Uitspraak
de Minister voor Rechtsbescherming(de Minister).
[bestuurslid Stichting] de [Stichting] opgericht. Volgens de inschrijving in het handelsregister bij de KvK bestaan de activiteiten van [Stichting] uit ambulante jeugdzorg en het verlenen van mediërende levensloopbegeleiding aan jongeren. Het bestuur van de stichting werd na de oprichting gevormd door mevrouw [vennoot 2] en [bestuurslid Stichting]
[bestuurslid Stichting] .
- Afspraken overdracht activa;
- Overeenkomst van recht van gebruik;
- Verklaring overname zorgactiviteiten;
- Huurovereenkomst kantoorruimte.
1. Verkoper verkoopt aan Koper de door Verkoper onder de handelsnaam “ [naam zorgmethode] ” gedreven onderneming voor wat betreft het verlenen van extramurale zorg, exclusief goodwill en software. Overgedragen worden het recht van gebruik van de handelsnaam [naam zorgmethode] alsmede alle activa van die onderneming waaronder de materialen, het meubilair en de apparatuur, te weten al wat nodig is voor het voortzetten van de ondernemingsactiviteiten van Verkoper op het gebied van het verlenen van extramurale zorg door Koper, zoals benoemd in deaangehechte lijst. De overdracht vindt plaats op 1 oktober 2014.
Ook neemt Koper van Verkoper over de overeenkomsten die met derden zijn gesloten en die benodigd zijn voor het voortzetten van de ondernemingsactiviteiten.
De overdracht vindt plaats tegen een overnamesom ter grootte van € 12.500 (zegge: twaalfduizend vijfhonderd euro).
Partijen gaan ervan uit, dat op onderhavige overdracht artikel 37d van de Wet Omzetbelasting van toepassing is.”
“Artikel 1. Het gebruiksrecht
Artikel 2. Vergoeding gebruiksrecht
een vergoeding in de vorm van een percentage van de omzet (artikel 3);
een vergoeding voor de kosten doorontwikkeling programma en promotie (artikel 4);
een vergoeding voor kosten aan derden (artikel 5).
Artikel 3. Vergoeding in de vorm van een percentage van de omzet
Artikel 4. Vergoeding voor ambassadeurschap
Artikel 5. Vergoeding kosten aan derden
Artikel 6. Gebruik van het concept
In aanmerking nemende:
[de vennoten van eiseres] hebben sinds omstreeks 2008 het concept Mediërende Levensloopbegeleiding (MLB) ontwikkeld voor de behandeling en begeleiding van kinderen/jongeren en volwassenen met ASS, ADHD en ADD en hun ouders (de doelgroep). Zij hebben zorg op deze basis uitgevoerd als ondernemers in de [VOF zorgmethode] .
een “Overeenkomst van recht en gebruik”
een “Verklaring overname zorgactiviteiten”
een “Afspraken overdracht activa”
een “Huurovereenkomst kantoorruimte”.
Partijen wensen voor de toekomst afspraken te maken op basis van de volgende
De ter gelegenheid van de overdracht van de onderneming [naam zorgmethode] overeengekomen “overeenkomst van recht en gebruik” wordt beëindigd met onmiddellijke ingang.
De (overeenkomst tot het aangaan van een) [VOF zorgmethode] tussen de [Stichting] en [de vennoten van eiseres] wordt – voor zoveel nodig- beëindigd met onmiddellijke ingang. De naam [naam zorgmethode] zal uitsluitend door de Stichting worden gevoerd. [de vennoten van eiseres] dragen -voor zoveel nodig- het uitsluitende recht op gebruik van deze naam over aan de Stichting. Eventuele inschrijvingen bij de Kamer van Koophandel en andere tenaamstellingen, anders dan door de Stichting, worden daartoe doorgehaald of beëindigd.
De huurovereenkomst kantoorruimte wordt geacht te zijn beëindigd op 1 oktober 2019. Partijen overleggen ter zake nader over -eventuele- voortzetting op een andere basis.
De Stichting betaalt aan [de vennoten van eiseres] een eenmalig bedrag van € 350.000,-- (zegge: driehonderd en vijftig duizend euro) binnen 30 dagen na ondertekening van deze vaststellingsovereenkomst op een door [de vennoten van eiseres] aan te geven wijze en bankrekening.
De stichting en [de vennoten van eiseres] zijn van mening dat artikel 37d Wet op de omzetbelasting van toepassing is en doen een beroep op dit artikel.
Indien de inspecteur van de Belastingdienst beslist dat 37d van de Wet op de omzetbelasting niet van toepassing is komen partijen overeen dat de koopsom€ 330.000,— (zegge: driehonderd en dertig duizend euro) is, te vermeerderen met btw en onder uitreiking van een factuur en wordt het totaalbedrag verminderd met de gedane betaling onder 4.”
(...)Om de continuïteit van de [naam zorgmethode] zorgverlening te borgen droeg [de vennoten van eiseres] de onderneming over aan de nieuw opgerichte [Stichting] , waarvan zij zelf bestuurder werden. In overleg met de Raad van Toezicht kwamen partijen een gespreide betaling van de koopsom overeen, hetgeen in een samenstel van overeenkomsten werd vastgelegd:
- ‘Afspraken overdracht activa’;
- ‘Verklaring overname zorgactiviteiten’;
- ‘Overeenkomst van recht van gebruik’;
- ‘Huurovereenkomst kantoorruimte’.
Aan de herstructurering die met ingang van 1 oktober 2014 heeft plaatsgevonden, lagen onder meer de volgende uitgangspunten ten grondslag:
De vraag naar de dienstverlening van [onderneming zorgmethode] stijgt;
Het concept [naam zorgmethode] heeft de potentie nationaal te kunnen worden uitgerold;
De huidige structuur voldoet gezien de groei en de ontwikkelingen in het veld niet meer;
Er moet een gezond ondernemingsmodel komen, waarbij [de vennoten van eiseres] belangrijke zeggenschap zullen krijgen alsmede een compensatie voor hun inzet in de afgelopen jaren.
Beoordeling van uw verzoek
[onderneming zorgmethode] is een door de overheid erkende zorgorganisatie. Het aanbod van [onderneming zorgmethode] valt binnen de categorie specialistische begeleiding, zoals benoemd in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Als RvT hebben wij ervoor te waken dat [onderneming zorgmethode] als Organisatie haar verplichtingen nakomt, zich aan de wet en regelgeving houdt binnen de grenzen van het zorgstelsel. Daarbij moet er verantwoord en doelmatig worden omgegaan met publieke (zorg)gelden, aan [onderneming zorgmethode] ter beschikking gesteld voor de hulp aan kinderen uit de doelgroep van [onderneming zorgmethode] . In beginsel geldt er daarbij een winstuitkeringsverbod (artikel 2:285 lid 3 BW), hetgeen meebrengt dat
29 september 2014 gesloten overeenkomsten vormen volgens eiseres een samenstel van afspraken omtrent de gespreide betaling voor de overdracht van de, tot dan toe door [VOF zorgmethode] gedreven, onderneming aan [Stichting] . De gebruiksovereenkomst had tot doel om het restant van de overnamesom in gespreide termijnen te betalen, omdat dit voordeliger was voor [de vennoten van eiseres] en betaling van het hele bedrag ineens niet mogelijk was voor de stichting, aldus eiseres. Al direct vanaf 1 oktober 2014 heeft [Stichting] volledig de plaats van eigenaar van de onderneming overgenomen van [VOF zorgmethode] . In de jaren hierna is onenigheid ontstaan, onder meer over de waarde van de onderneming, waarna [VOF zorgmethode] en [Stichting] een mediation traject zijn aangegaan. De VSO in 2019 is de uitkomst van dit traject en het overeengekomen bedrag van € 330.000 is de eindafrekening voor de overdracht van de onderneming, zo stelt eiseres.
geendeel uitmaakten van de overdracht van de onderneming aan [Stichting] in 2014. De rechtbank is echter van oordeel dat eiseres aannemelijk heeft gemaakt dat de letterlijke tekst van die in 2014 gesloten overeenkomsten niet weergeeft wat de bedoeling en – belangrijker – wat de werkelijke afspraken van partijen zijn geweest. De rechtbank acht het aannemelijk dat de betaling op grond van de in 2019 gesloten VSO ziet op de overdracht van de onderneming in 2014.
volledigeonderneming, inclusief het gebruik van het concept [naam zorgmethode] en de software, op haar naam en voor haar rekening zou gaan drijven. Daar is ook feitelijk uitvoering aan gegeven na het sluiten van de overeenkomsten in 2014. De rechtbank leidt dit af uit de samenhang van de bewijsmiddelen in het dossier en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht. De bedoeling om in 2014 de gehele onderneming op die wijze over te dragen volgt met name uit:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- bepaalt dat verweerder het door eiseres op aangifte voldane bedrag van € 69.300 aan omzetbelasting aan haar terugbetaalt;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- veroordeelt verweerder tot het betalen van een immateriële schadevergoeding aan eiseres tot een bedrag van € 500;
- veroordeelt de Minister tot het betalen van een immateriële schadevergoeding aan eiseres tot een bedrag van € 500;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 360 aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.674.