ECLI:NL:RBNNE:2023:1755
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning met betrekking tot vervoersbehoefte
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekers tegen de gedeeltelijke afwijzing van hun aanvraag voor voorzieningen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De aanvraag van verzoekers was eerder afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerwolde, met besluiten van 26 juli 2021 en 15 september 2021. Het college heeft op 10 november 2022 een beslissing genomen op het bezwaar van verzoekers, waarbij gedeeltelijk een voorziening is toegekend.
De voorzieningenrechter overweegt dat verzoekers met hun verzoek om een voorlopige voorziening willen bereiken dat het college uitvoering geeft aan de uitspraak op bezwaar van 10 november 2022. Verzoekers stellen dat er een bindende uitspraak op bezwaar ligt en dat het college weigert om de twee reguliere scootmobielen te verstrekken. De voorzieningenrechter stelt vast dat er alleen een voorlopige voorziening kan worden getroffen als er wordt voldaan aan het connexiteitsvereiste, wat inhoudt dat er naast het verzoek om voorlopige voorziening ook een bezwaar- of beroepszaak moet zijn.
In dit geval is er geen beroep ingesteld tegen het besluit op bezwaar van 10 november 2022, en de termijn om dat te doen is inmiddels verstreken. Hierdoor is er geen hoofdzaak en wordt niet voldaan aan het connexiteitsvereiste. Het verzoek om een voorlopige voorziening is daarom kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.