ECLI:NL:RBNNE:2023:245

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
24 januari 2023
Publicatiedatum
26 januari 2023
Zaaknummer
9996400 \ CV EXPL 22-2775
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande facturen voor eigen risico en achterstallige premie ziektekostenverzekering

In deze zaak vordert Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. betaling van openstaande facturen van de gedaagde, die een zorgverzekeringsovereenkomst heeft afgesloten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet alle verschuldigde bedragen voor het eigen risico en de premie heeft betaald. De gedaagde heeft aangevoerd dat zij de in rekening gebrachte bedragen heeft verrekend met kosten voor bestelde producten, maar dit is niet toegestaan. De zorgverzekeraar moet eerst de kosten beoordelen voordat deze verrekend kunnen worden. Daarnaast is gebleken dat de zorgverzekeraar in een bepaalde maand te veel premie heeft terugbetaald aan de gedaagde. Aangezien de gedaagde niet heeft aangetoond dat zij alle verschuldigde premie heeft voldaan, wordt de vordering van Zilveren Kruis toegewezen. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 341,06, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 24 januari 2023.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Assen
Zaaknummer: 9996400 \ CV EXPL 22-2775

Vonnis van 24 januari 2023

in de zaak van
ZILVEREN KRUIS ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Utrecht, mede kantoorhoudende te Leiden,
eisende partij, hierna te noemen: Zilveren Kruis,
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V. te Almelo,
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats] , [adres]
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 28 juni 2022,
  • de conclusie van antwoord van 26 juli 2022,
  • de conclusie van aanvullend antwoord van 23 augustus 2022,
  • de conclusie van repliek van 20 september 2022,
  • de conclusie van dupliek van 15 november 2022,
  • de akte uitlating producties van 29 november 2022,- de bij de stukken gevoegde producties.
1.2.
Ten slotte is de datum voor vonnis nader op heden bepaald.

2.De feiten

2.1. [
gedaagde] heeft een zorgverzekeringsovereenkomst gesloten met Zilveren Kruis.
[gedaagde] is op basis van die overeenkomst een maandelijks premiebedrag verschuldigd. Tevens geldt voor [gedaagde] een verplicht eigen risico van € 385,00.
2.2.
Op het polis blad voor het jaar 2022 (productie 1 bij conclusie van repliek) staat, voor zover van belang, vermeld dat de premie voor dat jaar € 174,50 per maand bedraagt en voorts dat dit bedrag elke maand rond de eerste van de maand wordt afgeboekt.
2.3.
Kort nadat deze premie voor de maand januari 2022 door Zilveren Kruis is afgeschreven van de rekening van [gedaagde] , heeft [gedaagde] haar verzekering gewijzigd, waardoor zij (over de maand januari 2022) € 33,53 minder hoefde te betalen. Zilveren Kruis heeft dat bedrag op 4 januari 2022 overgemaakt aan [gedaagde] . [gedaagde] heeft de automatische incasso laten storneren, zodat zij op 12 januari 2022 door Zilveren Kruis is gesommeerd een bedrag van € 174,50 over te maken. [gedaagde] heeft vervolgens een bedrag van € 140,97 overgemaakt.
2.4.
Op 19 november 2021 en 17 februari 2022 heeft Zilveren Kruis nota's eigen risico aan [gedaagde] gestuurd van € 95,51 en € 34,07. Met betrekking tot die beide nota's heeft de gemachtigde van Zilveren Kruis op 26 april 2022 een zogenoemde 14-dagenbrief aan [gedaagde] verzonden.
2.5.
Bij brief van 17 mei 2022 heeft de gemachtigde van Zilveren Kruis aangeschreven voor een betalingsachterstand van (in totaal) € 305,08, verminderd met een bedrag van € 13,46. Dit bedrag is inclusief de premie over de maand mei 2022 ad € 128,51.

3.Het geschil

3.1.
Zilveren Kruis vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 341,06 (€ 305,08 aan hoofdsom, € 48,40 aan buitengerechtelijke kosten en € 1,04 aan rente tot 28 juni 2022), vermeerderd met de wettelijke rente over een bedrag van € 305,08 vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening. Tevens vordert Zilveren Kruis [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten.
3.2.
Zilveren Kruis heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat [gedaagde] in gebreke is gebleven met betaling van hetgeen zij op grond van de zorgverzekeringsovereenkomst verschuldigd is (de bij de feiten omschreven nota's eigen risico en de premie over de maand mei 2022 van € 128,51) en onverschuldigd door Zilveren Kruis is betaald (het door Zilveren Kruis op 4 januari 2022 aan [gedaagde] betaalde bedrag van € 33,53).
3.3. [
gedaagde] voert verweer. Volgens [gedaagde] heeft zij geen achterstand in de betalingen aan Zilveren Kruis.
3.4.
Op de stellingen en verweren van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Ter beoordeling ligt voor of [gedaagde] gehouden is tot betaling van het door Zilveren Kruis gevorderde bedrag.
4.2.
De kantonrechter leidt uit productie 2 aan de zijde van [gedaagde] bij aanvullend antwoord (een e-mailbericht van 21 januari 2021 van [gedaagde] ) en uit de conclusie van dupliek af dat [gedaagde] de zorgkosten die zij zelf rechtstreeks betaalt aan - onder meer - apotheek [naam] verrekent met het voor haar geldende eigen risico dat Zilveren Kruis haar in rekening brengt. Zilveren Kruis heeft er terecht op gewezen dat dit niet correct is. Dit heeft als reden, zo heeft Zilveren Kruis toegelicht, dat niet alle zorgkosten/medicijnen voor vergoeding in aanmerking komen. [gedaagde] dient dergelijke, door haar gemaakte kosten te declareren bij Zilveren Kruis, waarna vervolgens door Zilveren Kruis beoordeeld wordt of deze wel of niet voor vergoeding in aanmerking komen. Dat [gedaagde] hier van ook wel op de hoogte is, althans had kunnen zijn, volgt naar het oordeel van de kantonrechter uit de als productie 4 bij conclusie van repliek overgelegde notitie waarin dat schijnbaar aan haar is uitgelegd. Wat van dat laatste ook zij, de kantonrechter houdt het er voor dat [gedaagde] de beide nota's die betrekking hebben op haar eigen risico niet betaald heeft. Dit gedeelte van de vordering van Zilveren Kruis ad € 129,58 wordt derhalve toewijsbaar geacht. Voor de goede orde wijst de kantonrechter er nog op dat [gedaagde] deze kosten volgens Zilveren Kruis alsnog bij Zilveren Kruis kan declareren en dat Zilveren Kruis deze daarna zal beoordelen.
4.3. [
gedaagde] heeft niet weersproken dat zij in januari 2022 een bedrag van € 33,53 van Zilveren Kruis heeft ontvangen. [gedaagde] heeft evenmin weersproken dat Zilveren Kruis dat bedrag heeft overgemaakt, omdat de premie (voor de maand januari 2022) lager was geworden (€ 140,97 in plaats van € 174,50). Doordat [gedaagde] vervolgens € 140,97 heeft betaald in plaats van € 174,50, is het bedrag van € 33,53 in zoverre onverschuldigd, want zonder rechtsgrond, aan [gedaagde] betaald en dient zij dit terug te betalen aan Zilveren Kruis.
4.4.
Dat [gedaagde] de premie over de maand mei 2022 van € 128,51 heeft betaald, is weliswaar door haar gesteld maar de kantonrechter niet (voldoende) gebleken. De stukken die [gedaagde] mede in dat verband in het geding heeft gebracht, zijn alle door Zilveren Kruis weersproken. Meer bijzonder heeft Zilveren Kruis toegelicht dat en wanneer welke betalingen van [gedaagde] door haar zijn verwerkt en/of waarom door [gedaagde] ingebrachte stukken/correspondentie voor de uitkomst in deze procedure niet relevant is. [gedaagde] heeft geen bankafschriften overgelegd waaruit blijkt dat zij meer betalingen heeft gedaan dan Zilveren Kruis in productie 11 heeft meegenomen. Gelet hierop, heeft [gedaagde] haar verweer niet voldoende feitelijk onderbouwd en zal ook dit gedeelte van de vordering van Zilveren Kruis worden toegewezen.
4.5.
Op grond van het voorgaande zal in hoofdsom worden toegewezen een bedrag van (€ 129,58 + € 33,53 + € 128,51) € 291,62.
4.6.
Tegen de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente heeft [gedaagde] geen bezwaar gemaakt. Deze zullen worden toegewezen.
4.7. [
gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Zilveren Kruis te betalen een bedrag van € 341,06, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 291,62, met ingang van 28 juni 2022, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Zilveren Kruis vastgesteld op € 407,74,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E. van Rossum en in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2023.
JSB/342