ECLI:NL:RBNNE:2023:2693
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- M.A.A. van Capelle
- O.J. Bosker
- H. Supèr
- Rechtspraak.nl
Afwijzing ontnemingsvordering wederrechtelijk verkregen voordeel na veroordeling voor hennepteelt en diefstal
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 7 juli 2023 uitspraak gedaan in een ontnemingsvordering tegen een veroordeelde die eerder was veroordeeld voor het medeplegen van het telen en bewerken van hennep en diefstal van elektriciteit en drinkwater. De officier van justitie had gevorderd dat de rechtbank het bedrag van € 334.457,44 zou vaststellen als wederrechtelijk verkregen voordeel en dat de veroordeelde hoofdelijk zou worden verplicht tot betaling aan de staat. Tijdens de zitting op 23 juni 2023 heeft de officier van justitie de vordering aangepast, waarbij rekening werd gehouden met schade die door de veroordeelde was vergoed aan een bedrijf.
De verdediging heeft betoogd dat de vordering moet worden afgewezen, omdat de veroordeelde geen voordeel heeft genoten van de strafbare feiten. De raadsvrouw voerde aan dat de in het rapport over wederrechtelijk verkregen voordeel genoemde indicatoren niet voldoende bewijs leveren voor het aantal oogsten en dat de opbrengst van de enige oogst die is aangetroffen, in beslag is genomen. Daarnaast werd er een overschrijding van de redelijke termijn aangevoerd, wat zou moeten leiden tot een korting op het te ontnemen bedrag.
De rechtbank heeft de ontnemingsvordering afgewezen, omdat niet voldoende aannemelijk was geworden dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel had verkregen. De rechtbank baseerde haar beslissing op de feiten zoals bewezen verklaard in het eerdere vonnis en concludeerde dat er slechts één eerdere oogst was geweest waarvan de opbrengst in beslag was genomen. De rechtbank heeft artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht toegepast en de vordering van de officier van justitie afgewezen.