ECLI:NL:RBNNE:2023:197

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
16 januari 2023
Publicatiedatum
23 januari 2023
Zaaknummer
18/930111-18
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor zware mishandeling en diefstal binnen motorclub No Surrender

Op 16 januari 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die betrokken was bij een gewelddadig incident binnen de motorclub No Surrender. De verdachte, geboren in 1982, werd beschuldigd van het medeplegen van zware mishandeling en diefstal met geweld, gepleegd op 10 maart 2016 in Emmen. Tijdens de zitting op 29 november 2022 was de verdachte niet aanwezig, maar zijn raadsman, mr. A.H.J. Bals, was wel aanwezig. Het Openbaar Ministerie werd vertegenwoordigd door mr. J. Hoekman en mr. J. Houwink.

De tenlastelegging omvatte onder andere het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan het slachtoffer, die een onderkaakfractuur opliep, en het afnemen van een hesje en telefoon van het slachtoffer, waarbij geweld werd gebruikt. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de mishandeling en diefstal, onder andere door verklaringen van het slachtoffer en afgeluisterde gesprekken.

De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het medeplegen van zware mishandeling met voorbedachten rade en diefstal met geweld. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden en moest een schadevergoeding van € 7.650,- aan het slachtoffer betalen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van het delict. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer, die door de mishandeling langdurig letsel had opgelopen.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Assen
parketnummer 18/930111-18
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 16 januari 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1982 te [geboorteplaats] , wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 29 november 2022
(inhoudelijke behandeling) en 16 januari 2023 (sluiting van het onderzoek).
Verdachte is niet verschenen. De raadsman van verdachte, mr. A.H.J. Bals, advocaat te Kloetinge, is op de terechtzitting van 29 november 2022 verschenen. Het openbaar ministerie is op die terechtzitting vertegenwoordigd door mr. J. Hoekman en mr. J. Houwink, waarbij het woord is gevoerd door mr. J. Hoekman.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
A. hij op of omstreeks 10 maart 2016 te Emmen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet met voorbedachten rade, [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht, te weten een onderkaakfractuur en/of een neusbeenfractuur en/of een jukbeenkneuzing, althans hoofdletsel, althans, al dan niet met voorbedachten rade, [slachtoffer] , meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, heeft gestompt en/of geslagen, althans mishandeld, terwijl dat feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft gehad, te weten een onderkaakfractuur en/of een neusbeenfractuur en/of een jukbeenkneuzing, althans hoofdletsel;
EN/OF
hij op of omstreeks 10 maart 2016 te Emmen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een hesje en/of een telefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een persoon, te weten [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte(n), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die persoon, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn medeverdachte(n) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, die persoon een of meermalen, althans eenmaal, heeft gestompt en/of geslagen, althans mishandeld;
en/of
hij op of omstreeks 10 maart 2016 te Emmen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een persoon, te weten [slachtoffer] heeft gedwongen tot afgifte van een hesje en/of een telefoon, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte(n), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, die persoon een of meermalen, althans eenmaal, heeft gestompt en/of geslagen, althans mishandeld.
Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het tenlastegelegde en zich op het standpunt gesteld dat het handelen van verdachte gekwalificeerd moet worden als het medeplegen van mishandeling met voorbedachten rade terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft en het medeplegen van diefstal met geweld.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het tenlastegelegde. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd. Vastgesteld kan worden dat verdachte op 10 maart 2016 aanwezig was in het clubhuis van motorclub No Surrender in Emmen. Niet kan evenwel worden vastgesteld dat verdachte aangever toen, in de memberroom, heeft mishandeld. In de eerste plaats is de stem van verdachte niet herkend bij het uitluisteren van de OVC-gesprekken. Daarnaast blijkt uit de OVC-gesprekken dat er, voorafgaand aan de mishandeling, zes personen aanwezig waren in de memberroom en dat er drie personen uit de memberroom zijn weggestuurd door [naam 4] alvorens aangever naar binnen werd geroepen. Die weggestuurde personen zijn in ieder geval [naam 14] en [naam 15] . Onduidelijk is wie de 3e persoon was. Dat kan verdachte zijn geweest. Voorts heeft aangever aanvankelijk verklaard dat hij onder andere is mishandeld door nomad [verdachte] , terwijl hij een jaar later bij de rechter-commissaris de namen [naam 1] en [naam 2] uit Rotterdam of Amsterdam heeft genoemd, waarmee hij dezelfde persoon bedoelde als de persoon die hij eerder [verdachte] had genoemd. Buiten de aanvankelijke verklaring van aangever dat hij onder andere is mishandeld door nomad [verdachte] , zijn er geen verklaringen die verdachte aanwijzen als betrokken bij het tenlastegelegde feit. De verklaring van aangever wordt ook niet anderszins ondersteund zodat niet kan worden vastgesteld dat de NN man die op de in de memberroom opgenomen OVCgesprekken te horen is, verdachte is. Uit het enkele feit dat verdachte later die avond met zijn partner heeft gebeld en haar heeft verteld over een nieuw OMG-hesje dat hij heeft gekregen – welk hesje bovendien niet bij verdachte is aangetroffen – kan niet de overtuiging worden geput dat verdachte zich, ondanks al hetgeen hiervoor is aangevoerd, schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde. Verdachte dient integraal te worden vrijgesproken, aldus de raadsman.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
Een schriftelijk bescheid, te weten een uit het Duits vertaald getuigenverhoor, inhoudende eenaangifte gedaan op 13 december 2017, opgenomen op pagina 276 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland, onderzoek 03 DRN 12022 “ [verdachte] ” d.d. 6 juni 2018, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
In het begin was ik member bij 'No Surrender'. Later werd ik nomad.
Op 10 maart 2016 zijn we allemaal naar het clubhuis in Emmen gegaan. Onze captain, [naam 3] [de rechtbank leest: [naam 3] ], ging naar het membervertrek. Korte tijd [de rechtbank begrijpt: later] kwam hij weer naar buiten, daarna werd ik binnengeroepen. [naam 4] stond achter de deur en de andere nomad, [verdachte] , stond achter tegen de muur. En er was ook nog een captain binnen, captain [naam 5] . Ik ben naar binnen gegaan, toen werd de deur achter me dichtgedaan en toen heeft [naam 4] [de rechtbank begrijpt: [naam 4] ] meteen van achteren met de vuist in mijn nek geslagen. Daarna draaide ik me om en kreeg ik meteen van achteren weer een paar, van de andere nomad. En toen ging het heen en weer, van beide kanten, tot ik op de vloer zat. Daarbij heeft [naam 4] mijn neus gebroken en mijn kaak. [naam 4] zei tegen me dat ik mijn telefoon moest afgeven, dat was nadat ik al geslagen was. [verdachte] heeft die toen van me afgepakt. Ik had die in de hand. Het OMG-hesje moest ik uittrekken. Dat heb ik ook gedaan en toen werd die me van achteren al afgenomen. Het zat ook helemaal vol bloed. Het OMG-hesje had ik net laten maken, 57 euro
1, dat was splinternieuw. Ik ben geopereerd en er zijn platen in mijn kaak geplaatst en er zijn ook schroeven geplaatst.
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige bij de rechtercommissaris, opgemaakt en ondertekend door de rechter-commissaris en de griffier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer] op 23 januari 2019:
[naam 4] riep mij naar binnen. Ik kreeg direct klappen van [naam 4] , die kwamen van achteren. Ik werd op mijn achterhoofd geraakt. Vier à vijf maal. Ik draaide me toen om en vervolgens sloeg de nomad me van achteren op mijn hoofd, in ieder geval vier keer. Toen ben ik weggezakt naar achteren, richting de grond. Toen kreeg ik steeds vuistlagen in mijn gezicht van [naam 4] . Ik kreeg ook klappen van achteren van de nomad. Ik kan niet meer zeggen hoeveel vuistslagen dit waren. [naam 4] raakte me elke keer in mijn gezicht en de nomad sloeg mij van achteren op mijn schouder en achterhoofd.
Ik heb afgelopen maandag een operatie gehad en daarbij is het metaal uit mijn kaak gehaald. Mijn kaak was ontstoken. Ik had voortdurend pijn. Dit is door de operatie wel minder geworden. Voor de operatie had ik een heel doof gevoel in mijn gezicht, na de operatie is het gevoel al iets meer teruggekomen.
3.
Een schriftelijk bescheid, te weten uit het Duits vertaalde medische informatie van KlinikumWilhelmshaven betreffende [slachtoffer] , opgenomen op pagina 285 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudende:
Opname: 11-03-2016
Tijd: 01:10
Diagnose: Zwelling en kneuzingskenmerken middengezicht rechts, lokale drukpijn jukboog rechts, kaakgewricht rechts en onderkaak rechts. Onderkaakfractuur rechts. Dag v.h. ongeval: 10-03-16.
Plaats van het ongeval: Emmen.
4.
Een schriftelijk bescheid, te weten uit het Duits vertaalde medische informatie van KlinikumOldenburg, opgenomen op pagina 288 van voornoemd dossier, voor zover inhoudende:
Patiënt: [slachtoffer]
Diagnoses: onderkaakfractuur paramediaan rechts
Therapieën: fractuur repositie, osteosynthese met een reconstructieplaat van extra-oraal in ITN alsmede IMF en elastics ingebracht op 18-03-2016
De heer [slachtoffer] werd op grond van een noodsituatie via ons ambulant spreekuur op 29-03-2016 met een onderkaakfractuur paramediaan rechts klinisch opgenomen. Na de gebruikelijke preoperatieve diagnostiek en therapie vond op 29-03-2016 onder algemene narcose de verzorging van de fractuur plaats.
5.
Een schriftelijk bescheid, te weten een schadeonderbouwingsformulier van [slachtoffer] ,behorende bij de vordering schadevergoeding d.d. 30 september 2018, voor zover inhoudende:
Benadeelde is korte tijd na het incident in het ziekenhuis in Oldenburg onder algehele narcose geopereerd. Zijn kaak werd met schroeven en twee plaatjes vastgezet. De schroeven zijn na ongeveer vijf weken operatief verwijderd; de metalen plaatjes zitten nog vast in zijn kaak.
Benadeelde kon zes weken lang alleen vloeibaar voedsel eten en heeft veel pijnstillers gebruikt. Door de operatie zijn er zenuwen in zijn gezicht doorgesneden waardoor hij tot op heden geen gevoel in zijn rechter onderkaak heeft. Ook kan hij geen kou of hitte verdragen aan zijn kaak; deze veroorzaken hevige pijn die tot aan zijn oor doortrekt. Wanneer de plaatjes worden verwijderd zal hij vier tot zes weken niet kunnen werken.
6.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 april 2018,opgenomen op pagina 300 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant [verbalisant]:
De hieronder weergegeven OVC opnamen zijn weergegeven in het dossier, deel onderzoek 3.33. Aan de gesprekken nemen onder andere de volgende personen deel:
[naam 4] betreft [naam 4] , geboren op [geboortedatum] -1964 te [geboorteplaats]
[naam 5] betreft [naam 5] , geboren op [geboortedatum] -1963 te [geboorteplaats]
NN (Westers accent): [verdachte] , geboren op [geboortedatum] -1982 te [geboorteplaats]
NN (Slachtoffer): [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] -1983 te [geboorteplaats]
Datum: 10 maart 2016
Tijd: 20:30:33 uur t/m 20:35:50 uur
NN (westers accent) is nog aanwezig. Men heeft het nog over het Duits conflict? En over [naam 6] .
[naam 4] : Dan moet hij gewoon weg. En dan kan [naam 6] gewoon zelf beslissen of hij weg wil of niet. En dan roepen we [naam 6] naar binnen, kan hij dat zelf beslissen. Maar we moeten wel oppassen, dat [naam 6] ... Is [naam 6] bewapend?
NN: Weet ik niet
[naam 7] : Hij is niet bang, dus.
[naam 4] Nee, maar [naam 6] is nooit bang, want die is altijd bewapend. Maar ik moet even zeker weten dat iemand bij [naam 6] in de buurt blijft. Luister, luister, we doen het zo: Jullie met z'n beiden, met z'n 3-en gaan naar buiten toe, wij blijven met z'n 3-en binnen. We haal'n die nomad naar binnen. Ja? En dan jij moet tegen die [naam 6] zeggen: "Luister, het kan niet anders, Opdracht..(ntv) Ja?
NN: Die nomad, die raakt in paniek. Hij weet niet wat moet zeggen, want..... [naam 9] wou al gaan zeggen wat de nomad moest gaan zeggen.
[naam 4] Ja
NN: Zag je? En hij schrok er van.
-muziek - deur open -
[naam 4] Kom binnen. Jack uit! -geluid als van een klap- Jack uit! -geluid als van verschillende ktappen- Jack uit! -geluid als van klappenNN: Wat heb ik dan gedaan?
[naam 4] Jack uit, ja. -geluid als van een klap- Jack uit.
NN: (n.t.v.)
[naam 4] Jack uit! Ja? Alles uit van No Surrender Ja? Jack uit. Jij klootzak.-geluid als van een klap-
NN: Uit
[naam 4] Uit dat Jack. Ja? Telefoon inleveren. Is dat je telefoon?
NN: Ja
[naam 4] Telefoon inleveren. Als je één keer je bek opentrekt in Duitsland, één keer? Dan kom ik bij jou thuis, ja? Ja? Schoon maken. Schoon maken. Als een man, schoonmaken.. Alles inleveren. Heb je nog wat thuis van No Surrender?
NN: Ik heb....
[naam 4] Ja? Inleveren! Bij captain [naam 6] . Ja? En uit de club.
[naam 4] Je ...(ntv) maak je nog in orde. Neus schoonmaken als je naar buiten gaat. Schoon maken, ja? Anders komen we allebei en krijg je nog meer.
-deur open - muziek -
NN: Wat een kankermongool zeg.
[naam 4] Ik sloeg hem de neus lekker aan flarden. ( [naam 4] lacht)
-gelach-
(…)
NN: Pas ik hem?
[naam 4] Die is, ja, als je dat wil, maar ik had hem aan de Pres beloofd. De Press van Emmen, die vond hem zo mooi, maar als jij hem wil hebben mag jij hem hebben. Dan hou je hem gewoon, Hou je hem gewoon man, jouw jasje, ja. Gefeliciteerd.
-gelach-
NN: Ja, ik denk, is sla hem...
(…)
NN: Ik denk, is sla hem
7.
Een ander schriftelijk bescheid, te weten een tapgesprek uit het onderzoek Akepa op 10 maart2016, opgenomen op pagina 309 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudende:
Beller: [telefoonnummer] , [naam 10] en [verdachte] , ten name van [verdachte] , [straatnaam] , [woonplaats] .
Gebelde: [naam 4] .
Datum: 10-03-2016, 14:52:22
Samenvatting:
[naam 4] (SH) wgd [naam 10] en [verdachte] (NG) [naam 10] zegt met [verdachte] onderweg te zijn en vraagt waar ze moeten zijn, de sportschool of het clubhuis. [naam 4] zegt dat het clubhuis pas om 7 uur open is. [naam 4] zegt dat ze maar naar zijn huis moeten rijden. [naam 10] en [verdachte] hebben het adres niet. [naam 4] zegt het wel te sturen.
8.
Een ander schriftelijk bescheid, te weten een uitdraai van tapgesprekken uit het onderzoekVentoux, opgenomen op pagina 311 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudende:
Beller: [telefoonnummer] tnv [verdachte] Datum: 10-03-2016, 14:52:17
[naam 11] (ng) bum NNman0363 (wordt captain genoemd)
[naam 11] heeft de telefoon van [verdachte] en zegt dat zij onderweg zijn en waar zij heen moeten.
Clubhuis? Of sportschool? Clubhuis is pas om 7 uur open. ze moeten naar cap zijn huis komen en hij stuurt wel even het adres door.
--------------------------------------------------Beller: [telefoonnummer] , tnv [verdachte] .
Gebelde: [naam 12]
Datum: 10-03-2016, 16:17:31
[verdachte] (sh) bum [naam 12] (sh)
[verdachte] zegt dat hij nu gearriveerd is niet bij het clubhuis, maar bij de kapitein.
----------------------------------------------------Beller: [telefoonnummer] , tnv [verdachte] .
Gebelde: [naam 12]
Datum: 10-03-2016, 22:00:16
[verdachte] (sh) bum [naam 12] (sh)
[verdachte] rijdt straks om half twaalf terug met de cap. Dat is nog 20 minuten rijden en daar zijn [verdachte] zijn auto.
[verdachte] Ik heb nu ook weer een hesje erbij, een heel mooi hesje.
-----------------------------------------------------Beller: [telefoonnummer] , tnv [verdachte] .
Gebelde: [naam 13]
Datum: 11-03-2016, 00:49:41
[verdachte] bum [naam 13] (sh)
[verdachte] is in Emmen geweest en zegt dat [naam 4] alles goed geregeld had en een goede man is.
[verdachte] zegt dat hij als nomad van Amsterdam hard gaat optreden. [verdachte] zegt vervolgens dat de nomad Duitsland eruit is. [verdachte] verteld dat de nomad dacht dat hij gewoon zijn colors op de grond kon gooien.

9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 22 maart

2018, opgenomen op pagina 347 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van
verdachte:
V: Wat is je functie?
A: Nomad. Ik zit er in augustus 5 jaar bij. Ik ben begonnen als hangaround, dan hangaround 2, dan prospect. Daarna ben ik sergeant geworden en toen nomad.
V: Past de functie bij je?
A: Ja, ik kan goed praten. Met praten los je 90% meer op dan met geweld. Voor die andere 10%, ja, af en toe moet je iemand eens bij zijn oren pakken en een wokkel erin draaien. De buitenwereld maakt dat erger dan het is. Als iemand een bloedneus heeft, dan noemen ze dat al zware mishandeling.
V: Is er nog een andere nomad die [verdachte] heet? Toen en in 2016?
A: Niet dat ik weet.
Bewijsoverweging
Op grond van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van zware mishandeling met voorbedachten rade en het medeplegen van diefstal met geweld.
Betrokkenheid verdachte
Vastgesteld kan worden dat aangever, [slachtoffer] , op 10 maart 2016, in de memberroom van Motorclub No Surrender in Emmen, is mishandeld waarbij zijn hesje en telefoon zijn afgenomen. Ten gevolge van de mishandeling heeft hij een gebroken onderkaak opgelopen. Vast staat ook dat verdachte op 10 maart 2016 in het clubhuis van motorclub No Surrender in Emmen is geweest. Vervolgens is de vraag of verdachte ook een van de personen is geweest die aangever in de memberroom heeft mishandeld.
[slachtoffer] heeft bij de aangifte op 13 december 2017 bij de (Duitse) politie verklaard dat hij door
[naam 4] en nomad [verdachte] is mishandeld. De verdediging heeft er op gewezen dat aangever op 23 januari 2019 bij de rechter-commissaris heeft verklaard dat de nomad die hem samen met [naam 4] heeft mishandeld, [naam 1] of [naam 2] heet. Volgens de verdediging doet deze verklaring van verdachte bij de rechter-commissaris afbreuk aan de geloofwaardigheid van zijn bij de politie afgelegde verklaring. De rechtbank volgt de verdediging hierin niet. De rechtbank neemt de verklaring van aangever bij de politie als uitgangspunt en acht deze verklaring betrouwbaar, nu deze eerste verklaring - in tegenstelling tot zijn verklaring bij de rechter-commissaris - sneller na het ten laste gelegde is afgelegd en steun vindt in andere bewijsmiddelen, zoals de OVC-gesprekken en de telefoongesprekken die verdachte later die avond (nadat het incident heeft plaatsgevonden) heeft gevoerd met zijn partner [naam 12] en met F. [naam 13] . De rechtbank merkt bij het voorgaande nog op dat aangever bij de rechter-commissaris is geconfronteerd met de omstandigheid dat hij bij de politie heeft verklaard dat de nomad die hem heeft mishandeld, [verdachte] heet. Daarop heeft aangever bij de rechter-commissaris geantwoord dat hij niet meer weet hoe de betreffende nomad heet, maar dat hij met de naam “ [naam 1] of [naam 2] ” dezelfde persoon bedoelt, te weten de nomad die hem heeft mishandeld.
De rechtbank gaat er derhalve vanuit dat aangever is mishandeld door [naam 4] en een nomad die [verdachte] heet. De rechtbank voegt hier nog aan toe dat verdachte in 2016 nomad was en naar zijn eigen zeggen er toen geen andere nomad binnen No Surrender was die [verdachte] heette.
Uit de OVC-opnames volgt dat aangever is mishandeld door [naam 4] en een NN-man (met westers accent), die gelet op vorenstaande nomad [verdachte] moet zijn. De betreffende NN-man mag na de mishandeling en de diefstal het zojuist afgenomen hesje van aangever houden. Uit tapgesprekken volgt dat verdachte anderhalf uur na de mishandeling met zijn vriendin heeft gebeld en aan haar heeft verteld dat hij een nieuw hesje heeft. Even later die avond belt verdachte met [naam 13] en zegt hij dat hij in Emmen is geweest, dat de nomad van Duitsland er uit is en dat die nomad dacht dat hij gewoon zijn colors op de grond kon gooien. Dergelijke kennis van de gang van zaken duidt er op dat verdachte bij het ten laste gelegde aanwezig was en aan de mishandeling heeft deelgenomen.
Gelet op vorenstaande, in onderling verband en samenhang bezien, kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders dan dat verdachte de NN-man met westers accent op de OVC-opnames is die samen met [naam 4] aangever heeft mishandeld en zijn hesje en telefoon heeft afgenomen.
Juridische kwalificatie
De rechtbank is van oordeel dat de handelingen van verdachte en zijn medeverdachte(n) zware mishandeling met voorbedachten rade en diefstal met geweld opleveren.
De rechtbank is in de eerste plaats van oordeel dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte(n) – onder wie in ieder geval [naam 4] – die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering van de zware mishandeling en diefstal met geweld. Daarmee acht de rechtbank het medeplegen bewezen. Dat voor het overige sprake is van diefstal met geweld volgt zonder meer uit de bewijsmiddelen en behoeft geen verdere bespreking.
Ten aanzien van de zware mishandeling met voorbedachten rade overweegt de rechtbank dat de bij aangever geconstateerde onderkaakfractuur als zwaar lichamelijk letsel ex artikel 82 Sr kan worden aangemerkt. Dit letsel is van dien aard dat meerdere operaties noodzakelijk zijn gebleken, waarbij zijn kaak met schroeven en metalen plaatjes is vastgezet. De schroeven zijn na ongeveer vijf weken operatief verwijderd en de metalen plaatjes zijn pas in januari 2019 verwijderd, dus bijna drie jaar na het incident. Ten tijde van het opstellen van de vordering benadeelde partij, ruim tweeënhalfjaar na het incident, had aangever nog steeds geen gevoel in zijn rechter onderkaak en kon hij geen kou of hitte verdragen. Pas na de operatie in januari 2019 is de pijn minder geworden en is het gevoel in zijn kaak geleidelijk aan teruggekomen. Gelet op de aard van het medisch ingrijpen, het aantal keren dat medisch (operatief) is ingegrepen en het zeer langdurige hersteltraject van de onderkaakfractuur, is naar het oordeel van de rechtbank sprake van zwaar lichamelijk letsel.
Vastgesteld kan worden dat verdachte en medeverdachte [naam 4] aangever meerdere vuistslagen op zijn hoofd en in zijn gezicht hebben gegeven. Direct nadat aangever de memberroom binnenkwam kreeg hij onverhoeds meerdere klappen en vuistslagen, tot hij erbij neerviel. Nadien zaten zijn gezicht en zijn hesje onder het bloed. Dat er met veel kracht is geslagen blijkt wel uit het bij aangever geconstateerde letsel. Uit de uiterlijke verschijningsvorm van dit handelen van verdachte (en medeverdachte [naam 4] ) leidt de rechtbank af dat sprake was van vol opzet bij verdachte op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.
Tot slot leidt de rechtbank de voorbedachten rade mede af uit het vaste patroon van het geven van sancties binnen No Surrender. De zwaarste sanctie is een bad standing waarbij iemand uit de club wordt gezet. Als een lid in bad standing de club moet verlaten, moet hij alle aan de club gerelateerde goederen – zoals zijn hesje en zijn motor – inleveren. Daarnaast kan een geldboete worden opgelegd.
2Voorts is het een feit van algemene bekendheid dat het uitvoeren van een bad standing met regelmaat gepaard gaat met (ernstig) geweld. Uit de gang van zaken zoals die volgt uit de OVCopnames, kan worden afgeleid dat [slachtoffer] een bad standing heeft gekregen. Hij moest zijn hesje afgeven wat, in de visie van No Surrender, toebehoorde aan No Surrender en werd onder toepassing van fors geweld uit de club gezet. Uit de OVC-opnames volgt voorts dat deze bad standing was voorbereid nu voordat aangever naar binnen werd geroepen er besproken werd dat de nomad eruit moest en er afspraken werden gemaakt over de gang van zaken.
Verdachte was op dat moment al enige jaren lid van No Surrender, namelijk sinds augustus 2013. Bovendien bekleedde hij een van de hogere rangen binnen de motorclub, te weten die van Nomad; een full-member die contacten onderhoudt met andere chapters in het land en in het buitenland, die zo nodig problemen oplost binnen de club en die deel uitmaakt van de National Board waarin onder andere besloten wordt wie een bad standing krijgt en waarom. Opvallend daarbij is dat verdachte zelf over zijn functie verklaart dat het oplossen van problemen in 90% van de gevallen zonder geweld gaat en dat bij die andere 10% iemand bij zijn oren moet worden gepakt en er een wokkel in moet worden gedraaid, waarbij hij vervolgens een bloedneus als voorbeeld noemt. Het kan dan ook niet anders dan dat verdachte, op het moment dat het Duitse conflict besproken werd en besloten werd dat de nomad eruit moest, wist wat er vervolgens stond te gebeuren: een bad standing waarbij aangever onder toepassing van fors geweld de club uit zou worden gezet. Bovendien heeft hij ook deelgenomen aan de afspraken die daarover werden gemaakt. Uit het vorenstaande leidt de rechtbank dan ook af dat sprake was van voorbedachten rade bij verdachte.
Gelet op vorenstaande kan wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van zware mishandeling met voorbedachten rade en aan het medeplegen van diefstal met geweld.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder A en B tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
A. hij op 10 maart 2016 te Emmen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met voorbedachten rade, [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht, te weten een onderkaakfractuur
EN
hij op 10 maart 2016 te Emmen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hesje en een telefoon, toebehorende aan [slachtoffer] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen die persoon, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat verdachte tezamen en in vereniging met een of meer anderen, die persoon meermalen heeft gestompt en geslagen.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

A. medeplegen van zware mishandeling gepleegd met voorbedachten rade EN
B diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake het medeplegen van mishandeling met voorbedachten rade met zwaar lichamelijk letsel als gevolg en het medeplegen van diefstal met geweld wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de persoonlijke omstandigheden van verdachte benadrukt, te weten dat hij een eigen onderneming heeft, geen lid meer is van No Surrender en schuldenvrij is. Voor het overige heeft de raadsman geen strafmaatverweer gevoerd.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, het beeld van de persoon van verdachte zoals dit naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van zware mishandeling met voorbedachten rade en het medeplegen van diefstal met geweld. Deze feiten hebben plaatsgevonden binnen de context van outlaw motorclub No Surrender, waarbinnen verdachte enige jaren een belangrijke positie heeft vervuld, te weten die van nomad. Binnen No Surrender heerste een cultuur van geweld en intimidatie en verdachte heeft ook te kennen gegeven vanuit de positie die hij vervulde, geweld niet te schuwen. De motorclub had eigen gedragsregels die de normen en waarden van de samenleving volledig buiten spel zetten. Van No Surrender ging dan ook een sterk ondermijnend effect uit op de samenleving. Verdachte heeft daar zowel vanuit de positie die hij vervulde, maar met name door de strafbare feiten die hij vanuit die positie heeft gepleegd, een grote bijdrage aan geleverd. De rechtbank neemt verdachte dat zeer kwalijk.
Onderhavige zaak betrof een bad standing van een clublid van No Surrender, [slachtoffer] . Zijn clubhesje en telefoon zijn hem afgenomen. Daarbij is door verdachte en medeverdachte [naam 4] dusdanig fors geweld gebruikt dat [slachtoffer] letsel heeft opgelopen, waaronder zwaar letsel, te weten een kaakfractuur. Het feit heeft grote angst bij [slachtoffer] veroorzaakt. Hij heeft pas anderhalf jaar na het incident over het feit durven verklaren.
Verdachte heeft zich dan ook schuldig gemaakt aan een zeer ernstig feit en ernstig inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Dergelijk gewelddadig handelen is naar zijn aard wederrechtelijk en vindt op geen enkele manier een rechtvaardiging in de regels die binnen de club golden. De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij zich heeft laten leiden door de wetteloosheid binnen No Surrender en zich daarmee boven de samenleving heeft verheven. Voorts rekent de rechtbank het verdachte aan dat hij tot op de dag van vandaag geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen. Hij is niet ter terechtzitting verschenen om zich ten overstaan van de rechtbank te verantwoorden. Een en ander roept de vraag op of verdachte het kwalijke en verwerpelijke van zijn handelen wel inziet. Dit is een zorgelijke situatie.
Verdachte is bovendien zowel gedurende zijn lidmaatschap van No Surrender als daaraan voorafgaande vaker veroordeeld voor geweldsfeiten. Een jaar voorafgaande aan onderhavige feiten is verdachte tweemaal veroordeeld wegens mishandeling. En in april 2021 is verdachte veroordeeld voor medeplegen van zware mishandeling met voorbedachten rade voor een feit met als pleegdatum mei 2016, derhalve zeer kort na het feit waarvoor thans veroordeling volgt.
Gelet op de aard, ernst en context van de strafbare feiten is naar het oordeel van de rechtbank geen andere sanctie passend dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Alles afwegende acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden passend en geboden. Gelet op de overschrijding van de redelijke termijn en het feit dat artikel 63 Sr van toepassing is, zal de rechtbank daar 2 maanden op in mindering brengen en een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden opleggen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

Benadeelde partij

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 7.650,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden toegewezen met wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen standpunt ingenomen met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde. De vordering, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 10 maart 2016.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander of anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachte(n) deze al heeft/hebben betaald, en andersom.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36f, 47, 63, 303 en 312 van het Wetboek van Strafrecht. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder A en B ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden.

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan
[slachtoffer]te betalen:
  • het bedrag van
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 maart 2016 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat te betalen een bedrag van
€ 7.650,-(zegge: zevenduizendzeshonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 maart 2016 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 73 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.A. van Capelle, voorzitter, mr. R. Depping en mr. E.P. van Sloten, rechters, bijgestaan door mr. L. Lamers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 januari 2023.
Mr. E.P. van Sloten is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Uit het verhoor bij de rechter-commissaris blijkt dat aangever niet 57, maar 750 euro voor het hesje had betaald.
Zie relaas proces-verbaal betreffende het onderzoek “ [verdachte] ”, p. 2 e.v. van het dossier.