ECLI:NL:RBNNE:2023:1457

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
7 april 2023
Publicatiedatum
13 april 2023
Zaaknummer
18-063403-22
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor ontuchtige handelingen met minderjarigen en kinderpornografie

De rechtbank Noord-Nederland heeft op 7 april 2023 een man veroordeeld voor het meermalen plegen van ontuchtige handelingen met twee jongetjes van destijds vijf jaar, het corrumperen en het vervaardigen en bezitten van kinderpornografische afbeeldingen. De man, die in het kader van zijn PABO-opleiding stage liep bij een kleuterklas, heeft in twee verschillende toiletten van het schoolgebouw seksuele handelingen met de slachtoffers gepleegd en hen getuige laten zijn van seksuele handelingen die hij bij zichzelf verrichtte. Hij heeft ook meerdere keren seksuele handelingen met een van de slachtoffers gepleegd in het klaslokaal, waar andere kinderen en mogelijk de docent aanwezig waren, zonder dat zij iets merkten. De man heeft van al deze handelingen opnames gemaakt met zijn mobiele telefoon, die hij bewerkte tot verschillende video’s en foto’s voor later gebruik.

De rechtbank heeft de man een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden opgelegd, met aftrek van het voorarrest, en een TBS-maatregel met voorwaarden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan ernstige zedendelicten, waarbij hij het vertrouwen van ouders en de integriteit van de minderjarige slachtoffers heeft geschonden. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychologische rapporten die wezen op een autisme spectrum stoornis en een pedofiele stoornis, wat de toerekeningsvatbaarheid van de verdachte in verminderde mate beïnvloedde. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele ten laste gelegde feiten, omdat deze niet wettig en overtuigend bewezen konden worden.

De rechtbank heeft daarnaast de in beslag genomen gegevensdragers, waarop kinderpornografisch materiaal was aangetroffen, onttrokken aan het verkeer. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de noodzaak van behandeling en toezicht om herhaling te voorkomen.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

[instelling 2] strafrecht Locatie Leeuwarden parketnummer 18/063403-22
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 7 april 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 2000 te [geboorteplaats] , thans gedetineerd in [instelling 1] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 24 maart 2023.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. P. Sipma, advocaat te Drachten.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L.G. de Graaf.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1. hij in of omstreeks de periode van 1 december 2021 tot en met 31 januari 2022, te Drachten, gemeente Smallingerland, met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2016, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten het brengen van zijn vinger in de anus van die [slachtoffer 1] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2021 tot en met 31 januari 2022, te Drachten, gemeente Smallingerland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2016, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handelingen te plegen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , met voormeld oogmerk zijn vinger en/of penis tussen de billen van die [slachtoffer 1] heeft gebracht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2021 tot en met 31 januari 2022, te Drachten, gemeente Smallingerland, met zijn pupil en/of de aan zijn zorg, opleiding, of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, genaamd [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2016, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande die ontuchtige handelingen uit
-het brengen van zijn vinger en/of penis tussen de billen van die [slachtoffer 1] en/of
-het aftrekken van / aanraken van de piemel van die [slachtoffer 1] en/of
-het zich laten aftrekken door die [slachtoffer 1] en/of
-het aanraken van de billen van die [slachtoffer 1] ;
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2021 tot en met 31 januari 2022, te Drachten, gemeente Smallingerland, met zijn pupil en/of de aan zijn zorg, opleiding, of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, genaamd [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2016, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande die ontuchtige handelingen uit
-het aanraken/betasten/strelen/aftrekken van de piemel van die [slachtoffer 2] en/of -het zich laten aftrekken door die [slachtoffer 2] ;
4. hij in of omstreeks de periode van 1 december 2021 tot en met 31 januari 2022, te Drachten, gemeente Smallingerland, meerdere malen, althans eenmaal, (telkens) een perso(o)n(en, van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft/hebben bereikt, met ontuchtig oogmerk ertoe heeft bewogen getuige te zijn van seksuele handelingen, immers heeft hij verdachte zichzelf (telkens) afgetrokken en heeft hij daarbij tevens (een) ejaculatie(s) gehad dit ten overstaan van
[slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum] 2016) en/of [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum] 2016) en/of heeft hij in aanwezigheid van beide minderjarigen zich door hen laten aftrekken en/of heeft hij hun afgetrokken en/of hun piemel aangeraakt, betast en/of gestreeld;
5.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 24 september 2021 tot en met 23 februari 2022, te Drachten, gemeente Smallingerland, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, telkens op een 2-tal gegevensdragers, te weten
-een Apple Iphone 10 (IBN-nummer 1468768) en/of
-een Apple Mac Book Pro (harde schijf) (IBN-nummer 1468776) afbeeldingen, te weten foto's en/of video's van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd en/of heeft verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen -zakelijk weergegeven- bestonden uit:
het met de vinger/hand anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
Afbeeldingsnummers in Overzicht Geselecteerde Afbeeldingen en Toon map: [slachtoffer 1] FOTO 01/
[slachtoffer 1] VIDEO 02(blz.31 t/m blz.38) en/of
het met de vinger/hand en/of penis betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen, billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de vinger/hand betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de vinger/hand betasten en/of aanraken van de geslachtdelen door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, bij zichzelf
Afbeeldingsnummers in Overzicht Geselecteerde Afbeeldingen en Toon map:
FOTO 01 / FOTO 03 / FOTO 06 / [slachtoffer 2] FOTO 01 / [slachtoffer 2] FOTO 05 / [slachtoffer 1] FOTO 04 / [slachtoffer 1] FOTO 06 / [slachtoffer 1] FOTO 07 / [slachtoffer 1] FOTO 10/ [slachtoffer 1] FOTO 12/VIDEO 01 /
[slachtoffer 2] VIDEO 01 / [slachtoffer 2] VIDEO 02 / [slachtoffer 2] VIDEO 03 / [slachtoffer 1] VIDEO 01
/
VIDEO 02 en/of
het gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, (waarna) door het camerastandpunt en/of de uitsnede van de afbeelding (o.a. inzoomen) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen, borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
Afbeeldingsnummers in Overzicht Geselecteerde Afbeeldingen en Toon map:
FOTO 02 / FOTO 07 / [slachtoffer 2] FOTO 02 / [slachtoffer 2] FOTO 03 / [slachtoffer 2] FOTO 04 / FOTO 05 / [slachtoffer 1] FOTO 03 en/of
het masturberen (dicht) bij het lichaam/gezicht van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 nog niet had bereikt en/of het houden van een penis dicht bij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
Afbeeldingsnummers in Overzicht Geselecteerde Afbeeldingen en Toon map: [slachtoffer 1] FOTO 05 / VIDEO 01 / VIDEO 02 / [slachtoffer 1] VIDEO 01 / [slachtoffer 1] VIDEO 02 en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder 1. primair, 2., 3., 4. en 5. ten laste gelegde. Zij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Op basis van de filmopnames, die door verdachte zijn gemaakt, en de verklaring van verdachte kan het onder 2., 3. en 4. wettig en overtuigend worden bewezen. Het kinderpornografisch karakter van het beeldmateriaal is bovendien evident, zodat ook het onder 5. ten laste gelegde kan worden bewezen. Verdachte heeft dit materiaal vervaardigd en in zijn bezit gehad.
Verdachte ontkent het onder 1. ten laste gelegde. Hij heeft ontkend dat hij in de anus van [slachtoffer 1] is geweest. Echter gelet op de nadere omschrijving van de beelden op pagina 216 van het procesverbaal en na het meerdere malen zelf vertraagd afspelen en bekijken van de beelden kan de conclusie worden getrokken dat verdachte wel met zijn vinger is binnengedrongen. Specifiek de volgende passage uit het proces-verbaal is hiervoor van belang:
“Op deze screenshots is te zien dat de hand ten opzichte van de billen van [slachtoffer 1] bijna horizontaal zijn. Wij zien dat de vinger(s) van verdachte [verdachte] tussen en ogenschijnlijk in de anus gaan van [slachtoffer 1] . Wij zien dat het eerste vingerkootje van verdachte [verdachte] duidelijk niet meer zichtbaar is en verdwijnt (…)”.Gelet op wat hier is beschreven is het anatomisch zeer onaannemelijk dat er niet wordt binnengedrongen, de hand van verdachte wordt immers horizontaal gehouden. Dat wordt bevestigd door hetgeen daarna is omschreven:
“Wij zien hierna dat [verdachte] de billen van [slachtoffer 1] spreidt met zijn duim en wijsvinger. Wij zien dat de anus van [slachtoffer 1] ogenschijnlijk open staat”. Deze fysiek reactie is passend bij het binnendringen. Het kan daarom niet anders dan dat verdachte met zijn vinger in de anus is binnengedrongen, zodat het onder 1. primair ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1. primair en subsidiair ten laste gelegde. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Volgens de medewerkers van het onderzoeksteam is op de opnames te zien dat verdachte met zijn middelvinger tussen de billen en ogenschijnlijk in de anus van [slachtoffer 1] gaat en dat de anus van
[slachtoffer 1] ogenschijnlijk open staat. Ogenschijnlijk betekent zoveel als: naar het schijnt of schijnbaar. Iets wekt een bepaalde eerste indruk, maar bij een betere en tweede blik blijkt de toestand toch anders te zijn. Het lijkt er dus op dat verdachte met zijn vinger naar binnen is gegaan, maar de verbalisanten zijn er niet zeker van. Verdachte ontkent dat hij met zijn vinger in het lichaam van [slachtoffer 1] is geweest en [slachtoffer 1] heeft niet over het binnendringen verklaard. Op basis van de stukken is niet komen vast te staan dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het binnendringen van het lichaam met de vinger, zodat het onder 1. primair ten laste gelegde niet kan worden bewezen. Voorts blijkt uit de omschrijving van de beelden niet dat verdachte met zijn penis tussen de billen van [slachtoffer 1] is geweest, zodat ook een poging tot het binnendringen van het lichaam, het onder 1. subsidiair ten laste gelegde, niet kan worden bewezen.

Beoordeling van het bewijs

Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1. primair ten laste gelegde
Onder 1. primair is verdachte ten laste gelegd dat hij met zijn vinger in de anus van [slachtoffer 1] is geweest en hiermee het lichaam van [slachtoffer 1] seksueel is binnengedrongen.
Verdachte erkent dat hij met zijn vingers tussen de billen van [slachtoffer 1] is geweest, maar hij ontkent dat hij in de anus van [slachtoffer 1] is geweest. [slachtoffer 1] is niet door de politie gehoord en uit de verklaring van de vader van [slachtoffer 1] blijkt niet dat [slachtoffer 1] aan zijn ouders heeft verteld dat verdachte in zijn anus is geweest.
Verdachte heeft van de seksuele handelingen die hij met [slachtoffer 1] heeft gepleegd filmopnames gemaakt. Deze opnames zijn bekeken door twee zedenrechercheurs die zijn gecertificeerd voor het beoordelen van beeldmateriaal kinderporno. Zij hebben verklaard dat het ogenschijnlijk lijkt dat verdachte met zijn vinger in de anus van [slachtoffer 1] gaat. Door de officier van justitie zijn de beelden ook bekeken en zij komt tot de conclusie dat het anatomisch zeer onaannemelijk is dat er niet wordt binnengedrongen.
De rechtbank overweegt dat voornoemde zedenrechercheurs -anders dan de leden van de rechtbankbij uitstek geschoold zijn in het bekijken en beoordelen van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank volgt de beschrijving van de beelden gegeven door de zedenrechercheurs. Deze beschrijving laat door het woord ‘ogenschijnlijk’ ruimte voor twijfel, waardoor de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte met zijn vinger in de anus van [slachtoffer 1] is geweest. De bevindingen van de officier van justitie naar aanleiding van het door haar bekijken van de beelden maken dit niet anders. De rechtbank is van oordeel dat het onder 1. primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 1.subsidiair ten laste gelegde
Onder 1. subsidiair is verdachte ten laste gelegd dat hij heeft geprobeerd om het lichaam van [slachtoffer 1] seksueel binnen te dringen door zijn vinger en/of penis tussen de billen van [slachtoffer 1] te brengen.
Verdachte heeft ontkend dat hij heeft geprobeerd zijn vinger of zijn penis in de anus van [slachtoffer 1] te stoppen. De rechtbank is van oordeel dat op basis van de omschrijving van de filmopnames niet kan worden bewezen dat verdachte heeft gepoogd het lichaam van [slachtoffer 1] seksueel binnen te dringen, zodat het onder 1. subsidiair niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. Verdacht zal hiervan worden vrijgesproken..
Ten aanzien van het onder 5. ten laste gelegde
Onder 5. is onder meer het vervaardigen en het bezit van kinderpornografische afbeeldingen ten laste gelegd. Dit betreffen onder meer de filmopnames die verdachte heeft gemaakt van [slachtoffer 1] . Gelet op hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen zal verdachte bij het onder 5. ten laste gelegde ook worden vrijgesproken van het met de vinger of hand anaal penetreren.
Bewijsmiddelen
De rechtbank acht het onder 2., 3., 4. en 5. ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 24 maart 2023;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 16 maart 2022,opgenomen op pagina 98 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2022102787 van 21 juli 2022, inhoudend de verklaring van [naam 1] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 15 maart 2022,opgenomen op pagina 92 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [naam 2] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 11 maart 2022,opgenomen op pagina 49 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 12 maart 2022,opgenomen op pagina 56 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 11 maart 2022,opgenomen op pagina 45 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisanten;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van beschrijving kinderpornografischmateriaal van 14 juni 2022, opgenomen op pagina 209 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisanten.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 2., 3., 4. en 5. ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
2.
hij in de periode van 1 december 2021 tot en met 31 januari 2022, te Drachten, gemeente Smallingerland, met zijn pupil en de aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, genaamd [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2016, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande die ontuchtige handelingen uit
-het brengen van zijn vinger tussen de billen van die [slachtoffer 1] en
-het aftrekken/aanraken van de piemel van die [slachtoffer 1] en
-het zich laten aftrekken door die [slachtoffer 1] en -het aanraken van de billen van die [slachtoffer 1] ;
3.
hij in de periode van 1 december 2021 tot en met 31 januari 2022, te Drachten, gemeente Smallingerland, met zijn pupil en de aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, genaamd [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2016, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande die ontuchtige handelingen uit
-het aanraken/aftrekken van de piemel van die [slachtoffer 2] en -het zich laten aftrekken door die [slachtoffer 2] ;
4.
hij in de periode van 1 december 2021 tot en met 31 januari 2022, te Drachten, gemeente Smallingerland, meerdere malen, telkens een persoon, van wie hij weet dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, met ontuchtig oogmerk ertoe heeft bewogen getuige te zijn van seksuele handelingen, immers heeft hij verdachte zichzelf telkens afgetrokken en heeft hij daarbij tevens een ejaculatie gehad dit ten overstaan van
[slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2016 en/of [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2016, en heeft hij in aanwezigheid van beide minderjarigen zich door hen laten aftrekken en heeft hij hun afgetrokken en hun piemel aangeraakt;
5. hij op, één of meer tijdstippen, in de periode van 1 december 2021 tot en met 23 februari 2022, te
Drachten, gemeente Smallingerland, meermalen, op een tweetal gegevensdragers, te weten
-een Apple Iphone 10 (IBN-nummer 1468768) en
-een Apple Mac Book Pro (harde schijf) (IBN-nummer 1468776)
afbeeldingen, te weten foto's en video's van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken, heeft vervaardigd en in bezit heeft gehad welke seksuele gedragingen -zakelijk weergegeven- bestonden uit:
het met de vinger/hand en/of penis aanraken van de geslachtsdelen en billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
het met de vinger/hand aanraken van de geslachtsdelen van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
het met de vinger/hand aanraken van de geslachtdelen door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, bij zichzelf
Afbeeldingsnummers in Overzicht Geselecteerde Afbeeldingen en Toon map:
FOTO 01 / FOTO 03 / FOTO 06 / [slachtoffer 2] FOTO 01 / [slachtoffer 2] FOTO 05 / [slachtoffer 1] FOTO 04 / [slachtoffer 1] FOTO 06 / [slachtoffer 1] FOTO 07 / [slachtoffer 1] FOTO 10/ [slachtoffer 1] FOTO 12/VIDEO 01 /
[slachtoffer 2] VIDEO 01 / [slachtoffer 2] VIDEO 02 / [slachtoffer 2] VIDEO 03 / [slachtoffer 1] VIDEO 01 /
VIDEO 02 en
het gedeeltelijk naakt laten poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarna door het camerastandpunt en de uitsnede van de afbeelding (o.a. inzoomen) nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen en billen van die persoon in beeld gebracht worden waarbij de afbeelding telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling Afbeeldingsnummers in Overzicht Geselecteerde Afbeeldingen en Toon map:
FOTO 02 / FOTO 07 / [slachtoffer 2] FOTO 02 / [slachtoffer 2] FOTO 03 / [slachtoffer 2] FOTO 04 / FOTO 05 / [slachtoffer 1] FOTO 03 en
het masturberen bij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 nog niet had bereikt en het houden van een penis dicht bij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt waarbij de afbeelding telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
Afbeeldingsnummers in Overzicht Geselecteerde Afbeeldingen en Toon map: [slachtoffer 1] FOTO 05 / VIDEO 01 / VIDEO 02 / [slachtoffer 1] VIDEO 01 / [slachtoffer 1] VIDEO 02 en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

2. met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, terwijl het feit wordt gepleegd met zijn pupil en de aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd;
3. met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, terwijl het feit wordt gepleegd met zijn pupil en de aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd;
4. een persoon van wie hij weet dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, metontuchtig oogmerk ertoe bewegen getuige te zijn van seksuele handelingen, meermalen gepleegd, meermalen gepleegd;
5. een gewoonte maken van een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuelegedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken vervaardigen en in het bezit hebben.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Motivering van de straf en de maatregelen

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1. Primair, 2., 3., 4. En 5 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van het voorarrest, oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden, met de voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd en dadelijke uitvoerbaarheid van deze maatregel en oplegging van de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest. Tevens heeft hij aangevoerd dat de verdediging zich kan vinden in oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden, met de voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd en de dadelijke uitvoerbaarheid van de maatregel, en oplegging van de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking. Verdachte is gemotiveerd voor behandeling en hij beseft dat dit wel eens jaren kan gaan duren, aldus de raadsman.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit de diverse rapporten en het onderzoek ter terechtzitting. De rechtbank heeft kennisgenomen van het psychologisch rapport opgemaakt door dr.
D.J. Burck, GZ-psycholoog, op 26 juli 2022 het psychiatrisch rapport opgemaakt door C.J.F. Kemperman, psychiater, op 1 februari 2023 en het aanvullend psychologisch rapport opgemaakt door dr. D.J. Burck, op 23 februari 2023. Reclassering Nederland heeft adviezen opgemaakt op 28 augustus 2022 en 9 maart 2023. Het dossier bevat het uittreksel uit de justitiële documentatie.
Strafmotivering
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich in zijn hoedanigheid als stagair en -na beëindiging van zijn opleiding- als vrijwilliger, schuldig gemaakt aan het meermalen plegen van ontuchtige handelingen met twee jongetjes van destijds vijf jaar, het corrumperen en een gewoonte maken van het vervaardigen en bezitten van kinderpornografische afbeeldingen. Verdachte liep in het kader van zijn PABO- opleiding stage bij de kleuterklas op een basisschool. De twee slachtoffers zagen verdachte als hun meester en hij heeft in twee verschillende toiletten van het schoolgebouw seksuele handelingen met hen gepleegd en hij heeft hen getuige laten zijn van seksuele handelingen die hij bij zichzelf pleegde. Ook heeft hij meerdere keren seksuele handelingen met een van de slachtoffers gepleegd in het klaslokaal waar ook andere kinderen en mogelijk de docent aanwezig waren. Zij hebben hier niets gemerkt. Verdachte heeft van alle seksuele handelingen met zijn mobiele telefoon opnames gemaakt. Deze opnames heeft hij nadien bewerkt tot verschillende video’s en foto’s, zodat hij dit beeldmateriaal later kon terugkijken.
Door zijn handelwijze heeft de verdachte de lichamelijke integriteit van de minderjarige en kwetsbare slachtoffers geschonden. Het is algemeen bekend dat slachtoffers -zeker als het gaat om kinderen in de genoemde leeftijd- van dergelijke feiten nog gedurende lange tijd nadelige psychische gevolgen kunnen ondervinden. Bovendien heeft de verdachte door zijn handelen ernstig misbruik gemaakt van het vertrouwen dat de ouders in de docenten van de school, aan wie zij hun jonge kinderen toevertrouwen hebben gesteld. Ouders moeten er vanuit kunnen gaat dat hun kinderen op school veilig zijn. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
De rechtbank is van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf bij dergelijke ernstige delicten het uitgangpunt dient te zijn. Uit de justitiële documentatie van verdachte blijkt dat hij nog niet eerder voor een strafbaar feit is veroordeeld.
Verdachte heeft bij de politie en ter terechtzitting de ontuchtige handelingen en het maken van opnames hiervan bekend. Tevens heeft hij zijn medewerking verleend aan een psychologisch en psychiatrisch onderzoek. De conclusies van deze onderzoeken luiden, zakelijk weergegeven, dat verdachte lijdt aan een autisme spectrum stoornis, een pedofiele stoornis en een andere gespecificeerde parafilie saliromanie. Op grond van zijn autisme spectrum stoornis kan verdachte zich niet goed inleven in anderen, is hij beperkt vaardig om zich in een ander te verplaatsen en hij kent ook een beperkte affectieve empathie, waarbij hij ook de consequenties van zijn gedrag onvoldoende overziet en onvoldoende naar alternatieven zoekt. Door de psychiater is nog geconcludeerd dat sprake was van een seksuele stuwing met aspecten van hyperseksualiteit en een ‘novelty seeking’, waarbij verdachte extreme excessieve prikkels heeft verkend. Beide gedragsdeskundigen hebben geconcludeerd dat het bewezenverklaarde verdachte door zijn stoornis in verminderde mate kan worden toegerekend.
De rechtbank kan zich met deze conclusies verenigen en neemt deze over en concludeert met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheid van verdachte dat het bewezen verklaarde aan verdachte in verminderde mate kan worden toegerekend.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden passend en geboden is en zal deze straf opleggen. Omdat de rechtbank tot een andere bewezenverklaring is gekomen dan de officier van justitie is dit een zwaardere straf dan is gevorderd. De rechtbank is echter van oordeel dat deze straf desondanks passend is gelet op de ernst van de feiten.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Motivering van de maatregelen
De rechtbank zal aan verdachte tevens de maatregel van terbeschikkingstelling (hierna: TBSmaatregel) opleggen. Blijkens de hiervoor al genoemde [instelling 2] en psychologische onderzoeken bestond bij verdachte tijdens het begaan van het bewezen verklaarde een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens. De onder 2., 3. en 5 bewezenverklaarde feiten betreffen misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld. Het gaat bovendien om misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Dit betekent dat in beginsel een ongemaximaliseerde TBS-maatregel opgelegd zou kunnen worden. Verder eist de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de oplegging van de TBS-maatregel.
De rechtbank heeft haar oordeel gegrond op de adviezen van voornoemde gedragsdeskundigen.
De psycholoog heeft onder meer het volgende geconcludeerd:
Het risico dat verdachte opnieuw tot een soortgelijk zedenmisdrijf komt wanneer er geen behandeling plaatsvindt is hoog. De relatief jonge leeftijd van verdachte en het gegeven dat sprake is van mannelijke extrafamiliale slachtoffers vormen statistisch gezien het voornaamste risico. De beperkte sociale vaardigheden, zijn lage zelfbeeld, zijn sociale isolatie, maar ook zijn sterke seksueel preoccupatie en de emotionele identificatie met kinderen, zijn dynamische risicofactoren waaraan in behandeling kan worden gewerkt. Geadviseerd wordt een klinische behandeling die verdachte inzicht geeft in de aard van zijn stoornis en die hem handvatten biedt om daarmee om te gaan. Verdachte is kwetsbaar en verwacht wordt dat hij beter van een dergelijke behandeling zal kunnen profiteren vanuit een klinische setting met een duidelijke structuur. Een laag beveiligingsniveau volstaat, maar er moet wel controle op het gebruik van sociale media mogelijk zijn. In de periode dat verdachte in detentie verbleef is hij ambivalent gebleven ten aanzien van behandelmotivatie en heeft hij zich bovendien steeds meer teruggetrokken uit het sociale contact. Er zijn daardoor onvoldoende aanknopingspunten om de behandeling in te zetten in een vrijwillig kader. Waarschijnlijk zal om diezelfde reden ook een behandeling in het kader van TBS met voorwaarden niet realistisch zijn. Daarom wordt geadviseerd de behandeling in te zetten in het kader van een TBS-maatregel met verpleging van overheidswege. Wanneer echter wordt besloten om een maatregel TBS met voorwaarden op te leggen dan wordt geadviseerd om daarnaast ook een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking op te leggen.
De psychiater heeft onder meer het volgende geconcludeerd:
Verdachte is jong, heeft nooit samengewoond, pleegde ontucht bij extrafamiliaire mannelijke slachtoffers, heeft nauwelijks positieve sociale contacten, een beperkt vermogen tot een langduriger stabiele relatie, een emotionele identificatie met kinderen, voelt zich snel afgewezen en eenzaam, heeft een verminderde interesse in het welzijn van anderen, kan impulsief reageren met ook ontoereikende probleemoplossingsvaardigheden, is seksueel gepreoccupeerd, gebruikt seks als coping en heeft een deviante seksuele interesse. Dit betekent een hoog recidiverisico volgens de risicotaxatie en vanuit klinisch oogpunt. Geadviseerd wordt om te starten met een klinische behandeling bij een instelling als de [instelling 2] (hierna: [instelling 2] ) [instelling 2] , een instelling die in staat is zowel met autisme spectrum stoornissen als zedendelinquentie om te gaan en vervolgens toe te werken naar een beschermde woonsituatie. Omdat verdachte vanuit het verleden naar voren komt als nog niet toe aan behandeling en nauwelijks gemotiveerd is, met een passief afhankelijke grondattitude, is het van belang te waarborgen dat verdachte niet onbehandeld in de maatschappij terugkeert en dat het recidiverisico wordt verlaagd. Daarom wordt geadviseerd nader te onderzoek of een behandeling in het kader van een TBS met voorwaarden mogelijk is.
Door de reclassering is positief geadviseerd over een TBS met voorwaarden en de reclassering heeft voorwaarden geformuleerd waaronder zij het toezicht kan uitoefenen. Gelet op het hoge risico adviseert de reclassering dadelijke uitvoerbaarheid van de TBS met voorwaarden te bevelen en tevens een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking op te leggen. Dit aanvullende kader biedt samen met de geadviseerde TBS een ruimer forensisch vangnet richting resocialisatie. De reclassering vindt dit nodig omdat gedurende de behandeling moet blijken of verdachte leerbaarheid is. Dit maakt dat de duur van de TBS met voorwaarden mogelijk onvoldoende zal zijn om tot de gewenste gedragsverandering te komen en de risico’s voldoende te beperken. Verdachte zal vanwege de complexe problematiek vermoedelijk langdurig afhankelijk zijn van begeleiding en externe controle.
De rechtbank kan zich met de inhoud, de conclusies en adviezen van de gedragsdeskundigen en de reclassering verenigen en neemt deze over, voor zover het gaat om het advies om aan de verdachte een TBS-maatregel op te leggen.
De rechtbank zal, gelet op de adviezen van de psychiater en de reclassering, niet bevelen dat verdachte van overheidswege wordt verpleegd, zoals door de psycholoog is geadviseerd. Wel zal de rechtbank ter bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, de na te noemen voorwaarden stellen betreffende het gedrag van verdachte. Verdachte heeft zich bereid verklaard de voorwaarden na te leven.
De rechtbank zal onder meer bepalen dat verdachte zich klinisch laat opnemen in [instelling 2] . Op dit moment is er nog geen plek bij deze instelling. Omdat de kans aanwezig is dat na de detentie van verdachte nog steeds geen plek is, zal de rechtbank ook als voorwaarde opleggen dat verdachte, als dat nodig mocht zijn, meewerkt aan overbruggingszorg. De rechtbank zal in afwijking van het advies van de reclassering niet als voorwaarde opleggen dat verdachte verplicht is medicatie in te nemen op aanwijzing van de zorginstelling. Het is onduidelijk welke medicatie dit zou moeten zijn en waarom dit nodig is. De rechtbank zal ook als voorwaarde opleggen dat verdachte op geen enkele wijze contact met minderjarigen mag hebben en zoeken en bepalen dat als dit contact onvermijdelijk is er begeleiding is van een door de reclassering goedgekeurd volwassen persoon. Gelet op de recente jurisprudentie van de Hoge Raad met betrekking tot de voorwaarde van toezicht op de gegevensdragers van verdachte, zal de rechtbank deze voorwaarde wel opleggen maar concreter formuleren dan door de reclassering is geadviseerd.
De rechtbank zal niet bevelen dat de TBS-maatregel dadelijk uitvoerbaar is, omdat verdachte bij een eventueel hoger beroep nog steeds gedetineerd zal zijn in verband met de opgelegde onvoorwaardelijke gevangenisstraf, waardoor een dadelijke uitvoerbaarheid van de maatregel geen meerwaarde heeft.
De rechtbank zal -naast de maatregel van TBS met voorwaarden- tevens een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht opleggen. Daarmee wordt de mogelijkheid gecreëerd om verdachte ook na afloop van de TBS-maatregel onder toezicht te stellen indien dat in verband met alsdan bestaande risico's noodzakelijk is.
Ook ten aanzien van het opleggen van deze maatregel heeft de rechtbank acht geslagen op de hierboven aangehaalde conclusies van de gedragsdeskundigen en het advies van de reclassering. Hieruit komt onder meer naar voren dat de problematiek van verdachte structureel van aard is en dat langdurige behandeling en begeleiding nodig is om de hoge kans op recidive te verkleinen. Het is de vraag en afhankelijk van de leerbaarheid van verdachte of binnen de maximale tijd van de TBS met voorwaarden de benodigde langdurige behandeling van verdachte kan plaatsvinden en dat binnen die termijn het recidiverisico in voldoende mate kan worden ingeperkt. Gelet hierop vindt de rechtbank het noodzakelijk om het toekomstige recidiverisico te beperken en de gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38z Sr te opleggen. Aan de wettelijke vereisten voor oplegging van de maatregel is voldaan. De beoordeling van de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de maatregel, en indien nodig onder welke voorwaarden, zal in de laatste fase van de aan verdachte opgelegde TBS-maatregel plaatsvinden. Een risicotaxatie van het dan aanwezige recidivegevaar dient in het kader van die beoordeling plaats te vinden.

Inbeslaggenomen goederen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de gegevensdragers waarop kinderpornografische afbeeldingen zijn aangetroffen worden onttrokken aan het verkeer. Dit betreffen de volgende goederen:
- een telefoon, Apple iPhone 10, met IBN-nummer 1468768 en DIGI-nummer 22-0167-001; - een harde schijf, Apple Mac Book Pro, met IBN-nummer 1468776 en DIGI-nummer 22-0167-002-01; - een telefoon, grijze Apple iPhone, met IBN-nummer 1468773 en DIGI-nummer 22-0167-004.
De laatst genoemde grijze Apple iPhone is destructief onderzocht en de officier van justitie heeft recent bericht gehad dat hierop ook kinderpornografische afbeeldingen zijn aangetroffen. Deze gegevens zijn zo recent dat ze nog niet aan het dossier zijn toegevoegd.
De overige inbeslaggenomen gegevensdragers, te weten een harde schijf, Apple Mac Book Pro met IBN-nummer 1468776 en DIGI-nummer 22-0167-002-02 en een HP Prodesk met IBN-nummer 1468783 en DIGI-nummer 22-0167-003 kunnen volgens de officier van justitie teruggegeven worden aan verdachte.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de telefoon, Apple iPhone 10 en de harde schijf, Apple Mac Book Pro kunnen worden onttrokken aan het verkeer, maar dat de inbeslaggenomen goederen waarop geen kinderpornografische afbeeldingen zijn aangetroffen moeten worden teruggegeven aan verdachte.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten: een telefoon, Apple iPhone 10, met IBN-nummer 1468768 en DIGI-nummer 22-0167-001 en een harde schijf, Apple Mac Book Pro met IBNnummer 1468776 en DIGI-nummer 22-0167-002-01, vatbaar voor onttrekking aan het verkeer omdat het onder 5. bewezenverklaarde feit hiermee is begaan en de voorwerpen materiaal bevatten van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan door verdachte in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
De rechtbank acht het aan verdachte toebehorende inbeslaggenomen voorwerp, te weten een telefoon, grijze Apple iPhone met IBN-nummer 1468773 en DIGI-nummer 22-0167-004, vatbaar voor onttrekking aan het verkeer nu deze bij gelegenheid van het onderzoek naar de door verdachte begane feiten is aangetroffen en het voorwerp kan dienen tot het begaan van soortgelijke feiten terwijl het ongecontroleerde bezit daarvan door verdachte in strijd is met de wet of het algemeen belang.
De rechtbank acht de inbeslaggenomen usb-stick, merk Quantore 3.0, met IBN-nummer 1474510, toebehorende aan de NHL Stenden, tevens vatbaar voor onttrekking aan het verkeer nu deze bij gelegenheid van het onderzoek naar de door verdachte begane feiten is aangetroffen en het voorwerp materiaal bevat van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
De rechtbank is van oordeel dat de overige inbeslaggenomen voorwerpen, te weten een harde schijf, Apple Mac Book Pro met IBN-nummer 1468776 en DIGI-nummer 22-0167-002-02 en een HP Prodesk met IBN-nummer 1468783 en DIGI-nummer 22-0167-003 moeten worden teruggegeven aan verdachte nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36b, 36c, 36d, 38, 38a, 38z, 57, 247, 240b, 248 en 248d van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1. primair en 1. subsidiair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2., 3., 4. en 5. ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

Een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Gelast dat verdachte ter beschikking zal worden gesteld en stelt daarbij de volgende voorwaarden:
de veroordeelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
de veroordeelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder anderein:
  • dat hij zich meldt op afspraken bij de reclassering, zo vaak de reclassering dat nodig acht;
  • dat hij ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen vaneen of meer vingerafdrukken of biedt een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan;
  • hij verschaft de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is;
  • hij werkt mee aan huisbezoeken;
  • hij geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andereinstelling of hulpverleners;
  • hij vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
  • hij werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact met hemhebben, als dit van belang is voor het toezicht;
3. indien de veroordeelde daarmee instemt kan hij als de reclassering dit nodig vindt wordenopgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum of andere instelling voor een time-out. Deze timeout duur totdat de reclassering of de veroordeelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
4. de veroordeelde gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk derNederlanden, zonder toestemming van de reclassering;
5. de veroordeelde laat zich opnemen in [instelling 2] . Indien plaatsing bij [instelling 2] niet direct mogelijk is werkt de veroordeelde mee aan overbruggingszorg. De klinische opname duur zolang de reclassering dit tijdens de maatregel nodig vindt en de veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Wanneer de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
6. de veroordeelde laat zich na het afronden van de klinische behandeling ambulant behandelen dooreen nader door de reclassering te bepalen instelling. Deze behandeling start gelijk na de uitstroom bij de [instelling 2] en duurt zolang de reclassering dit tijdens de maatregel nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
7. de veroordeelde verblijft na het afronden van de klinische behandeling in een door de IFZ/DIZgeïndiceerde instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, voor zolang de reclassering dit tijdens de maatregel nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor de veroordeelde heeft opgesteld;
8. de veroordeelde bevindt zich niet in Drachten, voor zolang de reclassering dit tijdens de maatregelnodig vindt;
9. de veroordeelde spant zich in voor het vinden en behouden van een door de reclassering geschiktbevonden dagbesteding;
10. de veroordeelde werkt, op aanwijzing van de reclassering, mee aan de controle op het gebruikvan alcohol en drugs door middel van urineonderzoek en ademonderzoek;
11. de veroordeelde zoekt geen contact met minderjarigen en wanneer dit contact onvermijdelijk isdan wordt hij begeleid door een door de reclassering geschikt geachte volwassen persoon;
12. de veroordeelde zich onthoudt van:
  • het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
  • gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan wordenverkregen;
  • gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigenwordt gecommuniceerd.
Bij de controles op naleving van deze voorwaarde, die gedurende maatregel maximaal zes maal per jaar mogen plaatsvinden, kan de reclassering zich bij huisbezoeken (technisch) laten ondersteunen door een ICT-deskundige, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Na digitaal onderzoek ter plaatse -dat enkel gericht mag zijn op en beperkt moet blijven tot de controle van de naleving van deze voorwaarde- deelt de deskundige zijn bevindingen uitsluitend mee aan reclassering. Bij aantreffen van verborgen, versleutelde of niet-toegankelijke bestanden kan de reclassering veroordeelde de aanwijzing geven dat hij deze bestanden toegankelijk maakt. De veroordeelde is verplicht aan deze aanwijzing medewerking te verlenen. Kan het digitaal onderzoek onvoldoende ter plaatse plaatsvinden, dan kan de deskundige na goedkeuring van de reclassering een digitale kopie maken van de geautomatiseerde werken en gegevensdragers. De kopie wordt zo spoedig mogelijk elders onderzocht, waarna de deskundige het onderzoeksresultaat uitsluitend rapporteert aan de reclassering. Over de vraag of sprake is van strafbare kinderpornografie, kan de reclassering een zedenrechercheur raadplegen die gecertificeerd is voor het beoordelen van beeldmateriaal op kinderporno. De zedenrechercheur rapporteert uitsluitend aan de reclassering. Binnen twee weken nadat de reclassering is gebleken dat geen schending van de voorwaarde heeft plaatsgevonden wordt de digitale kopie vernietigd.
Draagt Reclassering Nederland op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.

Verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen voorwerpen, te weten:

  • een telefoon, Apple iPhone 10, met IBN-nummer 1468768 en DIGI-nummer
  • 22-0167-001;
  • een harde schijf, Apple Mac Book Pro met IBN-nummer 1468776 en DIGI-nummer 22-0167-002-01; - een telefoon, grijze Apple iPhone, met IBN-nummer 1468773 en DIGI-nummer
  • 22-0167-004;
  • Een usb-stick, het merk Quantore, met IBN-nummer 1474510.
Gelast de teruggaveaan verdachte van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een harde schijf, Apple Mac Book Pro met IBN-nummer 1468776 en DIGI-nummer 22-0167-002-02; - een HP Prodesk met IBN-nummer 1468783 en DIGI-nummer 22-0167-003.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J. Dijkstra, voorzitter, mr. W.S. Sikkema en mr. H.K. de Haan, rechters, bijgestaan door G.T. Zandstra-Alkema, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 april 2023.
Mr. H.K. de Haan is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.