Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk en een proeftijd van drie jaren. Bij de formulering van de strafeis heeft de officier van justitie rekening gehouden met de proceshouding en het blanco strafblad van verdachte.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde geen sprake is van ‘vol opzet’. De raadsman stelt zich dan ook op het standpunt dat dit dient mee te wegen bij een strafoplegging. De raadsman heeft de rechtbank verzocht om bij de strafoplegging tevens rekening te houden met de proceshouding en het blanco strafblad van verdachte. De raadsman heeft betoogd dat, indien de rechtbank tot een bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde komt, de zaak moet worden afgedaan met een taakstraf voor de duur van 150 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden met een proeftijd van twee jaren. Indien de rechtbank enkel tot een bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde komt, heeft de raadsman verzocht de voorgestelde taakstraf te matigen.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft voor aanvang van de voetbalwedstrijd PEC Zwolle – Go Ahead Eagles in het stadion van PEC Zwolle vuurwerk, zonder zich ervan te vergewissen wat voor vuurwerk dit was, opzettelijk tot ontploffing gebracht waardoor zwaar lichamelijk letsel is toegebracht aan het slachtoffer en waarbij gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchten was. Uit de ter terechtzitting voorgelezen slachtofferverklaring blijkt dat het slachtoffer niet alleen nog fysieke klachten heeft maar ook psychisch nog zwaar lijdt onder het voorval. Zij heeft veel pijn gehad en zij houdt een blijvend ontsierend litteken over op haar been, waarvoor zij onder behandeling is bij een plastisch chirurg. Het slachtoffer heeft een trauma opgelopen en is angstig, waarvoor zij EMDR-therapie volgt. Verdachte heeft ook bijgedragen aan in de samenleving heersende gevoelens van angst en onveiligheid bij - in dit geval - voetbalwedstrijden.
De ernst van de feiten rechtvaardigt het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank heeft oog voor de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waaronder de consequenties die hij reeds heeft ondervonden met betrekking tot zijn baan en functie en de gevolgen die een gevangenisstraf mogelijk voor hem heeft. Verdachte heeft spijt van zijn daad. Hij heeft ter terechtzitting meerdere malen zijn excuses aangeboden aan het slachtoffer en is bereid om de schadevergoeding te betalen. Daarnaast heeft verdachte op zitting laten weten dat indien hij eerder had geweten dat het slachtoffer gewond was geraakt, hij zich direct bij de politie zou hebben gemeld. Tevens heeft verdachte via het Openbaar Ministerie om mediation met het slachtoffer en haar familie verzocht. Verdachte neemt verantwoording voor zijn daden en loopt er, in zijn woorden, niet voor weg. Gelet hierop zal de rechtbank niet overgaan tot oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Wel acht de rechtbank een forse taakstraf op zijn plaats in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf als stok achter de deur.
De rechtbank heeft voorts in aanmerking genomen dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
De rechtbank is van oordeel dat sprake is van eendaadse samenloop. De rechtbank heeft hiermee rekening gehouden bij de straftoemeting.
Alles afwegende acht de rechtbank, voor wat betreft het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde, een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaren en een taakstraf van 240 uren passend en geboden.