ECLI:NL:RBNNE:2023:2144

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
15 mei 2023
Publicatiedatum
26 mei 2023
Zaaknummer
LEE 23/964
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekering

In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 15 mei 2023, wordt het beroep van eiser behandeld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekering (Uwv). Eiser, woonachtig in [woonplaats], heeft een beroep ingesteld omdat hij meent dat er niet tijdig een beslissing is genomen over zijn uitkering. De rechtbank stelt vast dat de bestuursrechter onbevoegd is om deze zaak te behandelen, omdat het verzoek van eiser niet voldoet aan de definitie van een besluit zoals omschreven in artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel definieert een besluit als een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan die een publiekrechtelijke rechtshandeling inhoudt. Aangezien dit niet het geval is, kan eiser niet bij de bestuursrechter procederen over de betaling van zijn uitkering en moet hij zich tot de burgerlijke rechter wenden.

De rechtbank oordeelt dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Volgens artikel 2.5, zesde lid, van het Procesreglement bestuursrecht rechtbanken 2021, wordt er geen griffierecht geheven wanneer de bestuursrechter niet bevoegd is om kennis te nemen van het beroepschrift. Daarom wordt het door eiser betaalde griffierecht van € 50,- aan hem terugbetaald. De rechtbank verklaart zich onbevoegd en bepaalt dat het griffierecht aan eiser wordt terugbetaald. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.W. de Jonge, rechter, in aanwezigheid van P.W. Karsowidjojo, griffier, en is openbaar uitgesproken op 15 mei 2023. Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 23/964

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 mei 2023 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekering (Uwv)

(gemachtigde: S.S. Wiltjer-Rienstra).

Inleiding

1. Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingesteld wegens het niet tijdig nemen van een besluit.
1.1.
Omdat de bestuursrechter onbevoegd is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. Eiser heeft in zijn beroepschrift het volgende aangegeven:
” het gaat hier dus om het indienen van een nieuw beroep wegens het niet tijdig nemen van een besluit, en in samenhang het volledig betalen van de toegekende uitkering. Helder en duidelijk gaat het hier om het te weinig betalen op een rechtmatig genomen besluit …”.
3. De rechtbank stelt vast dat met het verzoek niet wordt gevraagd om een besluit als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Awb. Onder besluit in deze zin wordt verstaan een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Daarvan is geen sprake. Dit betekent dat ook geen sprake is van het niet tijdig nemen van een besluit. Eiser kan niet bij de bestuursrechter procederen over de betaling van de uitkering en zal zich daarvoor tot de burgerlijke rechter moeten wenden. De bestuursrechter is, gelet hierop, niet bevoegd om van het beroep kennis te nemen.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. Op grond van artikel 2.5, zesde lid, van het Procesreglement bestuursrecht rechtbanken 2021 wordt, indien de bestuursrechter niet bevoegd is kennis te nemen van het beroepschrift geen griffierecht geheven. Gelet hierop bepaalt de rechtbank dat het door eiser betaalde griffierecht van
€ 50,- aan eiser wordt terugbetaald

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart zich onbevoegd;
- bepaalt dat het door eiser betaalde griffierecht van € 50,- aan eiser wordt terugbetaald
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.W. de Jonge, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Karsowidjojo, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 15 mei 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.