Uitspraak
1.[eisers sub 1] ,
[eiseres sub 2] , tevens h.o.d.n. [bedrijf] ,
[eisers sub 3] , tevens h.o.d.n. [bedrijf] , [bedrijf] en [bedrijf] ,
[eisers sub 4] ,
[eisers sub 5] ,
[eisers sub 6] ,
[eisers sub 7] ,
[eisers sub 8] ,
1.MAATSCHAP [gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2] ,
[gedaagde sub 3] ,
[gedaagde sub 4] , 5. [gedaagde sub 5] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 11 mei 2023 met 43 producties,
- de akte overlegging producties van [gedaagde sub 1] ., ingekomen ter griffie op 17 mei 2023 (producties 1 tot en met 15),
- de mondelinge behandeling van 22 mei 2023,
- de spreekaantekeningen van [gedaagde sub 1] .,
- de overige in het geding gebrachte bescheiden (productie 16 van [gedaagde sub 1] .).
3. Een gewasbeschermingsmiddel dat resulteert uit de toepassing volgens goede gewasbeschermingspraktijken en rekening houdend met realistische gebruiksomstandigheden, voldoet aan de volgende eisen:a.
a) het is voldoende doeltreffend;
i) het gedrag en de verspreiding ervan in het milieu, met name de verontreiniging van oppervlaktewateren, met
In Nederland is onderzoek gedaan bij 24 Groningse en Friese boeren met voornamelijk aardappelteelt, en hun omgeving, net als 24 inwoners van de stad Groningen. In totaal zijn hier 170 verschillende middelen aangetroffen. Het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat is het meest en in de grootste hoeveelheden gevonden.
Verder blijkt dat omwonenden bestrijdingsmiddelen binnenkrijgen. Dit kan het gevolg zijn van het gebruik van deze middelen in de omgeving, maar andere bronnen, zoals voedsel, kunnen daar ook aan bijdragen.
De relatie tussen blootstelling aan chemische stoffen, inclusief gewasbeschermingsmiddelen, en neurodegeneratieve aandoeningen is plausibel.”.
3.Het geschil
4.De beoordeling
1Met het oog op deze ontwikkelingen – de lacune ten aanzien van de toegelaten bestrijdingsmiddelen en het voorhanden internationale onderzoek – is men in Europees verband bezig met het zogenaamde SPRINT onderzoek om te komen tot nadere inzichten ten aanzien van bestrijdingsmiddelen en het effect op de volksgezondheid en het milieu. Uit de voorlopige resultaten bij de Nederlandse studie in het kader van het SPRINT onderzoek, blijkt onder meer dat 170 verschillende middelen zijn aangetroffen, waarvan het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat het meest en in de grootste hoeveelheden is gevonden, en dat ook bij biologische boeren resten zijn aangetroffen, zij het in lagere hoeveelheden. Volgens deze voorlopige bevindingen ligt Nederland in de gangbare landbouw met betrekking tot residuen in het milieu en de mens, in vergelijking met andere landen , aan de hoge kant; in bijna alle monsters in Nederland zijn mengsels van residuen gevonden. Huisstof springt er daarbij uit met meer dan 144 residuen. Ook volgt uit deze bevindingen dat ongeveer driekwart van de gevonden middelen zijn toegelaten op de markt, en dat een kwart verboden is.
2. De door [gedaagde sub 1] . genomen maatregelen (waaronder de driftreductie) bieden, anders gezegd, bij de huidige stand van de wetenschap onvoldoende garantie dat zij de potentiële schade voor mensen tot een aanvaardbaar minimum beperken. Daarmee is in dit kort geding niet gebleken dat voldaan wordt aan de dwingend voorgeschreven norm van de Europese wetgever dat een gewasbeschermingsmiddel geen schade mag toebrengen aan mensen. Hoezeer de voorzieningenrechter ook begrip heeft voor de economische positie van [gedaagde sub 1] ., dient dat risico voor ernstige schadelijke effecten bij mensen die zo dicht bij velden wonen waar wekelijks gespoten wordt, in het kader van de belangenafweging die een onderdeel vormt van de gevraagde ordemaatregel, zwaarder te wegen dan het economische verlies aan de zijde van [gedaagde sub 1] .. Zij kunnen ook kiezen voor de teelt van gewassen waar geen, of veel minder, gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt. Weliswaar is dat (veel) minder winstgevend, maar dat belang kan niet opwegen tegen de huidige onzekerheid en de risico’s ten aanzien van de gezondheid van omwonenden, waaronder ook kwetsbare jongere kinderen. Bij dat oordeel weegt tot slot in belangrijke mate mee dat het hier niet zozeer gaat om de teelt van een gewas dat van belang is voor de voedselzekerheid, hetgeen de belangenafweging mogelijk anders zou doen uitvallen, maar om de teelt van sierbloemen in de directe nabijheid van mensen.