ECLI:NL:RBNNE:2023:2696
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- M.A.A. van Capelle
- O.J. Bosker
- H. Supèr
- Rechtspraak.nl
Afwijzing ontnemingsvordering wederrechtelijk verkregen voordeel in hennepzaak
Op 7 juli 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 18-322084-22, waarin de officier van justitie een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel heeft ingediend. De verdachte was eerder veroordeeld voor het medeplegen van het in bezit hebben van hennep en hennepplanten. De officier van justitie vorderde een bedrag van € 334.457,44 ter ontneming van het vermeende wederrechtelijk verkregen voordeel, gebaseerd op een rapport over de hennepkwekerij. Tijdens de zitting op 23 juni 2023 heeft de verdediging betoogd dat de vordering afgewezen moest worden, onder andere omdat de verdachte vrijgesproken was van het illegaal afnemen van stroom en er onvoldoende bewijs was dat de verdachte daadwerkelijk voordeel had genoten van de hennepkwekerij.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie afgewezen, omdat niet aannemelijk was geworden dat de verdachte wederrechtelijk voordeel had verkregen uit de door de medeveroordeelde geëxploiteerde hennepkwekerij. De rechtbank overwoog dat de medeveroordeelde vrijgesproken was van het illegaal afnemen van stroom en dat er onvoldoende bewijs was voor het genieten van voordeel uit eerdere oogsten. De rechtbank concludeerde dat er slechts één eerdere oogst aannemelijk was, waarvan de opbrengst in beslag was genomen. Gelet op deze overwegingen heeft de rechtbank de ontnemingsvordering afgewezen, met toepassing van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.