ECLI:NL:RBNNE:2023:2035

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
16 mei 2023
Publicatiedatum
22 mei 2023
Zaaknummer
18-033726-23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van twee verdachten voor diefstal met geweld en bedreiging met geweld in Leeuwarden

Op 16 mei 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen twee verdachten, die beschuldigd werden van diefstal met geweld en bedreiging met geweld. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 1 februari 2023, waarbij het slachtoffer op een parkeerterrein in Leeuwarden van zijn crossmotor werd beroofd. Voorafgaand aan de diefstal hadden de verdachten via WhatsApp besproken hoe ze de diefstal zouden uitvoeren, waarbij het gebruik van een wapen werd genoemd. De rechtbank oordeelde dat de verdachten zich schuldig hadden gemaakt aan de tenlastelegging, waarbij het geweld en de bedreiging met een vuurwapen overtuigend bewezen werden. De rechtbank veroordeelde de hoofdverdachte tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar en bijzondere voorwaarden. De medeverdachte werd in een andere uitspraak behandeld. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat deze onvoldoende was onderbouwd. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit, dat op klaarlichte dag en op een openbare weg plaatsvond, en de impact die dit had op de veiligheid van omstanders.

Uitspraak

Uitspraak
Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
Parketnummer: 18-033726-23
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 16 mei 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1997 te [geboorteplaats] , wonende [adres] , thans gedetineerd in de
[instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 2 mei 2023.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. P. Bonthuis, advocaat te Haskerdijken. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. E.R. van Slooten.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 1 februari 2023 te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, vanaf een parkeerplaats, gelegen aan of bij de
[straatnaam]
,aldaar, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een crossmotor, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij] , in elk geval aan een ander of anderen dan verdachte en/of verdachtes mededader, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde partij] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zich zelf en/of zijn mededader de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of verdachtes mededader
  • zich, na een gemaakte afspraak (voor het ruilen van een crossmotor tegen een motorscooter,) naareen parkeerplaats aan of bij de [straatnaam] , aldaar, heeft/hebben begeven en/of (vervolgens) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft gepakt en/of (vervolgens) dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft doorgeladen en/of (vervolgens)
  • dat doorgeladen vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op/tegen de buik,althans op/tegen het lichaam, van die [benadeelde partij] heeft geduwd/gedrukt, althans dat doorgeladen vuurwapen, dan wel dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [benadeelde partij] heeft gericht, althans in de richting van het lichaam van die [benadeelde partij] heeft gehouden en/of (vervolgens)
  • (daarbij) die [benadeelde partij] (dreigend) (onder meer ) de woorden heeft/hebben toegevoegd:"'ja, zo gaan we dit doen" en/of "wegwezen" en/of "opkankeren", althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd van het ten laste gelegde, gelet op de verklaringen van aangever [benadeelde partij] , de getuigenverklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] en de camerabeelden waaruit blijkt dat verdachte iets met zijn rechterhand bij zijn rechterjaszak doet. Voorts blijkt uit de verwijderde berichten in de telefoon van verdachte van een bij hem en medeverdachte [medeverdachte 1] vooraf opgezet plan om de crossmotor van aangever te stelen en dat daarbij een vuurwapen gebruikt zou worden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van de diefstal gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het geweld en/of de bedreiging met geweld met gebruikmaking van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp. De verklaringen van
[benadeelde partij] en [getuige 1] zijn op dat punt niet geloofwaardig en vinden geen steun in overige bewijsmiddelen. De voorafgaande gestuurde WhatsApp-berichten zijn daarvoor onvoldoende, omdat het gaat om grootspraak/stoerdoenerij.

Oordeel van de rechtbank 1

Bewijsmiddelen
Aangever [benadeelde partij] heeft verklaard dat hij op 1 februari 2023 een afspraak had met de hem bekende verdachte [verdachte] om de crossmotor van aangever te ruilen met de motorscooter van verdachte. Aangever en verdachte spraken af om elkaar te treffen op het parkeerterrein aan de [straatnaam] in Leeuwarden. Aangever is, samen met [getuige 1] , met de crossmotor naar de [straatnaam] gereden. Daar treffen zij verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 1] met de motorscooter. Aangever en verdachte maken elk een testrit, waarna verdachte op de crossmotor stapt, een vuurwapen pakt en dat doorlaadt. Aangever hoorde een kogel in de kamer gaan. Verdachte zette het vuurwapen op de buik van aangever, duwde hem met het vuurwapen weg en zei: ‘ja, zo gaan we het doen’ en ‘opkankeren’. De medeverdachte sprong op de motorscooter en verdachte reed weg op de crossmotor.
2
[getuige 1] heeft verklaard dat hij op 1 februari 2023 naar de [straatnaam] in Leeuwarden is gegaan zodat aangever zijn crossmotor kon ruilen met de motorscooter van verdachte. Aldaar treffen zij verdachte met de medeverdachte [medeverdachte 1] . Nadat aangever en verdachte een testrit hadden gemaakt zag [getuige 1] dat verdachte een klein zwart vuurwapen op aangever richtte en daarmee een drukkende beweging in zijn buik maakte. Vervolgens reed de medeverdachte weg op de motorscooter en verdachte op de crossmotor.
3
Verdachte
4en de medeverdachte
5hebben verklaard dat zij op 1 februari 2023 in Leeuwarden de crossmotor van aangever hebben gestolen. Verdachte erkent daarbij aangever dreigend onder meer de woorden ‘ja, zo gaan we dit doen’ en ‘opkankeren’ te hebben toegevoegd.
6
Uit onderzoek van de onder verdachte in beslag genomen telefoon blijkt dat verdachte in de dagen voor de diefstal via WhatsApp contact had met zowel de medeverdachte als met [getuige 2] . Op 29 januari 2023 stuurt verdachte een filmpje naar [getuige 2] waarop een persoon in een woning zichtbaar is die een zwart vuurwapen vasthoudt. Verdachte geeft in het gesprek onder meer aan dat hij met een doorgeladen vuurwapen onder zijn kussen slaapt.
In een WhatsApp gesprek tussen verdachte en de medeverdachte wordt een drietal afbeeldingen naar verdachte gestuurd met daarop verschillende vuurwapens.
Op 26 januari 2023 zegt verdachte: ‘Pakken we die crosser. Gwn. Dan gaan we er zo heen maken we rondje blaazen we weg. Fiz bus. Gaan we ze kapot makem’. Vervolgens zegt verdachte: ‘Halen we die crosse op. Wapen mee. Op ze hooft. Bus verder parkeren. Dan weg’. Daarna sturen verdachte en de medeverdachte elkaar verschillende berichten, waarin verdachte onder meer aangeeft eerst vertrouwen te gaan winnen bij [benadeelde partij] .
De medeverdachte zegt dat hij wel terug rijdt op dat ding en dat verdachte op de runner [de rechtbank begrijpt: de motorscooter] terug rijdt.
7
Overweging ten aanzien van het bewijs
De rechtbank heeft geen redenen om te twijfelen aan de verklaringen van aangever en [getuige 1] , omdat deze op essentiële onderdelen met elkaar overeenkomen en geen onverklaarbare tegenstrijdigheden bevatten. Daarbij komt dat volgens de rechtbank uit de WhatsApp-berichten blijkt van een door verdachte met medeverdachte [medeverdachte 1] vooraf beraamde diefstal van de crossmotor van aangever waarbij van aangever het vertrouwen zou worden gewonnen, een testrit zou worden gemaakt en een wapen meegenomen zou worden. Uit de verklaringen van aangever en [getuige 1] blijkt dat de diefstal is geschied conform het beraamde plan. De rechtbank heeft daarom geen reden om te twijfelen aan de verklaringen van aangever en [getuige 1] , zodat, ondanks de uitdrukkelijke ontkenning van verdachte, ook het geweld en de bedreiging met geweld bij de diefstal wettig en overtuigend bewezen zijn.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij op 1 februari 2023 te Leeuwarden tezamen en in vereniging met een ander vanaf een parkeerplaats gelegen aan of bij de [straatnaam]
,aldaar, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een crossmotor, toebehorende aan [benadeelde partij] , welke diefstal werd vergezeld vangeweld en bedreiging met geweld tegen die [benadeelde partij] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en zijn mededader de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte en verdachtes mededader
  • zich, na een gemaakte afspraak (voor het ruilen van een crossmotor tegen een motorscooter,) naareen parkeerplaats aan of bij de [straatnaam] hebben begeven en vervolgens
  • een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft gepakt en vervolgens datvuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft doorgeladen en vervolgens - dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp op/tegen de buik van die
[benadeelde partij] heeft geduwd/gedrukt en vervolgens
- daarbij die [benadeelde partij] dreigend de woorden heeft toegevoegd:" 'ja, zo gaan we dit doen"en"opkankeren".
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

Diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het feit wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan een gedeelte van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden (waarbij het alcohol- en drugsverbod wordt vervangen door een alcohol- en drugscontrole).
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die niet langer duurt dan tot en met juli 2023, zodat verdachte op het moment van vrijlating (inclusief een te ondergane detentie van 54 dagen vanwege een eerder opgelegde straf) zijn woning niet kwijtraakt. Daarnaast is de oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf met de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden mogelijk met daarnaast een taakstraf. De raadsman heeft voorgaande strafoplegging bepleit om verdachte een kans te geven de positieve gedragsverandering voort te zetten.
Oordeel van de rechtbank
Algemeen
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het hierna genoemde reclasseringsrapport, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
Ernst van het feit
Verdachte heeft samen met de medeverdachte bewust en opzettelijk aangever naar een parkeerterrein aan de [straatnaam] in Leeuwarden laten komen, om aldaar de crossmotor van aangever weg te nemen. Voorafgaand aan de diefstal is er door verdachte bewust gewerkt aan het opbouwen van vertrouwen bij aangever. Verdachte en de medeverdachte hebben in de dagen voor de diefstal via WhatsApp met elkaar besproken hoe de diefstal zal worden uitgevoerd, waarbij ook afbeeldingen van wapens zijn verzonden en het gebruik van een wapen is beschreven. Geheel volgens plan hebben verdachte en de medeverdachten op 1 februari 2023 onder bedreiging van vuurwapen dan wel een op een vuurwapen gelijkend voorwerp de crossmotor van aangever afgenomen. Aangever is daarbij met dat voorwerp in zijn buik gedrukt.
Verdachte heeft door zo te handelen aangever angst aangejaagd en op geen enkele wijze respect getoond voor andermans eigendom. Voorts rekent de rechtbank het verdachte zwaar aan dat de gebeurtenissen op klaarlichte dag en op de openbare weg plaatsvonden. Het op de openbare weg tonen van een vuurwapen, dan wel een vuurwapen gelijkend voorwerp, levert gevoelens op van angst bij willekeurige omstanders. Ook het met hoge snelheid wegrijden op de crossmotor is gedrag waardoor gevaar voor medeweggebruikers is ontstaan.
Documentatie
De rechtbank heeft acht geslagen op het de verdachte betreffend zeer omvangrijke uittreksel justitiële documentatie van 18 april 2023. Hieruit blijkt dat verdachte veelvuldig met politie en justitie in aanraking is gekomen en onder meer in 2018 is veroordeeld voor een woningoverval. De rechtbank neemt dit in strafverzwarende zin mee, nu het hierbij ook gaat om een vermogensfeit waarbij geweld is gepleegd.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft voorts rekening gehouden met het meest recente reclasseringsrapport van 17 april 2023, opgesteld door [medewerker] , reclasseringswerker van Reclassering Nederland in Leeuwarden.
Geconcludeerd is dat eerder ingezette reclasseringsinterventies tot op heden onvoldoende hebben geleid tot gedragsverandering bij verdachte. Hij wil een beschikbare vader zijn en de intergenerationele lijn van criminaliteit doorbreken maar is vanuit zijn cognitieve beperking, het milieu waarbinnen hij is opgegroeid en in verkeert, onvoldoende in staat gebleken dit patroon te doorbreken.
De kans op herhaling wordt door de reclassering ingeschat als hoog, waarbij het psychosociale functioneren, het familiaire- en sociale netwerk, beïnvloedbaar zijn, geen dagbesteding hebben, de negatieve financiële situatie en het vervagen van grenzen -mede onder invloed van middelen- als risico worden gezien. Als beschermende factoren ziet de reclassering de wens een beschikbare vader te zijn voor zijn zoon, het behouden van huisvesting, het open staan voor dagbesteding, diagnostiek en behandeling als ook het contact met het Wijkteam, de aanvraag tot bewindvoering en het contact met de wijkagent.
Geadviseerd wordt een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met een aantal bijzondere voorwaarden, waaronder een meldplicht, ambulante behandeling, verbod op het gebruik van alcohol en drugs, ambulante begeleiding door het Wijkteam en inzicht geven in het sociaal netwerk en het meewerken aan interventies.
Verdachte heeft zich ter zitting bereid verklaard de geadviseerde voorwaarden na te leven.
Straf
Vanuit de strafdoelen, waarbij vergelding en normhandhaving nadrukkelijk een rol dienen te spelen, is de rechtbank van oordeel dat een langdurige vrijheidsstraf noodzakelijk is, omdat de aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde door afdoening met een lichtere strafmodaliteit dan een gevangenisstraf miskend zouden worden. Daarbij is tevens rekening gehouden met de proceshouding van verdachte, waarbij hij geen verantwoordelijkheid neemt voor hetgeen hij het slachtoffer heeft aangedaan.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 24 maanden op zijn plaats is. De rechtbank zal een deel van deze gevangenisstraf, te weten 8 maanden, voorwaardelijk opleggen met een proeftijd van 3 jaren, om te voorkomen dat verdachte zich opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit. Aan het voorwaardelijk strafdeel zal de rechtbank de voorwaarden verbinden zoals deze zijn opgenomen in het voornoemde reclasseringsadvies met uitzondering van een verbod op alcohol en drugs, omdat zij twijfelt over de haalbaarheid daarvan. In plaats daarvan zal de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde controle op het gebruik van alcohol en drugs opleggen.
Tenuitvoerlegging
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

Benadeelde partij

[benadeelde partij] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van in totaal € 7.300,00, waarvan € 2.800,00 ter vergoeding van materiële schade en € 4.500,00 ter vergoeding van immateriële schade. De benadeelde partij heeft tevens de hoofdelijke toewijzing van de vordering en de wettelijke rente gevorderd vanaf de datum waarop de schade is ontstaan, alsmede toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk te verklaren, aangezien deze onvoldoende is onderbouwd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk te verklaren, aangezien deze onvoldoende is onderbouwd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Uit de bewezenverklaring en het dossier blijkt dat de crossmotor van [benadeelde partij] is gestolen en niet aan hem is geretourneerd. Het is derhalve evident dat enige schade is geleden.
De rechtbank beschikt echter over onvoldoende informatie om de hoogte van de schade te kunnen vaststellen. Uit de onderbouwing van de vordering blijkt immers niet dat de koopovereenkomst (voor een Honda motor voor € 2.800,00) daadwerkelijk ziet op de van de benadeelde gestolen crossmotor. Voorts blijkt uit het dossier dat de benadeelde heeft gesteld dat de crossmotor anderhalve maand eerder is aangekocht, dat de crossmotor troep was en de waarde van de te ruilen motor van verdachte vermoedelijk € 1.800,00 bedroeg.
Schorsing van het onderzoek om de benadeelde partij alsnog te laten aantonen wat zijn materiële schade is, zal leiden tot een onevenredige belasting van het strafgeding en daartoe zal dan ook niet worden overgegaan.
De benadeelde partij heeft daarnaast vergoeding van immateriële schade gevorderd, maar heeft daartoe enkel zelf de geestelijke gevolgen beschreven.
De rechtbank overweegt dat indien geen sprake is van lichamelijk letsel, zoals in dit geval, op grond van artikel 6:106, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek slechts een vergoeding voor immateriële schade kan worden toegekend indien de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Van de bedoelde aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ is in ieder geval sprake indien de benadeelde partij geestelijk letsel heeft opgelopen. De benadeelde zal daartoe voldoende concrete gegevens moeten aanvoeren waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan. Daarvoor is vereist dat naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld. De rechtbank overweegt dat daar in dit geval geen sprake van is, nu enkel is gesteld dat een huisarts is bezocht zonder dat daarvan een stuk ter onderbouwing is overgelegd.
De rechtbank overweegt voorts dat geen onderbouwing nodig is, indien de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. Van een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ is niet reeds sprake bij de enkel schending van een fundamenteel recht. Anders dan de benadeelde heeft gesteld is de rechtbank van oordeel dat de aard en de ernst van het bewezenverklaarde niet meebrengt dat de nadelige gevolgen voor de benadeelde zozeer voor de hand liggen dat van een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ sprake is.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c en 312 van het Wetboek van Strafrecht. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

Een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 8 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op
3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
dat de veroordeelde zich binnen twee werkdagen na het ingaan van de proeftijd meldt bijReclassering Nederland op het adres Zoutbranderij 1 te Leeuwarden. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
dat de veroordeelde actief deelneemt aan de gedragsinterventie leefstijl 24/7 of een anderegedragsinterventie die gericht is op verslaving en middelengebruik. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. Veroordeelde houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider.
dat de veroordeelde zich laat diagnosticeren en behandelen door Trajectum of een soortgelijkezorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start op een door Trajectum nader te specificeren startmoment. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
dat de veroordeelde meewerkt aan controle op het gebruik van alcohol en drugs. De controlegebeurt met urineonderzoek (RUMA marker). De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.
dat de veroordeelde zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werken/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur.
dat de veroordeelde meewerkt aan bewindvoering en het aflossen van zijn schulden en het treffenvan afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
dat de veroordeelde zich positief inzet ten aanzien van ambulante (woon)ondersteuning van hetwijkteam, dan wel een andere nader te bepalen organisatie voor ambulante begeleiding door de reclassering te bepalen. Veroordeelde houdt zich daarbij aan de gemaakte afspraken en huisregels.
dat de veroordeelde inzicht geeft in zijn sociale contacten en sociale netwerk. Daarnaast werkt hijmee aan nog nader te bepalen interventies in samenwerking met het wijkteam, die gericht zijn op de doorbreking van het patroon van criminaliteit welke uitgaat van dit sociale netwerk.
dat de veroordeelde, indien hij door detentie zijn woonruimte verliest, verblijft in een nog nader tespecificeren instelling voor beschermd/begeleid wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start op een nog nader te specificeren startmoment. Het verblijft duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen vaneen of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van hetWetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.

Ten aanzien van de benadeelde partij [benadeelde partij] :

Bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde partij] niet-ontvankelijk is in de vordering. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde partij] zijn eigen proceskosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.G.D. Overmars, voorzitter, mr. M.E. Joha en mr. M. Brinksma, rechters, bijgestaan door mr. R.G. Bakker-Dees, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 mei 2023.
Mr. M.E. Joha is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s betreft dit delen van ambtsedige processen-verbaal, opgenomen in het dossier met het nummer PL0100-2023029013, doorgenummerd 1 tot en met 464.
Pagina’s 32, 35, 37, 39, 40, 41, 42 en 43.
Pagina’s 53, 54 en 55.
Pagina’s 190, 197 en 199.
Pagina’s 251 en 252.
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 2 mei 2023.
Pagina’s 103, 104, 107, 113, 114, 116 en 119.