ECLI:NL:RBNNE:2023:2835

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
12 juli 2023
Publicatiedatum
12 juli 2023
Zaaknummer
18-246430-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Importeren van hennep vanuit Spanje naar Nederland door verdachte en medeverdachte

Op 3 juli 2021 heeft de verdachte, samen met een of meer anderen, zich schuldig gemaakt aan het importeren van hennep vanuit Spanje naar Nederland. De rechtbank Noord-Nederland heeft op 12 juli 2023 uitspraak gedaan in deze strafzaak, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van één maand en een taakstraf van 100 uren. De zaak kwam aan het licht na een onderzoek door de politie, waarbij een koffer met ongeveer 7,16 kilogram hennep werd onderschept. De verdachte was aanwezig bij de zitting, bijgestaan door zijn advocaat, en het openbaar ministerie was vertegenwoordigd door de officier van justitie. De rechtbank oordeelde dat het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen was, met name het binnen het grondgebied van Nederland brengen van henneptoppen op 3 juli 2021. De rechtbank overwoog dat de verdachte en zijn medeverdachte nauw samenwerkten en dat er sprake was van opzet en medeplegen. De rechtbank hield rekening met de ernst van het delict en de gevolgen voor de volksgezondheid, en legde een voorwaardelijke gevangenisstraf op, naast de taakstraf. De in beslag genomen telefoon van de verdachte werd verbeurd verklaard.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Assen parketnummer 18.246430.21
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 12 juli 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,geboren op [geboortedatum] 1998 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 28 juni 2023.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M.L. Firet, advocaat te Almere. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R. Janssens.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
hij in de periode van 31 mei 2021 tot en met 8 juli 2021 te Meppel, althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht,
- in de periode van 31 mei 2021 tot en met 29 juni 2021, in elk geval op 24 juni 2021,
(één of meerdere koffer(s) met daarin) een hoeveelheid hennep(toppen), en/of - op 3 juli 2021, (ongeveer) 7,16 kilogram hennep(toppen), in elk geval een
hoeveelheid hennep(toppen),
(telkens) zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het tenlastegelegde feit, voor zover betrekking hebbende op de ingevoerde koffers met hennep op 24 juni 2021 en 3 juli 2021.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van de gehele tenlastelegging.
Zij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte op geen enkele wijze in verband kan worden gebracht met de invoer van koffers betreffende de periode van 31 mei 2021 tot en 29 juni 2021.
Ten aanzien van de ingevoerde en onderschepte koffer met hennep op 3 juli 2021 heeft zij aangevoerd dat verdachte geen wetenschap heeft gehad van de inhoud van de koffer, laat staan van de invoer ervan. Hij is alleen door de medeverdachte gevraagd, navraag te doen naar de koffer, hetgeen geen medeplegen oplevert.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen, voor zover het ziet op het binnen het grondgebied van Nederland brengen van henneptoppen op 3 juli 2021.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.

Bewijsmiddelen

Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van 24 augustus 2021, opgenomen op pagina 5 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met onderszoeknaam NUKA en dossiernummer 2021180332 (hierna: het Dossier), inhoudend als relaas van verbalisant [naam 1] :
aanleiding onderzoek
  • Op 2 juli 2021 werd er door [naam 2] , directeur bij [bedrijf 1] contact opgenomen met verbalisant[naam 3] . Hij vertelde dat ze bij de pakket-vervoerder [bedrijf 2] te Meppel, iemand in verband brachten met drugstransport.
  • Op 3 juli 2021 werd het onderzoeksdossier
  • Op 3 juli 2021 kwam er weer een gesealde trolleykoffer binnen bij het genoemde [bedrijf 2] -depot inMeppel. De koffer werd door de coördinator van het depot, [naam 4] , uit de bulk gehaald en niet ingescand. De politie werd hiervan op de hoogte gebracht.

onderzoek inbeslaggenomen koffer

  • Op 5 juli 2021 werd voornoemde trolleykoffer in beslag genomen.
  • naar de inhoud van de inbeslaggenomen trolleykoffer werd een onderzoek ingesteld.
1,19kg; -sealbag 3: 1,19kg; sealbag 4: 1,17kg; sealbag 5: 1,19kg en sealbag 6: 1,19kg.
onderzoek geadresseerde koffer
- [ naam 7] wonende [adres] , was geadresseerde van de koffer in het [bedrijf 2] -depot in Meppel.
5[naam 7] vertelde dat hij daar ongeveer sinds een jaar woonde en nog nooit een koffer had ontvangen. Iemand moest zijn naam gebruikt hebben. Een koffer uit Spanje zei hem niets. Bij [bedrijf 2] kende hij niemand en van ETS had hij nog nooit gehoord.

gedragingen medeverdachte [medeverdachte] en verdachte [verdachte] inzake de inbeslaggenomen koffer met henneptoppen

  • getuige [naam 4] , Transport coördinator van het [bedrijf 2] depot te Meppel, verklaarde dat[medeverdachte] op 6 en 7 juli 2021 meerdere malen telefonisch contact met hem had opgenomen omtrent het vermiste pakket, dat in beslag is genomen op 5 juli 2021 op het [bedrijf 2] depot te Meppel voor verder onderzoek.
  • voornoemde [naam 4] verklaarde dat de (nog) onbekende persoon zich op 7 juli 2021 heeft gemeld,in bijzijn van [medeverdachte] , bij [bedrijf 2] en zich voor deed als zijnde de ontvanger van het ‘vermiste’ pakket (de koffer). [medeverdachte] deed voornamelijk het woord en stelde vragen over het pakket.
wat kleding vergeten was. Zijn kleding en een duur horloge waren nagestuurd en zouden volgens hem in het pakket (de koffer) moeten zitten.
onderzoek telefoongegevens medeverdachte [medeverdachte]
- Op 20 juli 2021 werd de mobiele telefoon van [medeverdachte] , een Samsung, type Galaxy S9, inbeslaggenomen.
9Uit onderzoek bleek, dat aan de applicatie WhatsApp het telefoonnummer [telefoonnummer] (owner) was gekoppeld en de naam [naam 8] . In de veiliggestelde gegevens werden onder meer chatgesprekken aangetroffen die mogelijk betrekking hadden op kleinschalige handel in hennep. [naam 9] stuurde [naam 8] op 4 mei 2021 onder meer een berichtje, dat ze goede zaken gingen doen. Op 23 mei 2021 stuurde [naam 8] een video naar [naam 9] waarop vermoedelijk enkele gedroogde henneptoppen waren te zien. De video was zeer waarschijnlijk met het toestel van [medeverdachte] gemaakt.
Op 24 mei 2021 stuurde [naam 8] weer een video naar [naam 9] . Op de beelden waren vermoedelijk weer gedroogde henneptoppen te zien. [naam 9] vroeg onder meer wat de prijs was. Ook dit filmpje was zeer waarschijnlijk met het toestel van [medeverdachte] gemaakt.
Op 2 juni 2021, om 19.52.52 uur, stuurde [naam 9] een berichtje naar [naam 8] , dat ze, vermoedelijk anderen, nu wilden ophalen als het kon, waarop [naam 8] antwoordde, dat hij de man net had gesproken en dat de man met 15 minuten bij hem was. Op 2 juni 2021, om 21.16.37 uur, ongeveer een uur later, stuurde [naam 9] een schermafdruk van chatgesprekken waaraan een zekere Twins’ deelnam. Op de schermafdruk stonden onder meer afbeeldingen van vermoedelijk gedroogde henneptoppen en werd er over de prijs gesproken.
onderzoek telefoongegevens verdachte [verdachte]
- Op 21 juli 2021 is de telefoon, een Iphone 12, van [verdachte] inbeslaggenomen. De gegevens van de Iphone 12 zijn onderzocht.
10Dit betreft de telefoon welke in bezit en gebruik is bij [verdachte] . In de chatgeschiedenis van het programma ‘Snapchat’ werd een gesprek aan tussen [verdachte] en een NN persoon aangetroffen. Het laatste zichtbare bericht is van 25 juni 2021. Uit dit gesprek wordt duidelijk dat [verdachte] in contact komt met een persoon, zijnde aanbieder/verkoper, in het buitenland en bij deze een bestelling doet van verdovende middelen. [verdachte] geeft aan dat hij niet meer hetzelfde spul wil maar dat hij iets wil met een hoog THCgehalte. Op een aangetroffen foto in de galerij van de telefoon van verdachte is een verwijzing te zien naar drugspakketten per post. Uit de webhistorie (internet gegevens) van de telefoon bleek dat [verdachte] meerdere malen de site van [bedrijf 2] heeft bezocht en gezocht heeft naar een pakket met als track en trace nummer: [nummer] .
Dit betreft het track trace nummer van het pakket dat door de politie in beslag is genomen en waarin 6 sealbags met daarin hennep werden aangetroffen met een bruto gewicht van 7,16 kilogram. Tevens blijkt uit de telefoongegevens dat [verdachte] op 6 juli 2021 omstreeks 18.24 uur deze site bezoekt: [website] . Dit betreft een Spaans postbedrijf. Uit openbare bronnen kan blijken dat [bedrijf 2] de overkoepelende organisatie is van [bedrijf 3] . Het tijdstip van het bezoek aan de website [bedrijf 3] .com. 6 juli 2021, is opmerkelijk aangezien [verdachte] zich op 7 juli 2021, samen met medeverdachte [medeverdachte] , meldt bij [bedrijf 2] en aangeeft dat hij eigenaar is van de zoekgeraakte koffer.
verklaringen medeverdachte [medeverdachte]
- verdachte [medeverdachte] verklaart
11: Ik ben uitgeleend aan [bedrijf 2] .
V: Uit onderzoek is gebleken dat op 5 juli 2021 een koffer werd onderschept die vol met hennep zat. Die koffer is onderschept, uit de productie gehaald bij [bedrijf 2] , jij hebt gevraagd waar die koffer was?
A: Ik krijg meerdere malen een bericht of ik kan vragen waar een pakket gebleven is. Iemand kwam naar mij toe en kun je wat voor mij checken ik ben wat kwijtgeraakt. Ik heb toen bij [bedrijf 2] gevraagd. Ik ken die persoon niet eens.
V: Hoe wist je naar welk pakketje moest zoeken?
A: Daar heeft die info over gegeven. Pakketnummer, postcode.
V: Vanuit waar was het pakket verstuurd? A: Ja, vanuit Spanje volgens mij.
V: Kun je een omschrijving geven van die persoon of een naam? A: Naam liever niet.
- verdachte [medeverdachte] verklaart
12: Ik heb niets te verklaren over [verdachte] . Dat [verdachte] zo dom is om op camera te komen.

verklaring verdachte [verdachte] :

- verdachte [verdachte] verklaart
13: [medeverdachte] ken ik al 10 jaar. Ik weet dat [medeverdachte] bij [bedrijf 2] werkt. Ik ben daar weleens geweest. Ik werd gevraagd of ik met hem mee kon naar de [bedrijf 2] .
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

Bewijsoverwegingen

Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
binnen het grondgebied van Nederland gebrachte hennep
De rechtbank overweegt met betrekking tot het medeplegen van de invoer van hennep in een koffer op 3 juli 2021, dat er sprake is van zogenaamde verlengde invoer.
De rechtbank stelt voorts vast dat deze onderschepte gesealde koffer met hennep op 3 juli 2021 in het [bedrijf 2] -depot in Meppel is binnengekomen en op 5 juli 2021 strafvorderlijk in beslag is genomen. Deze aflevering en opslag op 3 juli 2021 in het depot, was gericht op verdere invoer/ vervoer en overdracht door verdachte en zijn medeverdachte van de koffer met hennep, zoals ook is verricht door de medeverdachte [medeverdachte] met koffers die eerder uit Spanje waren verzonden.
Vaststelling wetenschap verdachte omtrent de invoer en de inhoud van koffer
De rechtbank leidt uit de bezigde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, af, dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] grote en aanhoudende belangstelling hadden naar (de verblijfplaats van) de onderschepte en op 5 juli 2023, inbeslaggenomen, koffer met henneptoppen. Daarnaast is op een aangetroffen foto in de galerij van de telefoon van verdachte een verwijzing naar drugspakketten per post gevonden. Uit de internetgegevens van de telefoon van verdachte blijkt verder dat hij meerdere malen de site van [bedrijf 2] heeft bezocht en heeft gezocht naar een pakket met het track en trace nummer betreffende de onderhavige inbeslaggenomen koffer met hennep. Tevens heeft verdachte op 6 juli 2021 een internetsite bezocht van het Spaans postbedrijf [bedrijf 3] , waarvan [bedrijf 2] de overkoepelende organisatie is. Vervolgens blijkt verdachte zich op 7 juli 2021, samen met medeverdachte [medeverdachte] , te melden bij [bedrijf 2] en geeft hij aan dat hij eigenaar is van de zoekgeraakte koffer.
Opzet
Gelet op de hiervoor beschreven gedragingen (door verdachte) en vaststellingen is de rechtbank van oordeel dat vast staat dat verdachte - evenals zijn medeverdachte - wist van de invoer van hennep(toppen) vanuit Spanje en dat daar zijn opzet ook op was gericht.
Medeplegen
De rechtbank is van oordeel dat verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met de medeverdachte [medeverdachte] , welke samenwerking in de kern bestond uit een gezamenlijke uitvoering, waarbij de materiële bijdrage van de verdachte, zoals eerder omschreven, van voldoende gewicht is om tot een bewezenverklaring van medeplegen te komen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij in de periode van 31 mei 2021 tot en met 8 juli 2021 in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht,
- op 3 juli 2021, ongeveer 7,16 kilogram henneptoppen, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II van de Opiumwet.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder A van de Opiumwet gegeven verbod.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde wordt veroordeeld tot:
  • een werkstraf voor de duur van 120 uur;
  • een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden, met een proeftijd van 2 jaar; - verbeurdverklaring van een inbeslaggenomen telefoon.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft - indien ondanks de door haar bepleite vrijspraak een veroordeling mocht volgen - gepleit voor het enkel opleggen van een voorwaardelijke straf.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de reclasseringsrapportage, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich op 3 juli 2021, samen met een ander of anderen, schuldig gemaakt aan het importeren van een hoeveelheid softdrugs - (hennep)toppen - vanuit Spanje naar Nederland. De rechtbank gaat op basis van de bewijsmiddelen uit van een totale netto hoeveelheid van circa 1 kilogram. Verdachte heeft daarbij samenwerkt met medeverdachte [medeverdachte] , die in het [bedrijf 2] -depot in Meppel werkte, alwaar de uit Spanje geïmporteerde koffer met hennep lag opgeslagen.
Verdachte heeft door zijn handelen bijgedragen aan een georganiseerde vorm van drugscriminaliteit die in ons land grote vormen heeft aangenomen en die gepaard gaat met zware, vaak gewelddadige criminaliteit en illegale geldstromen. De productie en handel van verdovende middelen vormt bovendien een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij aan deze negatieve gevolgen heeft bijgedragen. Verdachte heeft zich enkel laten leiden door financieel gewin.
Vanwege voormelde ernst van de bewezen verklaarde delict is de rechtbank van oordeel dat aan de verdachte -aansluiting zoekend met oriëntatiepunten voor de straftoemeting- een voorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf, dienen te worden opgelegd. Het voorwaardelijke strafdeel dient als waarschuwing aan de verdachte, teneinde te voorkomen dat de verdachte zich nogmaals schuldig maakt aan een (soortgelijk) strafbare feit.
De rechtbank komt tot een lagere voorwaardelijke gevangenisstraf en werkstraf dan door de officier van justitie is gevorderd, nu zij een eenmalige hennep-import bewezen heeft geacht.

Inbeslaggenomen goederen

De rechtbank acht het inbeslaggenomen voorwerp, te weten een telefoon, Iphone 12 (inclusief hoesje) vatbaar voor verbeurdverklaring nu het een voorwerp betreft met behulp van welke het feit is zijn begaan of voorbereid en welke telefoon toebehoort aan verdachte.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 47 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand.

Bepaalt dat deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
een taakstraf voor de duur van 100 uren.
Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 50 dagen zal worden toegepast.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren per dag inverzekeringstelling.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen telefoon, een Iphone 12 (inclusief hoesje).
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.M. Wolters, voorzitter, mr. M.A.A. van Capelle en mr. E.P. van Sloten, rechters, bijgestaan door J. Hoogeveen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 12 juli 2023.
pag. 216A e.v. van het Dossier
proces-verbaal bevindingen (pv bev), pag. 211 e.v. van het Dossier
pv-bev, pag.. 231 e.v. van het Dossier
pv vooronderzoek lab, pag. 235 e.v. van het Dossier
pv bev, pag.. 338 e.v. van het Dossier
pv bev, pag.. 239 e.v. van het Dossier
pv bev, pag.. 270 e.v. van het Dossier
pv bev, pag.. 312 e.v. van het Dossier
pv bev, pag.. 346 e.v. van het Dossier
pv bev, pag.. 352 e.v. van het Dossier
pv verhoor verdachte [medeverdachte] , pag. 160 e.v.
pv verhoor verdachte [medeverdachte] , pag. 174 e.v.
pv verhoor verdachte [verdachte] , pag. 207 e.v.