Uitspraak
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[veroordeelde] ,
Procesverloop
Standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Bewijsmiddelen
Beoordeling
Beslissing
€ 5.000,00.
Rechtbank Noord-Nederland
In de zaak met parketnummer 18/850028-18 heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 13 april 2023 uitspraak gedaan over de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De zaak betreft een grootschalige hennepteelt in een bedrijfspand in Foxhol, waarbij de verdachte is veroordeeld voor het medeplegen van hennepteelt. De officier van justitie heeft op 7 juli 2021 een vordering ingediend om het bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel vast te stellen. Dit bedrag werd door de officier geschat op € 3.684.294,32, maar de rechtbank heeft dit bedrag uiteindelijk vastgesteld op € 5.000,00, gebaseerd op de verklaring van de veroordeelde dat hij per geslaagde oogst € 500,00 heeft ontvangen en dat er tien oogsten zijn geweest.
De behandeling vond plaats op 23 maart 2023, waar de officier van justitie, de veroordeelde en zijn raadsman aanwezig waren. De raadsman betwistte het bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel en stelde dat de veroordeelde maximaal € 3.500,00 had verdiend. De rechtbank heeft echter de verklaring van de veroordeelde als uitgangspunt genomen en vastgesteld dat er voldoende bewijs was voor het aantal oogsten en het bijbehorende voordeel.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie voor het overige afgewezen en de veroordeelde de verplichting opgelegd tot betaling van € 5.000,00 aan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Tevens is de duur van de gijzeling vastgesteld op maximaal 100 dagen. Deze uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij mr. H.R. Bracht buiten staat was om de beslissing mede te ondertekenen.