Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 17 mei 2023 in de zaak tussen
[eiseres 1] , te [vestigingsplaats] eiseres
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Groningen, verweerder
Procesverloop
Naar aanleiding van ons constructieve gesprek vandaag heb ik met belastingplichtige overlegd over een compromis aangaande de bezwaarprocedure tegen de aanslagen vennootschapsbelasting 2015 en 2016.
Compromis
Voor 2015 trekt belastingplichtige het bezwaar in, waarbij voor 2016 de lagere bedrijfswaardering als in bijgaande Excel-sheet berekend, plaats zal vinden.
Koersresultaat
In de Excel-sheet ontvangt u mijn berekeningen van het koersresultaat. Hieruit blijkt een koersverlies toerekenbaar aan Nederland ter hoogte van € 1.046.201. Dit ontstaat doordat in dit voorbeeld het initiële eiland 50% wordt afgewaardeerd. Mogelijk is het ondergelopen eiland nog minder waard, daarvoor zou een taxatie nodig zijn. Daarin zal dan nog rekening worden gehouden met dat het gaat om een land met veel politieke onzekerheden en onbetrouwbaarheid van de waterstand. Een lastige waardebepaling lijkt mij.
Gevolgen heffing
“ [eiseres 1]
* E-mail (hierna: e-mail 1) van de gemachtigde van eiseres naar verweerder:
Hierbij ontvang je de nieuwe berekeningen, de koers zal lager uitvallen dan in het eerste voorstel, omdat we vastgesteld hebben dat de historische koers 0,21 euro = 1 peso wordt. Zie daarvoor ook bijgaande Excel-sheet, waarin ik dit verwoord en berekend heb. De kostenpost (negatief valutaresultaat) als gevolg van deze lagere bedrijfswaardering bedraagt dan € 845.612.”
“ [eiseres 1]
* E-mail (hierna: e-mail 2) van verweerder naar de gemachtigde van eiseres:
Jouw Excel-bestand bevat een correctie uitwerking voor de bepaling van de belastbare winst 2016. Ik zal de aanslag Vpb 2016 als volgt herzien:
* E-mail (hierna: e-mail 3) van de gemachtigde van eiseres naar verweerder:
Ik stem met de schikking in. Het bezwaar tegen de aanslag vennootschapsbelasting 2015 trekt ik om die reden dan ook bij deze in. (…)”
* E-mail (hierna: e-mail 4) van eiseres naar verweerder:
Ik kan mij goed vinden in het bijgaande compromis en de voorwaarden die u hebt afgesproken met [gemachtigde eiseres 2] m.b.t. de herziening van de belastingclaim richting [eiseres 2] (…)”
oftegen de bij die aanslag vastgestelde beschikking belastingrente. Subsidiair neemt verweerder het standpunt in dat bij de intrekking van het bezwaarschrift tegen de aanslag Vpb 2015 geen sprake was dwaling. Het is aan eiseres om te bewijzen dat zij gedwaald heeft. De vermindering van de belastingrente over het jaar 2015 maakt volgens verweerder geen onderdeel uit van het tussen partijen gesloten compromis. Volgens verweerder hebben partijen namelijk een afspraak gemaakt over de herziening van de belastbare winst voor het jaar 2016 en is de doorwerking hiervan naar andere jaren en de vermindering van de belastingrente geen onderdeel geweest van de besprekingen die hebben geleid tot het compromis. Ter onderbouwing van deze stelling verwijst verweerder naar e-mail 2 van 24 december 2019 (zie 1.6). Volgens verweerder heeft eiseres tijdens de besprekingen niet dan wel onvoldoende kenbaar gemaakt dat eiseres heeft bedoeld om ook de vermindering van de belastingrente onderdeel van het compromis te laten zijn. Uit het Excelbestand waar eiseres naar verwijst kan dat volgens verweerder niet worden opgemaakt. Temeer nu verweerder ten aanzien van de berekende belastingrente voor het jaar 2015 niets heeft verklaard tegenover eiseres. De onduidelijkheid die naderhand is ontstaan over de belastingrente komt voor rekening en risico van eiseres, aldus verweerder.