In deze zaak vorderde het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) de ontruiming van de bij gedaagden in gebruik zijnde ruimte(n) in het AZC, omdat gedaagden een aangeboden woning hadden geweigerd. Gedaagden, een Afghaans gezin met een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, hadden geweigerd een woning in Sappemeer te accepteren, omdat zij deze niet passend achtten vanwege medische redenen, waaronder nierproblemen van mevrouw [gedaagde sub 1]. Het COA stelde dat de weigering van de woning leidde tot het einde van hun recht op opvang, zoals vastgelegd in de Regeling verstrekking asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 (Rva 2005). De voorzieningenrechter oordeelde dat het COA zich in redelijkheid op het standpunt had kunnen stellen dat de aangeboden woning passend was en dat de gedaagden onterecht hadden geweigerd. De rechter wees de vordering van het COA toe en gaf gedaagden een termijn van 14 dagen om de ruimte(n) te ontruimen. Tevens werden gedaagden hoofdelijk in de proceskosten veroordeeld.