 4 mei 2023 is artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing.
Uit het reclasseringsrapport blijkt dat er sedert 2021 sprake is van een positieve ontwikkeling in het leven van verdachte. Hij heeft sinds die tijd geen contact meer met [Naam 1] die een negatieve invloed op zijn leven had. Hij heeft inmiddels een baan en gaat vermoedelijk starten met een schuldsaneringstraject. De reclassering verwacht een verslechtering van de persoonlijke omstandigheden van verdachte indien hij een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal moeten ondergaan. Een werkstraf wordt daarentegen als een passende afdoening geadviseerd.
De rechtbank acht het gelet op een en ander niet wenselijk dat verdachte opnieuw gedetineerd raakt en ziet aanleiding om een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen voor de duur van drie maanden, met een proeftijd van twee jaren.
Als onvoorwaardelijke straf zal de rechtbank een taakstraf opleggen van tachtig uren.