ECLI:NL:RBNNE:2023:1834
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van een dwangsomvergoeding in bestuursrechtelijke procedure
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 28 april 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de toekenning van een dwangsomvergoeding van € 46,- door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) beoordeeld. Eiseres had op 26 november 2021 een uitkering op grond van de Ziektewet aangevraagd, maar het Uwv had haar bij besluit van 15 december 2021 geen uitkering toegekend, omdat zij niet verzekerd was. Eiseres stelde het Uwv in gebreke wegens het niet tijdig nemen van een besluit op haar ziekmelding. Het Uwv erkende dat het besluit te laat was verzonden en kende een dwangsomvergoeding toe van € 46,-. Eiseres was het niet eens met de datum waarop het Uwv de ingebrekestelling had ontvangen en stelde dat deze eerder per fax was verzonden.
De rechtbank oordeelt dat het Uwv terecht de dwangsomvergoeding heeft toegekend. De rechtbank legt uit dat de wet- en regelgeving omtrent dwangsommen in artikel 4:17 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing is. Eiseres had de ingebrekestelling per post verzonden, en de rechtbank bevestigt dat het Uwv zich aan de afspraken over de wijze van correspondentie met eiseres mocht houden. De rechtbank concludeert dat het Uwv de ingebrekestelling op de juiste wijze heeft ontvangen en dat de dwangsomvergoeding van € 46,- terecht is toegekend. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen gelijk krijgt en geen proceskostenvergoeding ontvangt.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.