ECLI:NL:RBNNE:2023:1806
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen omgevingsvergunning voor tijdelijke stacaravan in strijd met ruimtelijke ordening
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eiser, een inwoner van Arum, tegen de verleende omgevingsvergunning voor een tijdelijke stacaravan. De vergunninghouder had op 14 september 2021 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor een stacaravan op een perceel in Arum. Na wijziging van de aanvraag werd op 13 oktober 2021 een omgevingsvergunning verleend voor een andere locatie. Eiser, samen met andere omwonenden, diende bezwaar in tegen deze vergunning. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân handhaafde de vergunning na het bezwaar van eiser, wat leidde tot het beroep bij de rechtbank.
De rechtbank heeft het beroep op 7 maart 2023 behandeld, waarbij de gemachtigden van het college en de vergunninghouder aanwezig waren, maar eiser zelf niet. De rechtbank concludeert dat het college niet verplicht was om de wijziging van de aanvraag te publiceren, en dat eiser niet in zijn belangen is geschaad. De rechtbank oordeelt dat de verleende omgevingsvergunning op juiste wijze is gepubliceerd en dat eiser tijdig bezwaar heeft kunnen maken. De rechtbank wijst ook de argumenten van eiser over het hoorzittingsverslag en de betrokkenheid van de gemeenteraad af. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen griffierecht terugkrijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.