ECLI:NL:RBNNE:2023:1805
Rechtbank Noord-Nederland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot contactherstel tussen moeder en dochter in kort geding
In deze zaak vordert de vrouw, die door persoonlijke problematiek jarenlang geen ouderrol heeft vervuld, een omgangsregeling met haar dochter, die nu elf jaar oud is. De vrouw heeft de procedure ingeleid met een dagvaarding die op 4 april 2023 aan de man is betekend. De man, die het gezag over de dochter uitoefent, heeft in zijn conclusie van antwoord op 20 april 2023 verzocht om niet-ontvankelijkheid van de vrouw in haar vordering, met veroordeling in de proceskosten. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 april 2023 heeft de voorzieningenrechter de zaak behandeld en direct uitspraak gedaan.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de vrouw geen spoedeisend belang heeft bij haar vordering. De vrouw heeft jarenlang geen contact gehad met haar dochter en heeft in die periode geen ouderlijke verantwoordelijkheid kunnen vervullen. De man heeft aangegeven open te staan voor contactherstel, maar onder de voorwaarde dat dit onder deskundige begeleiding gebeurt. De voorzieningenrechter concludeert dat de vrouw niet in staat is om de belangen van haar dochter voorop te stellen en dat haar vordering niet kan worden toegewezen. De vrouw wordt niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering en wordt veroordeeld in de proceskosten van de man, die op € 1.411,00 zijn begroot.