De opgelegde terbeschikkingstelling
Bij arrest van 15 april 2021 heeft het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden de veroordeelde wegens belaging, poging tot doodslag en eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege.
De terbeschikkingstelling is aangevangen op 30 juni 2021.
Het advies van de instelling
In het verlengingsadvies wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren. In dit verlengingsadvies is onder meer het volgende aangegeven, zakelijk weergegeven:
Bij de veroordeelde is sprake van neurobiologische etiologie, in het autismespectrum, hetgeen geclassificeerd wordt als 'ongespecificeerde neurobiologische ontwikkelingsstoornis'. Tevens is er bij de veroordeelde sprake van een gebrekkige persoonlijkheidsontwikkeling en van zwakbegaafdheid en een stoornis in cannabisgebruik (matig-ernstig) die momenteel in een gestructureerde omgeving in remissie is.
De veroordeelde werd op 14 september 2021 opgenomen op de opname-afdeling van de [instelling] (hierna: [instelling] ), van waaruit hij op 28 december 2021 werd doorgeplaatst naar de huidige afdeling. Zoals geadviseerd door PJ-rapporteurs richt de behandeling zich op de bij hem aanwezige neurobiologische ontwikkelingsstoornis, het middelengebruik en de antisociale gedragingen. Bij de veroordeelde is sprake van overeenstemming ten aanzien van de behandeling en de opgestelde behandelplandoelen. Hij functioneert in het algemeen goed op de groep. Hij neemt een lage dosering antipsychotica op vrijwillige basis en onder toezicht in, ter ondersteuning bij de prikkelverwerking en gedragsproblemen en ter bescherming van de psychotische symptomen.
De behandeling van de veroordeelde richt zich de komende periode op het behandelen van de risicofactoren, copingvaardigheden/beïnvloedbaarheid, antisociale gedragingen en de relationele omstandigheden. Een terugkeer naar de maatschappij wordt in geleidelijkheid vormgegeven. Recent is een aanvraag begeleid verlof ingediend (te beginnen met een beveiligde fase) en inmiddels ook afgegeven.
De veroordeelde heeft een beperkt probleembesef/ziekte-inzicht en beperkt vermogen om te reflecteren op zichzelf of zich te verplaatsen in een ander. Het recidiverisico wordt zonder zorg in het kader van een tbs-maatregel ingeschat als hoog. De geboden ondersteuning en structuur in de klinische setting maken dat de risico’s op agressief gedrag laag blijven.
De deskundige, de heer T. Mennen, heeft tijdens de terechtzitting van 20 juni 2023 het advies bevestigd en nader toegelicht. Deze toelichting houdt - zakelijk weergegeven - in:
Er zal de komende tijd worden toegewerkt naar onbeveiligd verlof. Er wordt momenteel gekeken naar een plek in een forensische kliniek in de eigen regio van de veroordeelde. Dit zal voor hem een grote uitdaging zijn, met name hoe het zal gaan als het kader wat losser wordt. Vanwege het nog op te starten verlofkader en het verder vorm geven van het resocialisatietraject is er zeker nog een termijn van twee jaren nodig.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij haar vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaren.
Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsman
De veroordeelde en zijn raadsman hebben zich niet verzet tegen een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de overwegingen in het onderliggende arrest van
15 april 2021 vast dat de terbeschikkingstelling niet in duur beperkt is en dus verlengd kan worden.
Op grond van de inhoud van voormeld advies, de door de deskundige ter zitting gegeven toelichting en hetgeen overigens uit het onderzoek ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen vereist dat de termijn van de dwangmaatregel wordt verlengd. Het gevaar van herhaling wordt als hoog ingeschat. Er is nog sprake van een gebrekkige ontwikkeling en een ziekelijke stoornis van de geestvermogens. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling, overeenkomstig de vordering en het verlengingsadvies, met twee jaren verlengen.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.