ECLI:NL:RBNNE:2023:1931

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
14 april 2023
Publicatiedatum
15 mei 2023
Zaaknummer
18-137291-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van oplichting, diefstal en witwassen; bedreiging met zware mishandeling bewezen verklaard

In deze zaak is de verdachte aangeklaagd voor oplichting, diefstal en witwassen in het kader van zogenoemde tikkie- en vriend in noodfraude. De rechtbank heeft op 14 april 2023 geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte te veroordelen voor de ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet in verband kan worden gebracht met de aangevers, waardoor hij voor deze feiten is vrijgesproken. De zaak betreft een periode van 1 maart 2020 tot en met 26 mei 2021, waarin de verdachte samen met anderen betrokken zou zijn geweest bij frauduleuze handelingen via internetbankieren en phishing.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
Parketnummer 18-137291-21
Ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18-046127-22
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 14 april 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] , wonende te [adres]
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 31 maart 2023.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. G.J.P.M. Grijmans, advocaat te Bolsward. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R. Janssens.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 18-137291-21
1
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks periode van 1 maart 2020 tot en met 26 mei 2021 te Heerenveen en/of Oldebroek en/of Meijel en/of Huizen en/of Ede en/of Leeuwarden en/of Sneek en/of
Den Haag en/of Meppel en/of Hattem en/of Zalk en/of Kampen en/of Dronten en/of Lelystad en/of Almere en/of Rotterdam en/of Soest, en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
  • [benadeelde partij 1] (2.185,01 euro en/of 1.200 euro en/of 235 euro en/of 300 euro en/of 450 euro) en/of
  • [benadeelde partij 2] (900 euro) en/of
  • [benadeelde partij 3] (900 euro en/of 508,00 euro en/of 50,74 euro) en/of
  • [benadeelde partij 4] en/of
  • [benadeelde partij 5] (1965,35 euro en/of 2.051,54 euro en/of 1.784,34 euro en/of
1.893,54 euro en/of 1.893,54 euro en/of 1.893,54 euro en/of 1.845,24 euro en/of
1.500 euro) en/of
  • [benadeelde partij 6] (1.940 euro en/of 1.340 euro en/of 1.460 euro en/of 52,99 euro en/of1.860 euro) en/of
  • [benadeelde partij 7] (1.438,96 euro en/of 1.184,32 euro) en/of
  • [benadeelde partij 8] (2.250,78 euro) en/of
  • [benadeelde partij 9] (2.100,45 euro en/of 2.250,00 euro) en/of
  • [benadeelde partij 10] (2.236 euro en/of 2.200 euro en/of 50 euro) en/of
een of meer anderen, heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig(e) goed(eren) en/of geldbedrag(en), het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens (voor internetbankieren), het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, door zich op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2020 tot en met 26 mei 2021 valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid voor te (laten) doen als een geïnteresseerde gebruiker van Marktplaats en/of Buckaroo en/of www.bol.com en/of bitnovo, voor de door perso(o)n(en)/aangever(s) geplaatste advertentie(s), en/of een (phishing/tikkie/betaalverzoek)link te sturen voor een aanmeldplatform van bovengenoemde Marktplaats en/of Buckaroo en/of www.bol.com en/of bitnovo om veilig te kunnen handelen, hetgeen doorleidde naar een valse / nep bankomgeving teneinde daar 0,01 cent te betalen, en/of aangever(s) te laten inloggen op een – al dan niet door verdachte en/of zijn medeverdachte(n) zelf gehoste en/of in eigen beheer van verdachte en/of zijn medeverdachte(n) zijnde internetpagina met daarop een – fictieve internetbankieren-omgeving teneinde die 0,01 cent te betalen, en/of op deze wijze de inloggegevens voor internetbankieren af te vangen van de desbetreffende aangever, waardoor verdachte en/of zijn mededader(s) hiermee konden inloggen op de internetbankieren-omgeving en/of aldaar diverse af- en overschrijvingen konden doen en/of verschillende betaal- en tegoedkaarten konden aanschaffen en/of nieuwe rekeningen konden koppelen aan het bankaccount van de desbetreffende aangever waar geld heen werd gesluisd en/of nieuwe devices aan die rekening/dat bankaccount konden koppelen, en/of
zich op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2020 tot en met 26 mei 2021 via WhatsApp valselijk voor te (laten) doen als een kennis en/of vriend en/of familielid van een of meer perso(o)n(en)/aangever(s), en/of voor te wenden dat deze kennis/vriend/familielid zijn telefoon kwijt was en/of niet bij zijn bankrekening kon door een blokkade en/of storing, en/of te vragen aan perso(o)n(en)/aangever(s) om geld voor te schieten voor een rekening die met spoed betaald moest worden, en/of aldus deze perso(o)n(en)/aangever(s) te bewegen om via een betaalverzoek (tikkie) een geldbedrag aan verdachte en/of zijn medeverdachten ‘te betalen’;
2
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2020 tot en met 26 mei 2021 te Heerenveen en/of Oldebroek en/of Meijel en/of Huizen en/of Ede en/of Leeuwarden en/of Sneek en/of Den Haag en/of Meppel en/of Hattem en/of Zalk en/of Kampen en/of Dronten en/of Lelystad en/of Almere en/of Rotterdam en/of Soest, en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) meermalen, althans eenmaal, de na te noemen geldbedrag(en), althans enig geldbedrag, in elk geval enig goed, dat geheel of gedeeltelijk aan een of meer ander(en)/perso(o)n(en)/aangever(s) toebehoorde(n), te weten aan
  • [benadeelde partij 1] (2.185,01 euro en/of 1.200 euro en/of 235 euro en/of 300 euro en/of 450 euro) en/of
  • [benadeelde partij 2] (900 euro) en/of
  • [benadeelde partij 3] (900 euro en/of 508,00 euro en/of 50,74 euro) en/of
  • [benadeelde partij 4] en/of
een of meer anderen, heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten, de via een – al dan niet door verdachte en/of zijn medeverdachte(n) zelf gehoste en/of in eigen beheer van verdachte en/of zijn medeverdachte(n) zijnde – phishinglink/website verkregen inloggegevens van/voor voornoemde ander(en)/perso(o)n(en)/aangever(s) internetbankieren, en/of met welke inloggegevens vervolgens door verdachte en/of zijn medeverdachten is/zijn ingelogd op de internetbankieren-omgeving van die ander(en)/perso(o)n(en)/aangever(s), en/of diverse betalingen/afschrijvingen/overschrijvingen zijn gedaan van die bankrekening/bankaccount en/of verschillende betaal- en tegoedkaarten zijn aangeschaft en/of nieuwe rekeningen zijn gekoppeld aan het bankaccount van de desbetreffende aangever waar geld heen werd doorgeboekt/overgeboekt/overgeschreven en/of nieuwe devices aan die
rekening/dat bankaccount zijn gekoppeld waarmee vervolgens
betalingen/afschrijvingen/overschrijvingen van die/dat bankrekening/bankaccount werden verricht en/of hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2020 tot en met 26 mei 2021 te Heerenveen en/of Oldebroek en/of Meijel en/of Huizen en/of
Ede en/of Leeuwarden en/of Sneek en/of Den Haag en/of Meppel en/of Hattem en/of Zalk en/of Kampen en/of Dronten en/of Lelystad en/of Almere en/of
Rotterdam en/of Soest, en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans éénmaal, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te weten een webserver van een bank met daarop het internetbankieren(account) van een of meerdere perso(o)n(en)/aangever(s), onder andere van:
  • [benadeelde partij 1] (2.185,01 euro en/of 1.200 euro en/of 235 euro en/of 300 euro en/of 450 euro) en/of
  • [benadeelde partij 2] (900 euro) en/of
  • [benadeelde partij 3] (900 euro en/of 508,00 euro en/of 50,74 euro) en/of
  • [benadeelde partij 4] en/ofeen of meer anderen is binnengedrongen
door het doorbreken van een beveiliging,
door een technische ingreep,
met behulp van valse signalen of een valse sleutel,
door het aannemen van een valse hoedanigheid
te weten door gebruik te maken van inloggegevens van internetbankieren van (onder andere) voornoemde perso(o)n(en)/aangever(s), welke inloggegevens door tussenkomt van een al dan niet door verdachte en/of zijn medeverdachte(n) zelf gehoste en/of in eigen beheer van verdachte en/of zijn medeverdachte(n) zijnde phishingwebsite/ valse inlogpagina voor internetbankieren zijn verkregen, en/of daarmee in te loggen op de daadwerkelijke internetbankieren-omgeving / het onlinebankieren-account op de website van de bank van (onder andere) voornoemde perso(o)n(en)/aangever(s);
3 hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van periode van 1 maart 2020 tot en met 26 mei 2021 te Heerenveen en/of Oldebroek en/of Meijel en/of Huizen en/of Ede en/of Leeuwarden en/of
Sneek en/of Den Haag en/of Meppel en/of Hattem en/of Zalk en/of Kampen en/of Dronten en/of Lelystad en/of Almere en/of Rotterdam en/of Soest, en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
(telkens) (een) voorwerp(en) en/of (een) geldbedrag(en) (te weten in totaal 42.020,33 euro), heeft/hebben verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet en/of van (een) voorwerp(en) en/of (een) geldbedrag(en) gebruik heeft/hebben gemaakt, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) kunnen vermoeden, dat dit/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - (mede) afkomstig was/waren uit enig en/of enig eigen misdrijf, en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
Parketnummer 18-046127-22
hij op of omstreeks 22 februari 2022 te Heerenveen, in de gemeente Heerenveen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde partij 11] , werkzaam als [functie] in het gemeentehuis , aldaar, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, immers heeft verdachte met een mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, vanaf korte afstand van die [benadeelde partij 11] (een) stekende beweging(en) gemaakt in de richting van het lichaam van die [benadeelde partij 11] en/of daarbij die [benadeelde partij 11] (onder meer) de dreigende woorden toegevoegd: "Ik kan je zo steken" en/of "Wil je van mij afblijven of moet ik U neersteken",althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 22 februari 2022 te Heerenveen, in de gemeente Heerenveen,
[benadeelde partij 11] , werkzaam als [functie] in het gemeentehuis , aldaar, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, immers heeft verdachte met een mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, vanaf korte afstand van die [benadeelde partij 11] (een) stekende beweging(en) gemaakt in de richting van het lichaam van die [benadeelde partij 11] , in elk geval een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, zichtbaar voor die [benadeelde partij 11] bij zich gehad en/of daarbij die [benadeelde partij 11]
(onder meer) de dreigende woorden toegevoegd: "Ik kan je zo steken" en/of "Wil je van mij afblijven of moet ik U neersteken", althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking;

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
Parketnummer 18-137291-21 Feit 1
De officier van justitie heeft ten aanzien van aangevers [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 3] , [benadeelde partij 4] , [benadeelde partij 5] en [benadeelde partij 6] vrijspraak gevorderd, wegens het ontbreken van wettig bewijs.
Ten aanzien van aangevers [benadeelde partij 7] , [benadeelde partij 8] , [benadeelde partij 9] en [benadeelde partij 10] heeft de officier van justitie veroordeling gevorderd voor het ten laste gelegde, gelet op de aangiftes, de verklaring van verdachte dat hij de pinpassen van [medeverdachte 1] tot zijn beschikking had en de verklaring van [medeverdachte 1] dat [verdachte] gebruik maakte van zijn rekening. Daarnaast had verdachte een e-mailadres, een afschrift van een identiteitsbewijs en een foto van [medeverdachte 2] in zijn telefoon staan. Het aangetroffen e-mailadres was gekoppeld aan de bankrekening die is gebruikt bij de oplichting van [benadeelde partij 10] . De officier van justitie voert aan dat de bijdrage van verdachte van voldoende gewicht is om deze aan te merken als een bewuste en nauwe samenwerking met één of meer mededaders in de pleegperiode van 20 oktober 2020 tot en met 23 oktober 2020.
Feit 2
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het ten laste gelegde, wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs.
Feit 3
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het ten laste gelegde. Verdachte heeft met bankpassen op naam van derden geld voorhanden gehad en omgezet of overgedragen, terwijl hij wist dat het geld van misdrijf afkomstig was. Gelet op de korte periode verzoekt de officier van justitie verdachte vrij te spreken van het gewoonte maken van witwassen.
Parketnummer 18-046127-22
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het primair ten laste gelegde, wegens het ontbreken van wettig bewijs. Het mes was niet geheel uitgeklapt en het is onduidelijk met hoeveel kracht verdachte gestoken heeft. Gelet hierop kan niet worden aangenomen dat er sprake is geweest van een aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel.
De officier van justitie acht het subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Hij heeft hiertoe het volgende aangevoerd. Verdachte heeft met een mes een stekende beweging gemaakt richting aangever en daarbij gezegd: “ik kan je zo steken”. Gelet op deze woorden en bewegingen acht de officier van justitie dat er wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte de aangever heeft bedreigd met zware mishandeling.
Standpunt van de verdediging
Parketnummer 18-137291-21 Feit 1, 2 en 3
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten
1, 2 en 3, wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs. Er zijn geen bewijsmiddelen in het dossier aanwezig waarmee verdachte in verband kan worden gebracht met oplichtings- of wegnemingshandelingen die bij aangevers [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 3] , [benadeelde partij 5] , [benadeelde partij 6] en [benadeelde partij 4] zijn uitgevoerd.
Bij verdachte zijn tijdens zijn aanhouding vier pinpassen aangetroffen op naam van [medeverdachte 1] . Aangevers [benadeelde partij 7] , [benadeelde partij 8] en [benadeelde partij 9] hebben geld overgemaakt naar een bankrekening op naam van [medeverdachte 1] . De gebruikte rekeningnummers komen echter niet overeen met de bij verdachte aangetroffen pinpassen. De bij de oplichting gebruikte bankrekeningnummers kunnen ook niet op andere wijze in verband worden gebracht met verdachte.
Aangever [benadeelde partij 10] heeft geld overgemaakt naar een bankrekeningnummer op naam van [medeverdachte 2] . In de notities van de telefoon van verdachte is dit rekeningnummer aangetroffen. Dit betekent echter niet zonder meer dat verdachte betrokken is geweest bij de oplichting van [benadeelde partij 10] .
Daarnaast heeft verdachte verklaard € 700,00 euro met een pinpas op naam van [getuige 1] te hebben gepind. De herkomst van dit geld kan echter niet worden herleid naar een specifieke aangever of oplichtingshandeling. Verdachte dient derhalve te worden vrijgesproken van oplichting, diefstal al dan niet met valse sleutel en (gewoonte)witwassen.
Parketnummer 18-046127-22
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde, wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs.
Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde heeft de raadsman eveneens vrijspraak bepleit. Hij heeft daartoe aangevoerd dat er niet kan worden vastgesteld dat de verdachte daadwerkelijk een mesje in zijn hand heeft gehad. Verdachte verklaart dat hij een telefoon in zijn hand vast had en dit wordt bevestigd door de camerabeelden. Ook de getuige heeft niet gezien dat verdachte een mes heeft gehad en daarmee een stekende beweging heeft gemaakt.
De getuige hoort verdachte zeggen dat hij aangever kan steken, maar dit is onvoldoende om vast te kunnen stellen dat aangever zich bedreigd heeft gevoeld. Aangever was werkzaam als [functie] waardoor het niet aannemelijk is dat hij zich door deze uitlating daadwerkelijk bedreigd heeft gevoeld. Indien de rechtbank de bedreiging wel bewezen acht, stelt de raadsman zich op het standpunt dat het enkel een verbale bedreiging betreft.
Oordeel van de rechtbank
Parketnummer 18-137291-21
De rechtbank acht de feiten 1,2 en 3 niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe het volgende.
Op 5 november 2021 is verdachte aangehouden in verband met een verdenking van diefstal met geweld in vereniging. Bij de insluitingsfouillering werden onder meer een drietal telefoons, drie bankpassen en twee creditcards op naam van derden aangetroffen. Een vierde telefoon is tijdens een doorzoeking aangetroffen in de slaapkamer van verdachte. Bij het uitlezen van de gegevens van de telefoons troffen verbalisanten diverse aanwijzingen aan waaruit kon blijken dat verdachte zich bezig heeft gehouden met het opvragen van bankpassen op naam van derden, het verschaffen van deze passen aan anderen en het installeren van spoofingsoftware en bankapplicaties. In de notities in de telefoons treffen verbalisanten diverse bankrekeningnummers, e-mailadressen en conceptberichten aan waaruit kon worden geconcludeerd dat verdachte zich bezig hield met diverse frauduleuze handelingen, ook wel “Bonken & Swipen” genoemd. Daarnaast achterhalen verbalisanten diverse gesprekken op de verschillende telefoons die duiden op het verdelen van opbrengst en het regelen van bankpassen.
Dit neemt niet weg dat de rechtbank per aangifte en ten laste gelegde zaak dient te beoordelen of verdachte hiermee in verband kan worden gebracht en of zijn rol daarbij zodanig is geweest dat hij als pleger of medepleger van oplichting, diefstal of witwassen kan worden aangemerkt. De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat voor de aangevers [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 3] , [benadeelde partij 4] , [benadeelde partij 5] en [benadeelde partij 6] geldt dat verdachte hiermee niet in verband kan worden gebracht zodat om die reden vrijspraak dient te volgen.
Voor de zaken van aangevers [benadeelde partij 7] , [benadeelde partij 8] , [benadeelde partij 9] en [benadeelde partij 10] geldt dat uit het dossier blijkt dat aangevers geld hebben overgemaakt op bankrekeningen van personen die in verband kunnen worden gebracht met verdachte. Het dossier bevat sterke aanwijzingen dat verdachte al dan niet gezamenlijk met deze personen rekeningen en bankpassen heeft aangevraagd, die aan onbekend gebleven anderen zijn verstrekt en die vervolgens zijn gebruikt bij de oplichting van de aangevers en het veilig stellen van de aldus verkregen gelden.
Bovendien zijn in de telefoons van verdachte gegevens van enkele van deze rekeningen aangetroffen.
De rechtbank is echter van oordeel dat ook als er van uit wordt gegaan dat het verdachte is geweest die de gegevens van deze bankrekeningen en de passen aan anderen heeft verstrekt, dit op zichzelf onvoldoende bewijs oplevert voor het plegen of medeplegen van oplichting van de aangevers of het witwassen van de aldus verkregen geldbedragen. Nu het dossier geen bewijs bevat dat verdachte uitvoeringshandelingen heeft verricht bij de gepleegde oplichtingen en/of het pinnen of anderszins voorhanden krijgen van de door oplichting verkregen gelden en tevens niet blijkt van een andere bijdrage van voldoende gewicht aan deze delicten, zal de rechtbank verdachte ook ter zake van deze aangevers vrijspreken. Dat het verstrekken van bankpassen aan derden in de wetenschap dat hiermee strafbare feiten zullen worden gepleegd mogelijk medeplichtigheid op kan leveren, kan onbesproken blijven omdat dat niet ten laste is gelegd.

Parketnummer 18-046127-22 1 Bewijsmiddelen

Aangever [benadeelde partij 11] heeft verklaard dat hij op 22 februari 2022 werkzaam was als [functie] in het gemeentehuis te Heerenveen. Op een gegeven moment komt verdachte binnenlopen en spreekt aangever op een agressieve wijze aan. Aangever verzocht verdachte om weg te gaan en stapt naar voren om verdachte achteruit de dwingen. Aangever ziet vervolgens dat verdachte een zakmesje uit zijn broekzak haalt, deze half openklapt en daarmee in zijn richting wijst. Verdachte maakt een stekende beweging richting aangever en zegt daarbij: “Ik kan je zo steken”. Aangever heeft de stekende beweging afgebroken door met zijn hand de hand van verdachte weg te tikken.
2
De getuige [getuige 2] heeft verklaard dat zij op 22 februari 2022 werkzaam was als receptiemedewerkster bij de Gemeente Heerenveen. Zij ziet verdachte binnenkomen. Nadat verdachte door aangever is aangesproken, hoort zij dat de verdachte begint te schelden. Vervolgens verzoekt aangever verdachte naar buiten te gaan. Ze hoort verdachte tegen aangever zeggen: “Ik kan je zo steken als ik wil”.
3
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] zijn na de melding naar de woning van verdachte gegaan waar zij verdachte aantreffen. Tijdens de fouillering vinden zij een zakmes bij verdachte. Tijdens het transport naar het cellencomplex in Leeuwarden horen zij verdachte uit zichzelf vertellen dat hij naar het gemeentehuis was gegaan in de ochtend en dat hij daar ook een zakmes bij zich had.
4
Bewijsoverweging
Uit de voornoemde verklaringen leidt de rechtbank af dat verdachte, ondanks zijn ontkenning, met een half opengeklapt mes een stekende beweging heeft gemaakt richting aangever en daarbij de woorden heeft toegevoegd: “Ik kan je zo steken”. De verklaringen van aangever en getuige komen op essentiële onderdelen overeen. Dat getuige [getuige 2] niet heeft gezien dat verdachte een zakmes in zijn hand heeft gehad doet aan het voorgaande niet af. Verdachte heeft immers zelf bij de politie aangegeven een zakmes te hebben meegenomen naar het gemeentehuis en ook is een zakmes bij hem aangetroffen.
Primair.
De rechtbank is, evenals de officier van justitie en verdediging, van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om te komen tot een bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het primair ten laste gelegde.
Subsidiair.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat, nu aangever juist als [functie] werkzaam was, er geen sprake is geweest van bedreiging. De rechtbank stelt voorop dat voor een veroordeling ter zake van bedreiging met zware mishandeling is vereist dat de bedreigde daadwerkelijk op de hoogte is geraakt van de bedreiging en de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de bedreigde in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat hij zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen en dat het opzet van de verdachte daarop was gericht.
Voor een veroordeling van bedreiging is niet vereist dat vast komt te staan dat bij de bedreigde daadwerkelijk vrees is ontstaan, voldoende is dat de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat zij in het algemeen geschikt is de vrees voor een inbreuk op de persoonlijke vrijheid teweeg te brengen.
5De beoordeling of sprake is van vrees bij de bedreigde is daarmee geobjectiveerd. De rechtbank is van oordeel dat het maken van een stekende beweging met een zakmes onder de woorden: “Ik kan je zo steken” in samenhang met de agressieve houding van verdachte objectief beschouwd geschikt is redelijke vrees teweeg te brengen. Dat aangever in de hoedanigheid van [functie] werkzaam was doet niet af aan de toetsing van dit objectieve criterium.
De rechtbank acht het onder subsidiair ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.

Bewezenverklaring

Parketnummer 18-046127-22
De rechtbank acht het subsidiair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij op 22 februari 2022 te Heerenveen, [benadeelde partij 11] , werkzaam als [functie] in het gemeentehuis , aldaar, heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte met een mes, vanaf korte afstand van die [benadeelde partij 11] een stekende beweging gemaakt in de richting van het lichaam van die [benadeelde partij 11] , en daarbij die [benadeelde partij 11]
de dreigende woorden toegevoegd: "Ik kan je zo steken"
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

Parketnummer 18-046127-22
Subsidiair Bedreiging met zware mishandeling.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert veroordeling van verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 360 dagen, waarvan 271 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Aan de voorwaardelijke gevangenisstraf moeten de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden worden verbonden zoals opgenomen in het reclasseringsrapport.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair gepleit voor integrale vrijspraak.
Indien de rechtbank komt tot een bewezenverklaring stelt de raadsman zich op het standpunt dat er een gevangenisstraf dient te volgen gelijk aan de duur van de reeds ondergane voorlopige hechtenis.
Oordeel van de rechtbank
Algemeen
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
Ernst van de feiten
Op 22 februari 2022 liep verdachte het gemeentehuis van Heerenveen binnen. Kort na zijn binnenkomst sprak hij de [functie] op agressieve wijze aan en positioneerde hij zichzelf dusdanig dat zij dicht op elkaar stonden. Op het verzoek van de [functie] om het gemeentehuis te verlaten reageerde verdachte door een zakmes uit zijn broekzak te halen en deze half opengeklapt richting de [functie] te wijzen. Vervolgens maakte hij een stekende beweging richting de [functie] waarbij zowel de [functie] als getuige hem horen zeggen “Ik kan je zo steken”. Met deze gedraging heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan bedreiging met zware mishandeling.
Ondanks dat verdachte de uitlatingen, zoals hij zelf heeft gezegd, uit een positie van onmacht en onder invloed heeft gedaan is de rechtbank van oordeel dat de uitlatingen wel degelijk bij aangever de redelijke vrees konden doen ontstaan dat verdachte hem zwaar lichamelijk letsel zou toebrengen. Dergelijke misdrijven kunnen gevoelens van angst en onzekerheid teweeg brengen bij niet alleen slachtoffers, maar ook de omstanders die hiervan getuige zijn geweest.
Documentatie
De rechtbank heeft acht geslagen op het de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie van 16 februari 2023. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor gelijksoortige misdrijven.
Op te leggen straf
Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsstraf aangewezen is, omdat de aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde door afdoening met een lichtere strafmodaliteit dan een gevangenisstraf miskend zouden worden. De rechtbank is van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 60 dagen, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, passend en geboden is. Omdat verdachte in de zaak waar hij wordt vrijgesproken en de zaak waarvoor hij wordt veroordeeld in totaal 89 dagen in voorarrest heeft verbleven, heeft hij deze straf feitelijk al ondergaan en hoeft hij niet terug naar de gevangenis. Gelet op hetgeen over de persoon van verdachte is gerapporteerd en de toelichting van de reclasseringsmedewerker ter terechtzitting zou een straf met bijzondere voorwaarden op zichzelf aangewezen zijn. De rechtbank ziet gelet op het ondergane voorarrest echter geen ruimte meer voor een voorwaardelijke straf met voorwaarden.

Beslag

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de verbeurdverklaring gevorderd van de op de beslaglijst vermelde voorwerpen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman stelt zich op het standpunt dat verdachte dient te worden vrijgesproken waardoor de goederen dienen te worden teruggegeven.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de op de beslaglijst vermelde mes verbeurdverklaren nu met betrekking tot dit goed het bewezenverklaarde feit is begaan. Gelet op de vrijspraak van de feiten met parketnummer 18137291-21 zal de rechtbank de teruggave gelasten van de overige in beslag genomen en niet teruggeven goederen.

Benadeelde partij

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
[benadeelde partij 6] , tot een bedrag van €6.652,99 ter vergoeding van materiële schade,vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde partij 2] , tot een bedrag van € 900,00 ter vergoeding van materiële schade,vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde partij 9] , tot een bedrag van € 4.351,23 ter vergoeding van materiële schade,vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan,
[benadeelde partij 7] , tot een bedrag van € 2.623,28 ter vergoeding van materiële schade,vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
[benadeelde partij 5] , tot een bedrag van € 9.382,01 ter vergoeding van materiële schade en eenbedrag van € 350,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
[benadeelde partij 10] , tot een bedrag van € 2.500,00 ter vergoeding van materiële schade,vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft toewijzing gevorderd van de gehele vordering van de benadeelde partijen [benadeelde partij 9] , [benadeelde partij 7] en [benadeelde partij 10] . De toegewezen vorderingen telkens te vermeerderen met de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
De officier van justitie heeft gevorderd de vorderingen van [benadeelde partij 6] , [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 5] niet-ontvankelijk te verklaren wegens de gevorderde vrijspraak voor deze feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair bepleit de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk te verklaren, gelet op de bepleite vrijspraak. Subsidiair heeft de raadsman bepleit de vordering van [benadeelde partij 7] toe te wijzen voor een bedrag ter hoogte van € 1.438.96. Dit bedrag is door aangever overgemaakt op een rekeningnummer dat terug te vinden is in de notities op de telefoon van verdachte. De raadsman verzoekt het overige deel af te wijzen omdat dit bedrag is overgemaakt op een rekeningnummer waarmee verdachte niet in verband kan worden gebracht. De raadsman verzoekt de rechtbank dit deel af te wijzen. Ten aanzien van de vordering van [benadeelde partij 9] verzoekt de raadsman het deel € 2.100,45 toe te wijzen. Dit bedrag is door aangever overgemaakt op een rekeningnummer dat terug te vinden is in de notities op de telefoon van verdachte. Voor het overige deel verzoekt de raadsman de aangever niet-ontvankelijk te verklaren omdat er geen verband kan worden gelegd tussen de schade en verdachte.
Ten aanzien van de vordering van [benadeelde partij 10] verzoekt de raadsman alleen de bedragen toe te wijzen die naar het rekeningnummer op naam van [medeverdachte 2] zijn overgemaakt. Dit is een bedrag ten hoogte van € 2.200,00. Voor het overige deel verzoekt de raadsman de vordering af te wijzen omdat er geen verband kan worden gelegd tussen de schade en verdachte.
Het oordeel van de rechtbank
Zoals hiervoor is overwogen wordt de verdachte vrijgesproken van de feiten waarvoor de benadeelde partijen schadevergoeding hebben gevraagd. Hierdoor kan de verdachte in deze strafzaak niet verantwoordelijk worden gehouden voor de gevorderde schade van de benadeelde partijen. De rechtbank verklaart daarom de benadeelde partijen in hun vorderingen niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de strafrechter de vorderingen van de benadeelde partijen niet inhoudelijk behandelt in deze strafzaak.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 33, 33a en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder parketnummer 18-137291-21 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder parketnummer 18-046127-22 subsidiair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 60 dagen.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.

Verklaart verbeurd het in beslag genomen mes.

Gelast de teruggaveaan [verdachte] van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven €2.450,00, Ledger (wallet for cryptocurrency), Apple Iphone 6, Huawei Was-Lx 1a, Apple A1429 en Apple A1688.
Verklaart de benadeelde partijen
[benadeelde partij 6] , [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 9] , [benadeelde partij 7] , [benadeelde partij 5]en
[benadeelde partij 10]niet-ontvankelijk in hun vorderingen;
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S. Sikkema, voorzitter, mr. T.M.L. Wolters en mr. A. de Jong, rechters, bijgestaan door mr. E.A. Gaastra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 april 2023.
Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s betreft dit delen van ambtsedige processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het dossier met nummer PL01002022047066 doorgenummerd 1 tot en met 31.
Pagina 17 en 18.
Pagina 23 en 24.
Pagina 26.
HR 3 februari 2004, 2004:AN9309.