ECLI:NL:RBNNE:2023:1622
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake rectificatie op grond van de AVG
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, die een rectificatie van bepaalde gegevens had aangevraagd op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De voorzieningenrechter oordeelt dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is en doet uitspraak zonder zitting, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verzoeker had op 15 maart 2023 de Minister van Veiligheid en Justitie verzocht om rectificatie, maar deze aanvraag werd op 29 maart 2023 afgewezen. Verzoeker maakte hiertegen bezwaar.
De voorzieningenrechter beoordeelt dat er geen beletsel is voor de bevoegdheid van de bestuursrechter, ondanks de detentie van verzoeker. Echter, voor het treffen van een voorlopige voorziening is vereist dat er sprake is van 'onverwijlde spoed'. De voorzieningenrechter concludeert dat het uitblijven van de gevraagde rectificatie geen onomkeerbare gevolgen heeft en dat er geen ernstige nadelige effecten voor verzoeker zijn aangetoond. Daarom is er geen spoedeisend belang en wordt het verzoek afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, in aanwezigheid van mr. H.A. Hulst, griffier, en is uitgesproken in het openbaar op 26 april 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.