Bijlage
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
Artikel 2.1
1. Het is verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit:
a. het bouwen van een bouwwerk,
b. het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan of beheersverordening, (…) is bepaald.
c. het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan of beheersverordening.
1. Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, wordt de omgevingsvergunning geweigerd indien:
c. de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan, de beheersverordening (…)
2. In gevallen als bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt de aanvraag mede aangemerkt als een aanvraag om een vergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, en wordt de vergunning op de grond, bedoeld in het eerste lid, onder c, slechts geweigerd indien vergunningverlening met toepassing van artikel 2.12 niet mogelijk is.
1. Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en:
a. indien de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan of de beheersverordening:
(…)
2°.in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen (…).
1. Indien de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a of b, houdt het bevoegd gezag, in afwijking van artikel 3.9, eerste lid, onderscheidenlijk artikel 3:18 van de Algemene wet bestuursrecht (https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0005537&artikel=3:18&g=2023-02-15&z=2023-02-15), de beslissing aan, indien er geen grond is de vergunning te weigeren maar voor het gebied waarin de activiteit zal worden verricht vóór de dag van ontvangst van de aanvraag:
b. een bestemmingsplan in ontwerp ter inzage is gelegd.
3. In afwijking van het eerste lid, eerste volzin, kan het bevoegd gezag de omgevingsvergunning verlenen, indien de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan.
Besluit omgevingsrecht
Bijlage II
Artikel 4
Voor verlening van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de wet waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de wet van het bestemmingsplan of de beheersverordening wordt afgeweken, komen in aanmerking:
3. een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
a. niet hoger dan 10 m, en
b. de oppervlakte niet meer dan 50 m².
Beheersverordening “Paterswoldsemeer”
Artikel 1nn Landschappelijke waarden
In de regels van de beheersverordening wordt onder landschappelijke waarden verstaan: de aan een gebied toegekende waarden in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied.
Artikel 5 Agrarisch met waarden
1. De voor Agrarisch met waarden aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. de uitoefening van het agrarisch bedrijf;
b. het behoud, herstel en/of ontwikkeling van de landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden van de gronden. Deze gronden kenmerken zich met name vanwege de openheid in de richting van het meer en de aanwezigheid van weidevogels. In vochtige weilanden komt pitrus en in de sloten onder meer kranswieren en fonteinkruiden voor. De oeverzones, die voorzien zijn van riet, wilgenbosjes en/of
andere oevervegetatie, bieden broedgelegenheid voor water- en moerasvogels, zoals fuut, meerkoet en kleine karekiet;
c. waterhuishoudkundige doeleinden, waaronder kaden en dijken mede zijn begrepen;
met daaraan ondergeschikt:
d. recreatief medegebruik;
met de daarbij behorende:
e. voet-, fiets- en ruiterpaden;
f. openbare nutsvoorzieningen;
(…)
5.a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
1. het graven, verdiepen, uitbaggeren, dempen of verbreden van sloten, vaarten en naar de aard daarmee gelijk te stellen waterlopen;
5. het aanbrengen of aanleggen van oppervlakteverhardingen, paden en/of parkeervoorzieningen.
5.c. De onder a genoemde vergunning kan slechts worden verleend, mits:
1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en de natuurlijke waarden;
2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterhuishouding van het gebied en de omliggende percelen, c.q. de gebruiksmogelijkheden daarvan.
Artikel 12 Recreatie - Dagrecreatie
1. De voor Recreatie – Dagrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. dag- en watersportrecreatie;
met daaraan ondergeschikte:
Het bestemmingsplan “EHS en recreatieterrein zuidoostzijde Paterswoldsemeer”
Artikel 1aa Recreatief medegebruik
In de planregels van het bestemmingsplan wordt onder recreatief medegebruik verstaan: die vormen van recreatie die plaats hebben in een gebied met een niet-recreatieve hoofdfunctie waarbij het recreatieve medegebruik ondergeschikt is aan de hoofdfunctie en het hoofgebruik van de bestemming.
1. De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de natuurwetenschappelijke en landschappelijke waarden, in het bijzonder gericht op ontwikkeling en instandhouding van een robuuste ecologische verbindingszone (EHS);
b. waterhuishoudkundige doeleinden, waaronder kaden en dijken mede zijn begrepen;
met daaraan ondergeschikt:
c. recreatief medegebruik en extensief agrarisch medegebruik.
(…)
4.a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, te doen en te laten uitvoeren:
1. het egaliseren en ophogen van gronden anders dan ten behoeve van de ontwikkeling van natuur of in verband met de waterhuishouding.
(…)
4.c. De onder a genoemde vergunning kan slechts worden verleend, mits:
1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke, de natuurlijke en de geomorfologische waarden;
2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterhuishouding van het gebied en de omliggende percelen, c.q. de gebruiksmogelijkheden daarvan.
Het ontwerpbestemmingsplan “Veegplan 2019”
Artikel 9 Verblijfsrecreatie uit te werken
De bestemming Verblijfsrecreatie-uit te werken wordt gewijzigd in de bestemming Natuur zoals aangegeven op de verbeelding. Deze bestemming Natuur blijft ongewijzigd.