ECLI:NL:RBNNE:2023:2786

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
7 juli 2023
Publicatiedatum
7 juli 2023
Zaaknummer
18-730307-17
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering wijziging voorwaarden terbeschikkingstelling

Op 7 juli 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in een strafzaak met parketnummer 18/730307-17. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot wijziging van de voorwaarden verbonden aan de terbeschikkingstelling van de veroordeelde afgewezen. De officier van justitie had verzocht om de voorwaarden aan te vullen met een contactverbod met twee slachtoffers en een locatieverbod voor een specifieke plaats. De behandeling vond plaats op 23 juni 2023, waarbij de veroordeelde, zijn raadsvrouw mr. H.M. Terpstra, de officier van justitie en reclasseringswerker de heer B.D. Post aanwezig waren.

De rechtbank heeft in haar overwegingen het advies van Verslavingszorg Noord-Nederland van 1 juni 2023 betrokken, waarin werd geadviseerd om de voorwaarden te wijzigen. De veroordeelde was eerder ter beschikking gesteld wegens een poging tot doodslag en mishandelingen, en de terbeschikkingstelling was laatstelijk verlengd op 24 november 2022. De rechtbank oordeelde dat de gevorderde wijziging van de voorwaarden direct verband hield met een andere strafzaak waarin de veroordeelde gedagvaard zou worden. De rechtbank wilde niet vooruitlopen op een beslissing in die strafzaak en oordeelde dat de huidige gedragsaanwijzing voldoende was om de risico's te beperken.

De rechtbank heeft uiteindelijk de vordering van de officier van justitie afgewezen, met de overweging dat de bestaande maatregelen adequaat zijn om de risico's te beheersen. Deze beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/730307-17
beslissing van de meervoudige strafkamer d.d. 7 juli 2023 in de rechtbank Noord-Nederland op een vordering van de officier van justitie tot wijziging van de voorwaarden verbonden aan de terbeschikkingstelling van veroordeelde ex artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering
in de zaak tegen
[veroordeelde]veroordeelde, geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .

Procesverloop

De officier van justitie heeft schriftelijk gevorderd dat de rechtbank de voorwaarden die zijn verbonden aan de terbeschikkingstelling van veroordeelde overeenkomstig het advies van Verslavingszorg Noord-Nederland d.d. 1 juni 2023 zal wijzigen, in die zin dat de thans geldende voorwaarden worden aangevuld met een contactverbod met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] alsmede met een locatieverbod voor [plaatsnaam] .
De behandeling heeft plaatsgevonden op 23 juni 2023, waarbij aanwezig waren de veroordeelde, zijn raadsvrouw mr. H.M. Terpstra, de officier van justitie en reclasseringswerker de heer B.D. Post.
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder met name het voortgangsverslag d.d. 22 mei 2023 en het advies d.d. 1 juni 2023 van Verslavingszorg NoordNederland, opgemaakt door de heer B.D. Post.

Motivering

De opgelegde terbeschikkingstelling
Bij vonnis van 20 november 2018 heeft de rechtbank de veroordeelde wegens een poging tot doodslag, twee mishandelingen en een mishandeling van zijn levensgezel ter beschikking gesteld en daarbij een aantal voorwaarden gesteld.
De terbeschikkingstelling is aangevangen op 20 november 2018 en laatstelijk op 24 november 2022 verlengd met één jaar. Ook zijn de voorwaarden in deze laatste beslissing gewijzigd.
Het advies van de reclassering
In het advies d.d. 1 juni 2023 van Verslavingszorg Noord-Nederland wordt geadviseerd de voorwaarden verbonden aan de terbeschikkingstelling van veroordeelde te wijzigen, door aan de voorwaarden een contactverbod met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en een locatieverbod voor [plaatsnaam] toe te voegen.
In voornoemd advies wordt onder meer het volgende aangegeven, zakelijk weergegeven:
Veroordeelde is op 27 april 2023 aangehouden op verdenking van poging doodslag, zware mishandeling en bedreiging. Veroordeelde zelf heeft ontkend dat hij geweld heeft gebruikt en heeft daarnaast aangegeven dat hij juist het slachtoffer is. Na de inverzekeringstelling werd besloten om veroordeelde niet langer te verdenken van poging doodslag, hem niet voor te geleiden en hem hangende het strafrechtelijk onderzoek een gedragsaanwijzing te geven voor de duur van 90 dagen, bestaande uit een contactverbod met de twee vermeende slachtoffers, te weten [slachtoffer 1] en
[slachtoffer 2] , en een gebiedsverbod voor het dorp [plaatsnaam] .
De reclassering heeft vervolgens gerapporteerd dat zij risico’s ziet wanneer veroordeelde en de slachtoffers, maar ook andere dorpsbewoners, elkaar onverwacht tegengekomen, gelet ook op de emotionele lading en gespannenheid die de reclassering bij veroordeelde bemerkt. Daarbij heeft de reclassering aangegeven dat de verboden in de gedragsaanwijzing een adequaat middel zijn om voornoemde risico’s te beperken. Om de verboden mee te kunnen nemen in het lopende reclasseringstraject, wordt geadviseerd om de verboden aan het actuele kader van de maatregel van de terbeschikkingstelling met voorwaarden te verbinden. De reclassering heeft namelijk in het kader van de gedragsaanwijzing geen functie.
De heer B.D. Post heeft ter terechtzitting gepersisteerd bij zijn advies.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij haar vordering tot aanvulling van de voorwaarden overeenkomstig het advies van Verslavingszorg Noord-Nederland.
Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsvrouw
Primair hebben de veroordeelde en zijn raadsvrouw verzocht de vordering van de officier van justitie af te wijzen.
Subsidiair heeft de veroordeelde verzocht de voorwaarden slechts aan te vullen met de geadviseerde contactverboden en het locatieverbod voor [plaatsnaam] achterwege te laten. Daarbij heeft de raadsvrouw nog verzocht de verboden te beperken in tijd.
Het oordeel van de rechtbank
De officier van justitie heeft ter terechtzitting aangekondigd dat veroordeelde gedagvaard zal worden wegens een verdenking van het plegen van een geweldsfeit op 27 april 2023 in [plaatsnaam] . In het kader van die strafzaak is aan veroordeelde een gedragsaanwijzing voor de duur van 90 dagen opgelegd, die kortgezegd inhoudt dat veroordeelde geen contact heeft of zoekt met de vermeende slachtoffers en dat hij zich niet in [plaatsnaam] bevindt.
Gelet op het feit dat de gevorderde aanvulling van de voorwaarden direct verband houdt met voornoemde dagvaarding, zal de rechtbank de vordering van de officier van justitie afwijzen, omdat de rechtbank niet voorruit wil lopen op een beslissing (op die voorwaarden) in die strafzaak. Daarbij komt dat de rechtbank van oordeel is dat de mogelijke risico’s ook beperkt kunnen worden door de huidige gedragsaanwijzing, die vanwege de vervolgingsbeslissing tevens nog verlengd kan worden.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie af.
Deze beslissing is gegeven door mr. S.T. Kooistra, voorzitter, mr. A.H.M. Dölle en mr. A. de Jong, rechters, bijgestaan door mr. L.F. Beitsma, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 7 juli 2023.