ECLI:NL:RBNNE:2023:1634

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
21 april 2023
Zaaknummer
188315
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een bijzondere curator in een zorgregeling voor minderjarigen met verschillende rechtsbelangen

In deze beschikking van de Rechtbank Noord-Nederland, uitgesproken op 21 april 2023, is de benoeming van een bijzondere curator aan de orde. De zaak betreft een verzoek van de man, die samen met de vrouw de ouders is van twee minderjarige kinderen, [naam 1] en [naam 2]. De ouders hebben een co-ouderschapsregeling, maar er zijn verschillende rechtsbelangen en belangenconflicten tussen de ouders en de kinderen. De man verzoekt onder andere om het hoofdverblijf van de kinderen bij hem te bepalen en om wijziging van de kinderalimentatie. De rechtbank heeft op basis van artikel 1:250 BW geoordeeld dat de benoeming van een bijzondere curator noodzakelijk is, omdat de belangen van de kinderen in deze situatie niet goed vertegenwoordigd kunnen worden door de ouders. De rechtbank benoemt mevrouw mr. M.R. Rauwerda als bijzondere curator, die de belangen van de kinderen zal behartigen. De rechtbank heeft ook een termijn gesteld voor het indienen van een verslag door de bijzondere curator en houdt verdere beslissingen aan in afwachting van dit verslag. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaak-/rekestnummer: C/17/188315 / FA RK 23-401 / C/17/18833
beschikking van de enkelvoudige kamer d.d. 21 april 2023
inzake
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
hierna ook te noemen de man,
advocaat mr. F.P. van Dalen, kantoorhoudende te Leeuwarden,
tegen
[verweerster],
wonende te [woonplaats],
hierna ook te noemen de vrouw,
advocaat mr. H. de Jong, kantoorhoudende te Burgum.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de man, ingekomen op 24 februari 2023.
1.2.
Op 12 april 2023 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden in de voorlopige voorzieningen procedure (C/17/188331 / FA RK 23-408).
1.3.
Op 10 mei 2023 zal de mondelinge behandeling plaatsvinden in deze bodemprocedure.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een affectieve relatie gehad. De relatie is op 16 januari 2017 beëindigd.
2.2.
De man en de vrouw zijn de ouders van:
  • [naam 1], geboren op [geboortedatum] 2007 in de gemeente [geboorteplaats];
  • [naam 2], geboren op [geboortedatum] 2009 in de gemeente [geboorteplaats].
2.3.
De man en de vrouw oefenen gezamenlijk het ouderlijk gezag uit over [naam 1] en [naam 2].
2.4.
Partijen zijn in een document dat door beide partijen is ondertekend op 9 april 2020 een zorgregeling overeengekomen, die neerkomt op een co-ouderschapsregeling.

3.Het verzoek

3.1.
De man verzoekt, uitvoerbaar bij voorraad:
I. te bepalen dat het hoofdverblijf van de kinderen met ingang van 20 januari 2023 dan wel met ingang van een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum bij de man is;
II. de kinderalimentatie zoals vastgesteld in de beschikking van 17 februari 2023 van deze rechtbank te wijzigen en wel in dier voege dat met ingang van 20 januari 2023 de kinderalimentatie op nihil wordt gesteld, althans op dit onderdeel een beslissing te nemen als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren;
III. te bepalen dat de kinderen elke week van vrijdagmiddag uit school tot en met woensdagochtend naar school bij de man zijn, en elke week van woensdagmiddag uit school tot en met vrijdagochtend naar school bij de vrouw zijn, en de vakanties en feestdagen op 50/50 te willen verdelen waarbij deze verdeling door partijen in onderling overleg zal worden afgesproken, althans op dit onderdeel een beslissing te nemen als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren;
IV. te bepalen dat de kinderen ingeschreven staan aan het adres van de man aan de [adres] te Tytsjerk en dat de vrouw daaraan haar medewerking verleent, voor zover dit nodig is.
3.2.
De vrouw heeft nog een termijn om verweer in te dienen.

4.De beoordeling

4.1.
Op grond van artikel 1:250 Burgerlijk Wetboek (BW) kan de rechtbank een bijzondere curator benoemen om een minderjarige, zowel in als buiten rechte, te vertegenwoordigen. De rechtbank kan dit doen als -in aangelegenheden betreffende de verzorging en opvoeding van een minderjarige- de belangen van (één van) de met gezag belaste ouders(s) of voogd(en) in strijd zijn met de belangen van de minderjarige. De rechtbank moet beoordelen of zij die benoeming noodzakelijk acht en daarbij in het bijzonder de aard van de belangenstrijd in aanmerking nemen. Benoeming van een bijzondere curator kan plaatsvinden op verzoek van een belanghebbende of ambtshalve. De rechtbank ziet gelet op het verhandelde tijdens de mondelinge behandeling op 12 april 2023 in de voorlopige voorzieningenprocedure aanleiding ambtshalve een bijzondere curator te benoemen en overweegt hiertoe als volgt.
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat er zowel bij [naam 1] als bij [naam 2] sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 1:250 BW, waarbij voor [naam 1] en [naam 2] verschillende rechtsbelangen spelen. Er is sprake van een belangentegenstelling tussen [naam 1] en de vrouw bij de uitvoering van de zorgregeling. [naam 1] verblijft sinds 20 januari 2023 volledig bij de man en komt hooguit eens in de week een keer bij de vrouw eten. De man en [naam 1] willen dit graag zou houden maar de vrouw zou graag de co-ouderschapsregeling hervatten. Bij [naam 2] is sprake van een belangentegenstelling tussen hem en beide ouders. [naam 2] worstelt met de verschillende situaties bij de vrouw en de man. Hij heeft aangegeven dat hij liever meer tijd bij de man zou verblijven, dit lijkt hem een oplossing voor de gespannen situatie, maar onduidelijk is of dit een authentieke wens is. De man wil dat de kinderen zo veel mogelijk samen zijn. De kinderen hechten volgens de man bijvoorbeeld aan het samen naar bed gaan ritueel. Het lijkt de man voor [naam 2] het beste dat hij het grootste gedeelte van de tijd bij hem is. De vrouw is van mening dat er sprake is van ouderverstoting en vreest dat de kinderen steeds verder verwijderd van haar raken.
4.3.
Gelet op voorgaande vindt de rechtbank de benoeming van een bijzondere curator noodzakelijk. Weliswaar zullen partijen zichzelf en de kinderen ook aanmelden bij Wolfert in Context voor een hulpverleningstraject, maar de opstart van dit traject zal naar alle waarschijnlijkheid nog enkele maanden duren. Gelet op de forse zorgen die de rechtbank heeft over de kinderen acht de rechtbank de benoeming van een bijzondere curator aangewezen om hun stem te vertegenwoordigen in de procedure. De rechtbank vindt het belangrijk dat er een neutraal persoon voor de kinderen komt, omdat zij klem zitten tussen hun ouders en onderdeel zijn van de strijd. Mevrouw mr. M.R. Rauwerda, advocaat kantoorhoudend te Leeuwarden is bereid gevonden om in deze procedure als bijzondere curator op te treden. Zij zal daartoe door de rechtbank worden benoemd. De bijzondere curator wordt benoemd over meerdere minderjarigen. Ten aanzien van ieder kind spelen verschillende rechtsbelangen, zoals hiervoor reeds is overwogen.
4.4.
Van de bijzondere curator wordt verwacht dat zij afzonderlijk met de kinderen spreekt en naar hun verhaal luistert om vervolgens hun belangen te vertegenwoordigen in deze procedure. In het bijzonder dient voor zover mogelijk de authentieke mening van de kinderen naar voren te komen en wat in hun belang wordt geacht. Mocht de bijzondere curator mogelijkheden zien om (tijdelijke) afspraken te maken met partijen over de zorgregeling dan staat het haar vrij om hiermee aan de slag te gaan.
4.5.
De rechtbank verzoekt de bijzondere curator om de Leidraad werkwijze en verslag bijzondere curatoren ex artikel 1:250 BW in acht te nemen, te raadplegen via www.rechtspraak.nl. Het staat de bijzondere curator vrij het onderzoek in te richten zoals haar dat in het belang van de minderjarigen lijkt. Voor het uitvoeren van de opdracht is het noodzakelijk dat ouders meewerken aan het onderzoek van de bijzondere curator
.
4.6.
De rechtbank zal bepalen dat de bijzondere curator wordt opgeroepen voor de zitting van 10 mei 2023. Het is niet reëel om te verwachten dat de bijzondere curator voor die zitting al verslag kan doen van haar werkzaamheden. De rechtbank verzoekt de bijzondere curator uiterlijk 6 juni 2023 of zo veel eerder als mogelijk schriftelijk te rapporteren aan de rechtbank. Na ontvangst van het verslag zal de rechtbank het verslag doorsturen aan alle belanghebbenden en de RvdK met het verzoek aan de belanghebbenden daarop binnen veertien dagen te reageren. Indien de bijzondere curator door omstandigheden gelegen in het onderzoek niet in staat is het verslag op tijd in te dienen, kan zij - onderbouwd - om uitstel vragen aan de rechtbank.
4.7.
In afwachting van het verslag van de bijzondere curator zal de rechtbank de beslissing op de verzoeken ten aanzien van de zorgregeling aanhouden.
4.8.
Tegen de beslissing tot benoeming van een bijzondere curator kan geen hoger beroep worden ingesteld, nu er sprake is van een tussenbeslissing als bedoeld in artikel 258, vierde lid, Rv. Dit betekent dat deze beslissing directe werking heeft.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
benoemt tot bijzondere curator over de minderjarige [naam 1], geboren op [geboortedatum] 2007 en de minderjarige [naam 2], geboren op [geboortedatum] 2009:
mevrouw mr. M.R. Rauwerda, advocaat,
Balthasar Bekkerwei 104
8914 BE Leeuwarden
tel. 058-2991131
e-mailadres: info@rauwerda-advocaten.nl
website: www.rauwerda-advocaten.nl,
om in deze procedure de belangen van deze minderjarigen te behartigen, dit met inachtneming van hetgeen de rechtbank onder punt 4.4. heeft overwogen;
5.2.
draagt de bijzondere curator op uiterlijk 6 juni 2023 of zoveel eerder als mogelijk, aan de rechtbank schriftelijk verslag te doen, althans vóór deze datum schriftelijk bericht te doen over de voortgang van de werkzaamheden;
5.3.
bepaalt dat de griffier van deze rechtbank een afschrift van het rapport van de bijzondere curator aan de man, de vrouw en de RvdK zal toezenden;
5.4.
draagt de griffier op een afschrift van deze tussenbeschikking van 21 april 2023, de beschikking van 21 april 2023 in de voorlopige voorzieningenprocedure en de stukken te doen toekomen aan de bijzondere curator en de bijzondere curator op te roepen voor de zitting van 10 mei 2023 om 13.15 uur (kindgesprekken om 13.00 uur);
5.5.
draagt de griffier op per omgaande de contactgegevens van partijen aan de bijzondere curator te verstrekken;
5.6.
draagt partijen op om uiterlijk 20 juni 2023 schriftelijk te reageren op het verslag van de bijzondere curator;
5.7.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Teertstra, (kinder)rechter, bijgestaan door de griffier en in het openbaar uitgesproken op 21 april 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak.
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden
fn: 876