ECLI:NL:RBNNE:2023:1516

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 april 2023
Publicatiedatum
14 april 2023
Zaaknummer
18/156470-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van het uitvoeren van cocaïne naar Duitsland en witwassen van € 250.000,-

De rechtbank Noord-Nederland heeft op 17 april 2023 uitspraak gedaan in de zaak tegen een 32-jarige man, die werd beschuldigd van het medeplegen van het uitvoeren van ongeveer 30 kilo cocaïne naar Duitsland en het witwassen van een geldbedrag van € 250.000,-. De verdachte is op 14 juni 2021 aangehouden in Bourtange, waar hij samen met medeverdachten betrokken was bij een overdracht van de cocaïne. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op zijn minst voorwaardelijk opzet had op het vervoeren en uitvoeren van de cocaïne, en dat hij wist dat er een aanmerkelijke kans was dat het geld dat hij vervoerde afkomstig was uit criminele activiteiten. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan het medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en aan witwassen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden, met aftrek van voorarrest. De rechtbank overwoog dat de ernst van de feiten, de rol van de verdachte en de impact van drugshandel op de samenleving zwaar wogen in de strafoplegging.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Groningen
parketnummer 18/156470-21
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 17 april 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] , niet als ingezetene ingeschreven in de basisregistratie personen en zonder bekende feitelijke woonof verblijfplaats.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 3 april 2023.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. I.J.M. de Wit, advocaat te Amsterdam. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L. de Graaf.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 14 juni 2021 te Bourtange, gemeente Westerwolde, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, ongeveer 30 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, immers heeft verdachte en/of zijn mededader(s) die cocaïne in een auto vervoerd en/of laten vervoeren met bestemming Duitsland, in elk geval met bestemming het buitenland;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 14 juni 2021 te Bourtange, gemeente Westerwolde, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland te brengen, als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, ongeveer 30 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, genoemde hoeveelheid cocaïne in een auto heeft/hebben vervoerd en/of laten vervoeren met bestemming Duitsland, in elk geval met bestemming het buitenland, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 14 juni 2021 te Bourtange, gemeente Westerwolde, en/of in/op overige plaatsen in Nederland en/of in Duitsland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen, als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, van een hoeveelheid van ongeveer 30 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, voor te bereiden en/of te bevorderen, (een) vervoermiddel(en), te weten een Hyundai, met kenteken [kenteken] , met daarin een verborgen ruimte en/of een Mercedes Citan, met kenteken [kenteken] , met daarin een verborgen ruimte en/of gelden, te weten 250.000 euro, voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat die Hyundai en/of die Mercedes en/of die 250.000 euro bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en).
2.
hij op of omstreeks 14 juni 2021 te Bourtange, gemeente Westerwolde, en/of in/op overige plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 30 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 14 juni 2021 te Bourtange, gemeente Westerwolde, en/of in/op overige plaatsen in Nederland en/of in Duitsland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk ongeveer 30 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, te vervoeren, althans aanwezig te hebben, genoemde hoeveelheid cocaïne in een auto heeft/hebben vervoerd en/of laten vervoeren met bestemming Duitsland, in elk geval met bestemming het buitenland, en/of ten behoeve van de aankoop van die hoeveelheid cocaïne een geldbedrag, ongeveer 250.000 euro voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 14 juni 2021 te Bourtange, gemeente Westerwolde, en/of in/op overige plaatsen in Nederland en/of in Duitsland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren van een hoeveelheid van ongeveer 30 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, voor te bereiden en/of te bevorderen, (een) vervoermiddel(en), te weten een Hyundai, met kenteken [kenteken] , met daarin een verborgen ruimte en/of een Mercedes Citan, met kenteken [kenteken] , met daarin een verborgen ruimte en/of gelden, te weten 250.000 euro, voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat die Hyundai en/of die Mercedes en/of die 250.000 euro bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en).
3.
hij op of omstreeks 14 juni 2021, te Bourtange, gemeente Westerwolde, althans in Nederland, en/of in Duitsland, van een voorwerp, te weten een contant geldbedrag van ongeveer € 250.000, in ieder geval een geldbedrag, de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld dan wel heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op dat voorwerp is en/of dat voorwerp heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat dat geldbedrag geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig (eigen) misdrijf.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder 1 primair, 2 primair en 3 ten laste gelegde.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken van hetgeen verdachte is ten laste gelegd onder feit 1 en 2.
Zij heeft daartoe primair aangevoerd dat verdachte geen (voorwaardelijk) opzet heeft gehad op het vervoeren dan wel uitvoeren van de cocaïne die in de verborgen ruimte van de Mercedes Citan is aangetroffen. Verdachte heeft van meet af aan ontkend en heeft in een vroeg stadium een verklaring afgelegd die erop neer komt dat hij geld moest afleveren in Bourtange. Het rondrijden met geld in een verborgen ruimte duidt wellicht op witwassen, maar niet automatisch op drugshandel. Verdachte heeft niet gezeten in de Mercedes Citan waarin de cocaïne is aangetroffen en de verborgen ruimte waarin de drugs lag was vanaf de parkeerplaats niet zichtbaar voor hem. Daarbij komt dat in het voertuig van verdachte ‘slechts’ € 250.000,- is aangetroffen, welk bedrag niet past bij de groothandelswaarde van 30 kilo cocaïne. Tot slot bevat het dossier onvoldoende aanknopingspunten om vast te stellen dat het de bedoeling was dat verdachte cocaïne mee terug zou nemen naar Duitsland.
De raadsvrouw heeft subsidiair aangevoerd dat verdachte geen beschikkingsmacht heeft gehad over de cocaïne. Verdachte heeft niet in de Mercedes Citan gezeten en ook zijn DNA en vingerafdrukken zijn daar niet aangetroffen. Daarbij komt dat de verborgen ruimte gesloten was en dat verdachte niet over een sleutel van de auto beschikte.
Meer subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten. Uit het dossier volgt niet dat sprake is geweest van voorafgaand contact tussen hen en ook heeft verdachte in het geheel geen handelingen verricht die verband houden met de cocaïne.
De raadsvrouw heeft geen bewijsverweer gevoerd ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde.
Oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Omwille van de leesbaarheid van het vonnis wordt voor wat betreft de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen verwezen naar de uitwerking daarvan. Deze uitwerking is als bijlage bij dit vonnis gevoegd en de inhoud van die bijlage dient als hier ingelast te worden beschouwd.
Feiten en omstandigheden
Aan de hand van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast. Op 23 maart 2021 omstreeks 06:30 uur ontving de meldkamer van de Politie Noord-Nederland een melding van een bedreiging in Bourtange. De melder vertelde de politie dat hij had gezien dat er een soort overdracht had plaatsgevonden tussen twee personen op de parkeerplaats van de Willem Lodewijkstraat te Bourtange. Vervolgens zou de melder verder zijn gegaan en zou één van de twee personen achter hem aan zijn gereden en op dwingende toon hebben gezegd “jij hebt niks gezien he”. Deze persoon zou daarbij een vuurwapen hebben getoond aan de melder. Van dit incident heeft de melder op 29 maart 2021 aangifte gedaan. Naar aanleiding van de aangifte zijn vorderingen gedaan om camerabeelden te verkrijgen van genoemde locatie in Bourtange. Na analyse van de verstrekte camerabeelden is gebleken dat tussen 11 februari 2021 en 14 juni 2021 meerdere ontmoetingen tussen (telkens) een witte Hyundai Tucson met Duits kenteken en verschillende voertuigen hebben plaatsgevonden op de parkeerplaats en dat er tijdens die ontmoetingen grote tassen zijn overgegeven.
Op 14 juni 2021 hebben leden van de Dienst Speciale Interventies in de vroege ochtend post gevat met zicht op de parkeerplaats te Bourtange. Zij hebben gezien dat er omstreeks 06:30 uur twee voertuigen de parkeerplaats op zijn komen rijden, te weten een Volkswagen Polo en een Mercedes Citan. Na het parkeren van deze voertuigen zijn twee van de drie verdachten, naar achteraf bleek medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , samen in de Volkswagen Polo gaan zitten. Om 06:35 uur is een Hyundai Tucson de parkeerplaats op komen rijden, welke direct naast de Mercedes Citan werd geparkeerd. Kort hierna is [medeverdachte 2] – terwijl hij handschoenen aandeed – richting de Mercedes Citan en de Hyundai Tucson gelopen en is de bestuurder van de Hyundai Tucson, naar achteraf bleek verdachte, tussen de twee geparkeerde voertuigen in gaan staan. [medeverdachte 2] heeft zich hier bij gevoegd. Verdachte en [medeverdachte 2] zijn met elkaar in gesprek gegaan en er werd een schuifdeur geopend. Kort hierna zijn verdachte en [medeverdachte 2] in de richting van één van de agenten gelopen en hebben ze zijn kant op gewezen. Vanwege de mogelijke ontdekking van de verdekt opgestelde agenten en het gevaar voor vlucht heeft deze agent zich kenbaar gemaakt als politie. Alle drie de verdachten hebben, elk in een ander voertuig, de vlucht ingezet, maar zij zijn alle drie, al dan niet na een achtervolging, in de directe omgeving aangehouden. Verdachte reed ten tijde van de aanhouding in de Hyundai Tucson, [medeverdachte 1] in de
Volkswagen Polo en [medeverdachte 2] in de Mercedes Citan. Voornoemde voertuigen zijn onderzocht en in een verborgen ruimte in de Mercedes Citan is ongeveer 30 kilo cocaïne aangetroffen en in een verborgen ruimte in de Hyundai Tucson is een geldbedrag aangetroffen van € 250.000,-.
Bij de politie heeft verdachte zich aanvankelijk op zijn zwijgrecht beroepen. Ruim drie maanden na zijn aanhouding heeft verdachte een verklaring afgelegd. Verdachte heeft verklaard dat hij een autoverhuurbedrijf heeft en dat hij de Hyundai Tucson in de maanden voorafgaand aan 14 juni 2021 had verhuurd. Deze huurder zou in mei 2021 aangegeven hebben dat hij een verborgen ruimte in het voertuig had gebouwd. Op een dag zou deze huurder aan verdachte hebben gevraagd of hij ergens geld wilde ophalen, om dit vervolgens naar Nederland te brengen. Verdachte zou hier € 1.500,- voor krijgen. Verdachte zou nog hebben gevraagd of het iets met drugs te maken zou hebben, want als dat het geval was, zou hij het niet doen. Op 13 juni 2021 zou verdachte naar Bremen zijn gereden, waar hij twee tassen zou hebben gekregen. Hij zou met deze tassen naar huis zijn gereden en zou daar het geld hebben geteld. Op 14 juni 2021 zou verdachte met het geld in de verborgen ruimte naar de parkeerplaats in Bourtange zijn gereden om het geld af te geven. Verdachte zou niets hebben geweten van de cocaïne in de Mercedes Citan en dus ook niets van een overdracht.
Bewijsoverwegingen
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of verdachte opzet, al dan niet in voorwaardelijke zin, heeft gehad op het (in vereniging) vervoeren c.q. aanwezig hebben van de cocaïne zoals is ten laste gelegd onder feit 2 en het uitvoeren van de cocaïne zoals ten laste is gelegd onder feit 1. De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte op zijn minst voorwaardelijk opzet op voorgaande handelingen heeft gehad. Uit de bewijsmiddelen volgt dat de Hyundai Tucson waarin verdachte reed, maar liefst vijftien keer eerder te zien is op camerabeelden op de parkeerplaats te Bourtange, waarbij is gezien dat er grote tassen werden overgegeven. Deze Hyundai Tucson staat op naam van het bedrijf waarin verdachte werkzaam is en waarvan hij tevens vennoot is. Verdachte heeft verklaard dat hij nooit eerder op de parkeerplaats is geweest, maar de rechtbank acht dat ongeloofwaardig. Op de camerabeelden van 14 juni 2021 is te zien dat verdachte in een vloeiende beweging richting de plek waar de Mercedes Citan geparkeerd staat rijdt, terwijl het een grote parkeerplaats betreft waar op meerdere momenten een keuze voor een bepaalde rijrichting gemaakt kan worden. Als verdachte niet wist waar hij moest zijn, ligt de wijze waarop hij over de parkeerplaats rijdt allerminst voor de hand. Daarbij komt dat verdachte heeft verklaard dat hij slechts te horen had gekregen dat er een Volkswagen of Audi zou staan op de parkeerplaats, terwijl op beelden te zien is dat verdachte de voor hem waarneembare Volkswagen Polo juist voorbij rijdt, en richting de Mercedes Citan gaat. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat verdachte precies wist waar hij moest zijn en dat verdachte bij één of meer van de voorafgaande ontmoetingen op de parkeerplaats aanwezig is geweest. De rechtbank betrekt daarbij eveneens dat de verklaring van verdachte, inhoudend dat hij de auto in de maanden voorafgaand aan het incident had verhuurd en dat deze huurder hem slechts heeft gevraagd geld weg te brengen, niet concreet, noch verifieerbaar is. Verdachte heeft – daarnaar gevraagd – geen nadere gegevens of details verschaft van bijvoorbeeld de huurder en het huurcontract. Daarnaast heeft verdachte de IPhone waarop de huurder hem een bericht zou hebben gestuurd met het adres in Nederland, niet willen afstaan voor onderzoek. Het had in de gegeven omstandigheden op de weg van verdachte gelegen om hierover meer duidelijkheid te geven. Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat verdachte wist dat er een aanmerkelijke kans was dat sprake zou zijn van een overdracht van geld voor verdovende middelen zoals cocaïne en dat hij deze kans ook bewust heeft aanvaard. Het voorwaardelijk opzet ziet – anders dan de raadsvrouw heeft betoogd – ook op het vervoeren en vervolgens uitvoeren naar Duitsland. Er is immers zeer nabij de grens van Duitsland afgesproken, verdachte is woonachtig in Duitsland, kwam daar ten tijde van het tenlastegelegde vandaan, en had – ook volgend uit zijn eigen verklaring – geen enkele reden om daar niet naar terug te keren.
Dat het geldbedrag dat is aangetroffen in de Hyundai Tucson niet overeenkomt met de groothandelswaarde van 30 kilo cocaïne maakt bovengenoemd oordeel van de rechtbank niet anders. De rechtbank acht het allerminst onwaarschijnlijk dat dit een aan- of nabetaling is geweest.
Ten aanzien van het verweer van de raadsvrouw dat ziet op het ontbreken van beschikkingsmacht over de cocaïne aan de zijde van verdachte overweegt de rechtbank dat in het begrip ‘vervoeren’ niet besloten ligt dat verdachte per definitie de voor ‘aanwezig hebben’ vereiste macht over de betreffende verdovende middelen dient te hebben gehad. De rechtbank is van oordeel dat verdachte voorwaardelijk opzet heeft gehad op het in vereniging vervoeren en uitvoeren van de cocaïne en in de gegeven omstandigheden staat het ontbreken van feitelijke beschikkingsmacht over de cocaïne niet in de weg aan een bewezenverklaring.
Anders dan de raadsvrouw heeft betoogd is de rechtbank van oordeel dat tussen verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking, waarbij allen een substantiële rol hebben gespeeld bij het mogelijk maken van de vervoer en de (verlengde) uitvoer van de cocaïne naar Duitsland. Verdachte is als wederpartij van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] naar de parkeerplaats in Bourtange gereden en was op een belangrijk moment, namelijk op het moment dat de overdracht zou plaatsvinden, aanwezig op de parkeerplaats in Bourtange. Uit telefoongegevens blijkt dat verdachte afstemming had met een derde over het precieze moment waarop hij ter plaatse moest zijn. Gelet daarop, in combinatie met de uiterlijke verschijningsvorm van de gedragingen van de verdachten zoals die door de verbalisanten zijn waargenomen op de parkeerplaats en de ongeloofwaardige verklaring van verdachte inhoudend dat hij geen idee had dat er cocaïne in de Mercedes Citan zat, is de rechtbank van oordeel dat verdachte door zijn handelen tezamen en in vereniging met de medeverdachten een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het gezamenlijk uitvoeren van het ten laste gelegde.
De rechtbank merkt ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde voor de volledigheid nog op dat uit de bewijsmiddelen niet volgt dat de cocaïne daadwerkelijk de grens van Duitsland is gepasseerd. Het begrip ‘buiten het grondgebied van Nederland brengen’, zoals ten laste gelegd onder feit 1, moet echter, zoals volgt uit artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, extensief worden geïnterpreteerd. De begripsomschrijving is ruimer dan wat in het spraakgebruik onder buiten het grondgebied brengen wordt verstaan. Ook het met bestemming naar het buitenland vervoeren en/of ter vervoer aannemen van voorwerpen of goederen waarin die middelen verpakt zijn, is buiten het grondgebied van Nederland brengen in de zin van de Opiumwet. Handelingen die zonder deze verruiming onder het pogingsbegrip zouden vallen, kunnen dus worden aangemerkt als buiten het grondgebied brengen. De rechtbank is van oordeel dat de handelingen van de verdachten vallen onder deze ruime uitleg van het begrip. De cocaïne is immers naar Bourtange gereden ten behoeve van transport naar Duitsland.
Op basis van al het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich als medepleger schuldig heeft gemaakt aan de (verlengde) uitvoer van de cocaïne (feit 1), alsmede aan het vervoeren daarvan (feit 2). De rechtbank acht voorts bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen zoals ten laste is gelegd onder feit 3, en welk feit verdachte duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1 primair, 2 primair en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij op 14 juni 2021 te Bourtange, gemeente Westerwolde, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, ongeveer 30 kilogram cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, immers hebben verdachte en zijn mededaders die cocaïne in een auto vervoerd en/of laten vervoeren met bestemming Duitsland;
2.
hij op 14 juni 2021 te Bourtange, gemeente Westerwolde, en in overige plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft vervoerd ongeveer 30 kilogram cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
3.
hij op 14 juni 2021, te Bourtange, gemeente Westerwolde, en in Duitsland, van een voorwerp, te weten een contant geldbedrag van ongeveer € 250.000,-, heeft verworven en voorhanden, terwijl hij wist dat dat geldbedrag - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

1.
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod2.
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod3.
witwassen
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake het onder 1 primair, 2 primair en 3 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden. De officier van justitie heeft het witwassen niet meegewogen in de strafmaat, nu sprake is van één feitencomplex.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gepleit voor oplegging van een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van 3 jaren, waarvan het onvoorwaardelijk deel gelijk is aan de duur van het voorarrest. Verdachte heeft een open proceshouding en heeft berouw getoond. Daarbij komt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit en de schorsing van de voorlopige hechtenis goed is verlopen. Blijkens het reclasseringsrapport heeft verdachte zijn leven op orde, beschikt hij over talloze beschermende factoren en is sprake van een laag recidiverisico. Een gevangenisstraf zal negatieve gevolgen hebben voor zijn gezin.
Ten aanzien van de voorlopige hechtenis heeft de raadsvrouw de rechtbank verzocht de voorlopige hechtenis op te heffen. Verdachte is first offender en is tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis niet in aanraking gekomen met politie en justitie, waardoor de aangenomen recidivegrond komt te vervallen.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportage van de reclassering, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich allereerst samen met anderen schuldig gemaakt aan de uitvoer van ongeveer 30 kilo cocaïne naar Duitsland, alsmede aan het vervoeren daarvan. Dit zijn ernstige feiten. Cocaïne is een stof die sterk verslavend werkt en die schadelijk is voor de gezondheid van de gebruikers ervan. Bovendien wordt door de uitvoer van harddrugs naar het buitenland de handel in verdovende middelen in het buitenland in stand gehouden. De verspreiding daarvan gaat vaak gepaard met andere vormen van criminaliteit, waaronder witwassen en geweldsmisdrijven die maatschappelijk grote impact hebben.
Verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan het witwassen van € 250.000,-. Door het witwassen van crimineel vermogen komen inkomsten uit onderliggende criminaliteit ter vrije beschikking. Het witwassen van criminele gelden vormt een bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer ernstig aan. Verdachte kan door zijn handelen medeverantwoordelijk worden gehouden voor de hierboven genoemde gevolgen en de rechtbank rekent het hem aan dat hij zich hier kennelijk niets van heeft aangetrokken.
Gelet op het voorgaande, alsmede de oriëntatiepunten van het LOVS, is een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats.
Ten aanzien van de persoon van verdachte overweegt de rechtbank dat uit het reclasseringsrapport
d.d. 23 november 2021 en uit het pleidooi van de raadsvrouw volgt dat verdachte zijn leven goed op orde heeft en dat sprake is van beschermende factoren. Anders dan de raadsvrouw is de rechtbank echter van oordeel dat die omstandigheden niet maken dat volstaan kan worden met de door de raadsvrouw bepleite straf. Zoals gezegd is sprake van ernstige strafbare feiten. De rechtbank zal bij de strafoplegging wel rekening houden met het feit dat verdachte blijkens het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 15 februari 2023 niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten. De rechtbank ziet geen reden af te wijken van de eis van de officier van justitie, die eveneens rekening heeft gehouden met het voorgaande.
Al met al zal de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden met aftrek van voorarrest opleggen aan verdachte. Anders dan de raadsvrouw heeft verzocht zal de rechtbank niet overgaan tot opheffing van de voorlopige hechtenis. Dat verdachte sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis niet in aanraking is geweest met politie en justitie, doet niet af aan de aangenomen recidivegrond. De rechtbank zal wel de schorsing van de voorlopige hechtenis opheffen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Inbeslaggenomen goederen
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de in beslag genomen Hyundai Tucson met kenteken [kenteken] en het in beslag genomen geld als zijnde het voorwerp van witwassen met een totaalwaarde van € 250.000,-, verbeurd moeten worden verklaard. Ten aanzien van de in beslag genomen Onestyle telefoon heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat deze kan worden teruggegeven aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon, te weten verdachte.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van het beslag.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de in beslag genomen Hyundai Tucson met kenteken [kenteken] , goednummer 1380401, vatbaar voor verbeurdverklaring, nu dit een voorwerp betreft met betrekking tot welke de bewezen verklaarde feiten zijn begaan en deze toebehoort aan verdachte.
De rechtbank acht het in beslag genomen geld als zijnde het voorwerp van witwassen met een totaalwaarde van € 250.000,-, goednummers 1393592 (€ 100.000,-) en 1393583
(€ 150.000,-) eveneens vatbaar voor verbeurdverklaring, nu dit een voorwerp betreft met betrekking tot welke het onder 3 bewezen verklaarde is begaan en niet is kunnen worden vastgesteld aan wie dit toebehoort.
Ten aanzien van de in beslag genomen Onestyle telefoon met goednummer 1393938, is de rechtbank van oordeel dat dit voorwerp moet worden teruggegeven aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon, te weten verdachte.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 47, 55, 57 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1 primair, 2 primair en 3 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en acht verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft op de schorsing van de voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Ten aanzien van het beslag
  • Verklaart verbeurdde in beslag genomen Hyundai Tucson met kenteken [kenteken] , goednummer 1380401, en de in beslag genomen € 250.000,-, goednummers 1393592 (€ 100.000,-) en 1393583 (€ 150.000,-);
  • Gelast de teruggavevan de in beslag genomen Onestyle telefoon met goednummer 1393938 aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon, te weten verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.J. Bosker, voorzitter, mr. H.R. Bracht en mr. J.H.S. Kroeze, rechters, bijgestaan door mr. E.F. Jonkman, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 april 2023.
Mrs. Bracht en Kroeze zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage
Bewijs feit 1 primair en feit 2 primair
De rechtbank past ten aanzien van het onder 1 primair en 2 primair bewezen verklaarde de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 juni 2021,opgenomen op pagina 100 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2021156593 d.d. 16 augustus 2021, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 14 juni 2021 te 06:00 uur was ik, verbalisant, belast met de waarnemingen op de parkeerplaats bij het VW kantoor aan de Willem Lodewijkstraat te Bourtange. Omstreeks 06:30 uur zag ik twee voertuigen de parkeerplaats oprijden, een grijze Mercedes type kleine bestelbus en een grijze Volkswagen Polo. Ik zag dat de bestuurder van bovengenoemde Mercedes uitstapte en ik zag dat
deze bestuurder naar de bovengenoemde grijze Volkswagen Polo liep en hier als bijrijder instapte. Omstreeks 06:35 uur zag ik een witte Hyundai, voorzien van Duitse kentekenplaten, de parkeerplaats oprijden en parkeren links naast de grijze Mercedes. Omstreeks 06:37 uur zag ik vanaf de andere zijde van de parkeerplaats een voor mij onbekend persoon richting de grijze Mercedes en de witte Hyundai lopen. Hierop zag ik dat de bestuurder van de witte Hyundai uitstapte en tussen de twee geparkeerde voertuigen in ging staan. De onbekende persoon liep door en ik zag dat hij tussen de geparkeerde voertuigen in ging staan. Hierop hoorde ik dat er meer personen met elkaar in gesprek waren en hoorde ik dat er een schuifdeur geopend werd. Omstreeks 06:38 uur zag ik dat de twee personen tussen de twee geparkeerde voertuigen uitkwamen en mijn richting opliepen. Ik zag dat de twee personen ter hoogte van het struikgewas waar ik me bevond bleven stilstaan en mijn kant op wezen. Ik ben uit het struikgewas gekomen en ik heb mij bij beide personen kenbaar gemaakt als politie. Ik riep beide personen aan als verdachte. Ik riep met luide stem: “politie, blijven staan, handen omhoog”. Ik zag dat beide verdachten zich omdraaiden. Ik zag dat de beide verdachten wegrenden richting de twee geparkeerde voertuigen. Hierop heb ik beide verdachten nog eenmaal aangeroepen met "politie, blijven staan, anders zet ik de hond in". Ik zag dat beide verdachten niet reageerden en zich bleven verplaatsen richting de geparkeerde voertuigen. Ik zag dat beide verdachten, elk in een auto sprongen waarvan de persoon welke was komen aanlopen over het parkeerterrein, plaatsnam op de bestuurderstoel van de grijze Mercedes, en de bestuurder van de witte Hyundai plaatsnam op de bijrijdersstoel van de witte Hyundai en probeerde het portier van de auto te sluiten.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aanhouding d.d. 14 juni 2021,opgenomen op pagina 69 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Verdachte [verdachte] , geboren op 25 december 1990 te [geboorteplaats] , zat als bestuurder in een personenauto van het merk Hyundai, type Tucson 1X35, wit van kleur en voorzien van het Duitse kenteken [kenteken] . Toen de verdachte op de parkeerplaats als bestuurder in bovengenoemd voertuig zat, is hij aangehouden.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 juni 2021,opgenomen op pagina 116 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Naar aanleiding van de aanhouding van de drie verdachten op de parkeerplaats te Bourtange, gelegen aan de Willem Lodewijkstraat 33, zijn beelden bekeken van de beveiligingscamera's. Hieruit blijkt het volgende:
14 juni 2021
06:16:31: Aankomst Volkswagen Polo voorzien van het Nederlandse kenteken 62-RR-NJ en Mercedes Benz Citan voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken] op de parkeerplaats in Bourtange.
06:30:09: Een manspersoon met exact dezelfde kleding en signalement als [medeverdachte 2] stapt als bestuurder uit de Volkswagen Polo.
06:30:13: De Hyundai IX35 Tucson voorzien van het Duitse kenteken [kenteken] komt de parkeerplaats op, rijdt de Volkswagen Polo voorbij en gaat naar de plek waar de Mercedes Benz Citan is achtergebleven.
06:30:17: Een manspersoon met exact dezelfde kleding en signalement als [medeverdachte 2] loopt naar bijrijderskant van de Volkswagen Polo en vervolgens naar plek waar De Hyundai IX35 Tucson ook heen is gereden en doet onderweg zwarte handschoenen aan.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 juni 2021,opgenomen op pagina 326 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Op 25 juni 2021 deden wij, verbalisanten, onderzoek in voertuigen.
Mercedes Benz Citan, Nederlands gekentekend: [kenteken] . Er werd een verborgen ruimte aangetroffen in de bodemplaat in de laadruimte van het voertuig.
Hyundai Tucson, Duits gekentekend: [kenteken] . Er werd een verborgen ruimte aangetroffen in de bodemplaat, in de kofferbak van het voertuig, net achter de achterbank.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 juni 2021,opgenomen op pagina 109 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Op 14 juni 2021 omstreeks 06:45 uur kregen wij, verbalisanten, het bericht dat het aanhoudings- en ondersteuningsteam drie verdachten had aangehouden. Wij zijn naar de parkeerplaats bij het VVV kantoor te Bourtange gegaan.
Wij hebben de witte Hyundai Tucson voorzien van het Duits kenteken [kenteken] onderzocht. Wij, verbalisanten, zagen dat er een soort van plaat omhoog stond in de kofferbak. Verder was te zien dat er tussen de plaat die omhoog stond en de achterkant van de rugleuning van de achterbank een blauwe stoffen tas stond met daarin een rode tas. Ik, verbalisant, heb vervolgens de rugleuning van de achterbank van de Hyundai naar voren geklapt zodat ik de tas kon pakken. De hengels van de blauwe stoffen tas waren dichtgeknoopt. In de blauwe tas zat ook nog een rode stoffen tas waarvan de hengsels waren dichtgeknoopt. Ik, verbalisant, heb vervolgens de hengels van de blauwe tas los gemaakt en zag dat er allemaal stapels bankbiljetten in zaten. Ook van de rode tas zijn de hengsels los gemaakt en ook hierin zaten stapels met bankbiljetten.
Ook de Mercedes Benz voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken] , is door ons, verbalisanten, onderzocht. Nadat wij, verbalisanten, de hele laadruimte hadden leeggemaakt, hebben we de bodem bekeken. Dit betrof een soort van houten vloer uit meerdere delen. Het gedeelte meteen achter de cabine bleek los te kunnen. Hieronder zat een soort ruimte waarin 30 pakketjes van ongeveer 1 kilo lagen. Deze pakketjes waren dubbel geseald. Tussen de twee lagen plastic zat een bruine vloeibare substantie. Deze pakketjes zijn door ons, verbalisanten, in beslag genomen en overgedragen aan de Forensische opsporing voor onderzoek.
6. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina334 van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Plaats: Willem Lodewijkstraat te Bourtange, binnen de gemeente Westerwolde.
Datum: 14 juni 2021.
Omstandigheden: Geld aangetroffen in verborgen ruimte in Hyundai [kenteken] . Totale hoeveelheid: € 100.000,-.
7. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina335 van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Plaats: Willem Lodewijkstraat te Bourtange, binnen de gemeente Westerwolde.
Datum: 14 juni 2021.
Omstandigheden: Geld zat in verborgen ruimte in witte Hyundai [kenteken] .
Totale hoeveelheid: € 150.000,-.
8. Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina356 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Goednummer: PL0100-2021156593-1393459.
Bijzonderheden: 30 pakketjes van zo’n 1 kilo.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal verdovende middelen d.d. 15 juni 2021,opgenomen op pagina 252 e.v. van voornoemd dossier:
Goednummer: PL0100-2021156593-1393459.
Netto gewicht: 30,14 kilogram.
SIN Monster: AAOY9829NL.
10. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van
Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2021.06.15.122 (aanvraag 001), d.d. 15 juni 2021, opgemaakt door F. Wallace, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, opgenomen op pagina 256 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
Kenmerk: AAOY9829NL.
Conclusie: bevat cocaïne.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 juni 2021,opgenomen op pagina 240 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 21 juni 2021 heb ik, verbalisant, de in beslag genomen mobiele telefoon uit het voertuig van verdachte [verdachte] nader onderzocht. Hieronder volgt een overzicht van de ontvangen berichten:
Von + [telefoonnummer] . 14/06/2021: 05:22: Hallo.
Von + [telefoonnummer] . 14/06/2021: 05:32: Ok du bist echt nicht normal naja du muss lade kabel holen fur dein handy.
Von + [telefoonnummer] . 14/06/2021: 05:36: 6.30 bei parkplatz.
Von + [telefoonnummer] . 14/06/2021: 05:38: Sag dir gleich genau.
Von + [telefoonnummer] . 14/06/2021: 05:40: Zieh durch bitte die sind fruher da.
Von + [telefoonnummer] . 14/06/2021: 05:54: 6.22 bei parkplatz.
Von + [telefoonnummer] . 14/06/2021: 05:55: Ok gib gas.
Von + [telefoonnummer] . 14/06/2021: 06:09: Bin tu.
Von + [telefoonnummer] . 14/06/2021: 06:12: Ok zieh durch.
Von + [telefoonnummer] . 14/06/2021: 06:20: Bin raus.
Von + [telefoonnummer] . 14/06/2021: 06:22: Komm du oben ich komm von unten.
Von + [telefoonnummer] . 14/06/2021: 06:24: Wie weit bust du?
Von + [telefoonnummer] . 14/06/2021: 06:27: Komm.
Von + [telefoonnummer] . 14/06/2021: 06:31: Sag wenn du bereit bist.
Von Roaming Info. 14/06/2021: 06:31: Wilkommen in den Niederlanden.
Von + [telefoonnummer] . 14/06/2021: 06:33: Sind die da?
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 juni 2021, opgenomen op pagina 94 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Binnen dit onderzoek zijn er meerdere camerabeelden opgevraagd en uitgekeken. Op 13 april 2021 rijdt er om 06:12 uur een personenauto van het type SUV en wit van kleur over de Zodenpandweg te
Bourtange. De personenauto komt vanuit de richting van Duitsland en rijdt in de richting van de 1e Pallertweg te Bourtange. Deze personenauto is reeds eerder binnen dit onderzoek op de camerabeelden gezien op de parkeerplaats gelegen aan de Willem Lodewijkstraat te Bourtange en dan wel op:
  • 11 februari 2021 om 06:07 uur
  • 19 februari 2021 om 06:02 uur
  • 26 februari 2021 om 06:24 uur
  • 05 maart 2021 om 06:14 uur
  • 10 maart 2021 om 06:19 uur
  • 16 maart 2021 om 06:05 uur
  • 23 maart 2021 om 05:57 uur
  • 13 april 2021 om 06:14 uur
  • 16 april 2021 om 06:10 uur
  • 21 april 2021 om 06:08 uur
  • 23 april 2021 om 06:09 uur
  • 28 april 2021 om 06:10 uur.
  • 6 mei 2021 om 06:20 uur.
  • 31 mei 2021 om 06:55 uur.
  • 7 juni 2021 om 06:45 uur.
  • 14 juni 2021 omstreeks 06:35 uur.
Op 28 april 2021 wordt het kenteken door een camera geregistreerd als zijnde [kenteken] . Het blijkt dan te gaan om een witte Hyundai IX 35 uit Duitsland. Het is aan de beelden duidelijk te zien dat dit voertuig elke keer betrokken is geweest.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 juni 2021,opgenomen op pagina 114 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Er is op eerdere beelden gezien dat er grote tassen zijn overgegeven. In alle gevallen was er een Duits voertuig bij betrokken voorzien van het Duits kenteken [kenteken] .
14. Een schriftelijk bescheid, te weten informatie betreffende een voertuig, opgenomen op pagina 96
e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Kennzeichen: [kenteken] .
Fahrzeugbeschreibung: Hyundai Motor (CZ), Tucson, ix35, LM, weiẞ.
Kennzeichen zugeteilt am: 7-12-2020.
Halter: Autohaus Ring GmbH.
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 24 juni 2021,opgenomen op pagina 398 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
V: Wat doe je in het dagelijks leven?
A: Ik verkoop auto's.
V: Is dat een eigen bedrijf of werk je voor je zelf?
A: Ik ben de bedrijfsleider, maar niet de enige vennoot.
V: Hoe heet dat bedrijf?
A: Autohaus Ring GmbH.
16. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 30 september 2021,opgenomen op pagina 417 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
Toen ik in Bremen was kreeg ik 2 tassen. Ik kreeg als extra nog 500,- euro in mijn handen gedrukt. En toen moest ik op maandagochtend naar Nederland rijden. Ik ben met die twee tassen naar mijn huis gereden. Ik heb de twee tassen mee in huis genomen. Ik dacht: ik tel het geld. Ik ben er mee begonnen en op een gegeven moment dacht ik: waarom zou ik. Toen heb ik het geld weer ingepakt. Op die maandag ben ik naar Nederland gereden. Ik ben naar de parkeerplaats gereden waar ik dat geld moest afgeven. Ik ben daar aangekomen, ben uit mijn auto gestapt. Ik zag daar iemand die ik heb gegroet.
17. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 11 oktober 2021,opgenomen op pagina 422 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
V: Je gaf aan dat je erachter kwam dat er een verborgen ruimte in de Hyundai zat. Wanneer kwam je er achter dat die ruimte er in gebouwd is?
A: Ergens midden mei 2021. V: Hoeveel tassen kreeg je?
A: 2.
V: Wat heb jij met de twee tassen gedaan?
A: Ik heb de tassen in de verborgen ruimte gelegd.
V: Je hebt toen het geld geteld toch?
A: Ja.
V: Tot aan welk bedrag heb je geteld en waarom besloot je er mee te stoppen?
A: Ik weet het niet meer precies maar ik denk tot aan € 50.000,-. Ik keek op de klok en zag dat ik al een uur aan het tellen was.
A: Ik ben die maandagochtend gaan rijden, over de snelweg naar het adres dat ik had gekregen in Nederland.
A: Ik moest mijn telefoon thuis laten en ik moest de telefoon die in de auto lag gebruiken.
Bewijs feit 3
De rechtbank acht het onder 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 juni 2021,opgenomen op pagina 109 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2021156593 d.d. 16 augustus 2021, inhoudend het relaas van verbalisanten;
Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina334 van voornoemd dossier;
Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina335 van voornoemd dossier;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 30 september 2021,opgenomen op pagina 417 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verdachte;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 11 oktober 2021,opgenomen op pagina 422 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verdachte.