ECLI:NL:RBNNE:2023:1568
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring bezwaarschrift tegen niet verlenen van voorwaardelijke invrijheidstelling na detentie
Op 18 januari 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, uitspraak gedaan in de zaak van een veroordeelde die bezwaar had aangetekend tegen de beslissing van het openbaar ministerie om hem geen voorwaardelijke invrijheidstelling te verlenen. De veroordeelde was op 30 september 2022 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden. Hij kwam op 31 januari 2023 in aanmerking voor voorwaardelijke invrijheidstelling, maar het openbaar ministerie besloot op 28 december 2022 dat hij niet voorwaardelijk in vrijheid zou worden gesteld. Dit besluit werd bestreden door de veroordeelde, vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. D. Eijpe.
Tijdens de behandeling van het bezwaar op 18 januari 2023 werd duidelijk dat de veroordeelde tijdens zijn detentie niet de bijzondere geschiktheid had aangetoond voor terugkeer in de maatschappij. Hij had cannabis geregeld en gebruikt, ondanks dat hem was verteld dat dit niet was toegestaan. De rechtbank oordeelde dat het openbaar ministerie in redelijkheid tot zijn beslissing had kunnen komen, gezien het gedrag van de veroordeelde en het risico op recidive. De rechtbank concludeerde dat er geen verband was tussen het gebruik van cannabis en de onderliggende feiten waarvoor de veroordeelde was veroordeeld, en dat de wet dit niet als voorwaarde stelde voor voorwaardelijke invrijheidstelling.
De rechtbank verklaarde het bezwaar ongegrond, waarmee de beslissing van het openbaar ministerie werd bevestigd. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en werd openbaar uitgesproken.