ECLI:NL:RBNNE:2023:1835
Rechtbank Noord-Nederland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Toekenning van dwangsomvergoeding en afwijzing proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke zaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 28 april 2023, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) beoordeeld. Eiseres had een dwangsomvergoeding van € 392,- aangevraagd, nadat het Uwv in een eerder besluit van 11 maart 2022 haar verzoek om een dwangsom had afgewezen. Het Uwv had later, na bezwaar van eiseres, de dwangsomvergoeding alsnog toegekend, maar eiseres was van mening dat het Uwv eerder had moeten reageren op haar ingebrekestelling. De rechtbank oordeelt dat het Uwv terecht de dwangsomvergoeding heeft toegekend, omdat het besluit van 24 februari 2022 te laat was bekendgemaakt. De rechtbank legt uit dat de dwangsomvergoeding is gebaseerd op de Algemene wet bestuursrecht, die bepaalt dat een bestuursorgaan een dwangsom verbeurt voor elke dag dat het in gebreke is, tot een maximum van 42 dagen.
Daarnaast wordt in de uitspraak de vraag behandeld of eiseres recht heeft op een proceskostenvergoeding. De rechtbank concludeert dat de gemachtigde van eiseres, [gemachtigde], niet kan worden aangemerkt als professioneel rechtshulpverlener, omdat hij geen juridische opleiding heeft gevolgd die voldoet aan de vereisten voor beroepsmatige rechtsbijstand. Hierdoor kan eiseres geen proceskostenvergoeding ontvangen. De rechtbank wijst het beroep van eiseres af, wat betekent dat zij geen gelijk krijgt en het Uwv niet verplicht is om het griffierecht of proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.