In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 7 juli 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van het telen en bewerken van hennep, alsook van diefstal van elektriciteit en drinkwater. De verdachte, geboren in 1987 en woonachtig in Emmen, werd bijgestaan door advocaat mr. A.M. Veld, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. H.J. Veen. De tenlastelegging omvatte drie hoofdpunten: het telen van hennep in de periode van 1 maart tot en met 13 april 2021, de diefstal van elektriciteit van een bedrijf in dezelfde periode, en de diefstal van water van een ander bedrijf in de periode van 1 januari 2019 tot en met 13 april 2021.
Tijdens de zitting op 23 juni 2023 heeft de verdachte bekend, wat de rechtbank heeft meegenomen in haar beoordeling. De rechtbank oordeelde dat de feiten wettig en overtuigend bewezen waren, met inachtneming van de bekennende verklaring van de verdachte en aanvullend bewijs uit het dossier. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen een hennepkwekerij heeft geëxploiteerd en daarbij illegaal elektriciteit en water heeft afgenomen, wat niet alleen financieel nadelig was voor de betrokken bedrijven, maar ook gevaarlijke situaties kon opleveren.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden en een taakstraf van 180 uren. De gevangenisstraf zal niet ten uitvoer worden gelegd, tenzij de verdachte zich binnen de proeftijd van twee jaar opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn van de strafvervolging, wat heeft geleid tot een aangepaste strafmaat. Het vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters betrokken waren.