Een consument wordt door artikel 6:230g lid 1 onder a van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) en de Richtlijn consumentenrechten (2011/83/EU) omschreven als 'een natuurlijke persoon, niet handelend in de uitoefening van een beroep of bedrijf'.
De tegengestelde begrippen 'consument' en 'handelaar' moeten worden uitgelegd in verhouding tot elkaar (vgl: HvJ EU 3 oktober 2013, C-59/12, r.o. 33 (Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs); HvJ EU 4 oktober 2018, C-105/17, r.o. 33 (Kamenova)).
Over het begrip 'handelaar' is door het Hof van Justitie EU aangegeven dat dit een functioneel begrip is waarvoor moet worden nagegaan of de contractuele verhouding (of de handelspraktijk) deel uitmaakt van de activiteiten die een persoon beroepsmatig verricht.
Er is niet een enkel criterium of aanknopingspunt voor de kwalificatie als handelaar, of een partij handelt in het kader van een beroep of bedrijf moet worden afgeleid uit de omstandigheden van het geval. Daarvoor zijn onder meer de volgende criteria relevant:
– de al dan niet georganiseerde wijze van de verkoop;
– winstoogmerk;
– of de verkoper beschikt over informatie en technische vaardigheden waarover de consument niet noodzakelijk beschikt;
– de rechtsvorm van de verkoper en met name of die hem in staat stelt handelsdaden te stellen;
– verband met de commerciële of beroepsmatige activiteit van de verkoper;
– btw-plichtigheid;
– of de verkoper die optreedt namens of voor rekening van handelaren een vergoeding of een deel van de winst ontvangt;
– de inkoop van tweedehands of nieuwe goederen voor de verkoop, waardoor de verkoopactiviteit met een zekere regelmaat, frequentie en/of gelijktijdig met zijn commerciële beroepsactiviteit plaatsvindt;
– het type en de waarde van de te koop aangeboden producten, met name of ze allemaal van hetzelfde type zijn of dezelfde waarde hebben, en in het bijzonder of het aanbod is geconcentreerd op een beperkt aantal producten (HvJ EU 4 oktober 2018, C-105/17, r.o. 38 (Kamenova).
Ook andere criteria kunnen een rol spelen en indien voldaan is aan een of meerdere criteria wil dat nog niet zeggen dat er sprake is van een handelaar. Het enkele feit dat een verkoop een winstoogmerk heeft of dat een persoon tegelijkertijd op een onlineplatform een aantal advertenties plaatst waarin nieuwe of tweedehandsgoederen te koop worden aangeboden is op zichzelf niet voldoende om die persoon als een handelaar aan te merken (HvJ EU 4 oktober 2018, C-105/17, r.o. 40 en 44 (
Kamenova). De omvang van de onlineverkoop kan ook relevant zijn. Het kan zijn dat het online verkopen een bepaald volume of frequentie krijgt (of andere kenmerken) zodat het daarmee buiten de sfeer van privéactiviteiten valt. (HvJ EU 12 juli 2011, C-324/09 (l’Oreal/eBay).