[eiseres] vordert na wijziging van eis - samengevat - dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. verklaart voor recht dat [gedaagde] in zijn hoedanigheid van executeur-afwikkelingsbewindvoerder, dan wel in persoon, onrechtmatig heeft gehandeld bij de afwikkeling van de nalatenschap van [erflater];
II. verklaart voor recht dat [gedaagde] in zijn hoedanigheid van executeur-afwikkelingsbewindvoerder, dan wel in persoon, aansprakelijk is voor de door [eiseres] geleden schade, nader op te maken bij staat;
III. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van de door [eiseres] gemaakte kosten, die zijn veroorzaakt door het onrechtmatig handelen van [gedaagde] in zijn functie van executeur-afwikkelingsbewindvoerder, dan wel in persoon;
IV. verklaart voor recht dat [gedaagde] in zijn hoedanigheid van executeur-afwikkelingsbewindvoerder toerekenbaar tekort is geschoten in de goede zorg die hij als executeur-afwikkelingsbewindvoerder ter zake van de nalatenschap van [erflater] moest betrachten;
V. verklaart voor recht dat [gedaagde] in zijn hoedanigheid van executeur-afwikkelingsbewindvoerder aansprakelijk is voor de door [eiseres] geleden schade ten gevolge van het toerekenbaar tekortschieten in de goede zorg die hij ter zake van de nalatenschap van [erflater] moest betrachten;
VI. [gedaagde] veroordeelt tot vergoeding van de door [eiseres] geleden en nog te lijden schade, een en ander op te maken bij staat en ter vermeerderen met de wettelijke rente;
VII. [gedaagde] veroordeelt tot betaling aan [eiseres] van € 22.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 april 2021, althans vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
VIII. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 74.269,93 op de ervenrekening;
IX. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van de door [eiseres] gemaakte advocaatkosten die zijn veroorzaakt door het toerekenbaar tekortschieten in de goede zorg die hij moest betrachten in zijn functie van executeur-afwikkelingsbewindvoerder;
X. [gedaagde] veroordeelt tot het overleggen van een boedelbeschrijving binnen één week na het te wijzen vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
XI. [gedaagde] veroordeelt tot het afleggen van rekening en verantwoording aan [eiseres] binnen één week na het te wijzen vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
XII. [gedaagde] veroordeelt antwoord te geven op de vragen gesteld in de brieven van mr. Haarsma van 5 januari 2021, 28 januari 2021 en 30 juni 2021, voorzien van een deugdelijke onderbouwing middels schriftelijke bescheiden/verklaringen, binnen één week na het te wijzen vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
XIII. [gedaagde] veroordeelt in de kosten van deze procedure, waaronder de kosten van het gelegde beslag bestaande uit deurwaarderskosten en griffierechten.