ECLI:NL:RBNNE:2023:1887

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
11 mei 2023
Publicatiedatum
11 mei 2023
Zaaknummer
18-095736-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van twee broers voor grootschalige drugshandel en andere strafbare feiten in Groningen

De rechtbank Noord-Nederland heeft op 11 mei 2023 uitspraak gedaan in de zaak tegen twee broers, die beschuldigd werden van grootschalige drugshandel in Groningen. De oudste broer werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar voor het op grote schaal dealen in heroïne en cocaïne, evenals voor het opzettelijk aanwezig hebben van harddrugs, gewoontewitwassen, uitkeringsfraude en het voorhanden hebben van een wapen en munitie. De rechtbank oordeelde dat de broers gedurende meerdere jaren actief waren in de drugshandel, waarbij zij een netwerk van sub-dealers aanstuurden. De rechtbank baseerde haar oordeel op verklaringen van getuigen, inbeslagnames van drugs en wapens, en financieel onderzoek waaruit bleek dat de broers onverklaarbare vermogens hadden opgebouwd. De rechtbank achtte de verklaringen van de getuigen betrouwbaar en concludeerde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de ten laste gelegde feiten. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van zes jaar, waarbij de tijd in voorlopige hechtenis in mindering werd gebracht. Daarnaast werden de in beslag genomen drugs en telefoons onttrokken aan het verkeer en werden de verbeurd verklaard.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Groningen
parketnummer 18/095736-21
ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18/269260-22

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken

d.d. 11 mei 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1975 te [geboorteplaats] , thans gedetineerd te [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 13 april 2023.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J.B. van Faassen, advocaat te Amsterdam. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. I. Kluiter.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 18/095736-21
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot en met 10 mei 2021 te Groningen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op of omstreeks 19 april 2021 te Groningen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 11,82 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of ongeveer 3,25 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of ongeveer 4,23 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende 3,4-methyleendioxymethamfethamine (MDMA), zijnde cocaïne en/of heroïne en/of MDMA, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij op of omstreeks 10 mei 2021 te Groningen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 776,80 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of ongeveer 116,02 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
hij op of omstreeks 10 mei 2021 te Groningen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren van een of meer hoeveelhe(i)d(en) heroïne en/of cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van (een) materia(a)l(en) bevattende heroïne en/of cocaïne, zijnde heroïne en/of cocaïne, (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen een (grote) hoeveelhe(i)d(en) paracetamol, fenacetine en/of coffeïne, voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);
5.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot en met 10 mei 2021 te Groningen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) van (een) voorwerp(en), te weten één of meerdere geldbedrag(en) (€ 150 en/of € 59.352) en/of één of meerdere schoenen en/of één of meerdere zonnebrillen en/of één of meerdere merkjassen/merkkleding, heeft/hebben verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van de voornoemde voorwerpen gebruik heeft/hebben gemaakt, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op één of meer tijdstip (pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot en met 10 mei 2021 te Groningen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) van (een) voorwerp(en), te weten één of meerdere geldbedrag(en) (€ 150 en/of € 59.352) en/of één of meerdere schoenen en/of één of meerdere zonnebrillen en/of één of meerdere merkjassen, heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat voorwerp onmiddellijk afkomstig was uit enig eigen misdrijf en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt.
6.
hij in of omstreeks de periode van 18 mei 2018 tot en met 10 mei 2021 te Groningen, althans in Nederland, in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten artikel 17 van de Participatiewet, opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, en dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijze moest vermoeden dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes of eens anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten een (bijstand)uitkering via de gemeente krachtens die Participatiewet, dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming, door in het geheel niet aan de (afdeling sociale zaken van die) gemeente te melden dat hij in bovengenoemde periode werkzaamheden heeft verricht (drugshandel) en/of (uit die werkzaamheden) inkomsten heeft ontvangen, althans dat zijn vermogen (winsten) zijn toegenomen, zulks terwijl dat toen (telkens) wel het geval was;
7.
hij op of omstreeks 19 april 2021 te Groningen, althans in Nederland, munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 10 (centraalvuur) hagelpatronen van het merk Sellier & Bellot in het kaliber .12 Gauge, type Special Slug, voorhanden heeft gehad;
Parketnummer 18/269260-22
1. hij op of omstreeks 6 mei 2022 te Groningen, althans in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 193,53 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of ongeveer 160,74 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op of omstreeks 6 mei 2022 te Groningen, althans in Nederland, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren van een of meer hoeveelhe(i)d(en) heroïne en/of cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van (een) materia(a)l(en) bevattende heroïne en/of cocaïne, zijnde heroïne en/of cocaïne, (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen een (grote) hoeveelhe(i)d(en) paracetamol, fenacetine en/of coffeïne en/of cellulose, voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);
3. hij op of omstreeks 6 mei 2022 te Groningen, althans in Nederland, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een revolver, van het merk Smith & Wesson, model .38 S&W Special, kaliber .38, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool en/of munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 5 (centraalvuur) kogelpatronen van het merk CBC in het kaliber .38 en/of
3 ( centraalvuur) kogelpatronen van het merk GFL, volmantel in het kaliber 7.65mm en/of
3 ( centraalvuur) hagelpatronen van het merk Eley VIP in het kaliber .12 en/of
3 ( centraalvuur) hagelpatronen van het merk Decathlon, Super Chasse in het kaliber .12 en/of
3 ( centraalvuur) hagelpatronen van het merk Decathlon, Brenneke (slug) in het kaliber .12 en/of
5 ( centraalvuur) hagelpatronen van het merk Eley in het kaliber .16 en/of munitie van categorie II lid 3 van de Wet wapens en munitie, te weten 3 pyrotechnische patronen, kaliber 15mm, voorhanden heeft gehad.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
Parketnummer 18/095736-21
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor alle ten laste gelegde feiten. Met betrekking tot het onder 2, 3, 4 en 5 primair ten laste gelegde heeft de officier van justitie bepleit dat het ten laste gelegde medeplegen niet wettig en overtuigend bewezen kan worden. Met betrekking tot het onder 5 primair ten laste gelegde heeft de officier van justitie daarnaast bepleit dat het witwassen van € 150,00 en van de luxegoederen niet wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Parketnummer 18/269260-22
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor alle ten laste gelegde feiten.
Standpunt van de verdediging
Parketnummer 18/095736-21
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1, 5 en 6 ten laste gelegde. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde kan niet wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de handel in harddrugs. Het opsporingsonderzoek wordt gekenschetst door grote hiaten. In 2016 en 2017 wordt niets geverbaliseerd. In 2018 en 2019 is er bij momenten enige opsporingsactiviteit, maar zonder concrete resultaten. Op 22 januari 2018 komt er een anonieme melder bij het politiebureau die verklaart over twee Antilliaanse broers ‘ [naam 1] en [naam 2] ’ die anderen voor zich laten dealen. Verdachte is echter van Surinaamse afkomst. Daarnaast wordt een telefoonnummer gegeven dat niet gelinkt kan worden aan verdachte of zijn broer. Verder blijkt uit de getuigenverhoren bij de rechter-commissaris dat er meerdere dealers van Antilliaanse afkomst met de naam ‘ [naam 1] ’ in Groningen actief zijn. Daarnaast is het proces-verbaal met de anonieme melding pas twee en een half jaar later opgemaakt. Bovendien blijkt uit het dossier dat de politie er direct vanuit gaat dat ‘ [naam 1] en [naam 2] ’ verdachte en zijn broer, medeverdachte [medeverdachte] , betreffen en dat zij geen enkele moeite hebben gedaan om op zoek te gaan naar de Antilliaanse broers die gebruik maken van het telefoonnummer dat door de melder is doorgegeven. Zonder enige concrete informatie wordt verdachte aan het begin van het onderzoek al gezien en weggeschreven als drugshandelaar door de politie.
De verklaringen van de [naam 3] tegenover de politie zijn aan de hand van een aantal controleerbare feiten aantoonbaar onjuist. Uit onderzoek aan de telefoon die onder [naam 3] in beslag is genomen, blijkt dat hij een aantal keer is gebeld door het telefoonnummer [telefoonnummer] . Daarnaast is er een oproep van 21 seconden met het nummer [telefoonnummer] . De politie koppelt het laatste telefoonnummer via een aangifte uit 2019 aan verdachte. Verdachte ontkent echter ten stelligste dat hij de gebruiker van het telefoonnummer is, laat staan dat hij ermee aangifte heeft gedaan. Daarnaast ontkent hij dat het e-mailadres op de aangifte, [e-mailadres] , zijn e-mailadres is. Dit emailadres is ook te zien op een stuk van de gemeente Groningen op pagina 1046 van het dossier. Het handschrift komt echter niet overeen met het handschrift van verdachte zoals blijkt uit zijn handgeschreven laatste woord.
Het dossier bevat enkel deze (door verdachte) betwiste metadata. De politie heeft nagelaten om nadere en voor de hand liggende onderzoekshandelingen te verrichten naar de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] . Van gebrekkig onderzoek blijkt wederom bij het onderzoek aan de blauwe Nokia die is aangetroffen in het [bedrijf 1] . Van de zestig gemiste oproepen wordt door de politie slechts één getuige benaderd. Daarnaast heeft de politie niet alle gegevensdragers uitgelezen en niet alle inbeslaggenomen telefoons onderzocht. Daarnaast ontstaat het vermoeden dat de politie niet alleen gebrekkig onderzoek heeft gedaan, maar ook potentieel ontlastend materiaal uit het dossier heeft gelaten. Getuige [getuige 1] heeft bij de rechter-commissaris aangegeven dat hem tijdens het verhoor bij de politie foto’s zijn getoond van twee mannen, maar dat hij deze mannen niet herkende. De foto’s die hem zijn getoond, betreffen zeer waarschijnlijk foto’s van verdachte en medeverdachte [medeverdachte] . Hiervan is echter geen proces-verbaal opgemaakt.
Voorts dient de verklaring van getuige [getuige 2] uitgesloten te worden van het bewijs. Zijn verklaring betreft voornamelijk een de auditu-verklaring. Hij heeft aangegeven dat hij de foto van verdachte voor 100% herkent als de persoon die hij ‘ [naam 1] ’ noemt. Het is echter onduidelijk op welke wijze de fotoconfrontatie heeft plaatsgevonden. Hier is geen proces-verbaal van opgemaakt. De desbetreffende verbalisant, de heer [naam 4] , is al jaren bij het onderzoek betrokken en weet naar alle waarschijnlijkheid hoe verdachte eruit ziet. Beïnvloeding ligt derhalve op de loer. Daar komt bij dat verdachte en zijn broer erg op elkaar lijken.
Verdachte heeft vanaf het begin af aan aangegeven dat hetgeen de getuigen verklaren niet klopt. Om die reden heeft de verdediging verzocht om alle getuigen nogmaals te horen bij de rechtercommissaris. Zonder uitzondering verklaren alle getuigen tegenover de rechter-commissaris compleet anders dan zij tegenover de politie hebben verklaard. Dit doet afbreuk aan hun betrouwbaarheid. Getuigen [naam 3] en [getuige 3] verklaren dat zij onder druk zijn gezet door de politie omdat zij lange tijd op het politiebureau moesten wachten en zij in de tussentijd geen methadon verstrekt kregen. De verklaring die getuige [getuige 2] heeft afgelegd tegenover de rechter-commissaris bestaat vooral uit aannames. Daarnaast betreft hij een man die naar eigen zeggen al 15 tot 25 dealers heeft versleten en wiens hersenen niet meer zo goed werken. Hij gaat derhalve af op verhalen van anderen terwijl hij het zelf allemaal niet meer zo goed weet.
Tot slot wordt verdachte in al die jaren niet één keer door de politie gezien. Ze zien hem niet handelen en niet in het gezelschap van één van de getuigen.
Mocht u toch tot een bewezenverklaring komen van het onder 1 ten laste gelegde, dan dient de pleegperiode – gelet op hetgeen hiervoor reeds is aangevoerd – beperkt te worden tot 19 april 2021 tot en met 10 mei 2021.
Met betrekking tot het onder 5 ten laste gelegde is er – gelet op de door de verdediging bepleite vrijspraak voor het onder 1 ten laste gelegde – geen direct bewijs dat het geld afkomstig is uit enig misdrijf. Ook het vermoeden daartoe ontbreekt. Daarnaast betreft de berekening van het Nibud een algemene berekening die niet zonder meer toepasbaar is op verdachte. In de berekening van het onverklaarbaar vermogen wordt bovendien geen rekening gehouden met geld dat verdachte heeft ontvangen van familie in Suriname. Voorts verklaart getuige [getuige 4] , de vriendin van verdachte, dat zij verdachte nooit met geld in zijn handen heeft gezien. Subsidiair dient de abstracte schatting van het Nibud buiten beschouwing te worden gelaten en dient verdachte derhalve van het witwassen van
€ 23.605,00 vrijgesproken te worden. Tot slot kan het witwassen van de luxegoederen niet wettig en overtuigend bewezen worden.
Met betrekking tot het onder 6 ten laste gelegde kan – gelet op de door de verdediging bepleite vrijspraak voor het onder 1 ten laste gelegde – niet worden vastgesteld dat verdachte werkzaamheden heeft verricht en daaruit inkomsten heeft ontvangen. Subsidiair dient de pleegperiode – net als bij feit 1 – fors beperkt te worden.
Ten aanzien van het onder 2, 3, 4 en 7 ten laste gelegde heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Met betrekking tot het onder 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft de raadsman opgemerkt dat hij met de officier van justitie van oordeel is dat het medeplegen niet wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Parketnummer 18/269260-22
De raadsman heeft zich ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde heeft de raadsman betoogd dat verdachte vrijgesproken dient te worden van het voorhanden hebben van de
aangetroffen kogelpatronen. Het DNA-onderzoek wijst volledig in de richting van mevrouw [getuige 4] . Daarnaast zijn deze kogelpatronen aangetroffen op een plek waar verdachte niet direct toegang toe, of zicht op, had.
Oordeel van de rechtbank
Parketnummer 18/095736-21
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ten aanzien van het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De door verdachte ter zitting van 13 april 2023 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik heb aan de [adres] en aan de [adres] te Groningen gewoond. Ik word wel eens ‘ [naam 1] ’ genoemd.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 8 februari2018, opgenomen op pagina 9 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL01002020229405 d.d. 17 juni 2021, inhoudend als verklaring van [naam 3] :
Ik werk voor [naam 1] als drugsdealer. [naam 2] , zijn broer, is de jongste. Ze krijgen kilo’s cocaïne binnen. Deze drugs komt vanuit Rotterdam. Zij gaan altijd alleen naar Rotterdam, nooit beiden. Ik breng dope naar het station en daar wordt het opgehaald door iemand die het buiten de stad verkoopt. Ik kreeg het geld en dat heb ik vervolgens weer weggebracht. Ik moet ook wel eens geld wegbrengen van de ene broer naar de andere. Ook moest ik wel eens € 600,00 a € 700,00 kleingeld afstorten bij de ING. Ik kreeg dan een bankpas mee.
Gisteren heb ik drugs gehaald aan de [adres] . Ik krijg dan blikjes met drugs. Afhankelijk van hoe druk het is, zit er een bepaalde hoeveelheid drugs in. Het blikje wat ik in de ochtend krijg, moet ik in de avond weer inleveren met het geld erbij.
In elk bolletje zit denk ik 2 streep wit en een kwart aan bruin. Elk bolletje is € 10,00. Bruin zit iets meer in omdat het goedkoper is om in te kopen. Ik moest heel vaak de drugs testen als er een nieuwe lading was. De drugs waren altijd goede kwaliteit. Er zat geen rotzooi in. Een handje, 5 gram drugs, kost € 160,00/€ 170,00 voor wit en voor bruin ongeveer € 120,00. De klanten worden aan mij doorgegeven en ik breng het. Ik weet bijna alles over de jongens, [naam 1] en [naam 2] . De jongens die voor hen werkten, zijn [getuige 1] , [naam 5] , [getuige 3] en [naam 6] waarvan ik de achternaam niet ken. Ik ben heel erg bang voor [naam 1] en [naam 2] . Die fietsen waar we op rijden, betalen we zelf. Deze worden door [naam 2] online besteld en vervolgens laten ze deze bij mij afleveren. Ook als de anderen een nieuwe fiets nodig hebben. Het geld voor de fietsen wordt op ons loon ingehouden. Ik ken geen andere namen van [naam 2] en [naam 1] . Op de bankpassen, die ik van ze kreeg, stond
[verdachte] . [naam 2] wisselt ook regelmatig van telefoon. Dat is voor jullie ook niet te tappen. [naam 1] en [naam 2] zijn de grotere jongens in Groningen. Ze maken alle bolletjes zelf. [naam 2] doet het op het oog. [naam 1] doet alles met een weegschaal.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aanhouding verdachte d.d. 6 juni 2020,opgenomen op pagina 14 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Op 6 juni 2020 omstreeks 20:15 uur bevonden wij, verbalisanten, ons op de [adres] te Groningen. In de genoemde straat is woonachtig de ons ambtshalve bekende [naam 3] , nader te noemen verdachte. Verdachte is door ons de afgelopen jaren meerdere malen aangehouden in verband met de handel in verdovende middelen. Waarbij verdachte zich verplaatst op een elektrische fiets en de verdovende middelen bewaard worden in kleine blikken doosjes. Eerder op de dag werd verdachte door ons driemaal gezien waarbij hij korte bezoekjes aflegde in de wijk .
Omstreeks het eerst genoemde tijdstip zagen wij de fiets van verdachte, een elektrische fiets van het merk Sparta, voor de woning van verdachte staan. Kort hierop zagen wij verdachte uit zijn woning komen, naar de fiets toelopen en wegfietsen. Wij zagen dat verdachte vervolgens met zijn fiets naast een geparkeerd voertuig stond. Wij zagen dat verdachte en de bestuurder iets aan elkaar overhandigden waarna verdachte vervolgens wegliep van het voertuig. Ik, eerste verbalisant, ben uitgestapt en heb verdachte aangesproken. Ik zag dat verdachte iets uit zijn linker jaszak haalde en dit probeerde weg te gooien. Echter, viel dit voor zijn voeten op grond. Ik, eerste verbalisant, zag dat het een metalen blikje met rode kleuren betrof. Mij is bekend dat verdachte hier normaal gesproken zijn verdovende middelen in bewaard. Ik, eerste verbalisant, zag dat verdachte nog enkele geldbiljetten in zijn handen had. Ik, eerste verbalisant, zag dat in het blikje diverse bruin en wit gekleurde, dicht gebrande bolletjes zaten, mij bekend als zijnde mogelijk heroïne en cocaïne.
Ik, tweede verbalisant, ben in gesprek gegaan met de bestuurder van het genoemde voertuig. Ik, tweede verbalisant, zag dat de bestuurder drie bolletjes met een bruine inhoud in zijn hand had liggen. Wij, verbalisanten, hoorden dat de bestuurder aangaf dit net gekocht te hebben van de persoon die bij zijn auto stond en hiervoor € 25,00 te hebben betaald. De bestuurder gaf aan dat hij drie bolletjes heroïne had gekocht. De bestuurder gaf aan dat de kwaliteit van de drugs bij deze dealer altijd van constante kwaliteit is en doet wat het moet doen. De bestuurder gaf aan dat hij al jaren van dezelfde dealer koopt.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 6 juni 2020,opgenomen op pagina 17 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 3] :
V: We hebben vandaag gezien dat jij bij een voertuig stil stond aan de [adres] . We zagen dat jij de bestuurder iets overhandigde en de bestuurder jou ook. Wat heb je die bestuurder gegeven?
A: Drie bolletjes met heroïne. Hij heeft daar € 25,00 voor betaald.
V: Hoe is dat contact gegaan?
A: Hij belt iemand op en die stuurt mij daar heen. Hij staat in de telefoon als ‘PA’. Hij noemt zich ‘ [naam 1] ’. Hij is een donkere jongen. Hij woont daar bij de [bedrijf 2] in [adres] . Op [adres] . Die straat voor de [bedrijf 2] . Ik weet niet hoe die straat heet.
O: Op Google Maps wijst verdachte de [adres] aan.
A: Ik werk ongeveer 2 dagen per week voor hem. We spreken af bij zijn woning en dan ga ik daar naar binnen en krijg ik wat van hem. 20 bolletjes wit en 15 bolletjes bruin. Dat wordt verpakt in een blik.
V: Hoe verplaatst hij zich?
A: Met zijn Vespa scooter met een blauw plaatje.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 juni 2020,opgenomen op pagina 22 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 18 juni 2020 omstreeks 16.00 uur heb ik de telefoon bekeken die in beslag genomen was bij verdachte [naar de rechtbank begrijpt: [naam 3] ]. Ik zag in de logbestanden van het toestel dat verdachte vlak voor zijn aanhouding enkele gesprekken heeft ontvangen van twee verschillende telefoonnummers. Het tweede nummer betreft [telefoonnummer] en staat onder de naam “Pa” opgeslagen in het toestel. Met dit nummer heeft één kort gesprek van 21 seconden plaatsgevonden vlak voor de aanhouding van verdachte. Bij onderzoek naar dit nummer in de politiesystemen komt de naam van [verdachte] van [geboortedatum] 1975 te [geboorteplaats] naar voren. In een aangifte onder bvh nummer 2019245559 heeft [verdachte] dit telefoonnummer opgegeven als zijnde zijn privénummer waarop hij is te bereiken en geeft hij [e-mailadres] op als zijnde zijn e-mailadres.
In het verhoor verklaarde verdachte dat hij dealt voor iemand die zich [naam 1] noemt en gaf aan dat deze woonachtig is aan de [adres] te Groningen. Volgens de GBA gegevens staat op genoemd adres ingeschreven [verdachte] van [geboortedatum] 1975 te [geboorteplaats] .
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 april 2021,opgenomen op pagina 627 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 19 april 2021 vond er een doorzoeking ter inbeslagname plaats van een appartement aan de [adres] te Groningen. Dit is het woonadres van [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum] 1978 te [geboorteplaats] .
In de slaapkamer (1) achter de televisie op de ladekast lagen 3 plasticzakjes met vermoedelijk drugs (2 x cocaïne en 1 x heroïne). In de hal in de meterkast welke zich naast de kapstok bevond lag een cocaïne pers. Uit de berging/washok werden een cocaïne pers + stempel en een cocaïne pers + zeef in beslag genomen. In de woonkamer op de witte salontafel zag ik een zilverkleurig vierkant blikje liggen. Naast dit blikje lag een tangetje, nagelknipper en een vuuraansteker. In dit blikje zaten witte en bruine bolletjes (vermoedelijk drugs). Op de onderste laag van de salontafel zag ik 1 plastic zakje met een witte substantie liggen en een plastic zakje met bruine substantie (vermoedelijk drugs). Bij binnenkomst in de keuken vanuit de hal zag ik in de meest linkerhoek een witte eettafel staan met daaromheen een aantal stoelen. Op tafel lagen een tal van mobiele telefoons en nog wat andere goederen. Op één van deze stoelen stond een groene Eastpak rugtas. Deze tas stond open. In deze tas zijn verschillende soorten drugs aangetroffen. In het voorste vakje van de tas werd 1 roze pil aangetroffen en in beslag genomen. In het hoofdvak zat een blauw mapje met daarin het rijbewijs en identiteitsbewijs van [medeverdachte] . Tevens werden in het hoofdvak van de tas een groot rechthoekig lichtbruin blok, een middelgroot rechthoekige bruin blok met opschrift A en 203, een middelgroot vierkant wit blok en 8 kleine verpakkingen witte en bruine drugs, aangetroffen en in beslag genomen. Naast de keukentafel op de grond lag nog een Nike sporttas. Hierin werd een zakje met een tal aan fietssleutels aangetroffen. Verder werden er nog meerdere aankoopbewijzen bij verschillende winkels aangetroffen. Vanuit het schuurtje zijn onderdelen van een cocaïne pers en een scooter Piaggio Vespa Sprint met kenteken [kenteken] in beslag genomen. Op de tafel van de woonkamer werden vier Nokia telefoons aangetroffen en in beslag genomen.
7. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 26
e.v. van het KVI dossier, bijgevoegd bij voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Inbeslagneming
Plaats : [adres] Groningen
Datum en tijd : 19 april 2021 te 12:04 uur
Omstandigheden : Verdovende middelen aangetroffen in rugzak in woning verdachte.
Volgnummer 1
Goednummer : PL0100-2020229405-1377857 Bijzonderheden : Zakje met groot wit brok
Volgnummer 2
Goednummer : PL0100-2020229405-1377859
Bijzonderheden : Zakje met groot vierkant blok
Volgnummer 3
Goednummer : PL0100-2020229405-1377860 Bijzonderheden : Zakje met brokjes wit/beige
Volgnummer 4
Goednummer : PL0100-2020229405-1377861 Bijzonderheden : Zakje met wit poeder
Volgnummer 5
Goednummer : PL0100-2020229405-1377862
Bijzonderheden : Zakje met grote witte brokken
Volgnummer 6
Goednummer : PL0100-2020229405-1377863
Bijzonderheden : Vierkant blok in plastic zakje
Volgnummer 7
Goednummer : PL0100-2020229405-1377865 Bijzonderheden : Zakje met bruin poeder
Volgnummer 8
Goednummer : PL0100-2020229405-1377866
Bijzonderheden : Zakje met bruine brokjes en poeder
Volgnummer 9
Goednummer : PL0100-2020229405-1377870
Bijzonderheden : 1 paarse pil met onduidelijke opdruk
8. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 32
e.v. van het KVI dossier, bijgevoegd bij voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Inbeslagneming
Plaats : [adres] Groningen
Datum en tijd : 19 april 2021 te 11:30 uur
Omstandigheden : Bolletjes in blik aangetroffen op salontafel in de woonkamer. De zakjes bruin en wit poeder aangetroffen onder salontafel in de woonkamer.
Volgnummer 1
Goednummer : PL0100-2020229405-1377867 Bijzonderheden : Zakje wit poeder
Volgnummer 2
Goednummer : PL0100-2020229405-1377869 Bijzonderheden : 1 zakje bruin poeder
Volgnummer 3
Goednummer : PL0100-2020229405-1377873 Bijzonderheden : 36 x wit
Volgnummer 4
Goednummer : PL0100-2020229405-1377874 Bijzonderheden : 18 x bruin bolletje
9. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, bijgevoegd bij voornoemddossier, voor zover inhoudend:
Inbeslagneming
Plaats : [adres] Groningen
Datum en tijd : 19 april 2021 te 09:10 uur
Omstandigheden : Tijdens de doorzoeking in woning [adres] te Groningen is een bruin blok aangetroffen met daarin vermoedelijk heroïne. Dit blok bevond zich in een groene rugtas in de woonkamer.
Volgnummer 1
Goednummer : PL0100-2020229405-1377311
Bijzonderheden : Bruine verpakking, 516 gram inclusief verpakkingsmateriaal.
10. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, bijgevoegd bijvoornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Inbeslagneming
Plaats : [adres] Groningen
Datum en tijd : 19 april 2021 te 09:10 uur
Omstandigheden : Aangetroffen in de woning [adres] . Vermoedelijk cocaïne.
Volgnummer 1
Goednummer : PL0100-2020229405-1377304
Bijzonderheden : 505 gram inclusief verpakking
11. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, bijgevoegd bijvoornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Inbeslagneming
Plaats : [adres] Groningen
Datum en tijd : 19 april 2021 te 09:10 uur
Omstandigheden : 1 pakket cocaïne. Betreft een pak dat is ingeseald. Vermoedelijke inhoud cocaïne. Pakket is aangetroffen in een groene rugtas in de woonkamer. In deze tas zaten nog een aantal pakketten.
Volgnummer 1
Goednummer : PL0100-2020229405-1377300
Bijzonderheden : 1 pak cocaïne, 1190 gram inclusief verpakkingsmateriaal
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 april 2021,opgenomen op pagina 845 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 19 april 2021 omstreeks 06:00 uur werd de woning aan de [adres] te Groningen binnengetreden. De zoeking werd om 07:45 uur geopend.
In de keuken in het kastje onder de gootsteen werd een cola fles van het merk Pepsi aangetroffen. Deze was voorzien van een verborgen ruimte waarin een zakje met wit poeder zat verstopt.
In de woonkamer onder de salontafel werden de volgende goederen aangetroffen:
  • Zeven (7) ijzeren blikjes. In één van de blikjes zaten in totaal 27 kleine bolletjes. Hiervan waren er11 bruin gekleurd en 16 wit gekleurd;
  • Plastic zakje met daarin negen blauw gekleurde pilletjes met een opdruk van het logo vanvoetbalclub Barcelona;
  • Weegschaaltje welke was voorzien met resten wit poeder;
  • Twee aardappelschilmesjes waarbij het lemmet wit en bruin verkleurd zijn;- Sleutel van het merk Vespa.
Nabij de openhaard lagen twee telefoons waarvan één van het merk iPhone en één van het merk Nokia. Verder werden er in de woonkamer vier identiteitskaarten aangetroffen welke niet op naam van de verdachte stonden.
In de schuur welke achter woning is gelegen, werd een elektrische fiets aangetroffen van het merk Sparta.
13. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina55 e.v. van het KVI dossier, bijgevoegd bij voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Inbeslagneming
Plaats : [adres] Groningen
Datum en tijd : 19 april 2021 te 11:00 uur
Omstandigheden : Zakje met vermoedelijke opium, aangetroffen in cola flesje
Volgnummer 1
Goednummer : PL0100-2020229405-1377322 Bijzonderheden : Zakje met wit poeder
14. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina59 e.v. van het KVI dossier, bijgevoegd bij voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Inbeslagneming
Plaats : [adres] Groningen
Datum en tijd : 19 april 2021 te 11:00 uur
Omstandigheden : 11 bolletjes bruin en 16 bolletjes wit aangetroffen in een blikje onder salontafel.
Volgnummer 1
Goednummer : PL0100-2020229405-1377335
Bijzonderheden : 11 bolletjes wit bruto 3,90 gram
Volgnummer 2
Goednummer : PL0100-2020229405-1377337 Bijzonderheden : 11 bolletjes bruin 3,60 gram
15. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina64 e.v. van het KVI dossier, bijgevoegd bij voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Inbeslagneming
Plaats : [adres] Groningen
Datum en tijd : 19 april 2021 te 11:00 uur
Omstandigheden : Zakje met 9 pillen aangetroffen onder de salontafel woonkamer
Volgnummer 1
Goednummer : PL0100-2020229405-1377354
Bijzonderheden : 9 Barcelona pillen bruto 4,75 gram
16. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 mei 2021,opgenomen op pagina 1061 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Op 10 mei 2021 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in het [bedrijf 1] , [adres] , gelegen aan de [adres] te Groningen. Dit betreft de hotelkamer waar verdachte [verdachte] is aangehouden.
In de kamer werd door ons, verbalisanten, het volgende aangetroffen:
Rond tafeltje, bijlage B met nummering 1 t/m 7
# Weegschaaltje met witte poederresten;
# Losse kleine witte bolletjes, gewicht 2,96 gram;
# Drie telefoons;
# Zakje met een bol bruin poeder, gewicht 9,51 gram;
# Zakje met wit poeder, gewicht 9,52 gram;
# Halve fles met verborgen compartiment met hierin twee zakjes. Een zakje met wit poeder met een gewicht van 11,94 gram. Een zakje met hierin bruin poeder met een gewicht van 6,91 gram.
Bureautafeltje tegen wand, bijlage C met nummering C1 t/m C7
# Halve fles met verborgen compartiment, passende op de fles op de ronde tafel.
In sporttas op bed
# Pan met soeplepel met hierin witte poederresten;
# In een zilverkleurige rugzak een accu voor een elektrische fiets.
17. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 81 e.v. van het KVI dossier, bijgevoegd bij voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Inbeslagneming
Plaats : [adres] Groningen
Datum en tijd : 10 mei 2021 te 13:00 uur
Omstandigheden : In de hotelkamer van de verdachte werden meerdere zakjes met vermoedelijk verdovende middelen aangetroffen.
Volgnummer 1
Goednummer : PL0100-2020229405-1383349
Bijzonderheden : Boterhamzakje met wit poeder 11,94 gram netto
Volgnummer 2
Goednummer : PL0100-2020229405-1383350
Bijzonderheden : 12 bolletjes wit poeder 2,96 gram bruto
Volgnummer 3
Goednummer : PL0100-2020229405-1383365
Bijzonderheden : Zakje met bruin. 6,91 gram bruto
Volgnummer 4
Goednummer : PL0100-2020229405-1383366
Bijzonderheden : Zakje met bruin poeder. 9,51 gram bruto
Volgnummer 5
Goednummer : PL0100-2020229405-1383367
Bijzonderheden : Zakje met wit grof poeder 9,52 gram bruto
18. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 mei 2021,opgenomen op pagina 1114 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Op 10 mei 2021 te 14:03 uur spraken wij, verbalisanten, met de getuige [getuige 5] . De getuige, werkzaam in het [bedrijf 1] , verklaarde dat de verdachte [verdachte] al sinds 12 april 2021 als gast in het hotel verbleef op [adres] . De verdachte zou veel nachtelijke aanloop hebben en geen housekeeping of hotelpersoneel willen toelaten in de kamer.
Op 10 mei 2021 te 16:25 uur werd ik, eerste verbalisant, gebeld door de getuige en hoorde ik dat de getuige aangaf nog spullen te hebben aangetroffen in de kamer van de verdachte. De getuige verklaarde ons, verbalisanten, dat hij een grote hoeveelheid vermoedelijk verdovende middelen had aangetroffen in de televisiekast. Ter plaatse overhandigde de getuige ons een grote papieren bruine zak. Wij keken in voornoemde zak en zagen hierin allemaal boterhamzakjes met hierin bruin en wit gekleurd poeder, sommige in grote brokken. Het totale gewicht van het witte en bruine poeder bedroeg: 1,2 kilogram. In de bruine tas werd door ons nog een zwarte kleine weegschaal met allemaal witte poederresten erop aangetroffen.
19. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina89 e.v. van het KVI dossier, bijgevoegd bij voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Inbeslagneming
Plaats : [adres] Groningen
Datum en tijd : 10 mei 2021 te 16:40 uur
Omstandigheden : In de hotelkamer, in een afgesloten kast, werden meerdere verpakkingen aangetroffen met daarin vermoedelijk verdovende middelen. Een eerste weging gaf een brutogewicht van 1,2 kilogram aan.
Volgnummer 1
Goednummer : PL0100-2020229405-1383411
Bijzonderheden : Zakje met wit poeder 111 gram brutogewicht.
Volgnummer 2
Goednummer : PL0100-2020229405-1383413
Bijzonderheden : Zakje met wit poeder. 31 gram brutogewicht.
Volgnummer 3
Goednummer : PL0100-2020229405-1383419
Bijzonderheden : Twee zakjes met bruine brokken. Brutogewicht totaal 114 gram.
Volgnummer 4
Goednummer : PL0100-2020229405-1383425
Bijzonderheden : Zakje wit poeder. Brutogewicht 146 gram.
Volgnummer 5
Goednummer : PL0100-2020229405-1383427
Bijzonderheden : Zak met witte brokken, brutogewicht 228 gram.
Volgnummer 6
Goednummer : PL0100-2020229405-1383428
Bijzonderheden : Zakje met witte brokjes. Brutogewicht 40 gram.
Volgnummer 7
Goednummer : PL0100-2020229405-1383429
Bijzonderheden : Zakje met bruin poeder. Brutogewicht 148 gram.
Volgnummer 8
Goednummer : PL0100-2020229405-1383430
Bijzonderheden : Zakje met witte brokken, brutogewicht 242 gram.
Volgnummer 9
Goednummer : PL0100-2020229405-1383431
Bijzonderheden : Zakje met wit poeder, brutogewicht 146 gram.
20. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal verdovende middelen d.d. 2 juni 2021, opgenomen op pagina 211 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
In dit proces-verbaal is per locatie vermeld wat de testuitslagen zijn van de verschillende stoffen aangetroffen in dit onderzoek.

[adres] in het [bedrijf 1] gelegen aan de [adres] te Groningen

Goednummer : PL0100-2020229405-1383349
Netto gewicht : 10,76 gram
FTIR : indicatie voor een mengsel van fenacetine en cellulose
Goednummer : PL0100-2020229405-1383350
Netto gewicht : 2,56 gram Indicatieve testen
Positief voor cocaïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1383365
Netto gewicht : 5,88 gram
FTIR : indicatie voor een mengsel van paracetamol en coffeïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1383366
Netto gewicht : 7,50 gram
Indicatieve testen
Positief voor heroïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1383367
Netto gewicht : 7,57 gram
NFiDENT : positief voor cocaïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1383411
Netto gewicht : 105,77 gram
NFiDENT : positief voor cocaïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1383413
Netto gewicht : 28,43 gram
Indicatieve testen
Positief voor cocaïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1383419
Gewicht : 42,69 gram
NFiDENT : positief voor heroïne
Netto gewicht : 65,83 gram
NFiDENT : positief voor heroïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1383425
Netto gewicht : 133,03 gram
NFiDENT : positief voor cocaïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1383427
Netto gewicht : 226,65 gram
Indicatieve testen
Positief voor cocaïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1383428
Netto gewicht : 39,32 gram
Indicatieve testen
Positief voor cocaïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1383429
Netto gewicht : 147,19 gram
FTIR : indicatie voor een mengsel van paracetamol en coffeïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1383430
Netto gewicht : 233,47 gram
NFiDENT : positief voor cocaïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1383431
Netto gewicht : 144,41 gram
FTIR : indicatie voor fenacetine

Woning gelegen aan de [adres]

Goednummer : PL0100-2020229405-1377867
Netto gewicht : 11,77 gram
NFiDENT : positief voor cocaïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1377869
Netto gewicht : 38,19 gram
NFiDENT : positief voor heroïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1377873
Netto gewicht : 7,96 gram
NFiDENT : positief voor cocaïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1377874
Netto gewicht : 5,04 gram
NFiDENT : positief voor heroïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1377300
Netto gewicht : 1003,12 gram
NFiDENT : positief voor cocaïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1377304
Netto gewicht : 487,54 gram
NFiDENT : positief voor cocaïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1377311
Netto gewicht : 495,50 gram
NFiDENT : positief voor heroïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1377857
Netto gewicht : 65,39 gram
NFiDENT : positief voor cocaïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1377859
Netto gewicht : 50,31 gram
Indicatieve testen
Positief voor cocaïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1377860
Netto gewicht : 27,97 gram
NFiDENT : positief voor cocaïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1377861 Netto gewicht : 5,54 gram
FTIR : indicatie voor een mengsel van fenacetine en cellulose
Goednummer : PL0100-2020229405-1377862
Netto gewicht : 16,65 gram
Indicatieve testen
Positief voor cocaïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1377863
Netto gewicht : 40,51 gram
NFiDENT : positief voor heroïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1377865
Netto gewicht : 14,81 gram
FTIR : indicatie voor een mengsel van paracetamol en coffeïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1377866
Netto gewicht : 5,21 gram
NFiDENT : positief voor heroïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1377870
Netto gewicht : 0,51 gram
NFiDENT : positief voor MDMA

Woning gelegen aan de [adres] te Groningen

Goednummer : PL0100-2020229405-1377322
Netto gewicht : 8,44 gram
NFiDENT : positief voor cocaïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1377335
Netto gewicht : 3,38 gram
NFiDENT : positief voor cocaïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1377337
Netto gewicht : 3,25 gram
NFiDENT : positief voor heroïne
Goednummer : PL0100-2020229405-1377354
Netto gewicht : 4,23 gram
NFiDENT : positief voor MDMA
21. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 12 mei 2021,opgenomen op pagina 1284 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige 2] :
Ik ben gebruiker van heroïne. Ik gebruik ongeveer een bolletje heroïne per dag. Ik koop dus dagelijks voor € 10,00 aan heroïne. Ik koop deze heroïne de afgelopen 15 jaren bij vaste dealers. Ik belde dan met [naam 1] of [naam 2] . [naam 1] die woont in de buurt van de [adres] . Zij zijn Surinamer of Antilliaan. Het bestellen van de heroïne gaat/ging als volgt te werk. Ik belde het afgelopen half jaar vaak naar het nummer van [naam 1] : [telefoonnummer] . Kort na mijn telefonische bestelling werd de heroïne bezorgd. [naam 1] bezorgde incidenteel heroïne aan mij. Ik betaalde altijd contant geld, € 10,00 voor een bolletje. [naam 1] bezorgde dus niet zelf. Hij zorgde er ook voor dat andere jongens de heroïne afleverden. Ik weet dat [naam 3] wel heroïne heeft bezorgd voor [naam 1] maar ook andere verslaafde jongens die ik niet zo goed ken. Ik weet dat deze verslaafde jongens op elektrische fietsen rijden. Ik heb ook eens ergens in april 2021 heroïne telefonisch besteld bij [naam 1] en toen kon ik niet betalen. Ik moest toen mijn ID kaart afgeven als onderpand. De heroïne die geleverd werd door [naam 1] afgelopen jaren krijgt van mij op de schaal van 0 tot 10 toch zeker een 8. De heroïne had echt de werking van goede heroïne. Ze leverden correct en de kwaliteit was goed. U toonde mij zojuist een politiefoto van een man. Ik herken deze man als de persoon die ik in deze verklaring [naam 1] noem voor 100%.
22. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2021,opgenomen op pagina 1286 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 12 mei 2021 hoorde ik als getuige [getuige 2] . Ik heb [getuige 2] tijdens het getuigenverhoor een foto laten zien van nader te noemen [verdachte] . [getuige 2] herkende de getoonde man voor 100% als zijnde de man/drugsdealer die hij in zijn verklaring [naam 1] noemt.
23. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 mei 2021,opgenomen op pagina 1288 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
In de hotelkamer van het [bedrijf 1] waar [verdachte] werd aangehouden, is een blauwe Nokia telefoon in beslag genomen. Terwijl ik met mijn diensttelefoon naar het telefoonnummer
[telefoonnummer] belde, zag ik dat het scherm van de inbeslaggenomen telefoon oplichtte door een inkomende oproep. Ik zag dat er in het scherm de tekst verscheen: ‘privénummer’. Daar waar ik met mijn diensttelefoon altijd met een onbekend nummer bel, kan worden aangenomen dat het telefoonnummer: [telefoonnummer] toebehoort aan de blauwe Nokia telefoon welke in de hotelkamer werd aangetroffen.
24. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 april 2021,opgenomen op pagina 1179 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 28 april 2021 heb ik een onderzoek ingesteld naar de inbeslaggenomen telefoon welke in de woning van verdachte [medeverdachte] is aangetroffen. Ik zag dat er meerdere berichten in stonden welke in verband kunnen worden gebracht met de handel in verdovende middelen.

Bijlage 23-1

Ik zag de volgende twee berichtjes in de telefoon afkomstig van het nummer: [telefoonnummer]
Ontvangen: 18-12-2019 05:58.36 uur
Ik moet voor 20 ewit bel mij even
Ontvangen: 18-12-2019 12:48.31 uur
Zonet mam je wel op. Ik Moet voor 40e;hè kom
Het is mij ambtshalve bekend dat daar waar gesproken wordt over wit en/of bruin dat hiermee mogelijk verdovende middelen bedoeld worden. Daar waar gesproken wordt over bedragen, wordt de hoeveelheid ‘wit’ of ‘bruin’ mee bedoeld.

Bijlage 23-2

Ik zag in bijlage 23-2 een chatgesprek tussen de gebruiker van de Nokia en iemand welke gebruik maakt van het nummer + [telefoonnummer] . Dit gesprek vond plaats tussen 19 september 2019 15:11 uur en 19 september 2019 23:15 uur.
Verzonden: 16:30.52 uur
Doe later ik ben nu al 20 min hier ik heb mensen wachten .fona kan zn uitvallen
Ontvangen: 16:36.41
Ben er
Ontvangen: 16:37.03 uur
Oke is goed
Ontvangen: 22:38.28 uur
Aii faka
Verstuurd: 22:39.04 uur
Zo laat broertje
Verstuurd: 22:39.32 uur
Als je echt nodig hebt
Verstuurd: 22:45.11 uur
Zeg maar
Ontvangen: 22:50.20 uur
Jahwel man heb het wel nodig.
Verstuurd: 23:09.30 uur
Ben er
Ontvangen: 23:15.55 uur
Ben er

Bijlage 23-3

Ik zag in bijlage 23-3 een chatgesprek tussen de gebruiker van de Nokia en iemand welke gebruik maakt van het nummer [telefoonnummer] .
Ontvangen: 01-10-2019 23:44.05 uur
Hallo MAAT het is laat maar heeft u morgen 5 handjes voor mij B.V.D
Verstuurd: 02-10-2019 10:49.37 uur
Goedemorge maestro. Jawel ik heb je sms ontvangen, zeg maar hoe laat
Ontvangen: 02-10-2019 11:00.02 uur
Tussen 12 en 1 uur
Verstuurd: 02-10-2019 11:28.41 uur
Is goed
In deze chat wordt een afspraak gemaakt om ‘handjes’ te leveren. Het is mij ambtshalve bekend dat voor allerlei verschillende soorten drugs synoniemen worden verzonnen en worden gebruikt tussen de afnemers en de dealers. Gezien de context van onderstaand gesprek is het aannemelijk dat er in dit chatgesprek over verdovende middelen wordt gesproken.
Ontvangen: 09-10-2019 11:53.26 uur
Goedemorgen MAAT ff een verzoek zou u voor mij nog 5 handjes hebben en dat ik die 5 die je nog krijgt van mij de volgende ronde kan betalen A.U.B. B.V.D.
Ontvangen: 13-10-2019 13:14.46 uur
Goedemiddag MAAT ff een verzoek heeft u voor mij voor vandaag misschien 5 handjes en nog ff een week uitstel voor wat we hadden afgesproken B.V.D
Verstuurd: 11-11-2019 00:27.54 uur
Yo [naam 7] . Ik hoor je maat komt morge naar de stad. We stellen dat andere nog even uit sms me of bel me.
Ontvangen: 11-11-2019 11:37.12 uur
Hallo maat heb een klein ongeval gehad als je tijd hebt vandaag tof 5 handjes
Verstuurd: 11-11-2019 11:42.18 uur
Is goed man maestro
Ontvangen: 11-11-2019 11:46.27 uur
Hoelaat als het kan 1 uur trein mijn maat app je wel ff
Verstuurd: 11-11-2019 11:47.24 uur
Oke is goed
Verstuurd: 27-11-2019 18:59.04 uur
Ja je wou komen voor handje maestro
Ontvangen: 27-11-2019 19:13.29 uur
Ja met auto hoelaat
Verstuurd: 27-11-2019 19:15.47 uur
Zelfde plek station
Ontvangen: 27-11-2019 19:18.05 uur
Toppie ga vervooer dus tot zo
Verstuurd: 27-11-2019 19:19.17 uur
Hoe laat maestro en wat moet zijn
Verstuurd: 27-11-2019 20:36.39 uur
Ik heb het gehoord maestro van je kameraad. Is goed ik hoor van je
Ontvangen: 30-11-2019 16:06.01 uur
Hallo maat via uw broertje zou ik ff contact opnemen met u bij deze gr [naam 7]
Ontvangen: 01-12-2019 13:56.43 uur
Bent u aanwezig gr. [naam 7]
Verstuurd: 02-12-2019 11:45.42 uur
Yo maestro je moet met goeie borg komen. ld kaart bank pas rijbewijs
Ontvangen: 02-12-2019 11:47.33 uur
Bankpas kan als die heel blijft
Verstuurd: 02-12-2019 11:49.42 uur
Oke moet wel van u zien. Wat voor opbouw heb je nodig
Ontvangen: 02-12-2019 11:52.29 uur
Mijn naam staat erop dus die is echt van mij en als het kan 2 handjes
Verstuurd: 02-12-2019 11:54.27 uur
Komt u maar
Ontvangen: 02-12-2019 11:56.08 uur ik regel een maat geef een gil om hoelaat
Ontvangen: 02-12-2019 13:27.20 uur
Hallo maat mijn vriend stapt om 2 uur in de trein dus 2.35 aanwezig
In het bovengenoemde wordt gesproken over: “Goeie borg”. Uit eerdere verklaringen van drugsgebruikers, blijkt dat verdachte [verdachte] een ‘borg’ vraagt. De ‘borg’ wordt gevraagd als dwangmiddel zodat de drugsgebruikers betalen voor de drugs.
Verstuurd: 11-12-2019 13:18.08 uur
Yo maestro
Verstuurd: 11-12-2019 14:45.21 uur
Is al geregeld. Met halen trekken
Verstuurd: 27-12-2019 11:16.20 uur
Goede morge maestro ik hoor niks van u
Door mij werd nummer: [telefoonnummer] , bevraagd middels het politiesysteem: BVI-IB. Uit deze bevraging kwam informatie naar voren dat dit nummer sinds 18 mei 2018, in gebruik is bij: [naam 7] , geboren op [geboortedatum] 1974 te [geboorteplaats] . Ik las dat [naam 7] op 18 mei 2018 is aangehouden ter zake heling. In het destijds afgelegde verhoor verklaart [naam 7] verslaafd te zijn aan heroïne.

Bijlage 23-4

In bijlage 23-4 zag ik een chatgesprek tussen de gebruiker van de Nokia en iemand met telefoonnummer: [telefoonnummer] . Er worden meerdere afspraken gemaakt om elkaar te ontmoeten op verschillende locaties. In een deel van dit gesprek wordt gesproken over iets klaarzetten.
Verstuurd: 11-09-2019 17:55.17 uur
[adres] bij die school 20min
Ontvangen: 11-09-2019 18:19.24 uur
Ben er
Verstuurd: 11-09-2019 18:20.57 uur
2min
Ontvangen: 13-09-2019 14:17.55 uur
Yo faka. Kan je vanavond wat klaar zetten van alle 2?
Verstuurd: 13-09-2019 14:22.34 uur
Is cool
Verstuurd: 13-09-2019 21:15.16 uur
Yo hoe laat
Ontvangen: 13-09-2019 21:16.48 uur
Kan je morgen? Ben beetje druk. Morgen op tijd
Verstuurd: 13-09-2019 21:17.51 uur
Oke kan pas na 12
Verstuurd: 13-09-2019 21:19.51 uur
Wat moet ik klaar zetten zelfde en tientje
Ontvangen: 13-09-2019 21:22.22 uur
Is goed zie ik je direcht tegen die tijd
Verstuurd: 14-09-2019 11:46.29 uur
Yo ik ben ready ik ga richting [adres]
Verstuurd: 14-09-2019 11:52.50 uur
Kom bij [adres]
In bovenstaande chatgesprek, wordt gesproken over ‘wat klaarzetten van alle 2’. Het is mij ambtshalve bekend dat drugsgebruikers veelal bolletjes ‘wit’ (cocaïne) en ‘bruin’ (heroïne), kopen. Het is, gezien de context van dit chatgesprek, aannemelijk dat met ‘2’ heroïne en cocaïne worden bedoeld. Verderop in het gesprek wordt een paar maal gevraagd of de verdachte hulp kan krijgen van de andere persoon. Meerdere berichten worden geopend met “Broertje” wat mogelijk kan duiden op dat beide personen familie van elkaar zijn.
25. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 mei 2021, opgenomen op pagina 1212 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 5 mei 2021 heb ik een onderzoek ingesteld naar de inbeslaggenomen iPhone 7 welke in de woning van verdachte [medeverdachte] is aangetroffen. Ik zag dat er aan het toestel twee Apple ID’s waren gekoppeld waaronder [e-mailadres] . Ik zag dat er meerdere berichten in stonden welke in verband kunnen worden gebracht met de handel in harddrugs.

Bijlage 123-1

Ik zag in bijlage 23-1 een WhatsAppgesprek tussen de gebruiker van de iPhone en iemand welke gebruikt maakt van het nummer [telefoonnummer] . Dit nummer is opgeslagen in de telefoon onder de naam ‘Paps’.
Verstuurd: 28-03-2021 14:48.16
Dag meneer met [medeverdachte] , ik was zonet een beetje druk en was u helemaal vergeten om u te bedanken voor alles dus bij deze wil u als nog bedanken.
Gezien het voornoemde gesprek en het feit dat de telefoon uit de woning van verdachte
[medeverdachte] , in beslag is genomen, kan worden aangenomen dat de telefoon in gebruik is bij [medeverdachte] .

Bijlage 123-2

Ik zag in bijlage 123-2 een Whatsappgesprek tussen de gebruiker van de iPhone en iemand welke gebruik maakt van het nummer: [telefoonnummer] . Ik zag dat dit gesprek plaatsvond tussen 11 april 2021 en 13 april 2021. In dit gesprek werden een aantal foto’s en video’s ontvangen.
Foto 1: Ik zag op foto 1 meerdere in plastic verpakte blokken. Het lijkt alsof deze blokken in een verborgen ruimte zijn gelegd.
Foto 2: Ik zag dat foto 2 gelijkend was op foto 1. Echter is op foto 2 te zien dat de blokken in een gele verpakking zijn verpakt.
Video 1: Op video 1 zag ik dat er meerdere blokken, verpakt in huishoudfolie, zijn weggestopt in een smalle ruimte. De vorm van de blokken en het verpakkingsmateriaal wekt bij mij de indruk dat in deze pakken mogelijk verdovende middelen verstopt zitten.
Video 2: Op video 2 zag ik dat dezelfde soort blokken waren weggestopt in een smalle ruimte. Wanneer de camera uitzoomt, lijkt het erop alsof de smalle ruimte een gedeelte van een motorcompartiment betreft van een zeecontainer.
Video 4: Ik zag dat deze video was opgenomen in een werkplaats. Ik zag dat er op een werkbank in de werkplaats zeven magnetrons stonden. Ik zag dat er in deze magnetrons witte blokken stonden. Wanneer de video naar links gaat, is te zien dat er op eenzelfde soort werkbank meerdere grote witte blokken staan. Naar schatting staan er op deze werkbank ongeveer 20 tot 30 blokken achter elkaar opgesteld. De maker van de video laat twee blokken zien. Gezien de gehele setting doet dit vermoeden dat dit een werkplaats is waar verdovende middelen worden bereid.

Bijlage 123-3

In bijlage 123-3 een Whatsappgesprek tussen de gebruiker van de iPhone en iemand welke gebruik maakt van het nummer [telefoonnummer] . Voornoemd nummer staat opgeslagen onder de naam ‘Buurman’. Dit gesprek vond plaats tussen 29 maart 2021 en 18 april 2021. Hieronder is een gedeelte van het gesprek weergegeven.
Verstuurd: 10-04-2021 13:41.42
Geef ik die pap later of [naam 8]
Verstuurd: 10-04-2021 13:41.52
Je weet ik sta ervoor geen stress
In dit gesprek wordt gesproken over ‘pap’. Het is mij ambtshalve bekend dat voor allerlei soorten drugs synoniemen worden verzonnen en gebruikt. Het is mij bekend dat er met ‘pap’ de substantie cocaïne wordt bedoeld.
Door mij werd in het politiesysteem, BVI-IB, het nummer: [telefoonnummer] bevraagd. Uit deze bevraging kwam naar voren dat het voornoemd telefoonnummer sinds 11 juni 2020 is gekoppeld aan
[naam 9] geboren op [geboortedatum] 1982 te [geboorteplaats] . Ik zag dat [naam 9] drie antecedenten had ter zake het importeren/exporteren harddrugs.
26. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 mei 2021, opgenomen op pagina 1270 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 10 mei 2021 was ik belast met een doorzoeking van [adres] van het [bedrijf 1] gelegen aan de [adres] te Groningen. Ik zag in de hotelkamer op een tafel drie verschillende telefoons liggen. Twee smartphones en één (1) blauw gekleurde Nokia. Tijdens de doorzoeking zag ik dat er veelvuldig op de blauw gekleurde Nokia gebeld werd door verschillende telefoonnummers. Ik heb meerdere inkomende oproepen beantwoord van verschillende nummers.
Omstreeks 17:00 uur kwam er een inkomende oproep binnen van ‘ [naam 10] ’ met bijbehorend telefoonnummer [telefoonnummer] . Ik zag dat voornoemd telefoonnummer sinds 23 juni 2017 is gekoppeld aan [naam 10] geboren op [geboortedatum] 1967 te [geboorteplaats] . Ik zag dat [naam 10] in het politiesysteem is gevalideerd als zijnde hardruggebruiker.
Omstreeks 17:30 uur kwam er een inkomende oproep binnen van ‘ [naam 11] ’ met bijbehorend nummer [telefoonnummer] . Ik zag dat voornoemd telefoonnummer sinds 24 april 2004 is gekoppeld aan [naam 11] geboren op [geboortedatum] 1966 te [geboorteplaats] . Ik zag dat [naam 11] in het politiesysteem is gevalideerd als zijnde hardruggebruiker.
Ik zag dat er op 10 mei 2021 tussen 12:55 uur en 18:00 uur ruim 60 gemiste oproepen waren binnengekomen op de blauwe Nokia telefoon.
Op 11 mei 2021 omstreeks 14:30 uur kwam er een inkomende oproep van ‘ [naam 12] ’ binnen met bijbehorend nummer: [telefoonnummer] . Ik zag dat voornoemd telefoonnummer sinds 5 februari 2009 is gekoppeld aan [naam 12] geboren op [geboortedatum] 1963 te [geboorteplaats] . Ik zag dat [naam 12] in het politiesysteem is gevalideerd als zijnde hardruggebruiker.
27. Een schriftelijk stuk, te weten een rapport financieel onderzoek d.d. 30 juni 2021, opgenomen op pagina 356 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als onderzoek van de officier van justitie:

Onderzoek bankrekeningen

Door het iCOV zijn de financiële gegevens van de heer [verdachte] verzameld van verschillende organisaties. Hij beschikt over de volgende bankrekening: [rekeningnummer] .
Voor dit proces-verbaal is de onderzoeksperiode vastgesteld op 1 januari 2016 tot en met 31 december 2020.
Blijkens het iCOV verdiende verdachte bijna geen inkomen. Hij ontvangt voor de jaren 2018 en later inkomsten op bijstandsniveau. Daarvoor had hij negatief inkomen.
Uit de bankrekening blijkt dat verdachte weinig kosten levensonderhoud betaald heeft via zijn bankrekening. Dat zal op andere wijze betaald zijn.

Onderzoek contante geldstromen

Uitgangspunt is dat een persoon niet meer contant geld kan uitgeven dan hij contant heeft ontvangen (je kan niet “rood staan” in je portemonnee). Dit betekent dat als je een contante uitgave doet, je dat geld ook contant ontvangen moet hebben. Nu worden verreweg de meeste vormen van inkomen
(uitkering, salaris) giraal uitbetaald. Dit betekent dat als iemand een contante uitgave wil doen hij dat geld van de bankrekening dient op te nemen. Of hij beschikt over een andere bron waaruit hij contant geld heeft verkregen.
Uit het bankrekeningonderzoek blijkt het volgende:
De verdachte heeft € 48.474,00 gestort en € 31.934,00 opgenomen. Dat betekent dat het saldo van € 16.540,00 afkomstig moet zijn van een andere bron dan het opgevoerde legale inkomen (de uitkering is per bank uitbetaald). Dit is onverklaarbaar vermogen. Tijdens de doorzoeking is € 162,05 euro aangetroffen in contanten. Ook is er direct bewijs aangetroffen van contante uitgaven.

Nibud

Het Nederlands Instituut voor budgettering heeft een tool gemaakt voor persoonlijk budgetadvies. Deze tool vergelijkt het inkomen en de uitgaven met dat van een vergelijkbaar huishouden. Hieruit blijkt of de uitgaven die zijn gedaan per bank lager zijn dan dat van een vergelijkbaar huishouden. Als dat het geval is, dan moet er een andere wijze van financieren zijn, zoals door contante betaling.
Het onderzoek van de kosten levensonderhoud maakt duidelijk dat de bancaire uitgaven van verdachte substantieel lager zijn dan de uitgaven van een vergelijkbaar huishouden. Dat maakt dat het verschil in contanten uit onbekende bron zal zijn betaald.
Huishoudelijke uitgaven
De betalingen per bank maken duidelijk dat er € 6.870,00 aan levensmiddelen zijn gekocht, daar waar een vergelijkbaar huishouden € 17.159,00 hieraan uitgeeft. De girale uitgaven zijn te weinig om van te kunnen leven. Het saldo van € 10.289,00 zal contant betaald zijn.
Vervoer
De betalingen per bank maken duidelijk dat er € 685,00 aan kosten vervoer zijn uitgegeven, daar waar een vergelijkbaar huishouden € 5.395,00 uitgeeft. Het saldo van € 4.710,00 zal contant betaald zijn.
Inventaris, onderhoud & tuin
De betalingen per bank maken duidelijk dat er € 1.476,00 aan inventaris e.d. is betaald, daar waar een vergelijkbaar huishouden € 4.998,00 uitgeeft. Het saldo van € 3.522,00 zal contant betaald zijn.
Kleding en schoenen
De betalingen per bank maken duidelijk dat er € 1.247,00 aan kleding is betaald, daar waar een vergelijkbaar huishouden € 3.132,00 uitgeeft. Het saldo van € 1.885,00 euro zal contant betaald zijn.
Vrije tijdsuitgaven
De betalingen per bank maken duidelijk dat er € 789,00 aan vrije tijd is besteed, daar waar een vergelijkbaar huishouden € 6.333,00 uitgeeft. Het saldo van € 5.543,00 zal contant betaald zijn.
Overige uitgaven
In totaal is € 2.344,00 niet nader geduid, zodat deze kosten in theorie volledig betrekking kunnen hebben op kleding, vrije tijd, huis houden, vervoer of inboedel. Daarom wordt het gehele bedrag op​ de berekening in mindering gebracht.

Excessieve uitgaven

Aangetroffen drugs in het [bedrijf 1] te Groningen:
Hoeveelheid
soort
Pg nr.
Prijs p/gr
233,47 gram
133,03 gram
105,77 gram
7,57 gram
Cocaïne
Cocaïne
Cocaïne
Cocaïne
1146
1145
1142
1141
€ 34,00
€ 34,00
€ 34,00
€ 34,00
479,87 gram
€ 34,00
€ 16.314,56
65,83 gram
42,69 gram
Heroïne
Heroïne
1144
1143
€ 20,00
€ 20,00
108,52 gram
€ 20,00
€ 18.484,96
Aangetroffen drugs woning [adres] te Groningen:
Hoeveelheid
soort
Pg nr.
Prijs p/gr
4,23 gram
3,25 gram
MDMA
Heroïne
998
999
€ 22,00
€ 20,00
€ 93,06
€ 65,00
3,38 gram
8,44 gram
Cocaïne
Cocaïne
1000
1001
€ 34,00
€ 34,00
11,82 gram
€ 34,00
€ 401,88
€ 559,94
Tezamen gaat het om € 19.044,90.

Conclusie

Indien de bronnen 1 tot en met 3 (contanten + de Nibud-uitgaven + de excessieve uitgaven) getotaliseerd worden, dan blijkt het volgende:
Bron 1: contanten
Beginsaldo contanten
Opname contanten
Storting contanten
Eindsaldo contanten

-
€ 31.934,00
€ 48.474,00
€ 162,00
€ 16.701,00
Bron 2: contanten levensonderhoud (Nibud-bank)
Nibud kleding
Nibud inboedel, huis en tuin
Nibud huishoudelijk
Nibud vrije tijd
Nibud vervoer
-Diverse uitgaven
€ 1.885,00
€ 3.522,00
€ 10.289,00
€ 5.543,00
€ 4.710,00
-€ 2.344,00
€ 23.605,00
Bron 3: excessieve contante uitgavenDrugs
€ 19.045,00
€ 19.045,00
Onverklaarbaar contant aanwezig geweest
€ 59.352,00
De verdachte heeft € 59.352,00 minder uitgegeven in contanten dan volgens het onderzoek zou moeten zijn uitgegeven. Hij heeft € 16.701,00 per saldo gestort en hij heeft € 23.605,00 minder aan kosten levensonderhoud uitgegeven. Daarnaast heeft hij € 19.045,00 aan harddrugs uitgegeven. Voorgaande betekent dat de verdachte een onverklaarbaar vermogen heeft van tenminste € 59.352,00.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Handel in harddrugs
In Groningen zijn in een korte periode meerdere personen aangehouden wegens de handel in harddrugs. De aangehouden mannen maakten gebruik van elektrische fietsen en waren in het bezit van kleine blikken doosjes met daarin bolletjes heroïne en cocaïne. De politie heeft deze personen, de zogenaamde ‘sub-dealers’, gehoord. Uit deze verklaringen blijkt dat deze personen als drugsdealer werkten voor de broers ‘ [naam 1] en [naam 2] ’ (of ‘ [naam 1] en J’). [naam 3] heeft zowel in 2018 als in 2020 als verdachte een verklaring afgelegd bij de politie. In 2018 heeft hij verklaard dat hij ook wel eens kleingeld moest afstorten voor de broers [naam 1] en [naam 2] . Hij heeft aangegeven dat hij dan een bankpas meekreeg met daarop de naam ‘ [verdachte] ’. In 2020 wordt [naam 3] op heterdaad betrapt terwijl hij drie bolletjes heroïne verkoopt. In het verhoor met de politie geeft hij aan dat [naam 1] aan de [adres] woont. De politie ziet vervolgens in de GBA gegevens dat verdachte op dit adres ingeschreven staat. Uit het onderzoek naar de inbeslaggenomen telefoon van [naam 3] blijkt dat hij vlak voor de aanhouding contact heeft met het telefoonnummer [telefoonnummer] . Door middel van een aangifteformulier uit 2019 wordt dit telefoonnummer gekoppeld aan verdachte. In datzelfde aangifteformulier heeft verdachte het e-mailadres ‘ [e-mailadres] ’ opgegeven als zijnde zijn e-mailadres.
De politie heeft vervolgens bij de Infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen een aanvraag gedaan met betrekking tot verdachte en zijn broer, medeverdachte [medeverdachte] . Uit de ontvangen gegevens blijkt vervolgens dat beide verdachten beschikken over een onverklaarbaar vermogen van enkele tienduizenden euro’s.
Naar aanleiding van de resultaten van het voorlopige financiële onderzoek van de broers vinden er op meerdere locaties doorzoekingen plaats, onder andere in de woningen van verdachte en medeverdachte [medeverdachte] en in [adres] van het [bedrijf 1] . Deze laatste locatie betreft de hotelkamer waar verdachte verbleef en waar hij ook is aangehouden. Tijdens deze doorzoekingen worden meerdere goederen aangetroffen die duiden op de handel in harddrugs, onder meer grote hoeveelheden heroïne en cocaïne, weegschaaltjes, cocaïne persen, identiteitsbewijzen van bij de politie bekende drugsgebruikers en dealtelefoons. Daarnaast worden op alle locaties bolletjes aangetroffen. In de woningen van de verdachten worden deze onder meer aangetroffen in soortgelijke blikjes als de blikjes die bij de sub-dealers zijn aangetroffen. Verder worden er een elektrische fiets en aanverwante goederen aangetroffen, zoals accu’s, reservesleutels en aankoopbewijzen. Bij verdachte worden tot slot meerdere stukken aangetroffen waarop de naam ‘ [naam 1] ’ te zien is, onder andere een ingevuld formulier van de gemeente Groningen met daarop het e-mailadres [e-mailadres] en een handtekening die sterke gelijkenis vertoond met de handtekening van verdachte.
Tijdens de doorzoekingen worden er meerdere telefoons in beslag genomen. In de witte Nokia en de iPhone 7 die zijn aangetroffen in de woning van medeverdachte [medeverdachte] , staan meerdere berichten welke in verband kunnen worden gebracht met de handel in harddrugs. Daarnaast blijkt uit onderzoek aan de iPhone 7 dat er twee Appel ID’s aan het toestel zijn gekoppeld, onder andere ‘ [emailadres] ’. Ook wordt er een gesprek aangetroffen waarin er meerdere foto’s en filmpjes naar de gebruiker van het toestel zijn verstuurd. Op deze foto’s en filmpjes zijn in plastic verpakte blokken te zien. Op [adres] van het [bedrijf 1] wordt een blauwe Nokia aangetroffen. Tijdens de doorzoeking maar ook tijdens de schriftelijke afhandeling daarvan wordt er veelvuldig gebeld naar deze telefoon. De politie heeft een aantal oproepen beantwoord. Daarnaast heeft zij de telefoonnummers van de personen die naar de blauwe Nokia hebben gebeld, onderzocht. Hieruit is gebleken dat veel van deze personen in het systeem van de politie geregistreerd stonden als harddruggebruiker.
Tijdens de doorzoeking van de hotelkamer wordt er naar de blauwe Nokia gebeld door de politie ambtshalve bekende [getuige 2] . Enkele weken daarvoor zijn er tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte meerdere identiteitsbewijzen aangetroffen, waaronder die van [getuige 2] . Bij de politie verklaart [getuige 2] dat hij al 15 jaar van vaste dealers koopt. Hij heeft aangegeven dat hij dan belde met [naam 1] of [naam 2] . Het nummer [telefoonnummer] , dat toebehoort aan de blauwe Nokia, zou volgens [getuige 2] het nummer van [naam 1] betreffen. Daarnaast heeft hij aangegeven dat [naam 1] in de buurt van de [adres] woont. Dit is op een steenworp afstand van de [adres] waar verdachte op dat moment woonachtig was. Tot slot toont de politie getuige [getuige 2] een foto van verdachte. Hij herkent de getoonde man voor 100% als zijnde de drugsdealer [naam 1] .
Hier staat tegenover dat verdachte zich sinds zijn aanhouding op zijn zwijgrecht heeft beroepen. Pas tijdens de zitting legt verdachte een verklaring af. Verdachte ontkent dat hij zich heeft bezig gehouden met de handel in harddrugs en geeft aan dat hij enkel spullen heeft bewaard voor een ander. Hij wil echter niet de naam van deze persoon noemen.
Gelet op al het bewijs in samenhang bezien acht de rechtbank de verklaring van verdachte volstrekt ongeloofwaardig. De verklaringen van getuigen [naam 3] en [getuige 2] wijzen volledig in de richting van verdachte als zijnde de drugsdealer [naam 1] . Daarnaast wordt er in het dossier meerdere malen gesproken over de broertjes [naam 1] en [naam 2] . Verdachte en medeverdachte [medeverdachte] zijn broers van elkaar. Verdachte kan door middel van de verklaringen van [naam 3] en [getuige 2] , het e-mailadres [e-mailadres] en de in zijn huis aangetroffen schriftelijke stukken gekoppeld worden aan de naam ‘ [naam 1] ’. Medeverdachte [medeverdachte] kan via het e-mailadres [e-mailadres] gekoppeld worden aan de naam ‘ [naam 2] ’. Bovendien zijn er bij de verschillende doorzoekingen bij beide verdachten allerlei goederen aangetroffen die duiden op de handel in harddrugs. Ook zijn er spullen aangetroffen die volledig aansluiten bij de werkwijze waarover de sub-dealers verklaren. Op de inbeslaggenomen telefoons staan gesprekken die duiden op de handel in harddrugs en oproepen van mensen die in de systemen van de politie bekend staan als harddruggebruikers.
Gelet op het voorgaande is er voldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] zich bezig hebben gehouden met de handel in heroïne en cocaïne.
De raadsman heeft betoogd dat uit de getuigenverhoren bij de rechter-commissaris blijkt dat er meerdere mensen zijn die handelen in harddrugs onder de naam [naam 1] . Hoewel de rechtbank de mogelijkheid niet uitsluit dat er meerdere dealers gebruik maken van deze naam, twijfelt zij er – gelet op hetgeen hiervoor reeds is overwogen – niet aan dat de [naam 1] waarover in het dossier wordt gesproken, verdachte betreft. Daar komt bij dat het dossier voor het overige ook geen enkele indicatie bevat dat er in het kader van onderhavig onderzoek sprake zou zijn van een derde persoon die onder de naam [naam 1] handelt in harddrugs.
Betrouwbaarheid getuigenverklaringen
Anders dan de raadsman heeft bepleit, ziet de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid van de verklaringen die [naam 3] en [getuige 2] tegenover de politie hebben afgelegd. Beide getuigen hebben een uitgebreide en op meerdere punten verifieerbare verklaring afgelegd tegenover de politie. Daar komt bij dat beide verklaringen op essentiële punten steun vinden in het overige (objectieve) bewijs in het dossier. Dat de politie hen op enige wijze heeft beïnvloed, acht de rechtbank zeer onaannemelijk.
De verdediging heeft er op gewezen dat [naam 3] bij de rechter-commissaris heeft aangegeven dat zijn verklaringen bij de politie niet klopten en dat hij zich door de politie onder druk gezet voelde. De rechtbank hecht echter geen waarde aan deze verklaring. Deze verklaring vindt – in tegenstelling tot zijn eerdere verklaringen waarin hij ook zichzelf belast – geen steun in objectief bewijs. Daarnaast bevat het dossier voorts geen indicaties dat [naam 3] op enige wijze door de politie onder druk is gezet.
Medeplegen
[naam 3] heeft verklaard dat hij voor beide broers werkte en dat hij ook wel eens geld van de ene naar de andere broer moest brengen. Daar komt bij dat in beide woningen goederen zijn aangetroffen die duiden op dezelfde werkwijze, namelijk de vierkante blikjes met bolletjes heroïne en cocaïne en de elektrische fietsen. Tot slot is in de witte Nokia die in beslag is genomen in het huis van
medeverdachte [medeverdachte] een gesprek aangetroffen dat in verband kan worden gebracht met de handel in harddrugs. In dit gesprek geeft de zender aan “via uw broertje zou ik ff contact opnemen met u”. Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
Naast het tezamen en in vereniging plegen met elkaar acht de rechtbank ook bewezen dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] tezamen en in vereniging hebben gehandeld met anderen. Uit het onderzoek blijkt immers dat de verdachten meerdere sub-dealers aanstuurden.
Pleegperiode
Anders dan de raadsman acht de rechtbank ook de gehele ten laste gelegde periode bewezen. Er zijn meerdere verklaringen waaruit blijkt dat [naam 1] en [naam 2] al meerdere jaren actief zijn. Getuige [getuige 2] verklaart dat hij al 15 jaar van dezelfde dealers koopt. [naam 3] wordt voor het eerst opgepakt in 2018. Uit zijn verklaring valt op te maken dat hij op dat moment ook al enige tijd werkzaam is voor de broers [verdachte] . Hij verklaart dat [naam 1] en [naam 2] grote jongens zijn in Groningen en dat er meerdere sub-dealers voor hen werkzaam zijn. Dit zijn indicaties dat verdachte en medeverdachte ook in 2016 al enige tijd als drugshandelaren actief waren. Gelet op de eerdere veroordeling van verdachte voor handel in harddrugs met als pleegdatum 2 mei 2016 zal de rechtbank – met inachtneming van het ne bis in idem-beginsel – de tenlastegelegde pleegperiode bewijzen vanaf 3 mei 2016.
Opzettelijk voorhanden hebben van drugs en versnijdingsmiddelen
In de woning van verdachte en in de hotelkamer waar hij is aangehouden, worden door de politie grote hoeveelheden harddrugs en versnijdingsmiddelen aangetroffen. Deze worden in beslag genomen en vervolgens getest. Hieruit blijkt dat het heroïne, cocaïne, MDMA, paracetamol, fenacetine en coffeïne betreft. Van deze laatste drie stoffen is bekend dat deze worden gebruikt als versnijdingsmiddelen bij de handel in harddrugs.
Gelet op hetgeen hiervoor onder 1 is overwogen, acht de rechtbank de verklaring van verdachte dat hij spullen bewaarde voor een ander volstrekt ongeloofwaardig en komt derhalve ook voor het onder 2, 3 en 4 ten laste gelegde tot een bewezenverklaring. De rechtbank spreekt verdachte voor deze feiten wel vrij van het ten laste gelegde medeplegen.
Witwassen
Zoals hiervoor reeds is overwogen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich gedurende een periode van vijf jaren schuldig heeft gemaakt aan de handel in harddrugs. Dit is een misdrijf waarmee doorgaans grote geldbedragen worden verkregen. Daarnaast leidt de rechtbank uit het financieel onderzoek af dat verdachte gedurende genoemde pleegperiode ofwel geen legaal inkomen heeft genoten (vanaf 2016 tot 2018), ofwel slechts een bijstandsuitkering van de gemeente Groningen heeft ontvangen (vanaf 2018 tot zijn aanhouding in 2021). Verdachte heeft in deze jaren in zijn normale levensonderhoud voorzien en heeft daarvoor kosten moeten maken.
Door deze combinatie van omstandigheden is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een vermoeden van witwassen. Van verdachte mag daarom een verklaring worden verlangd over de herkomst van het door hem bestede geld. Zo’n verklaring moet concreet zijn, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk.
Verdachte heeft zich tot aan de terechtzitting beroepen op zijn zwijgrecht. Ter terechtzitting heeft verdachte aangegeven dat zijn vriendin geld verdiende en dat hij wel eens geld heeft ontvangen van familieleden in Suriname. Daarnaast heeft de verdediging bepleit dat de berekening van het Nibud een algemene berekening betreft die niet zonder meer toepasbaar is op verdachte. Deze verklaringen zijn echter niet gespecificeerd en niet te verifiëren en kunnen naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet dienen als een voor nader onderzoek in aanmerking komende verklaring voor de legale herkomst van het geld. Verdachte heeft verder verklaard dat hij zijn uitkering altijd van zijn bankrekening pinde en het geld vervolgens contant uitgaf. Dit betreft geld dat via de bankrekening van verdachte is gegaan. Het onverklaarbaar vermogen ziet echter enkel op contante geldstromen. Daar komt nog bij dat ten aanzien van dit geld ook sprake is van geld dat geen legale herkomst heeft. Verdachte heeft dit geld immers – zoals hierna bij het onder 6 ten laste gelegde zal blijken – verkregen door middel van uitkeringsfraude.
Het aldus door de verdachte geboden tegenwicht tegen de verdenking van witwassen geeft onvoldoende aanleiding tot een nader onderzoek door het openbaar ministerie. Er is geen andere conclusie mogelijk dan dat het ten laste gelegde voorwerp onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is.
De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het onder 5 primair ten laste gelegde. Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank tot slot van oordeel dat het witwassen van € 150,00 en van de luxegoederen niet wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde
1. De door verdachte ter zitting van 13 april 2023 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik heb een bijstandsuitkering ontvangen van de gemeente Groningen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 5 juli 2021, opgenomenop pagina 38 e.v. van het aanvullend dossier, bijgevoegd bij voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 13] namens de gemeente Groningen:
Bij de op 22 mei 2018 ingediende aanvraag voor een bijstandsuitkering heeft [verdachte] gemeld dat hij geen inkomsten ontving. Bij de toekenning is op 10 juli 2018 een beschikking opgemaakt waarin [verdachte] op de hoogte wordt gesteld dat hij met ingang van 18 mei 2018 een bijstandsuitkering ingevolge de Participatiewet (Pwet) krijgt. In deze beschikking is [verdachte] gewezen op de voor hem geldende inlichtingenplicht. Bij wijzigingen dient men een mutatieformulier in te leveren. Verder worden maandelijks aan uitkeringsgerechtigden een uitkeringsspecificatie toegezonden. Hij wordt hiermee geacht op de hoogte te zijn van de inlichtingenplicht.
Om in aanmerking te komen en te blijven komen voor een uitkering krachtens de Pwet, verbindt deze wet aan deze uitkering een aantal verplichtingen. Zo is de bijstandsbehoeftige onder andere verplicht alle wijzigingen in de persoonlijke-, gezins- en financiële situatie door te geven middels een mutatieformulier. Dit is hem o.a. in de toegezonden toekenningsbeschikking d.d. 10 juli 2018 meegedeeld.
De bevindingen van het strafrechtelijk onderzoek tegen [verdachte] vormen het standpunt dat hij zich in de periode 18 mei 2018 tot 10 mei 2021 heeft bezig gehouden met drugshandel en dat hij hiermee inkomsten heeft verworven. Door van deze activiteiten en inkomsten geen mededeling te doen heeft [verdachte] de inlichtingenplicht ingevolge artikel 17 lid 1 Pwet geschonden. Hij heeft op geen enkele wijze de afdeling Inkomensdienstverlening van de gemeente Groningen op de hoogte gesteld van zijn (criminele) activiteiten en de daarmee verkregen inkomsten. Hij heeft geen boekhouding gevoerd en geen objectief te verifiëren gegevens overlegd waaruit zou kunnen blijken hoeveel tijd hij hier mee bezig was, dan wel wat hij hiermee heeft verdiend. Wegens het ontbreken van een deugdelijke administratie is het recht op uitkering niet vast te stellen.
[verdachte] heeft bij de aanvraag op 22 mei 2018 tegenover de afdeling Inkomensdienstverlening van de gemeente Groningen verzwegen dat hij zich bezig hield met criminele activiteiten en daaruit inkomsten genoot. Voorts heeft hij tijdens de later toegekende uitkeringsperiode van 18 mei 2018 tot 10 mei 2021 nagelaten tijdig gegevens te verstrekken die hem bij of krachtens wettelijk voorschrift waren opgelegd. Dit feit heeft gestrekt tot bevoordeling van [verdachte] . Hij wist of kon redelijkerwijs vermoeden dat deze gegevens van belang waren voor de vaststelling van zijn recht op uitkering of de juiste hoogte daarvan. Indien de gemeente Groningen had geweten of redelijkerwijze had kunnen vermoeden dat deze formulieren valselijk waren opgemaakt dan wel dat [verdachte] gegevens die nodig zijn voor de vaststelling van het juiste recht op uitkering had verzwegen, dan was niet tot verstrekking van de uitkering overgegaan en dan zou de uitkering onmiddellijk beëindigd zijn. Voor de gemeente Groningen is een benadeling ontstaan van € 44.214,10 bruto.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Verdachte heeft vanaf 18 mei 2018 tot en met 10 mei 2021 een bijstandsuitkering ontvangen van de gemeente Groningen. Het is een feit van algemene bekendheid dat inkomsten van invloed kunnen van zijn bij beantwoording van de vraag of iemand recht heeft op een uitkering, dan wel op de hoogte en de duur van de te ontvangen uitkering. Verdachte is hier bovendien ook meerdere keren op gewezen, namelijk bij de toekenning van de uitkering en bij de maandelijkse uitkeringsspecificatie.
De rechtbank heeft onder 1 bewezenverklaard dat verdachte zich in de periode van 3 mei 2016 tot en met 10 mei 2021 bezig heeft gehouden met de handel in harddrugs. Dit heeft onvermijdelijk geleid tot inkomsten. Verdachte heeft echter noch bij de aanvraag, noch op een later moment zijn criminele activiteiten en de daarmee verkregen inkomsten gemeld.
De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 18 mei 2018 tot en met 10 mei 2021 meermalen opzettelijk heeft nagelaten de benodigde gegevens te verstrekken terwijl verdachte wist dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van zijn recht op een uitkering, op de duur en de hoogte daarvan.
Ten aanzien van het onder 7 ten laste gelegde
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 april 2021, opgenomen op pagina 845 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 19 april 2021 omstreeks 06:00 uur werd de woning aan de [adres] te Groningen binnengetreden. De zoeking werd om 07:45 uur geopend.
Onder de salontafel in de woonkamer werden de volgende goederen aangetroffen:
- Plastic doosje met daarin een plastic zakje. In dit zakje zaten tien patronen.
De volgende goederen werden ten tijde van de doorzoeking door mij in beslaggenomen:
- PL0100-2020229405-1377362, wapens/munitie/springstof, munitie (Hagelpatroon), 10 stuks,Nederland, bijzonderheden sellier en bellot 12
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 april 2021,opgenomen op pagina 1002 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:
Ik hoorde dat collega [naam 14] te kennen gaf dat uit de voor hem beschikbare vergunningensystemen kon blijken dat [verdachte] geboren [geboortedatum] 1975 te [geboorteplaats] de 10 in zijn woning aangetroffen hagelpatronen niet legaal voorhanden mag hebben.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 mei 2021,opgenomen op pagina 1003 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:
Goednummer : PL0100-2020229405-1377362
Object : Munitie (hagelpatroon)
Aantal/eenheid : 10 stuks
Merk/type : Sellier & Bellot, Special Slug
Kaliber : .12/70 Gauge
Bijzonderheden : Slug patronen
Het betreft tien (10) stuks centraalvuur hagelpatronen van het merk Sellier 4 Bellot in het kaliber .12 Gauge, type Special Slug (= massieve loden projectiel), geschikt om een projectiel met behulp van een vuurwapen af te schieten. Dit is munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie.
De vrijstellingen van de Wet wapens en munitie zijn niet van toepassing op de hier beschreven munitie.
Het illegaal voorhanden hebben van munitie is strafbaar gesteld onder artikel 26 lid 1 in verband met artikel 55 lid 1 van de Wet wapens en munitie.
Parketnummer 18/269260-22
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 mei 2022, opgenomen op pagina 54 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL01002022112563 d.d. 22 juli 2022, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Op 6 mei 2022 kwamen wij omstreeks 06:08 uur ter plaatse bij de woning gelegen aan de [adres] te Groningen. In de woning werd bij het binnentreden van het arrestatieteam [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1975 [geboortedatum] te Rotterdam, aangetroffen.
In de rechter bovenkast van de keuken zag ik een doorzichtige tupperware bakje met diverse voorwerpen waaronder een koffiefilter met totaal 4 bruine en 35 witte bolletjes, verscheidene plastic zakjes, een weegschaal, opgevouwen schrijfpapier met daarin wit poeder en meerdere zogenoemde (lege) ponypacks. Ik trof in de lade van het keukenblok een weegschaal aan met hierop resten van wit poeder. Tevens trof ik in diezelfde lade een tweetal grote lepels met hierop witte poederresten. Ik trof aan de binnenzijde van de afzuigkap, na het loshalen van de filters, diverse goederen:
  • Een doorzichtige emmer met daarin vier boterhamzakjes met witte brokken en twee boterhamzakjesmet bruine brokken;
  • Doosje bluetooth carkit met daarin boterhamzakje met bruine brok;
  • Doorzichtige plastic zak met daarin twee boterhamzakjes met wit poeder.
2. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina225 van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Inbeslagneming
Plaats : [adres] Groningen
Datum en tijd : 6 mei 2022 te 06:33 uur
Omstandigheden : 2 boterhamzakjes met daarin vermoedelijk opium werden aangetroffen in een keukenlade aan de [adres] te Groningen.
Volgnummer 1
Goednummer : PL0100-2022112563-1489792
Bijzonderheden : 2x boterhamzakje wit poeder 77 gram bruto
3. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina226 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Inbeslagneming
Plaats : [adres] Groningen
Datum en tijd : 6 mei 2022 te 06:35 uur
Omstandigheden : In de afzuigkap werden meerdere zakjes met vermoedelijk verdovende middelen aangetroffen.
Volgnummer 1
Goednummer : PL0100-2022112563-1489795
Bijzonderheden : 1x boterhamzakje met bruin brokken 104 gram bruto
Volgnummer 2
Goednummer : PL0100-2022112563-1489798
Bijzonderheden : 4x zakjes witte brokken 192 gram bruto
Volgnummer 3
Goednummer : PL0100-2022112563-1489799
Bijzonderheden : 2x boterhamzakje bruin brokken 26 gram
4. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 228 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Inbeslagneming
Plaats : [adres] Groningen
Datum en tijd : 6 mei 2022 te 06:15 uur
Omstandigheden : Meerdere zakjes en bolletjes aangetroffen met vermoedelijk opium. Goederen werden gezamenlijk aangetroffen in een keukenkastje rechtsboven.
Volgnummer 1
Goednummer : PL0100-2022112563-1489727
Bijzonderheden : 35 bolletjes wit 8 gram totaal
Volgnummer 2
Goednummer : PL0100-2022112563-1489731 Bijzonderheden : 4 bolletjes bruin 1,12 gram
Volgnummer 3
Goednummer : PL0100-2022112563-1489733
Bijzonderheden : Briefpapier met daarin witte kruimels 6 gram
Volgnummer 4
Goednummer : PL0100-2022112563-1489746
Bijzonderheden : 2x zakjes bruin poeder 51 gram
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal verdovende middelen d.d. 11 mei 2022, opgenomen op pagina 193 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Goednummer : PL0100-2022112563-1489727
Netto gewicht : 6,60 gram
NFiDENT : Positief voor cocaïne
Goednummer : PL0100-2022112563-1489731
Netto gewicht : 0,94 gram
NFiDENT : positief voor heroïne
Goednummer : PL0100-2022112563-1489733
Netto gewicht : 1,16 gram
NFiDENT : positief voor cocaïne
Goednummer : PL0100-2022112563-1489746
Netto gewicht A : 34,82 gram
NFiDENT : positief voor heroïne
Netto gewicht B : 9,80 gram
FTIR : indicatie voor een mengsel van coffeïne en paracetamol (1:1)
Goednummer : PL0100-2022112563-1489792
Netto gewicht : 74,10 gram
FTIR : indicatie voor een mengsel van fenacetine en cellulose (75%:25%)
Goednummer : PL0100-2022112563-1489795
Netto gewicht : 101,31 gram
NFiDENT : positief voor heroïne
Goednummer : PL0100-2022112563-1489798
Netto gewicht A : 93,34 gram
NFiDENT : positief voor cocaïne
Netto gewicht B : 59,81 gram
NFiDENT : positief voor cocaïne
Netto gewicht C : 32,62 gram
NFiDENT : positief voor cocaïne
Goednummer : PL0100-2022112563-1489799
Netto gewicht : 23,67 gram
NFiDENT : positief voor heroïne
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 mei 2022, opgenomen op pagina 108 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
In slaapkamer 1 is verdachte [verdachte] aangehouden. Ik hoorde van de aanhoudende collega’s dat verdachte [verdachte] op bed lag en dat er een zwarte telefoon naast hem lag. Ik heb die telefoon bekeken. Ik zag in de verzonden berichten dat er vanaf 1 april 2022 een bericht wordt verstuurd met de tekst: “Ben weer terug”. Zo worden er heel veel verschillende contacten op de hoogte gebracht dat de gebruiker van deze telefoon weer terug is. Ook zag ik een aantal berichten die verzonden zijn met de tekst: “Ik ben weer actief 3 voor 25 actie dfze week alleen”. In de ontvangen berichten zag ik berichten waarin er gevraagd werd naar licht en donker en betalingen die gedaan moeten worden. Het laatste bericht is ontvangen op 5 mei 2022 te 22:54 uur met de tekst: “Ik wil nog 20”.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de aangetroffen heroïne en cocaïne opzettelijk aanwezig heeft gehad. Ook acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte opzettelijk versnijdingsmiddelen voorhanden heeft gehad terwijl hij wist dat deze middelen bestemd waren tot het plegen van de handel in harddrugs.
Verdachte is aangehouden in de woning waar de middelen zijn aangetroffen. Dit betreft de woning van zijn vriendin, mevrouw [getuige 4] . Daarnaast heeft verdachte zich – zoals hiervoor onder parketnummer 18/095736-21 reeds is overwogen – meerdere jaren bezig gehouden met de handel in harddrugs. Tot slot treft de politie naast verdachte op het bed een telefoon aan met berichten waaruit blijkt dat verdachte enkele weken nadat hij uit de voorlopige hechtenis was geschorst, heeft geprobeerd om deze handel weer verder op te pakken.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
De rechtbank acht het onder 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit in het laatste woord tijdens de terechtzitting van 13 april 2023 duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 13 april 2023;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 mei 2022,opgenomen op pagina 54 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisanten;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 mei 2022,opgenomen op pagina 102 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant;
een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina217 van voornoemd dossier;
een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina233 e.v. van voornoemd dossier;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek wapen d.d. 30 mei 2022,opgenomen op pagina 175 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder parketnummer 18/095736-21 onder 1, 2, 3, 4, 5 primair, 6 en 7 ten laste gelegde en het onder parketnummer 18/269260-22 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
Parketnummer 18/095736-21
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in de periode van 3 mei 2016 tot en met 10 mei 2021 te Groningen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, telkens opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, een hoeveelheid cocaïne en een hoeveelheid heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne, telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij op 19 april 2021 te Groningen opzettelijk aanwezig heeft gehad 11,82 gram cocaïne en 3,25 gram heroïne en 4,23 gram 3,4-methyleendioxymethamfethamine (MDMA), zijnde cocaïne en/of heroïne en/of MDMA, telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
hij op 10 mei 2021 te Groningen opzettelijk aanwezig heeft gehad 776,80 gram cocaïne en 116,02 gram heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne, telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
4.
hij op 10 mei 2021 te Groningen om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren van een of meer hoeveelhe(i)d(en) heroïne en/of cocaïne, zijnde heroïne en/of cocaïne middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen hoeveelheden paracetamol, fenacetine en coffeïne, voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten;
5. primair hij op één of meer tijdstippen in de periode van 1 januari 2016 tot en met 10 mei 2021 te Groningen, althans in Nederland, (telkens) (een) voorwerp(en), te weten één of meerdere geldbedrag(en) (totaal € 59.352,00) heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van de voornoemde voorwerpen gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
6.
hij in de periode van 18 mei 2018 tot en met 10 mei 2021 te Groningen, in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten artikel 17 van de Participatiewet, opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, en dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf, terwijl hij, verdachte, wist dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten een
(bijstands)uitkering via de gemeente krachtens die Participatiewet, dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming, door in het geheel niet aan de (afdeling sociale zaken van die) gemeente te melden dat hij in bovengenoemde periode werkzaamheden heeft verricht (drugshandel) en (uit die werkzaamheden) inkomsten heeft ontvangen, althans dat zijn vermogen (winsten) zijn toegenomen, zulks terwijl dat toen (telkens) wel het geval was;
7.
hij op 19 april 2021 te Groningen munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 10 (centraalvuur) hagelpatronen van het merk Sellier & Bellot in het kaliber .12 Gauge, type Special Slug, voorhanden heeft gehad.
Parketnummer 18/269260-22
1.
hij op 6 mei 2022 te Groningen opzettelijk aanwezig heeft gehad 193,53 gram cocaïne en 160,74 gram heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne, telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2. hij op 6 mei 2022 te Groningen om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren van een of meer hoeveelhe(i)d(en) heroïne en/of cocaïne, zijnde heroïne en/of cocaïne middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen hoeveelheden paracetamol, fenacetine, coffeïne en cellulose, voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten;
3.
hij op 6 mei 2022 te Groningen een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een revolver van het merk Smith & Wesson, model .38 S&W Special, kaliber .38, zijnde een vuurwapen in de vorm van een revolver en munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
3 ( centraalvuur) kogelpatronen van het merk GFL, volmantel in het kaliber 7.65mm en
3 ( centraalvuur) hagelpatronen van het merk Eley VIP in het kaliber .12 en
3 ( centraalvuur) hagelpatronen van het merk Decathlon, Super Chasse in het kaliber .12 en
3 ( centraalvuur) hagelpatronen van het merk Decathlon, Brenneke (slug) in het kaliber .12 en
5 ( centraalvuur) hagelpatronen van het merk Eley in het kaliber .16 en
munitie van categorie II lid 3 van de Wet wapens en munitie, te weten 3 pyrotechnische patronen, kaliber 15mm, voorhanden heeft gehad.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde Het bewezenverklaarde levert op:

Parketnummer 18/095736-21

medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwetgegeven verbod, meermalen gepleegd;
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod,meermalen gepleegd;
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod,meermalen gepleegd;
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of tebevorderen, stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
primair van het plegen van witwassen een gewoonte maken;
in strijd met een hem bij wettelijk voorschrift opgelegde verplichting opzettelijk nalaten tijdig debenodigde gegevens te verstrekken, terwijl dat kan strekken tot bevoordeling van zichzelf, en terwijl hij weet dat de gegevens van belang zijn voor de vaststelling van zijn recht op een verstrekking of tegemoetkoming, dan wel voor de hoogte of de duur daarvan, meermalen gepleegd;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

Parketnummer 19/269260-22

opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod,meermalen gepleegd;
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of tebevorderen, stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
3.
Ten aanzien van het wapen
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
Ten aanzien van de munitiehandelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van alle ten laste gelegde feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren met aftrek van het voorarrest.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportages, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich samen met zijn broer gedurende een periode van vijf jaren schuldig gemaakt aan de handel in heroïne en cocaïne. Hij heeft daartoe een grote hoeveelheid heroïne, cocaïne en versnijdingsmiddelen aanwezig gehad. Gebleken is dat verdachte en zijn broer bij de handel een leidinggevende rol hebben vervuld. Zij hadden meerdere sub-dealers die voor hen werkten. Deze subdealers kregen van verdachte of zijn broer een vierkant blikje met daarin bolletjes heroïne en cocaïne. Vervolgens kwamen er op de telefoons van verdachte en zijn broer bestellingen binnen die zij doorgaven aan de sub-dealers. Deze brachten de drugs vervolgens naar de klanten. Zij reden hierbij op elektrische fietsen die zij op afbetaling van verdachte en zijn broer kregen. Aan het eind van de dag brachten de sub-dealers het blikje en het geld terug naar één van de broers. Het dossier schept een beeld van twee broers die een redelijk professionele handel hebben gerund en daarbij geen oog hebben gehad voor de schadelijke gevolgen van hun handelen voor de samenleving, maar slechts voor hun eigen financieel gewin.
Verder is verdachte zeer kort na de schorsing van de voorlopige hechtenis wederom aangehouden terwijl hij heroïne, cocaïne en versnijdingsmiddelen voorhanden had. Verdachte lijkt derhalve geen afstand te willen nemen van dit soort criminele activiteiten. De rechtbank vindt dit erg zorgelijk.
Met zijn handelen heeft de verdachte een bijdrage geleverd aan de instandhouding van het criminele drugscircuit. Harddrugs leiden veelal, direct en indirect, tot vele vormen van criminaliteit. Ook wordt door deze middelen de volksgezondheid bedreigd. Het is algemeen bekend dat verdovende middelen, mede vanwege de zeer verslavende werking ervan, schadelijk zijn voor de gezondheid van de gebruikers.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan witwassen van de opbrengsten uit deze drugshandel. Witwassen vormt een ernstige bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan.
Bovendien heeft verdachte zich gedurende meerdere jaren schuldig gemaakt aan uitkeringsfraude door de uitkerende instantie niet in te lichten over zijn inkomsten uit de handel in harddrugs. De uitkerende instantie is daardoor niet in staat geweest op juiste wijze te bepalen of en, zo ja, in hoeverre verdachte recht had op een uitkering. Sociale voorzieningen zijn uitsluitend bestemd voor diegenen die er recht op hebben en daarvan werkelijk afhankelijk zijn. Uitkeringsinstanties moeten er dan ook op kunnen vertrouwen dat zij op een juiste manier worden ingelicht. Verdachte heeft door zijn handelen misbruik gemaakt van de voorzieningen van het sociaal zekerheidsstelsel. Bovendien is de samenleving daardoor financieel benadeeld voor een bedrag van € 44.214,10.
Tot slot heeft verdachte twee keer de Wet Wapens en Munitie overtreden door munitie en/of een revolver voorhanden te hebben. Het ongecontroleerde bezit van een vuurwapen en munitie veroorzaakt een gevoel van onveiligheid in de samenleving. Daarnaast is het een gegeven dat de handel in harddrugs ook veelal gepaard gaat met geweldsdelicten, wat de aanwezigheid van een vuurwapen en munitie des te ernstiger maakt.
Verdachte heeft geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen.
Gezien de ernst van de feiten, de lange pleegperiode, de rol van verdachte en de grote hoeveelheid strafbare feiten is de rechtbank van oordeel dat alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur een passende straf is in deze zaak.
Persoonlijke omstandigheden van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 15 februari 2023 waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor overtredingen van de Opiumwet en de Wet Wapens en Munitie.
De rechtbank heeft daarnaast kennisgenomen van het rapport van de Reclassering Nederland van 29 juli 2021. De reclassering geeft aan dat er risico’s zijn op het gebied van huisvesting, dagbesteding, financiën en houding. Er kan gesproken worden van een delictpatroon met betrekking tot drugsbezit en drugshandel. Daarnaast is er sprake van een procriminele houding en lijkt verdachte niet gevoelig te zijn voor regels en wetten. De reclassering adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden. Er is door de reclassering geprobeerd om een recentere rapportage op te maken, maar verdachte weigerde om met de reclassering in gesprek te gaan.
Strafmaat
Alles afwegende acht de rechtbank de strafeis van de officier van justitie passend en geboden. De aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten zouden door een lagere gevangenisstraf worden miskend.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

Inbeslaggenomen goederen

Vordering van de officier van justitie
Parketnummer 18/095736-21
De officier van justitie heeft gevorderd dat de op de beslaglijst genoemde drugs worden onttrokken aan het verkeer. De officier van justitie heeft gevorderd dat de inbeslaggenomen telefoons verbeurd worden verklaard omdat hij het aannemelijk acht dat deze gebruikt zijn in het kader van de handel in verdovende middelen.
Parketnummer 18/269260-22
Met betrekking tot de inbeslaggenomen geldbedragen heeft de officier van justitie gevorderd dat het klassieke beslag wordt opgeheven. Het geld zal echter niet worden teruggegeven omdat er nog conservatoir beslag op rust.
Standpunt van de verdediging
Gelet op de door hem bepleite vrijspraak heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de inbeslaggenomen goederen aan verdachten dienen te worden teruggegeven.
Oordeel van de rechtbank
Parketnummer 18/095736-21
De rechtbank zal de inbeslaggenomen drugs onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Daarnaast zijn met betrekking tot deze voorwerpen het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde begaan.
De rechtbank zal de inbeslaggenomen telefoons verbeurd verklaren. Het is aannemelijk dat deze telefoons zijn gebruikt bij de handel in harddrugs.
Parketnummer 18/269260-22
De rechtbank zal het klassieke beslag (ex artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering) dat op de geldbedragen ligt, opheffen. De rechtbank stelt vast dat op deze voorwerpen nog wel conservatoir beslag rust. Verdachte zal het geld derhalve niet terugkrijgen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 47, 57, 227b, 420bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder parketnummer 18/095736-21 onder 1, 2, 3, 4, 5 primair, 6 en 7 ten laste gelegde en het onder parketnummer 18/269260-22 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Parketnummer 18/095736-21

Verklaart verbeurd de in beslag genomen:

  • GSM (Omschrijving: 1383436, blauw, merk: Samsung);
  • GSM (Omschrijving: 1377835, zwart, merk: Nokia);
  • GSM (Omschrijving: 1377833, merk: Nokia);
  • GSM (Omschrijving: 1377847, zwart, merk: Apple Iphone).

Verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:

  • 11,94 GR Opium (Omschrijving: 1383349);
  • 2,96 GR Opium (Omschrijving: 1383350);
  • 6,91 GR Opium (Omschrijving: 1383365);
  • 9,51 GR Opium (Omschrijving: 1383366);
  • 9,52 GR Opium (Omschrijving: 1383367);
  • 111 GR Opium (Omschrijving: 1383411);
  • 31 GR Opium (Omschrijving: 1383413);
  • 114 GR Opium (Omschrijving: 1383419);
  • 146 GR Opium (Omschrijving: 1383425);
  • 228 GR Opium (Omschrijving: 1383427);
  • 40 GR Opium (Omschrijving: 1383428);
  • 148 GR Opium (Omschrijving: 1383429);
  • 242 GR Opium (Omschrijving: 1383430);- 146 GR Opium (Omschrijving: 1383431).

Parketnummer 18/269260-22

Heft op het klassiek beslag (94 Sv) op de in beslag genomen:

- 610 EURO (Omschrijving: 1489713); - 275 EURO (Omschrijving: 1489719); en verstaat dat op deze voorwerpen nog conservatoir beslag (94a Sv) blijft rusten.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.J. Bosker, voorzitter, mr. H. van der Werff en mr. J. Duiven, rechters, bijgestaan door mr. G. Langius, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 mei 2023.
Mr. H. van der Werff is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.