ECLI:NL:RBNNE:2023:2610
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van seksuele handelingen zonder dwang
In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het dwingen van de aangever tot het dulden van seksuele handelingen, heeft de rechtbank op 28 juni 2023 uitspraak gedaan. De verdachte, geboren in 1975 en woonachtig in Emmen, werd bijgestaan door advocaat mr. G. Bakker, terwijl het openbaar ministerie vertegenwoordigd was door mr. E. Veen. De tenlastelegging betrof seksuele handelingen die tussen de verdachte en de aangever zouden hebben plaatsgevonden in de periode van 1 juli 2019 tot en met 12 oktober 2020, waarbij de aangever zou zijn gedwongen door middel van geweld of psychisch overwicht.
Tijdens de zitting op 14 juni 2023 heeft de rechtbank de verklaringen van de aangever en de verdachte gehoord. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van de aangever over dwang onvoldoende werd ondersteund door andere bewijsmiddelen. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van een eventuele geestelijke beperking van de aangever, die hem zou hebben verhinderd om weerstand te bieden tegen de seksuele handelingen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde feit. De vordering van de benadeelde partij, de aangever, werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de rechtbank de feiten die tot schade zouden hebben geleid niet bewezen achtte. De rechtbank heeft bepaald dat de aangever zijn eigen proceskosten moet dragen.