Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk met aftrek van het voorarrest een proeftijd van drie jaren en de bijzondere voorwaarden, zoals geadviseerd door de reclassering.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gepleit voor oplegging van een gevangenisstraf waarvan het onvoorwaardelijk deel gelijk is aan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht en aan het voorwaardelijk deel de bijzondere voorwaarden worden verbonden die door de reclassering worden geadviseerd, met daarnaast oplegging van een taakstraf. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf langer dan het voorarrest de opgestarte hulpverlening doorkruist, verdachte hierdoor zijn baan zal verliezen en dat hij hierdoor ook niet bij de geboorte van zijn kind aanwezig kan zijn. De opgestarte hulpverlening en de baan van verdachte zijn erg belangrijk om terugval in het gebruik van alcohol te voorkomen.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het reclasseringsadvies opgemaakt door Verslavingszorg Noord Nederland (hierna: VNN) van 20 september 2022, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan brandstichting. Hij heeft vlakbij een flatgebouw een zak met vuilnis op een brand gegooid. Door de brand is gevaar ontstaan voor de gevel van de flat. Wanneer de brand niet tijdig was geblust was de schade aanzienlijk geweest.
Naar algemene ervaringsregels roept een brand bij een woning angstgevoelens bij mensen op. Verdachte heeft met zijn handelen blijk gegeven van een gebrek aan respect voor zijn medemens en heeft zich niet bekommerd om de gevolgen van zijn handelen. De rechtbank rekent hem dit handelen aan en is van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf het uitgangpunt dient te zijn bij een dergelijk gevaarzettend delict.
De rechtbank heeft acht geslagen op de inhoud van de justitiële documentatie van verdachte. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor delicten met een geweldscomponent, zoals mishandelingen en vernieling. Verdachte is voor de brandstichting in voorlopige hechtenis gesteld en deze is op 17 mei 2022 geschorst onder voorwaarden. Uit de justitiële documentatie blijkt dat verdachte tijdens zijn schorsing een mishandeling heeft gepleegd en hier ook voor is veroordeeld. Hiermee heeft hij zijn schorsingsvoorwaarden overtreden. Deze zaak had gelijktijdig met de onderhavige zaak kunnen worden afgedaan waardoor er één vonnis was gewezen. De rechtbank heeft acht geslagen op deze veroordeling.
Uit hetgeen de reclasseringsmedewerker ter terechtzitting heeft verklaard blijkt dat verdachte tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis zich redelijk aan het toezicht van de reclassering heeft gehouden. Door de baan van verdachte bleek het af en toe lastig om een afspraak met hem te maken. De ambulante behandeling is nog niet opgestart, maar dit is niet aan verdachte te wijten. Hij is in eerste instantie bij het FACT aangemeld, maar besloten is dat de Forensische Poli van VNN een passender behandeling kan geven. Hij heeft hiervoor een intake gehad en staat op de wachtlijst. Verdachte heeft geen huisvesting. Hij verblijft veel bij zijn vriendin, die zwanger van hem is. De huisvesting is een probleem waaraan moet worden gewerkt. Verdachte heeft meegewerkt aan urinecontroles om te controleren of hij zich aan het alcoholverbod houdt. Hieruit blijkt niet dat verdachte zich niet aan dit verbod heeft gehouden, maar een aantal controles waren niet betrouwbaar. Hierdoor heeft het de voorkeur om de controles onder toezicht af te nemen. Volgens de reclasseringswerker zijn de voorwaarden, die in het adviesrapport zijn geadviseerd, nog steeds actueel.
Ter terechtzitting is gebleken dat verdachte zelf hulp heeft gezocht bij hulpverleningsinstelling [naam instelling] voor ondersteuning bij zijn administratie, het voorkomen van recidive en het zoeken van een woning.
Gelet op het belang van preventie en het persoonlijk belang van verdachte zal de rechtbank een straf opleggen waardoor verdachte niet opnieuw in detentie hoeft en zijn baan kan behouden, maar wel wordt begeleid door de reclassering waardoor het recidiverisico wordt verminderd. De rechtbank acht, mede gelet op het strafblad van verdachte, een lange voorwaardelijke straf en de maximale taakstraf op zijn plaats.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 360 dagen waarvan 357 dagen voorwaardelijk met aftrek van het voorarrest, met een proeftijd van twee jaren en met de bijzondere voorwaarden geadviseerd door de reclassering en de maximale taakstraf van 240 uren passend en geboden en zal deze straf opleggen.