Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Benadeelde partij
Uitspraak
Rechtbank Noord-Nederland
Op 9 mei 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, een vonnis gewezen in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van diefstal met geweld en het voorhanden hebben van een vuurwapen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van beide tenlastegelegde feiten. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de aangever en getuige op belangrijke punten inconsistent waren en essentiële tegenstrijdigheden bevatten, waardoor deze verklaringen niet bruikbaar waren voor het bewijs. Het ontbreken van ondersteunend bewijs leidde tot de conclusie dat niet kon worden vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachte de diefstal met geweld hadden gepleegd.
De rechtbank oordeelde dat het vuurwapen niet onder de verdachte was aangetroffen en dat het dossier, anders dan de verklaring van de medeverdachte, geen aanknopingspunten bood voor het voorhanden hebben van een vuurwapen door de verdachte. Hierdoor werd de verdachte ook vrijgesproken van het voorhanden hebben van een vuurwapen.
Daarnaast was er een benadeelde partij die een vordering tot schadevergoeding had ingediend, maar de rechtbank wees deze vordering af, omdat het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen werd geacht. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de aangever ongeloofwaardig waren en niet voor het bewijs konden worden gebruikt. De benadeelde partij werd in zijn vordering niet-ontvankelijk verklaard en moest zijn eigen proceskosten dragen.