ECLI:NL:RBNNE:2023:1702

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
25 april 2023
Publicatiedatum
25 april 2023
Zaaknummer
18/129115-18
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van poging tot afdreiging en eenvoudige belediging met seksueel getinte beelden

Op 25 april 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van een poging tot afdreiging en eenvoudige belediging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte 1] de aangever [slachtoffer] heeft bedreigd met de openbaarmaking van compromitterende beelden. Deze beelden toonden de aangever in een kwetsbare positie, samen met een andere vrouw. De verdachte heeft via WhatsApp gedreigd deze beelden openbaar te maken als de aangever niet zou instemmen met een gunstige vaststellingsovereenkomst voor de medeverdachte, die een hoger salaris en kwijtschelding van een schuld inhield. De rechtbank oordeelde dat de poging tot afdreiging niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, maar dat de poging tot afdreiging wel bewezen was, evenals de belediging van de aangever door het tonen van de beelden aan zijn ex-vrouw. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 dagen en een taakstraf van 80 uren, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Assen
parketnummer 18/129115-18
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 25 april 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1985 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is -na verwijzing door de politierechter naar de meervoudige kamer- gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 28 maart 2023 (inhoudelijke behandeling) en 25 april 2023 (sluiting van het onderzoek).
Verdachte is ter terechtzitting van 28 maart 2023 niet in persoon verschenen. Wel is verschenen mr. M.H. Wormmeester, advocaat te Emmen, die verklaard heeft uitdrukkelijk tot de verdediging te zijn gemachtigd. Het openbaar ministerie is vertegenwoordigd door mr. R. Janssens.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip gelegen in of omstreeks 01 augustus 2017 tot en met 1 september 2017 te Assen en/of Dedemsvaart, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met smaad, smaadschrift en/of openbaring van een geheim, [slachtoffer] te dwingen tot het opstellen en/of afgifte van een
vaststellingsovereenkomst, (tussen [slachtoffer] (werkgever) voornoemd en verdachte [medeverdachte 1] (werknemer) met daarin opgenomen een hoger salaris dan zij daadwerkelijk ontving, en/of het kwijtschelden van een inschuld, in ieder geval tot het opstellen en/of afgifte van enig formulier, hebbende verdachte en/of diens mededader(s) (telkens) met dat oogmerk via het telecommunicatienetwerk (whatsapp) aan die [slachtoffer] één of meer seksueel getinte foto's en/of een (seksueel getinte) filmpje gestuurd, waarop die [slachtoffer] (samen met een vrouw, gedeeltelijk naakt) was afgebeeld en welk(e) foto's en/of filmpje verdachte en/of diens medeverdachte(n) in zijn /hun bezit had(den), en/of heeft verdachte en/of diens mededader(s) (vervolgens) aan [slachtoffer] voornoemd medegedeeld, deze foto’s en/of filmpje(s) aan iedereen en/of de familie van die [slachtoffer] door te sturen, door meermalen via berichten (whatsapp) te dreigen de beelden openbaar te maken als hij niet zou overgaan tot het opstellen van die gunstige vaststellingsovereenkomst en/of kwijtschelding van die inschuld en/of via het telecommunicatienetwerk (whatsapp) tegen die [slachtoffer] te zeggen: “ik heb ze nu en ga ze tegen jou gebruiken. Of je moet zorgen dat dit goed afloopt. Ik stuur alles naar iedereen. Jouw familie iedereen. Jij gaat er nog achter komen”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking bij en/of prints van die afbeeldingen met een compromitterende tekst, te weten dat [slachtoffer] seks vraagt in ruil voor behandelingen bij diens praktijk in Assen en/of Dedemsvaart op te hangen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks 01 augustus 2017 tot en met 1 september 2017 te Assen en/of Dedemsvaart, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte ’s en/of diens mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met smaad, smaadschrift en/of openbaring van een geheim [slachtoffer] te dwingen tot het opstellen en/of afgifte van een vaststellingsovereenkomst , (tussen [slachtoffer] (werkgever) voornoemd en verdachte [medeverdachte 1] (werknemer) met daarin opgenomen een hoger salaris dan zij daadwerkelijk ontving, en/of het kwijtschelden van een inschuld, in ieder geval tot het opstellen en/of afgifte van enig formulier, hebbende verdachte en/of diens mededader(s) (telkens) met dat oogmerk via het telecommunicatienetwerk (whatsapp) aan die [slachtoffer] één of meer seksueel getinte foto's en/of een (seksueel getinte) filmpje gestuurd, waarop die [slachtoffer] (samen met een vrouw, gedeeltelijk naakt) was afgebeeld en welk(e) foto's en/of filmpje verdachte en/of diens medeverdachte(n) in zijn /hun bezit had(den), en/of heeft verdachte en/of diens mededader(s) (vervolgens) aan [slachtoffer] voornoemd medegedeeld, deze foto’s en/of filmpje(s) aan iedereen en/of de familie van die [slachtoffer] door te sturen, door meermalen via berichten (whatsapp) te dreigen de beelden openbaar te maken als hij niet zou overgaan tot het opstellen van die gunstige vaststellingsovereenkomst en/of kwijtschelding van die inschuld en/of via het telecommunicatienetwerk (whatsapp) tegen die [slachtoffer] te zeggen: “ik heb ze nu en ga ze tegen jou gebruiken. Of je moet zorgen dat dit goed afloopt. Ik stuur alles naar iedereen. Jouw familie iedereen. Jij gaat er nog achter komen” , althans woorden van gelijke aard en/of strekking bij en/of prints van die afbeeldingen met een compromitterende tekst, te weten dat [slachtoffer] seks vraagt in ruil voor behandelingen bij diens praktijk in Assen en/of Dedemsvaart op te hangen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2017 tot en met 19 september 2017 te Assen, althans in de gemeente Assen, althans in Nederland opzettelijk [slachtoffer] heeft beledigd, door aan [naam 1] (de ex vrouw van [slachtoffer] ) en/of aan [naam 2] (broer van [slachtoffer] ) (seksueel getinte) afbeelding(en) en/of filmpje te sturen, waarop die [slachtoffer] met een vrouw (gedeeltelijk naakt) zijn te zien en/of dat videobestand aan die [naam 1] te tonen.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het onder 1 primair ten laste gelegde medeplegen van afdreiging, nu het bij een poging lijkt te zijn gebleven.
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder 1 subsidiair ten laste gelegde medeplegen van een poging tot afdreiging. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de uitgelezen berichten tussen aangever [slachtoffer] enerzijds en de verdachten anderzijds de aangifte van [slachtoffer] ondersteunen. [slachtoffer] is gechanteerd met de openbaarmaking van compromitterende beelden met als doel om de vaststellingsovereenkomst rondom het ontslag van medeverdachte
[medeverdachte 1] gunstig uit te laten pakken voor [medeverdachte 1] en een op haar rustende schuld kwijt te laten schelden. Verdachte is degene die telkens daadwerkelijk dreigt met de openbaarmaking en ook de eisen stelt in de berichten. De compromitterende beelden stonden op de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 1] , veel van de communicatie tussen verdachte en [slachtoffer] werd via haar telefoon gedaan en zij was degene met het conflict met [slachtoffer] . De officier van justitie is van mening dat gelet op de combinatie van deze omstandigheden sprake is van medeplegen.
De officier van justitie heeft tevens veroordeling gevorderd voor de onder 2 ten laste gelegde belediging.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1 primair én subsidiair ten laste gelegde. Zij heeft daartoe aangevoerd dat het oogmerk tot wederrechtelijke bevoordeling ontbrak. Tussen partijen (verdachte, medeverdachte [medeverdachte 1] en aangever [slachtoffer] ) is overeengekomen dat sprake zou zijn van een recht op compensatie voor het gedeelte van het loon dat [medeverdachte 1] zwart uitbetaald kreeg. De beelden zijn niet aan [slachtoffer] gestuurd om verdachte of een ander wederrechtelijk te bevoordelen en ook niet om [slachtoffer] te dwingen tot het tekenen van een vaststellingsovereenkomst met een hoger salaris dan wel het kwijtschelden van een schuld. Verdachte had enkel het oogmerk [slachtoffer] tot nakoming van de overeenkomst te bewegen. Uiteindelijk is de vaststellingsovereenkomst ook niet door [slachtoffer] opgesteld.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde heeft de raadsvrouw eveneens vrijspraak bepleit, nu slechts sprake is van door aangever [slachtoffer] zelf aangeleverde informatie die niet op echtheid is gecontroleerd en er overigens, behoudens het proces-verbaal van bevindingen, geen ondersteunend bewijsmateriaal in het dossier is waarop de bewezenverklaring van de geformuleerde belediging kan worden gebaseerd.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1 primair ten laste gelegde
De rechtbank acht het onder 1 primair ten laste gelegde medeplegen van afdreiging niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt hiertoe dat, uit de inhoud van het strafdossier en hetgeen ter terechtzitting is besproken, niet is gebleken dat de chantage (afdreiging) daadwerkelijk heeft geleid tot het beoogde doel, zijnde het opstellen/afgeven van een vaststellingsovereenkomst tussen aangever [slachtoffer] (werkgever) en medeverdachte [medeverdachte 1] (werknemer) met daarin opgenomen een hoger salaris dan zij daadwerkelijk ontving en/of het kwijtschelden van een schuld.
Ten aanzien van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde
De rechtbank acht het onder 1 subsidiair ten laste gelegde medeplegen van een poging tot afdreiging wel wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.
Bewijsmiddelen
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte met bijlagen d.d. 22 augustus 2017, opgenomen op pagina 32 e.v. van het dossier van Politie Eenheid
Noord-Nederland met registratienummer: PL0100-2017214442 d.d. 12 januari 2018, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] : Ik doe aangifte van afdreiging.
In juli 2017, aan het eind van de maand, kreeg ik via facebook een kortstondige relatie met
[medeverdachte 2] . We zijn met elkaar naar bed geweest. Na de laatste ontmoeting kwam [medeverdachte 2] naar mijn praktijk (ik ben namelijk tandarts). Zij toonde mij een brief waarop een tekst stond vermeld en waarop twee foto's waren afgebeeld. Op die foto's was te zien dat wij half naakt op haar bed lagen. Ik lag daar met ontbloot bovenlijf. Op die foto's is zij zichtbaar maar dan zodanig dat haar gezicht niet te zien is. Mijn gezicht en tors daarentegen wel.
In de tekst op de brief die zij mij toonde stond dat zij gedreigd werd de foto's op internet openbaar te maken.
Ik heb op 12 augustus 2017 hiervan melding gedaan bij de politie in Assen. Die foto's en brief waren toen nog niet openbaar gemaakt.
Op 18 augustus 2017 had ik een afspraak met mijn medewerkster [medeverdachte 1] , zij is al 7 jaar mijn assistente in de praktijk. Zij heeft een relatie met [verdachte] die met haar samenwoont. Wij wilden een vaststellingsovereenkomst samenstellen zodat in geval van ontslag zij via het UWV een uitkering zou kunnen krijgen. Bij het gesprek was haar partner [verdachte] aanwezig. Hij verwachtte van mij dat ik op de overeenkomst haar loon dubbel zo hoog zou vaststellen zodat zij een hogere uitkering zou kunnen toucheren.
Ik gaf aan dat ik het daar niet mee eens was. Ik gaf aan dat ik in overleg met de salarisadministratie zou gaan om te zien wat er mogelijk was. Ik wilde eventueel tot een paar procent verhoging gaan. Als dat legaal mogelijk was.
[verdachte] bedreigde mij indirect dat hij in het bezit was van foto's en een video van mij met die [medeverdachte 2] waar ik eerder over sprak. Hij zei dat het verschrikkelijk zou zijn als die foto's op zouden duiken en mijn medewerkers daarvan weet zouden krijgen. Op die manier oefende hij druk op mij uit om die extreme loonsverhoging op papier te zetten.
Op 20 augustus 2017 heb ik [medeverdachte 1] geappt op haar [telefoonnummer] nummer dat het niet mogelijk zou zijn nog iets aan de verhoging van het salaris te kunnen doen.
Later werd er een whatsapp gestuurd vanaf haar 06 nummer inhoudende beide foto's en een korte video waarop te zien is dat ik op het bed lig van [medeverdachte 2] . De foto's zijn geknipt uit de video. In de whatsapp wordt verder gedreigd met openbaar maken van de video en foto's.
"Ik stuur alles naar iedereen. Jouw familie iedereen. Jij gaat er nog achterkomen".
Op 22 augustus 2017 omstreeks 08.00 uur werd ik door mijn assistente [naam 3] in Dedemsvaart, waar ik ook een praktijk heb, gebeld. Zij gaf aan dat patiënten met een brief naar binnen kwamen. Die brief was geplakt op de hoofingang van mijn praktijk in Dedemsvaart.
Verder werd ik vanmorgen door medewerkers van mijn praktijk in Assen geappt dat dezelfde brief ook hier in Assen op mijn praktijk was aangeplakt. Tekst op de brief die op de deuren was geplakt: "TANDARTS [slachtoffer] . Deze beste heer [slachtoffer] vraagt seks in ruil voor behandelingen in zijn praktijken! Deze beste man heeft nog veel meer op zijn kerfstok..
het moet stoppen!! Ik heb beelden van deze meneer [slachtoffer] , graag roep ik alle dames op die last van deze ouwe viezerik heeft gehad! VIDEOBEELDEN WORDEN BINNEKORT ONLINE GEZET!! Daaronder twee foto's waar ik op het bed lig met [medeverdachte 2] .
Om 12.00 uur vandaag appt [verdachte] vanaf zijn eigen telefoonnummer ( [telefoonnummer] ): Ik heb de foto's en ik ga ze tegen jou gebruiken of je moet er voor zorgen dat dit goed afloopt.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 januari 2018, opgenomen op pagina 83 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Op 6 januari 2018 las ik, verbalisant, de resultaten van het digitale onderzoek van de GSM's van aangever [slachtoffer] en verdachte [medeverdachte 1] .
GSM [medeverdachte 1] Participants: Hoi [telefoonnummer] @s.whatsapp.net / [slachtoffer] [telefoonnummer] @s.whatsapp.net
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net Hoi
18-8-2017 16:04:57(UTC+0) Heb net site van uwv gekeken ww uitkering is 70% mijn salaris moet omhoog dus op papier
18-8-2017 16:05:04(UTC+0) Anders heb ik er niks aan
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
18-8-2017 16:05:35(UTC+0) Nee dat kan niet ineens, dat valt op
(..)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net Hoi
18-8-2017 16:42:56(UTC+0) Hey vriend [verdachte] hier wat is allemaal weer aan de hand
18-8-2017 16:43:10(UTC+0) [medeverdachte 1] is weer helemaal over haar toeren
(..)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
18-8-2017 18:16:15(UTC+0) Helaas, met de loon kan ik niet veranderen, dus gaa maar goed over nadenken, ik eind het uitstekend aanbod...ik kan de uurloon van poetsen wel verhogen op 15 euro
(..)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net Hoi
18-8-2017 19:25:38(UTC+0) Alles gaat via mij [medeverdachte 1] heeft stress
(..)
18-8-2017 19:26:42(UTC+0) Ik heb gelezen wat jij kan doen na al die jaren
18-8-2017 19:26:50(UTC+0) Voor [medeverdachte 1]
18-8-2017 19:26:58(UTC+0) HELEMAAL NIKS
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
18-8-2017 19:27:36(UTC+0) Ik zei toch ik kan de loon wel verhogen, de schuld van 4000 euro kwijt schelte
18-8-2017 19:27:42(UTC+0) Is dat niks???
18-8-2017 19:28:48(UTC+0) Ik heb 2 peojekte, als je mij helpt dan help ik je broer
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net Hoi
18-8-2017 19:29:45(UTC+0) DAAAAAT HEEFT [medeverdachte 1] NIKS MEE E MAKEEN 18-8-2017 19:30:05(UTC+0) EN IK PRAAT NIET OVER TEL
(..)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
19-8-2017 8:05:51 (UTC+0) [verdachte] ik ben om 13.00 praktijk, heb bijnaa dan ook alles klaar....dan neem je contractt mee, kunnen jullie samen thuis lezen en overleggen
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net Hoi
19-8-2017 9:42:13(UTC+0) [verdachte] komt mee
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
19-8-2017 10:55:01(UTC+0)
[slachtoffer] verstuurt een drietal afbeeldingen van een vaststellingsovereenkomst
19-8-2017 21:51:34(UTC+0) Net gedprek met [naam 4] gehad, helaas word hem niet
19-8-2017 21:52:04(UTC+0) Meer als vandsag asngeboden is, is niet mogelijk
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net Hoi
20-8-2017 13:48:33(UTC+0) [verdachte] hier
20-8-2017 13:49:04(UTC+0) Ik heb begrepen datje niks kan betekenen voor ons?
(..)
20-8-2017 13:52:55(UTC+0) Wij wachten niks meer af
20-8-2017 13:53:02(UTC+0) Wacht jij maar af
20-8-2017 13:53:35(UTC+0) Ik heb namelijk wel men huiswerk goed gedaan
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
20-8-2017 13:55:51 (UTC+0) Heel goed voor jouw
20-8-2017 13:57:02(UTC+0) Als je nu nog een opmerking deze richting doet, dan komt een ontslag op staande foet, kijken if je dan 1 cent uitkering krijgt
20-8-2017 13:57:27(UTC+0) Nog 1 opmerking is afgelopen
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net Hoi
Er worden beelden verstuurd naar [telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer] Op deze beelden is te zien dat aangever [slachtoffer] op een bed ligt met een jonge vrouw
20-8-2017 14:00:42(UTC+0) Kijk de beelden goed jij bied sex aan voor behandelingen
20-8-2017 14:00:48(UTC+0) Alles heb ik op beeld
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
20-8-2017 14:01:06(UTC+0) Ik stuur morgen ontslag!
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net Hoi
20-8-2017 14:01:21(UTC+0) Ik stuur alles naar iedereen
20-8-2017 14:01:32(UTC+0) Jou familie iedereen
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
20-8-2017 14:01:33(UTC+0) Doe maar
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net Hoi
20-8-2017 14:01:55(UTC+0) [medeverdachte 1] NIKS JIJ OOK NIKS
(..)
20-8-2017 14:03:06(UTC+0) Ik heb men leven gewaagt om deze beelden
20-8-2017 14:03:16( UTC+0) Jij gaat achterkomend
20-8-2017 14:03:43(UTC+0) Inspectie gezondheidszorg
20-8-2017 14:03:57(UTC+0) Alles en iedeeeen mail ik dit
20-8-2017 14:04:12(UTC+0) WIJ NIKS JIJ NIKS
(..)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
22-8-2017 6:14:52(UTC+0) Nu zijn jullie echt te veer gegaan, straks afspraak bij mijn advocaat, alles is op de camera te zien wAt [naam 5] gistern opgehangen heeft....heb straks afspraak met me strafrechtsadvocaat, nu ben je echt te veer gegangen, dat word gevangenis!!!!
Participants [naam 6] [telefoonnummer]@s.whatsapp.net / [verdachte] [telefoonnummer] @s.whatsapp.net
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [verdachte]
22-8-2017 10:11:02(UTC+0) IK HEB ZE NU EN GA ZE TGEN JOU GEBRUIKEN
22-8-2017 10:12:18(UTC+0) Of je moet er voor zorgen dt dit goed afloopt
Participants [naam 6] [telefoonnummer]@s.whatsapp.net / [verdachte] [medeverdachte 1] [telefoonnummer]@s.whatsapp.net
[telefoonnummer]@s.whatsapp.net [verdachte] [medeverdachte 1]
28-8-2017 18:52:44(UTC+0) Met [verdachte] hier
28-8-2017 18:52:59(UTC+0) En [medeverdachte 1]
28-8-2017 18:55:16(UTC+0) Denk dar wuj moet prqteb
(..)
28-8-2017 18:57:14(UTC+0) Ik wou je alleen helpen
28-8-2017 18:57:31 (UTC+0) Maar we spreken morgen
[telefoonnummer]@s.whatsapp.net [naam 6]
28-8-2017 18:57:49(UTC+0) Helpen met fotos op mij praktijkdeur??
[telefoonnummer]@s.whatsapp.net [verdachte] [medeverdachte 1]
28-8-2017 18:59:04(UTC+0) Misschien was het en reactie op een reactie
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d.
5 november 2017, opgenomen op pagina 244 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [medeverdachte 1] :
A: [verdachte] is de vader van mijn kinderen. (..)
Een vriendin van mij werkte bij tandartspraktijk [slachtoffer] . Via haar ben ik bij hem aan het werk gekomen in februari 2011. Ik heb daar gewerkt tot aflopen zomer dit jaar. Op verzoek van dhr. [slachtoffer] stopte dit werk.
V: Je derde kind waarvan je nu zwanger bent, dit is ook van [verdachte] ?
A: Ja dat klopt. We zijn goede vrienden. Hij slaapt af en toe bij mij.
V: Hoe lang kennen jullie elkaar?
A: Een jaar of acht.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d.
6 november 2017, opgenomen op pagina 252 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [medeverdachte 1] :
A: Op een gegeven moment kwam een vaststellingsovereenkomst ter sprake. Hiermee kon
[slachtoffer] de lening die hij mij had verstrekt verbloemen voor zijn broer. Ik had toen nog een schuld openstaan van ongeveer 3000 euro. Ik zou, omdat ik daar al een aantal jaren had gewerkt, een transitievergoeding krijgen. Ik ben met [verdachte] naar [slachtoffer] gegaan. Dat was op verzoek van [slachtoffer] zelf. Omdat hij mij een Whatsapp-bericht had gestuurd met een voorstel, waarin hij kon regelen dat mijn salaris omhoog kon worden aangepast. Hij zou iemand kennen bij het UWV, ene
[naam 4] , die dat voor hem kon regelen. Toen we binnen waren liet hij mij de vaststellingsovereenkomst van een andere collega zien. Hij had daarop met pen geschreven wat hij daarvan zou aanpassen voor mij. [verdachte] was bij dit gesprek aanwezig.
(..)
V: Wat staat er op jouw telefoon?
A: Ik heb daar een plaatje op gezien. Ik zag daarop een meisje met lang blond haar. Ik had meteen door dat dat [medeverdachte 2] was.
(..)
V: We gaan even weer terug naar de dag dat jullie het gesprek hebben gehad over jouw vaststellingsovereenkomst. Jij krijgt later nog contact met [slachtoffer] .
A: Rond middernacht kreeg ik een Whatsapp-bericht, dat [slachtoffer] niks voor mij kon betekenen. Daarna is mijn telefoon in andere handen gekomen. Van [verdachte] . Kort daarop kreeg ik een email van [slachtoffer] dat ik op staande voet was ontslagen.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 september 2020, opgenomen in het aanvullend procesdossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
Op 9 september 2020 deed ik, [verbalisant 2] , nader onderzoek naar de gegevens die waren veiliggesteld uit de in beslag genomen Iphone 5 onder verdachte [medeverdachte 1] .
Ik zag dat een map van de telefoon ook die naam had "Iphone 5 [medeverdachte 1] ". Ik opende de map en het programma om de data te bekijken. Ik keek vervolgens in de map met video's. Ik zag hierop o.a. video's die eenzelfde startscherm hadden als de afbeeldingen die bij aangever [slachtoffer] op zijn praktijkdeur waren gehangen. Ik opende deze video's één voor één. Ik zag dat bestand genaamd [bestandsnaam] een filmpje was van 27:48 minuten en dat de overige filmpjes, die leken op die film, "stukjes" waren van deze film.
Ik zag bij het bestand [bestandsnaam] bij de veilig gestelde data onder het kopje "Meta data" informatie stond over de camera, type Iphone 5, recordtime 5-8-2017 21:43.
Bewijsoverwegingen
De rechtbank acht gelet op voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte 1] heeft geprobeerd aangever [slachtoffer] door bedreiging met smaadschrift en openbaring van een geheim te dwingen tot het opstellen en afgeven van een vaststellingsovereenkomst tussen [slachtoffer] en medeverdachte [medeverdachte 1] met daarin opgenomen een hoger salaris dan zij daadwerkelijk ontving en het kwijtschelden van een schuld. Verdachte heeft via WhatsApp aan [slachtoffer] seksueel getinte beelden gestuurd, waarop te zien is dat [slachtoffer] (gedeeltelijk naakt) samen met een jonge vrouw op bed ligt. Verdachte heeft vervolgens aan [slachtoffer] medegedeeld dat hij deze beelden aan iedereen doorstuurt (waaronder de familie van [slachtoffer] ) als [slachtoffer] niet over zou gaan tot het opstellen van een voor medeverdachte [medeverdachte 1] gunstiger vaststellingsovereenkomst en kwijtschelding van een op haar rustende schuld bij [slachtoffer] . Verdachte is blijkens de hiervoor genoemde WhatsApp berichten degene die daadwerkelijk [slachtoffer] chanteert en daarbij dreigt met de openbaarmaking van de seksueel getinte beelden. Op 22 augustus 2017 hangen er opeens printscreens van de beelden op de deur van de hoofingang van [slachtoffer] zijn tandartspraktijken in Dedemsvaart en Assen.
De rechtbank gaat voorbij aan de stelling van de raadsvrouw dat het oogmerk tot wederrechtelijke bevoordeling ontbreekt. Daartoe overweegt de rechtbank dat uit de inhoud van het strafdossier niet is gebleken dat -zoals door de raadsvrouw is betoogd- tussen partijen (verdachte, medeverdachte [medeverdachte 1] en [slachtoffer] ) is overeengekomen dat sprake zou zijn van een recht op compensatie voor het gedeelte van het loon dat medeverdachte [medeverdachte 1] zwart zou hebben uitbetaald gekregen. Uit de WhatsApp berichten valt op dat duidelijk is wat verdachte wil, namelijk dat het ontslag van medeverdachte [medeverdachte 1] naar zijn en haar genoegen wordt afgehandeld.
Het loon van [medeverdachte 1] moet worden opgehoogd in een door [slachtoffer] voorgestelde vaststellingsovereenkomst ten behoeve van een hogere uitkering en ze moet van haar schuld aan [slachtoffer] af. Daartoe dreigt verdachte consequent met openbaarmaking van de beelden. Hij heeft de beelden en gaat deze tegen hem gebruiken:
“WIJ NIKS JIJ NIKS”, zo dreigt verdachte
De rechtbank is van oordeel dat verdachte, gelet op genoemde omstandigheden, wel degelijk het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling had.
De voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] is eveneens voldoende komen vast te staan. Daartoe overweegt de rechtbank dat hoewel medeverdachte [medeverdachte 1] nadrukkelijk ontkent dat zij van de poging tot afdreiging heeft geweten, daar tegen over staat dat zij een affectieve relatie had met verdachte, zij feitelijk samenleefden, de seksueel getinte beelden zijn aangetroffen op haar telefoon en [slachtoffer] via haar telefoonnummer contact onderhield met medeverdachte [medeverdachte 1] én verdachte.
Bovendien had medeverdachte [medeverdachte 1] een conflict met [slachtoffer] en was juist zij de begunstigde van de poging tot afdreiging.
Gelet op voornoemde omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat medeverdachte
[medeverdachte 1] op zijn minst wetenschap heeft gehad van de (poging tot) chantage en niet heeft ingegrepen op het moment dat het kon en geboden was. Hoewel de rechtbank niet kan vaststellen dat er sprake is geweest van een gezamenlijke uitvoering, is de bijdrage van medeverdachte [medeverdachte 1] aan het onder 1 subsidiair ten laste gelegde naar het oordeel van de rechtbank van zodanig gewicht dat deze kan worden aangemerkt als medeplegen.
De rechtbank acht op grond van het voorgaande bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van een poging tot afdreiging. Immers, zoals hiervoor ook reeds is overwogen, is niet gebleken dat de chantage daadwerkelijk heeft geleid tot het beoogde doel, te weten de vaststellingsovereenkomst over de beëindiging van het dienstverband van medeverdachte
[medeverdachte 1] gunstig uit te laten pakken voor medeverdachte en daarbij een op haar rustende schuld kwijt te laten schelden.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
Belediging is een klachtdelict. Vervolging kan daarom slechts plaatsvinden op grond van een tijdig door de klachtgerechtigde ingediende klacht. De rechtbank stelt vast dat aangever [slachtoffer] op 22 augustus 2017 een klacht heeft ingediend ter zake van smaad(schrift). Deze klacht heeft echter geen betrekking op de onder 2 ten laste gelegde belediging.
Op grond van het dossier stelt de rechtbank vast dat namens aangever [slachtoffer] op 25 oktober 2017 bij het politiebureau diverse stukken zijn overgelegd, inhoudende kopieën van dagelijkse berichten, bedreigingen, anonieme belletjes en Facebookberichten o.a. gericht aan familieleden van [slachtoffer] , met daarbij het verzoek de eerder door [slachtoffer] op 22 augustus 2017 gedane aangifte uit te breiden. Daarbij wordt namens aangever [slachtoffer] verzocht met spoed naar de zaak te kijken. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat ten tijde van het indienen van de uitbreiding van de aangifte, [slachtoffer] de uitdrukkelijke bedoeling had dat ook voor dit feit vervolging zou worden ingesteld. In zoverre kan de uitbreiding van de aangifte mede als klacht worden opgevat, althans kan daarin een klacht worden ingelezen. Nu hiermee aan het klachtvereiste is voldaan en deze klacht ook tijdig is ingediend (binnen drie maanden na de dag waarop de tot klacht gerechtigde kennis heeft genomen van het gepleegde feit), zal de rechtbank het openbaar ministerie ontvankelijk verklaren in de vervolging ter zake van de onder 2 ten laste gelegde belediging.
De rechtbank acht de onder 2 ten laste gelegde belediging wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.
Bewijsmiddelen
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen met bijlagen d.d. 6 januari 2018, opgenomen op pagina 83 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Op 6 januari 2018 las ik, verbalisant, de resultaten van het digitale onderzoek van de GSM's van aangever [slachtoffer] en verdachte [medeverdachte 1] .
GSM [medeverdachte 1]
Participants:Hoi [telefoonnummer] @s.whatsapp.net / [slachtoffer] [telefoonnummer] @s.whatsapp.net
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net Hoi
20-8-2017 13:48:33(UTC+0) [verdachte] hier
20-8-2017 13:48:33(UTC+0) Ik heb begrepen dat je niks kan betekenen voor ons?
(…)
20-8-2017 13:52:55(UTC+0) Wij wachten niks meer af
20-8-2017 13:53:02(UTC+0) Wacht jij maar af
20-8-2017 13:53:35(UTC+0) Ik heb namelijk wel men huiswerk goed gedaan
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
20-8-2017 13:55:51 (UTC+0) Heel goed voor jouw
20-8-2017 13:57:02(UTC+0) Als je nu nog een opmerking deze richting doet, dan komt een ontslag op staande foet, kijken if je dan 1 cent uitkering krijgt
20-8-2017 13:57:27(UTC+0) Nog 1 opmerking is afgelopen
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net Hoi
Er worden beelden verstuurd naar [telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer] Op deze beelden is te zien dat aangever [slachtoffer] op een bed ligt met een jonge vrouw
20-8-2017 14:00:42(UTC+0) Kijk de beelden goed jij bied sex aan voor behandelingen
20-8-2017 14:00:48(UTC+0) Alles heb ik op beeld
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
20-8-2017 14:01:06(UTC+0) Ik stuur morgen ontslag!
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net Hoi
20-8-2017 14:01:21(UTC+0) Ik stuur alles naar iedereen
20-8-2017 14:01:32(UTC+0) Jou familie iedereen
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer]
20-8-2017 14:01:33(UTC+0) Doe maar
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net Hoi
20-8-2017 14:01:55(UTC+0) [medeverdachte 1] NIKS JIJ OOK NIKS
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen met bijlagen d.d. 2 oktober 2017, opgenomen op pagina 44 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
Op 19 september 2017 verscheen aan het bureau Weiersstraat te Assen mevrouw [naam 1] . Zij is de ex van [slachtoffer] . Zij was in augustus benaderd via Facebook messenger door [verdachte] . Zij was hier niet op in gegaan totdat zij afgelopen vrijdag wederom door hem werd benaderd. [verdachte] gebruikt op Messenger de naam [naam 7] . [verdachte] gaf aan dat hij graag wat dingen over haar ex man kwijt wilde.
Hierop heeft zij met [verdachte] een afspraak gemaakt bij Van der Valk in Assen. (..)
Tijdens het gesprek had [verdachte] op zijn telefoon filmpjes laten zien waarop te zien was dat [slachtoffer] bij een jonger meisje in bed ligt. (..)
[verdachte] had tegen [naam 1] gezegd dat hij geen andere keus had om de beelden openbaar te maken omdat [slachtoffer] geen handtekening wilde zetten onder een verklaring waarin stond dat [medeverdachte 1] op papier het dubbele salaris moest krijgen. [slachtoffer] moest dit doen omdat [medeverdachte 1] ontslag kreeg en nu een uitkering moest gaan aanvragen. Om maar te zorgen dat de uitkering zo hoog mogelijk voor haar zou worden, moest er dus gesjoemeld worden met de papieren.
[naam 1] was bang dat wanneer [verdachte] de beelden wel online zet dat haar kinderen hier de dupe van worden. De kinderen hebben geen goede band meer met hun vader maar dragen wel zijn achternaam en gaan in Assen naar school.
Bewijsoverwegingen
De rechtbank komt gelet op voornoemde bewijsmiddelen tot een bewezenverklaring van de onder 2 ten laste gelegde belediging van [slachtoffer] . Blijkens het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] is de ex-vrouw van [slachtoffer] , [naam 1] , op 19 september 2017 op het politiebureau geweest om een verklaring af te leggen. Zij verklaart dat zij in augustus 2017 en “afgelopen vrijdag”
(de rechtbank begrijpt: vrijdag 15 september 2017)via Facebook Messenger is benaderd door [naam 7] , zijnde verdachte. Vervolgens heeft zij met verdachte afgesproken elkaar te ontmoeten bij Van der Valk te Assen. Daar heeft verdachte haar seksueel getinte filmpjes, waarop te zien is dat [slachtoffer] (gedeeltelijk naakt) met een jonge vrouw in bed ligt, getoond.
De rechtbank gaat voorbij aan de stelling van de raadsvrouw dat behoudens het proces-verbaal van bevindingen, geen ondersteunend bewijsmateriaal in het dossier is waarop de bewezenverklaring van de ten laste gelegde belediging kan worden gebaseerd.
Immers, dat verdachte voornemens was om de beelden openbaar te maken en te sturen/tonen aan o.a. de familie van [slachtoffer] , blijkt ook uit de WhatsApp gesprekken tussen verdachte en [slachtoffer] op 20 augustus 2017. Dat verdachte familie van [slachtoffer] heeft benaderd, blijkt daarnaast uit de door [slachtoffer] bij de rechter-commissaris afgelegde verklaring
1, alsmede het namens [slachtoffer] op
25 oktober 2017 gedane verzoek tot uitbreiding van de aangifte met de daarbij overgelegde stukken
2. Dat deze stukken niet op echtheid zijn gecontroleerd, maakt dit niet anders, nu de rechtbank het niet aannemelijk acht dat [slachtoffer] -zoals door de raadsvrouw is betoogd- deze stukken zelf in elkaar heeft gezet.
Het tonen van voornoemde compromitterende beelden aan de ex-vrouw van [slachtoffer] , stelt [slachtoffer] in een kwaad daglicht en tast hem in zijn eer en goede naam aan.
De rechtbank zal verdachte partieel vrijspreken van het beledigen van [slachtoffer] door aan [naam 2] (broer van [slachtoffer] ) seksueel getinte afbeeldingen en filmpjes te sturen/tonen, omdat uit de inhoud van het strafdossier niet blijkt of het [naam 2] was die afbeeldingen en filmpjes heeft ontvangen/gezien en ook niet of [naam 2] zijn broer is en evenmin of dat in de pleegperiode is gebeurd.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1 subsidiair en onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. subsidiair.
hij omstreeks 1 augustus 2017 tot en met 1 september 2017 te Assen en Dedemsvaart, tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte’s en diens mededader voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met smaadschrift en openbaring van een geheim [slachtoffer] te dwingen tot het opstellen en afgifte van een vaststellingsovereenkomst, tussen [slachtoffer] (werkgever) voornoemd en verdachte [medeverdachte 1] (werknemer) met daarin opgenomen een hoger salaris dan zij daadwerkelijk ontving en het kwijtschelden van een schuld, hebbende verdachte en diens mededader (telkens) met dat oogmerk via het telecommunicatienetwerk whatsapp aan die [slachtoffer] seksueel getinte foto's en een seksueel getint filmpje gestuurd, waarop die [slachtoffer] (samen met een vrouw, gedeeltelijk naakt) was afgebeeld en welke foto's en filmpje verdachte en diens medeverdachte in hun bezit hadden, en heeft verdachte vervolgens aan [slachtoffer] voornoemd medegedeeld, deze foto’s en dit filmpje aan iedereen en de familie van die [slachtoffer] door te sturen, door meermalen via berichten (whatsapp) te dreigen de beelden openbaar te maken als hij niet zou overgaan tot het opstellen van die gunstige vaststellingsovereenkomst en kwijtschelding van die schuld en door via het telecommunicatienetwerk (whatsapp) tegen die [slachtoffer] te zeggen: “ik heb ze nu en ga ze tegen jou gebruiken. Of je moet zorgen dat dit goed afloopt. Ik stuur alles naar iedereen. Jouw familie iedereen. Jij gaat er nog achter komen”, en prints van die afbeeldingen met een compromitterende tekst, te weten dat [slachtoffer] seks vraagt in ruil voor behandelingen, bij diens praktijk in Assen en Dedemsvaart op te hangen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij in de periode van 15 september 2017 tot en met 19 september 2017 te Assen, opzettelijk [slachtoffer] heeft beledigd, door aan [naam 1] (de ex vrouw van [slachtoffer] ) seksueel getinte afbeeldingen en/of filmpjes, waarop die [slachtoffer] met een vrouw (gedeeltelijk naakt) is te zien, aan die [naam 1] te tonen.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

subsidiair. medeplegen van een poging tot afdreiging;
eenvoudige belediging.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie stelt vast dat de redelijke termijn in onderhavige zaak in ernstige mate is geschonden, te weten met 3 jaar en 5 maanden. Dit dient te leiden tot matiging van de straf. Hoewel bij tijdige berechting een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van substantiële duur passend was geweest, acht de officier van justitie dit thans, gelet op het tijdsverloop, niet meer opportuun.
Gelet op de ernst van met name de afdreiging en de leidende rol die verdachte daarbij had, vordert de officier van justitie dat verdachte ter zake van het onder 1 subsidiair en onder 2 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 dagen, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht, alsmede een taakstraf voor de duur van 80 uren.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft, gelet op de bepleite vrijspraak, geen standpunt ingenomen ten aanzien van de op te leggen straf.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 21 februari 2023, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
Ernst van de feiten
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van een poging tot afdreiging. Hij heeft samen met zijn (in elk geval toenmalige) partner, medeverdachte [medeverdachte 1] , aangever [slachtoffer] (als toenmalige werkgever van medeverdachte [medeverdachte 1] ) gechanteerd met de openbaarmaking van compromitterende beelden met als doel om de vaststellingsovereenkomst over de beëindiging van het dienstverband van medeverdachte [medeverdachte 1] gunstiger uit te laten pakken, te weten daarin een hoger salaris te vermelden dan [medeverdachte 1] daadwerkelijk had genoten, en een op haar rustende schuld kwijt te laten schelden. Daarbij stelde verdachte zich zeer intimiderend en dreigend op.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan belediging van aangever [slachtoffer] door aan de ex-vrouw van [slachtoffer] , [naam 1] , seksueel getinte beelden te tonen, waarop te zien is dat [slachtoffer] (gedeeltelijk naakt) met een jonge vrouw op bed ligt. Hiermee heeft verdachte aangever [slachtoffer] in zijn eer en goede naam aangetast. Met het plegen van voornoemde feiten heeft verdachte getoond geen respect te hebben voor andermans levenssfeer. Dit rekent de rechtbank verdachte aan.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte, blijkens het uittreksel uit de justitiële documentatie, in de periode van 2004 tot en met 2015 eerder onherroepelijk is veroordeeld voor o.a. gewelds- en vermogensdelicten.
Vanaf 2015 is verdachte niet meer met politie en/of justitie in aanraking geweest.
Reclassering Nederland heeft tweemaal een retourverslag opgemaakt, te weten op
28 januari 2022 en op 17 januari 2023. Uit deze verslagen volgt dat verdachte geen gehoor heeft gegeven aan diverse verzoeken van de reclassering om contact met haar op te nemen.
Ter terechtzitting heeft de raadsvrouw van verdachte naar voren gebracht dat verdachte niet ter terechtzitting d.d. 28 maart 2023 is verschenen, omdat hij niet geassocieerd wil worden met zijn ‘criminele’ familieleden en “hedenmiddag” (dus: 28 maart 2023) ook een strafzaak tegen zijn broer [naam 8] wordt behandeld, door dezelfde meervoudige strafkamer. Het kost verdachte moeite om zich aan zijn familie te onttrekken, maar hij doet er alles aan om zijn leven op de rit te houden, aldus de raadsvrouw.
Overschrijding redelijke termijn.
Voorts overweegt de rechtbank dat in artikel 6, eerste lid, EVRM het recht van iedere verdachte is gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht.
Die termijn vangt aan op het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld.
Als uitgangspunt heeft te gelden dat de behandeling ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van een zaak, de invloed van de verdachte en/of zijn raadsman op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.
De redelijke termijn is aangevangen op 5 november 2017, de datum van inverzekeringstelling. De rechtbank wijst eindvonnis op 25 april 2023. Van bijzondere omstandigheden die van invloed zijn geweest op de redelijke termijn is niet gebleken. Dit betekent dat de redelijke termijn van twee jaren is overschreden met ruim 42 maanden. De rechtbank is van oordeel dat deze overschrijding matiging van de op te leggen straf tot gevolg moet hebben.
Straf
Alles afwegende acht de rechtbank -evenals de officier van justitie- het opleggen van een gevangenisstraf voor de duur van 3 dagen, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht, alsmede een taakstraf voor de duur van 80 uren, passend en geboden. De rechtbank heeft hierbij in strafmatigende zin rekening gehouden met de overschrijding van de redelijk termijn.

Benadeelde partij

De heer [slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 11.000,- immateriële schade, bestaande uit € 7.500,- voor het wegvallen van cliënten en € 3.500,- voor een misgelopen vakantie, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Daarnaast worden proceskosten gevorderd, te weten een bedrag van € 1.642,58.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer] onvoldoende is onderbouwd en daarom niet ontvankelijk dient te worden verklaard. Ook is, aldus de officier van justitie, onduidelijk waar de gevorderde proceskosten op zien.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] niet ontvankelijk dient te worden verklaard, vanwege de bepleite vrijspraak.
Subsidiair heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] niet ontvankelijk dient te worden verklaard, omdat niet gebleken is dat de gevorderde schade een rechtstreeks gevolg is van het ten laste gelegde. De gevorderde proceskosten zijn, aldus de raadsvrouw, onvoldoende onderbouwd.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is de vordering, die namens verdachte is betwist, door de benadeelde partij [slachtoffer] onvoldoende onderbouwd. De benadeelde partij de gelegenheid geven voor een nadere onderbouwing van de vordering zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. De rechtbank zal de benadeelde partij [slachtoffer] daarom niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De rechtbank zal verder bepalen dat de benadeelde partij [slachtoffer] zijn eigen proceskosten zal dragen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 22c, 22d, 45, 47, 57, 266 en 318 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 primair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 subsidiair en onder 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 3 dagen.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.

een taakstraf voor de duur van 80 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 40 dagen zal worden toegepast.
Verklaart de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer]niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Bepaalt dat [slachtoffer] zijn eigen proceskosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Depping, voorzitter, mr. F. Sieders en mr. M.A.A. van Capelle, rechters, bijgestaan door mr. H. Wachtmeester-Koning, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 25 april 2023.
Mr. F. Sieders is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
Proces-verbaal van verhoor getuige opgemaakt door de rechter-commissaris op 21 januari 2020
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 oktober 2017, pagina 53 e.v. van het strafdossier