Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Procesverloop
2.Feiten
3.Verzoeken
4.Standpunten
5.Beoordeling
6.Beslissing
Arnhem-Leeuwarden.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 30 juni 2023 uitspraak gedaan in een verzoek van de moeder om haar te belasten met het gezag over haar minderjarige kind, [de minderjarige]. De moeder, die eerder in een onveilige situatie verkeerde, heeft aangegeven dat zij haar leven op orde heeft en een veilige omgeving kan bieden voor [de minderjarige]. De GI, die momenteel het gezag uitoefent, heeft echter verweer gevoerd en betoogd dat het in het belang van [de minderjarige] is om bij de pleegouders te blijven wonen, waar hij al meer dan drie jaar verblijft en zich goed ontwikkelt.
De rechtbank heeft de belangen van [de minderjarige] vooropgesteld en vastgesteld dat er gegronde vrees bestaat dat zijn belangen verwaarloosd zouden worden als de moeder met het gezag wordt belast. De rechtbank heeft daarbij gekeken naar de voorgeschiedenis van de ouders, de huidige stabiliteit in het leven van [de minderjarige] en de positieve ontwikkeling die hij doormaakt in het pleeggezin. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het verzoek van de moeder moet worden afgewezen, omdat het in het belang van [de minderjarige] is dat hij zijn huidige opvoedingssituatie kan voortzetten.
De rechtbank heeft ook overwogen dat de moeder recht heeft op contact met [de minderjarige] en dat er mogelijkheden zijn voor uitbreiding van de bezoekregeling, maar dat dit in overleg met de GI en de pleegouders moet gebeuren. De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten in hoger beroep.