Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[opa vz], ([grootouders vz])
1.Procesverloop
2.Feiten
3.Beoordeling
18 april 2023.
Rechtbank Noord-Nederland
Op 18 april 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voogdij over een minderjarige, [de baby]. De verzoekster, [oma mz], heeft verzocht om benoeming tot voogdij, omdat de minderjarige moeder, [de minderjarige moeder], vanwege haar leeftijd onbevoegd is om het gezag uit te oefenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een gezagsvacuüm, zoals bedoeld in artikel 1:246 van het Burgerlijk Wetboek. De verzoekster en [opa mz] zijn de ouders van [de minderjarige moeder] en hebben samen het gezag over haar uitgeoefend, maar zijn inmiddels gescheiden.
Tijdens de mondelinge behandeling waren de verzoekster, [de minderjarige moeder], [opa mz], en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig. De rechtbank heeft geconstateerd dat er een stabiele situatie is waarin alle betrokkenen goed contact met elkaar hebben. De verzoekster en [opa mz] hebben afspraken gemaakt over de zorg voor [de baby] en hebben aangegeven achter het verzoek van de verzoekster te staan. De rechtbank heeft geen contra-indicaties gezien om het verzoek om voogdij toe te wijzen.
De rechter heeft vervolgens besloten om [de baby] onder voogdij te stellen van [oma mz]. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad en er kan binnen drie maanden na de uitspraak hoger beroep worden ingesteld, waarbij een advocaat betrokken moet zijn. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 24 april 2023.