De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1 en feit 2 primair wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van één dag met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht, en een taakstraf van 140 uur, subsidiair 70 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, indien de rechtbank komt tot een bewezenverklaring, bepleit te volstaan met oplegging van een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest gelet op de zorg die verdachte voor haar dochter draagt. Een taakstraf wordt door de raadsman als een passende strafmodaliteit gezien. Bij de hoogte van de straf dient rekening te worden gehouden met artikel 63 Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr.) en de overschrijding van de redelijke termijn ex artikel 6, eerste lid, van het EVRM. Ook dient in de straf te worden verdisconteerd dat de hennepkwekerijen een relatief korte periode in werking waren.
Het oordeel van de rechtbank
Algemeen
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het rapport van de reclassering, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan het telen van een groot aantal hennepplanten in een pand in Zurich . De rechtbank is van oordeel dat het gedrag van verdachte hardleers is te noemen. Dat blijkt wel uit het feit dat zij een bijdrage heeft geleverd aan de hennepkwekerij in Zurich , terwijl zij kort daarvoor was aangehouden vanwege een bij haar thuis (in [plaats] ) aangetroffen in werking zijnde hennepkwekerij.
Hennepteelt is direct en indirect oorzaak van vele vormen van overlast en criminaliteit en levert schade op voor de maatschappij. Softdrugs kan immers bij langdurig gebruik leiden tot gezondheidsschade.
Verdachte heeft zich hier kennelijk niet om bekommerd.
Documentatie
De rechtbank heeft kennis genomen van het uittreksel justitiële documentatie van 13 februari 2023, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten. De rechtbank houdt rekening met het bepaalde in artikel 63 Sr.
Persoon van verdachte
Uit het reclasseringsadvies van 5 juli 2022, opgesteld door [naam] , reclasseringswerker van Reclassering Nederland te Leeuwarden blijkt onder meer dat verdachte geen informatie heeft willen verstrekken over haar motief, het moreel kompas waarlangs zij vaart en de rol van de medeverdachten, waardoor zij door de reclassering is aangemerkt als een berekenende verdachte. De leefgebieden: 'financiën, houding, sociaal netwerk, relaties' waren ten tijde van onderhavige zaken delictgerelateerd en vormen een gemiddeld risico op herhaling. De partner van verdachte is tevens medeverdachte en de reclassering kan niet inschatten of de financiële krapte (wederom) zal leiden tot delictplegingen. Verdachte is inmiddels moeder geworden en mogelijk zal het hebben van een kind een drempel daartoe opwerpen. Bij de reclassering heeft verdachte verklaard niet te kampen met psychosociale problemen.
Geadviseerd is een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen. Gezien de delict houding van verdachte en het geen openheid van zaken willen geven over mogelijke risicofactoren, ziet de reclassering geen mogelijkheden om met interventies of toezicht de risico's te beperken of het gedrag te veranderen. Een taakstraf wordt uitvoerbaar geacht omdat verdachte thans een werkstraf uitvoert voor een soortgelijk feit.
Overschrijding redelijke termijn
De rechtbank stelt voorop dat in artikel 6, eerste lid, van het EVRM het recht van iedere verdachte is gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Die termijn vangt aan op het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens verdachte een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld.
Als uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat de behandeling ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen.
Die termijn heeft in dit geval een aanvang genomen vanaf het moment dat verdachte in verzekering is gesteld op 9 april 2020, en gaat derhalve een termijn van twee jaren ruimschoots te boven. Deze overschrijding zal in de straf worden verdisconteerd.
LOVS-oriëntatiepunten
Om te bevorderen dat landelijk voor dezelfde feiten door rechters ongeveer dezelfde straf wordt opgelegd, zijn landelijke oriëntatiepunten door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (hierna: LOVS) ontwikkeld. Als oriëntatiepunt voor het telen van hennep in een kwekerij met een omvang als waarvan hier sprake is, geldt als oriëntatiepunt een taakstraf voor de duur van 120 uur alsmede een voorwaardelijke gevangenisstraf van een maand. De rol van verdachte als medeplichtige wordt meegewogen in strafverminderende zin.
Conclusie
Gelet op alle hiervoor genoemde feiten en omstandigheden zal de rechtbank aan verdachte een taakstraf opleggen voor de duur van 80 uur, waarvan 40 uur voorwaardelijk om haar ervan te weerhouden in de toekomst wederom strafbare feiten te plegen.