Uitspraak
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
3.
[gedaagde sub 3],
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een executiegeschil, heeft de kantonrechter op 7 april 2023 uitspraak gedaan. De eiser, vertegenwoordigd door mr. E.Tj. van Dalen, vorderde schorsing van de tenuitvoerlegging van een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarin hij was veroordeeld tot ontruiming van een woning. De gedaagden, vertegenwoordigd door mr. R.H.W. van Ewijk, stelden dat de eiser zonder recht of titel in de woning verbleef. De achtergrond van het geschil ligt in een eerdere koopovereenkomst tussen de gedaagde sub 1 en een derde partij, waarbij de eiser, neef van de verkoper, werd aangesproken om de woning te ontruimen. De kantonrechter oordeelde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de belangenafweging in het voordeel van de eiser zouden kunnen beïnvloeden. De rechter concludeerde dat de belangen van de gedaagden, die na lange tijd weer over hun eigendom willen beschikken, zwaarder wogen dan die van de eiser. De vorderingen van de eiser werden afgewezen en hij werd veroordeeld in de proceskosten.