ECLI:NL:RBNNE:2023:2733

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
9 juni 2023
Publicatiedatum
5 juli 2023
Zaaknummer
189174
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging hoofdverblijfplaats van minderjarige niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken wettelijke grondslag

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 9 juni 2023 een beschikking gegeven met betrekking tot een verzoek van een minderjarige om haar hoofdverblijfplaats te wijzigen. De minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige], heeft op 10 mei 2023 een brief gestuurd naar de rechtbank waarin zij aangeeft dat zij graag bij haar moeder wil wonen en dat zij hierover in gesprek wil met de kinderrechter. De rechtbank heeft op 15 april 2022 een eerder verzoek van de moeder van [de minderjarige] afgewezen, wat de context van het huidige verzoek beïnvloedt.

De kinderrechter heeft in de beschikking uiteengezet dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid voor een minderjarige om een verzoek tot wijziging van de hoofdverblijfplaats in te dienen. Dit is vastgelegd in artikel 1:377g van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat kinderen in bepaalde situaties de kinderrechter kunnen verzoeken om een beslissing te nemen. Aangezien het verzoek van [de minderjarige] niet onder deze situaties valt, heeft de kinderrechter besloten het verzoek niet-ontvankelijk te verklaren. De kinderrechter heeft [de minderjarige] in begrijpelijke taal uitgelegd waarom zij niet kan helpen en dat het verzoek niet kan worden ingewilligd.

De beschikking is openbaar uitgesproken en de mogelijkheid tot hoger beroep is aangegeven. Verzoekers en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen drie maanden na de uitspraak hoger beroep in te stellen, waarbij een advocaat betrokken moet zijn. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is om de hoop van [de minderjarige] niet te voeden, gezien de juridische beperkingen en de rol van de voogd in haar leven.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaak-/rekestnummer: C/17/189174 / FA RK 23-828
beschikking van de enkelvoudige kamer met betrekking tot de informele rechtsingang d.d. 9 juni 2023
naar aanleiding van de brief die gestuurd is door de minderjarige:
[de minderjarige]wonende te [plaats] ,
hierna te noemen [de minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid,
gevestigd te Leeuwarden,
hierna te noemen de voogd,
[de pleegouders],
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen de pleegouders.

1.De beoordeling

1.1.
De rechtbank heeft op 10 mei 2023 een brief ontvangen van [de minderjarige] . Op 16 mei 2023 heeft de rechtbank de voogd telefonisch geïnformeerd dat [de minderjarige] een brief heeft geschreven aan de kinderrechter.
1.2.
Kort samengevat heeft [de minderjarige] in haar brief geschreven dat zij graag bij haar moeder wil wonen en dat zij daarover met de kinderrechter in gesprek wil. [de minderjarige] schrijft dat ze weet dat haar moeder hierover al een rechtszaak heeft gevoerd en dat het verzoek van haar moeder toen is afgewezen. De rechtbank heeft inderdaad op 15 april 2022 de verzoeken van de moeder afgewezen.
1.3.
De rechtbank zal zich in deze beschikking richten tot [de minderjarige] en haar uitleggen waarom zij haar niet kan helpen en niet met [de minderjarige] in gesprek gaat.
Beste [de minderjarige] ,
Jij hebt mij geschreven dat jij graag bij jouw moeder (en zusje) wilt wonen en dat jij hierover graag gehoord wil worden. Ik kan je niet helpen, omdat de wet dat niet mogelijk maakt. De wet geeft aan dat een kind in sommige situaties de kinderrechter kan vragen een beslissing te nemen. Dit staat in artikel 1:377g van het Burgerlijk Wetboek. De vraag die jij mij stelt, is niet een van de onderwerpen waarop kinderen de rechtbank een beslissing kunnen vragen. Dat betekent in lastige woorden dat ik jouw verzoek niet-ontvankelijk moet verklaren. Daarmee bedoel ik dat ik niks voor je kan doen en dat hiermee deze zaak wordt afgesloten. Omdat ik niks voor je kan doen, heb ik besloten je niet uit te nodigen voor een gesprek. Ik wil voorkomen dat je de hoop krijgt dat ik jouw wens kan vervullen. Ook vind ik meer onrust niet goed voor jou.
Ik heb gezien dat jouw moeder geen gezag meer over jou heeft en dat er een voogd betrokken is bij jou. Dat betekent dat jouw voogd, in plaats van jouw moeder, beslissingen over jou neemt. Omdat jouw voogd beslissingen over jou neemt, kan je wel de voogd over jouw wens vertellen.

2.De beslissing

De rechtbank:
2.1.
verklaart het verzoek van [de minderjarige] niet-ontvankelijk.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Teertstra, kinderrechter, bijgestaan door de griffier en in het openbaar uitgesproken op 9 juni 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak.
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden.
fn: 704