In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eiser, een inwoner van Yde, tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn bezwaar tegen de verleende omgevingsvergunning aan stichting Het Drentse Landschap. Deze vergunning, verleend op 25 augustus 2021, betreft het uitvoeren van waterhuiskundige maatregelen in het natuurreservaat de Hondstongen. Eiser had bezwaar ingediend op 17 november 2021, maar het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tynaarlo verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk, omdat het te laat was ingediend.
De rechtbank heeft op 7 maart 2023 de zaak behandeld, waarbij eiser en de gemachtigden van het college aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), zes weken bedraagt. Eiser betoogde dat zijn termijnoverschrijding verschoonbaar was vanwege een hersenbloeding en de onjuiste naamgeving van het natuurgebied in de publicatie. De rechtbank concludeert echter dat het college de termijnoverschrijding terecht niet verschoonbaar heeft geacht, aangezien eiser de publicatie had gemist en pas in november 2021 op de hoogte was van de verleende vergunning.
De rechtbank oordeelt dat het college het bezwaarschrift van eiser terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. E.M. Visser, rechter, en is openbaar uitgesproken op 6 april 2023.