ECLI:NL:RBNNE:2023:2836

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
12 juli 2023
Publicatiedatum
12 juli 2023
Zaaknummer
18-246432-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak inzake import en verduistering van hennep door werknemer van pakketdienst

Op 12 juli 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het meermalen importeren van hennep vanuit Spanje naar Nederland en aan verduistering van hennep. De verdachte, geboren in 1991, werkte als voorman/chauffeur bij een pakketdienst en heeft gedurende enkele maanden in 2021 samen met anderen hennep in koffers geïmporteerd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk en in vereniging met anderen handelde, en dat hij zich meerdere koffers met hennep heeft toegeëigend die toebehoorden aan derden. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, ondanks de verdediging die pleitte voor vrijspraak. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het vertrouwen dat de werkgever in de verdachte had gesteld, dat hij ernstig had beschaamd. De rechtbank heeft de artikelen 321 en 322 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet toegepast.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Assen parketnummer 18.246432.21
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 12 juli 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 28 juni 2023.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. H.J. Voors, advocaat te Zwolle. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R. Janssens.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1
hij in de periode van 31 mei 2021 tot en met 8 juli 2021 te Meppel, althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht,
  • in de periode van 31 mei 2021 tot en met 29 juni 2021, (één of meerdere koffer(s) met daarin) een hoeveelheid hennep(toppen), en/of
  • op 3 juli 2021, (ongeveer) 7,16 kilogram hennep(toppen), in elk geval een
hoeveelheid hennep(toppen),
(telkens) zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2 hij op één of meerdere tijdstippen in de periode van 31 mei 2021 tot en met 29 juni
2021 te Meppel, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk één of meerdere koffer(s), in elk geval enig goed/goederen, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1] (gevestigd aan de [adres] ), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en welk goed/goederen verdachte anders dan door een misdrijf onder zich had, te weten uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als voorman/chauffeur van
[bedrijf 1] , wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor feiten 1 en 2.
Hij acht, met betrekking tot feit 1, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met anderen rondom 2 juni, 29 juni en 2 juli 2021 koffers met daarin hennep heeft ingevoerd in Nederland.
Inzake feit 2 (verduistering in dienstbetrekking) kan, gelet op de onttrekkingen van de koffers in de tenlastegelegde periode, wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte de koffers, die hij als werknemer onder zich had, heeft onttrokken aan de reguliere dienst van de pakketbezorging en daar zelf over is gaan beschikken.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van gehele tenlastelegging.
Hij heeft met betrekking tot feit 1 aangevoerd dat zowel voor “gewone” als voor “verlengde” invoer van hennep geen bewijs aanwezig is.
Betreffende de “gewone” invoer - de daadwerkelijke invoer in de tenlastegelegde periode - is geen bewijs aanwezig dat verdachte als pleger of medepleger bij het daadwerkelijk passeren van de koffers van de Nederlandse grens een rol heeft gespeeld. Voor wat de “verlengde” invoer betreft dient ook vrijspraak te volgen, nu de koffer van de invoer op 3 juli 2021 (tweede gedachtestreepje in de tenlastelegging) op 5 juli 2021 door de politie in beslag is genomen en verdachte met betrekking tot deze koffer pas op 6 juli 2021 in beeld komt. Het is vaste rechtspraak dat handelingen ná beslag niet kunnen strekken tot de invoer of het verdere vervoer en de overdacht van verdovende middelen. Daarnaast is met betrekking tot die koffer en de overige koffers geen overtuigend bewijs dat er hennep in heeft gezeten. Ook is er geen bewijs dat verdachte vol of voorwaardelijk opzet heeft gehad op invoer van hennep of dat hij als medepleger kan worden aangemerkt.
De raadsman heeft met betrekking van feit 2 (verduistering in persoonlijke dienstbetrekking) aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte zich de koffers heeft toegeëigend. Voor de strafverzwarende omstandigheid dat er sprake was van een persoonlijke dienstbetrekking bij [bedrijf 1] is geen bewijs, nu verdachte in dienst was bij [bedrijf 2] .
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de feiten 1 en 2 wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.

Bewijsmiddelen

Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van 24 augustus 2021, opgenomen op pagina 5 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met onderszoeknaam NUKA en dossiernummer 2021180332 (hierna: het Dossier), inhoudend als relaas van verbalisant [naam 1] :
aanleiding onderzoek
  • Op 2 juli 2021 werd er door [naam 2] , directeur bij [bedrijf 3] contact opgenomen met verbalisant[naam 3] . Hij vertelde dat ze bij de pakket-vervoerder [bedrijf 1] , [adres] te Meppel, iemand in verband brachten met drugstransport.
  • Op 3 juli 2021 werd het onderzoeksdossier
[naam 2] verklaarde verder in zijn dossier, dat [verdachte] in loondienst was bij een extern koeriersbedrijf genaamd [bedrijf 2] . Volgens [naam 2] was dit bedrijf echter gelegen aan de [adres] , pal onder het adres van genoemde [naam 4] . Volgens [naam 2] was [verdachte] tevens ook voorman bij [bedrijf 1] .
- Op 3 juli 2021 kwam er weer een gesealde trolleykoffer binnen bij het genoemde [bedrijf 1] -depot in
Meppel. De koffer werd door de coördinator van het depot, [naam 6] , uit de bulk gehaald en niet ingescand. De politie werd hiervan op de hoogte gebracht.
onderzoek inbeslaggenomen koffer
  • Op 5 juli 2021 werd voornoemde trolleykoffer in beslag genomen.
  • naar de inhoud van de inbeslaggenomen trolleykoffer werd een onderzoek ingesteld.

beelden beveiligingscamera's depot [bedrijf 1] Meppel

- Uit beelden van de beveiligingscamera’s van het depot te Meppel ( [bedrijf 1] )
5blijkt dat dezelfde voorman telkenmale eenzelfde soort trolleykoffer aan de overige pakketten onttrekt, deze apart zet en vervolgens in een gereedstaande bus deponeert en wegrijdt uit het zicht van de camera’s. De pakketten waar het hier om gaat zijn afkomstig uit de Spaanse steden Madrid, Barcelona en Granoliers. Bovengenoemde voorman betreft [verdachte] . Op de bekeken beelden is te zien dat een persoon welke eerder herkend is als [verdachte] de betreffende trolleykoffers in zijn bus laad. Gezien het postuur, de haardracht, houding en bewegingen van de persoon op de beelden betreft dit telkens een en dezelfde persoon. Uit de ontvangen beelden en gegevens is hieronder, per datum, een overzicht gemaakt van de camerabeelden en trackingdocumenten.
31 mei 2021: pakketnummer: [nummer] met geadresseerde, [naam 4] , [adres] . Te zien is dat het pakket op 27 mei 2021 via Granoliers (ES), via Oirschot, verzonden is naar [bedrijf 1] Meppel en aldaar op 31 mei 2021 is verwerkt. Hierna heeft er geen registratie meer plaatsgevonden hetgeen er op duidt dat het pakket vermist is danwel nog in het depot van Meppel aanwezig moet zijn.
2 juni 2021: pakketnummer: [nummer] met geadresseerde, [naam 4] , [adres] . Te zien is dat het pakket op 31 mei 2021 vanaf Barcelona (ES), via Oirschot, verzonden is naar [bedrijf 1] Meppel en aldaar op 2 juni 2021 is verwerkt. Hierna heeft er geen registratie meer plaatsgevonden hetgeen er op duidt dat het pakket vermist is danwel nog in het depot van Meppel aanwezig moet zijn.
3 juni 2021;pakketnummer: [nummer] met geadresseerde, [naam 7] , [adres] . Te zien is dat het pakket op 31 mei 2021 vanaf Madrid (ES), via Oirschot, verzonden is naar [bedrijf 1] Meppel en aldaar op 3 juni 2021 is verwerkt. Hierna heeft er geen registratie meer plaatsgevonden hetgeen er op duidt dat het pakket vermist is danwel nog in het depot van Meppel aanwezig moet zijn.
17 juni 2021: pakketnummer: [nummer] met daaronder geadresseerde, [naam 4] , [adres] . Te zien is dat het pakket op 15 juni 2021 vanaf Barcelona (ES), via Oirschot, verzonden is naar [bedrijf 1] Meppel en aldaar op 17 juni 2021 is verwerkt. Hierna heeft er geen registratie meer plaatsgevonden hetgeen er op duidt dat het pakket vermist is danwel nog in het depot van Meppel aanwezig moet zijn.
29 juni 2021: pakketnummer: [nummer] met geadresseerde, [naam 4] , [adres] . Te zien is dat het pakket op 22 juni 2021 vanaf Madrid (ES), via Oirschot, Tynaarlo en Veenendaal verzonden is naar [bedrijf 1] Meppel en aldaar op 29 juni 2021 is verwerkt. Hierna heeft er geen registratie meer plaatsgevonden hetgeen er op duidt dat het pakket vermist is danwel nog in het depot van Meppel aanwezig moet zijn.
Op de printscreens, afkomstig van de camerabeelden van [bedrijf 1] is te zien dat verdachte [verdachte] bovengenoemde pakketten op genoemde data telkens onttrekt aan het depot en in zijn bus plaatst.
- Uit verstrekte gegevens van [bedrijf 1] kon blijken dat op 1 juli 2021 twee personen (waaronder [naam 8] ) zich hebben gemeld bij het kantoor van [bedrijf 1] . Deze personen waren op zoek naar een vermist pakket met nummer: [nummer] .
6Dit pakket was geadresseerd aan: [naam 9] , [adres] . Uit intern onderzoek van [bedrijf 1] kon blijken dat het pakket waar de twee personen naar informeerden op 24 juni 2021 was binnengekomen op het depot in Meppel. Uit camerabeelden kan blijken dat voornoemd pakket op
24 juni 2021door verdachte [verdachte] is onttrokken aan het depot en in zijn in eigen voertuig is geplaatst. De camerabeelden van 24 juni 2021 zijn bekeken. Op deze camerabeelden is te zien dat verdachte [verdachte] ter hoogte van Vak 39 een trolleykofer bekijkt en uiteindelijk meeneemt. Vervolgens loopt hij tientallen meters met de koffer in de richting van Vak 22. Bij dit vak bekijkt hij de koffer uitgebreid en schudt de koffer heen en weer. Uiteindelijk opent hij de roldeur, haalt zijn voertuig op. Vervolgens is op de beelden te zien dat hij de koffer nogmaals bekijkt en vervolgens de koffer in zijn voertuig plaatst. Op het moment dat hij de koffer in het voertuig heeft bekijkt verdachte de koffer nogmaals. Uiteindelijk sluit hij de deur van het voertuig en rijdt weg. Het gedrag van verdachte [verdachte] deed het vermoeden dat hij niet zeker is of de koffer de juiste is dan wel het gewicht van de koffer niet klopt dan wel er iets met de koffer aan de hand is.

onderzoek geadresseerden koffers

  • [naam 10] wonende [adres] . Hij was één van de geadresseerden van de koffers die warenonttrokken aan het [bedrijf 1] -depot in Meppel.
  • [naam 7] ., [adres] , was één van de geadresseerden van de koffers die waren onttrokken aan het [bedrijf 1] -depot in Meppel.
  • [naam 9] , wonende [adres] verklaarde nog nooit pakketten te hebben ontvangen vanuit hetbuitenland.

gedragingen verdachte [verdachte] en medeverdachte [medeverdachte] inzake inbeslaggenomen koffer met hennep(toppen)

  • getuige [naam 6] , Transport coördinator van het [bedrijf 1] depot te Meppel, verklaarde datverdachte [verdachte] op 6 en 7 juli 2021 meerdere malen telefonisch contact met hem had opgenomen omtrent het vermiste pakket, dat in beslag is genomen op 5 juli 2021 op het [bedrijf 1] depot te Meppel voor verder onderzoek.
  • voornoemde [naam 6] verklaarde dat de (nog) onbekende persoon zich op 7 juli 2021 heeft gemeld,in bijzijn van [verdachte] , bij [bedrijf 1] en hij deed zich voor als zijnde de ontvanger van het ‘vermiste’ pakket. [verdachte] deed voornamelijk het woord en stelde vragen over het pakket.

persoonlijke dienstbetrekking verdachte [verdachte]

- Volgens [naam 6] verzorgt het koeriersbedrijf [bedrijf 2] uit Zwolle een deel van het bezorgwerk van het [bedrijf 1] -depot Meppel. [verdachte] werkt voor [bedrijf 2] in het [bedrijf 1] -depot in Meppel.
13Hij is voorman in de loods van [bedrijf 1] .

onderzoek telefoongegevens verdachte [verdachte]

- Op 20 juli 2021 werd de mobiele telefoon van verdachte [verdachte] , een Samsung, type Galaxy S9, inbeslaggenomen.
14Uit onderzoek bleek, dat aan de applicatie WhatsApp het telefoonnummer [telefoonnummer] (owner) was gekoppeld en de naam [naam 12] . In de veiliggestelde gegevens werden onder meer chatgesprekken aangetroffen die mogelijk betrekking hadden op kleinschalige handel in hennep. [naam 13] stuurde [naam 12] op 4 mei 2021 onder meer een berichtje, dat ze goede zaken gingen doen. Op 23 mei 2021 stuurde [naam 12] een video naar [naam 13] waarop vermoedelijk enkele gedroogde henneptoppen waren te zien. De video was zeer waarschijnlijk met het toestel van [verdachte] gemaakt.
Op 24 mei 2021 stuurde [naam 12] weer een video naar [naam 13] . Op de beelden waren vermoedelijk weer gedroogde henneptoppen te zien. [naam 13] vroeg onder meer wat de prijs was.
Ook dit filmpje was zeer waarschijnlijk met het toestel van [verdachte] gemaakt.
Op 2 juni 2021, om 19.52.52 uur, stuurde [naam 13] een berichtje naar [naam 12] , dat ze, vermoedelijk anderen, nu wilden ophalen als het kon, waarop [naam 12] antwoordde, dat hij de man net had gesproken en dat de man met 15 minuten bij hem was. Op 2 juni 2021, om 21.16.37 uur, ongeveer een uur later, stuurde [naam 13] een schermafdruk van chatgesprekken waaraan een zekere Twins’ deelnam. Op de schermafdruk stonden onder meer afbeeldingen van vermoedelijk gedroogde henneptoppen en werd er over de prijs gesproken. Opgemerkt wordt, dat er op 2 juni 2021, dus diezelfde dag, er door [verdachte] een koffer werd weggenomen vanuit het [bedrijf 1] depot in Meppel.
onderzoek telefoongegevens medeverdachte [medeverdachte]
- Op 21 juli 2021 zijn de telefoons, een Samsung en een Iphone 12, van medeverdachte
[medeverdachte] , inbeslaggenomen. De gegevens van de Iphone 12 zijn onderzocht.
15Dit betreft de telefoon (nummer [telefoonnummer] ) welke in bezit en gebruik is bij [medeverdachte] . In de chatgeschiedenis van het programma ‘Snapchat’ werd een gesprek aan tussen [medeverdachte] en een NN persoon aangetroffen. Het laatste zichtbare bericht is van 25 juni 2021. Uit dit gesprek wordt duidelijk dat [medeverdachte] in contact komt met een persoon, zijnde aanbieder/verkoper, in het buitenland en aldaar een bestelling doet van verdovende middelen. [medeverdachte] geeft aan dat hij niet meer hetzelfde spul wil maar dat hij iets wil met een hoog THC gehalte. Op een aangetroffen foto in de galerij van de telefoon is een verwijzing van drugspakketten per post. Uit de webhistorie (internet gegevens) van de telefoon bleek dat [medeverdachte] meerdere malen de site van [bedrijf 1] heeft bezocht en gezocht heeft naar een pakket met als track en trace nummer: [nummer] . Dit betreft het track trace nummer van het pakket welke door de politie in beslag is genomen en waarin 6 sealbags met daarin hennep werden aangetroffen met een bruto gewicht van 7,16 kilogram. Tevens blijkt uit deze gegevens dat [medeverdachte] op 6 juli 2021 omstreeks 18.24 uur navolgende site bezoekt: [website] . Dit betreft een Spaans postbedrijf. Uit openbare bronnen kan blijken dat [bedrijf 1] de overkoepelende organisatie is van [bedrijf 5] . Het tijdstip van het bezoek aan de website [bedrijf 5] .com. 6 juli 2021, is opmerkelijk aangezien [medeverdachte] zich op 7 juli 2021, samen met verdachte [verdachte] , meldt bij [bedrijf 1] en aangeeft dat hij eigenaar is van de zoekgeraakte koffer.
verklaringen verdachte [verdachte]
- verdachte [verdachte] verklaart
16: Ik ben bij [bedrijf 2] in loondienst. Ik ben uitgeleend aan [bedrijf
1] . Mijn werkzaamheden bestaan uit het aansturen van chauffeurs.
V: Uit onderzoek is gebleken dat op 5 juli 2021 een koffer werd onderschept die vol met hennep zat. Die koffer is onderschept, uit de productie gehaald bij [bedrijf 1] , jij hebt gevraagd waar die koffer was?
A: Ik krijg meerdere malen een bericht of ik kan vragen waar een pakket gebleven is. Iemand kwam naar mij toe en kun je wat voor mij checken ik ben wat kwijtgeraakt. Ik heb toen bij [bedrijf 1] gevraagd. Ik ken die persoon niet eens.
V: Hoe wist je naar welk pakketje moest zoeken?
A: Daar heeft die info over gegeven. Pakketnummer, postcode.
V: Vanuit waar was het pakket verstuurd?
A: Ja, vanuit Spanje volgens mij.
V: Kun je een omschrijving geven van die persoon of een naam?
A: Naam liever niet.
V: In de loods van [bedrijf 1] hangt een camera en daar zien wij dat het niet de eerste keer is dat je gelijke gesealde koffers uit het depot van [bedrijf 1] haalt en in jouw bus doet. Wij zien dat er op 31 mei, 2, 3, 17, 24 en 29 juni je hetzelfde doet. Waarom heb jij ze niet uit gescand of dat formulier hebt ingeleverd? A: Dat weet ik niet.
- verdachte [verdachte] verklaart
17: Ik heb een leidinggevende functie. Ik ben voorman. Ik heb niets te verklaren over [medeverdachte] . Dat [medeverdachte] zo dom is om op camera te komen.

verklaring medeverdachte [medeverdachte] :

- medeverdachte [medeverdachte] verklaart
18: [verdachte] ken ik al 10 jaar. Ik weet dat [verdachte] bij [bedrijf 1] werkt. Ik ben daar weleens geweest. Ik werd gevraagd of ik met hem mee kon naar de [bedrijf 1] .
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

Bewijsoverwegingen

Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Feit 1
binnen het grondgebied van Nederland gebrachte hennep
De rechtbank overweegt met betrekking tot het medeplegen van de invoer van hennep (in koffers) op tijdstippen in de periode 31 mei 2021 tot en met 8 juli 2021, dat er sprake is van zogenaamde verlengde invoer. Het betreft een voortdurend delict waarvan het beginpunt buiten Nederland (in dit geval Spanje) is gelegen en het eindpunt in Nederland.
Van (verlengde) invoer kan in beginsel alleen sprake zijn indien en voor zover binnen het grondgebied van Nederland gebrachte hennep nog niet strafvorderlijk in beslag is genomen. Handelingen die worden verricht nadat de hennep in beslag is genomen, kunnen immers per definitie niet meer strekken tot het verdere vervoer en de overdracht van die binnen het grondgebied van Nederland gebrachte hennep.
De rechtbank stelt in dit verband vast dat de laatste en enige onderschepte gesealde koffer met hennep op 3 juli 2021 in het [bedrijf 1] -depot in Meppel is binnengekomen en op 5 juli 2021 strafvorderlijk in beslag is genomen. Deze aflevering en opslag op 3 juli 2021 in het depot, was gericht op verder vervoer en overname door verdachte van de koffer met hennep, zoals ook eerder is gebeurd met koffers die eerder uit Spanje waren verzonden. De verlengde invoer van de koffer heeft derhalve voortgeduurd tot de in beslagname ervan op 5 juli 2021. Er zijn derhalve -anders dan de raadsman stelt- voor de strafvorderlijke inbeslagname handelingen verricht als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, zodat er sprake is van binnen het grondgebied van Nederland brengen van hennep.
Vaststelling hennep inbeslaggenomen koffer op 5 juli 2021
De rechtbank is van oordeel, anders dan de raadsman stelt, dat bewezen is dat de op 5 juli 2021 in beslag genomen en later onderzochte koffer, hennep(toppen) bevatte. De verbalisanten hebben aan de hand van de herkenbare geur, de uiterlijke kenmerken en de kleur en vorm vastgesteld, dat deze planten hennepplanten zijn geweest als bedoeld in artikel 3 van de Opiumwet.
De rechtbank overweegt voorts dat op grond van bestendige jurisprudentie een (indicatieve) test niet noodzakelijk is om te concluderen dat sprake is van hennep als bedoeld in de op de bij de Opiumwet behorende lijst II. Gelet op de kleur, vorm en geur konden de verbalisanten dus tot de conclusie komen dat sprake was van hennep.
Vaststelling inhoud overige (verduisterde) koffers
De rechtbank leidt uit de bezigde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, af, dat de overige - door verdachte verduisterde koffers - ook hennep hebben bevat.
De rechtbank overweegt hierbij dat het steeds ging om dezelfde zeer specifieke modus operandi. Het betroffen telkens soortgelijke, gesealde uit Spanje afkomstige trolleykoffers met een gelijksoortig gewicht. Deze koffers werden telkens door verdachte doelbewust na ontvangst in het [bedrijf 1] depot, waar hij werkte, ongeregistreerd uit de bulk gehaald, in een transportbusje geladen en weggereden. Uit onderzoek is tenslotte gebleken dat geen van de geadresseerden van de koffers, waarbij de meeste koffers als geadresseerde [naam 4] te Zwolle had, iets van koffers uit Spanje afwisten of deze hadden ontvangen. De geadresseerden hebben verklaard ook nooit iets te hebben besteld in Spanje.
Tevens betrekt de rechtbank de grote en aanhoudende belangstelling van verdachte en medeverdachte [medeverdachte] naar de verblijfplaats van de onderschepte en op 5 juli 2023, inbeslaggenomen, koffer. Daarbij blijkt uit de onderzochte berichten en afbeeldingen op de telefoons van beide verdachten hun belangstelling voor koop/verkoop van hennep(toppen).
In dit verband wordt in het bijzonder gewezen op de screenshots met afgebeelde hennep(toppen) op de telefoon van verdachte [verdachte] , d.d. 2 juni 2021 en 29 juni 2021, nu op deze data ook koffers met hennep door hem uit het depot zijn verduisterd.
Opzet
Gelet op de hiervoor beschreven gedragingen (door verdachte) en vaststellingen is de rechtbank van oordeel dat vast staat dat verdachte - evenals zijn medeverdachten - wist van de invoer van hennep(toppen) en dat zijn opzet ook daarop was gericht.
Medeplegen
De rechtbank is van oordeel dat verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met de medeverdachte [medeverdachte] , welke samenwerking in de kern bestond uit een gezamenlijke uitvoering, waarbij de materiële bijdrage van de verdachte, zoals hiervoor omschreven, van voldoende gewicht is om tot een bewezenverklaring van medeplegen te komen. Voorts merkt de rechtbank op dat indien -zoals hier- van verlengde invoer sprake is het niet anders kan zijn dan dat anderen (in het buitenland) daarbij betrokken zijn.
Feit 2)
Verduistering van koffers
De rechtbank is, anders dan de raadsman, van oordeel dat er sprake is van verduistering. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte zich de koffers wederrechtelijk heeft toegeëigend, door de koffers uit het depot te halen en er -zonder deze te bezorgen- mee weg te rijden. Hij is daardoor als heer en meester over de koffers gaan beschikken.
Strafverzwarende omstandigheid ex art. 322 Wetboek van Strafrecht
De rechtbank acht tevens het strafverzwarende bestanddeel dat verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking de verduistering heeft gepleegd bewezen. De vraag of hij civielrechtelijk een dienstverband had bij [bedrijf 1] , zoals is tenlastegelegd, dan wel bij [bedrijf 2] , is bij de strafrechtelijke beoordeling ervan naar het oordeel van de rechtbank niet van belang.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feiten 1 en 2 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. hij in de periode van 31 mei 2021 tot en met 8 juli 2021 in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht,
  • in de periode van 31 mei 2021 tot en met 29 juni 2021, meerdere koffers met daarin eenhoeveelheid henneptoppen, en
  • op 3 juli 2021, ongeveer 7,16 kilogram henneptoppen,zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2 hij op meerdere tijdstippen in de periode van 31 mei 2021 tot en met 29 juni 2021 te Meppel, opzettelijk meerdere koffers, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en welke koffers verdachte anders dan door een misdrijf onder zich had, te weten uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking, zich wederrechtelijk heeft toegeëigend.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

medeplegen van opzettelijk handelen met een in artikel 3 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
Verduistering, gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de feit 1 en 2 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijke met een proeftijd van 2 jaar.
Daarnaast dienen de inbeslaggenomen telefoon van verdachte en de koffer verbeurd worden verklaard.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft - indien ondanks de bepleite vrijspraken - een veroordeling mocht volgen, gepleit voor oplegging van een werkstraf en een voorwaardelijke vrijheidsstraf.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de reclasseringsrapportage, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich gedurende enkele maanden in het jaar 2021, samen met anderen, schuldig gemaakt aan het meermalen importeren van hoeveelheden softdrugs
- ( hennep)toppen - vanuit Spanje naar Nederland. De rechtbank gaat op basis van de bewijsmiddelen uit van een totale netto hoeveelheid van circa 5 kilogram. Verdachte had als voorman/chauffeur bij het [bedrijf 1] -depot in Meppel de uit Spanje afkomstige koffers met hennep onder zich, waarna hij de koffers uit het depot haalde (verduisterde) en vervolgens in een bestelbusje vervoerde.
Verdachte heeft door zijn handelen bijgedragen aan een georganiseerde vorm van drugscriminaliteit die in ons land grote vormen heeft aangenomen en die gepaard gaat met zware, vaak gewelddadige criminaliteit en illegale geldstromen. De productie en handel van verdovende middelen vormt bovendien een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij aan deze negatieve gevolgen heeft bijgedragen.
Tevens rekent de rechtbank verdachte in hoge mate aan dat hij het vertrouwen dat de [bedrijf 1] in hem stelde - en ook behoorde te kunnen stellen - op ernstige wijze heeft beschaamd. Verdachte heeft zich enkel laten leiden door financieel gewin. Het is daarnaast niet aan verdachte te danken dat de verduistering aan het licht is gekomen.
Vanwege voormelde ernst van de bewezen verklaarde delicten is de rechtbank van oordeel dat aan de verdachte -aansluiting zoekend met oriëntatiepunten voor de straftoemeting- een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf, met aftrek van voorarrest, dient te worden opgelegd. Het voorwaardelijke strafdeel dient als waarschuwing aan de verdachte, teneinde te voorkomen dat de verdachte zich nogmaals schuldig maakt aan (soortgelijke) strafbare feiten.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 63, 321 en 322 van het Wetboek van
Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 4 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.M. Wolters , voorzitter, mr. M.A.A. van Capelle en mr. E.P. van Sloten, rechters, bijgestaan door J. Hoogeveen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 12 juli 2023.
pag. 216A e.v. van het Dossier
proces-verbaal bevindingen (pv bev), pag. 211 e.v. van het Dossier
pv-bev, pag.. 231 e.v. van het Dossier
pv vooronderzoek lab, pag. 235 e.v. van het Dossier
pv bev, pag.. 244 e.v. van het Dossier
pv bev, pag.. 307 e.v. van het Dossier
pv bev, pag.. 338 e.v. van het Dossier
pv bev, pag.. 340 e.v. van het Dossier
pv bev, pag.. 342 e.v. van het Dossier
pv bev, pag.. 239 e.v. van het Dossier
pv bev, pag.. 270 e.v. van het Dossier
pv bev, pag.. 312 e.v. van het Dossier
pv bev, pag.. 282 e.v. van het Dossier
pv bev, pag.. 346 e.v. van het Dossier
pv bev, pag.. 352 e.v. van het Dossier
pv verhoor verdachte [verdachte] , pag. 160 e.v.
pv verhoor verdachte [verdachte] , pag. 174 e.v.
pv verhoor verdachte [medeverdachte] , pag. 207 e.v.