In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 20 juni 2023, wordt het beroep van een vrachtwagenchauffeur beoordeeld die een bestuurlijke boete van € 10.875 heeft ontvangen vanwege het onjuist opgeven van zijn rusttijden. De rechtbank oordeelt dat de overtreding ernstig is, maar dat de gevolgen van de boete voor het kleine transportbedrijf van eiser onevenredig zijn in verhouding tot de aard van de overtreding. De rechtbank stelt vast dat de minister van Infrastructuur en Milieu de boete heeft opgelegd op basis van de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit vervoer, maar dat deze beleidsregel onvoldoende rekening houdt met de omvang van het bedrijf van eiser. De rechtbank besluit de boete te matigen naar € 6.000, omdat de financiële impact van de oorspronkelijke boete te zwaar weegt voor een klein bedrijf. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit van de minister en herroept de eerdere boete, waarbij de nieuwe boete in de plaats treedt. Eiser krijgt ook het griffierecht vergoed.