In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van Van der Valk Internationaal B.V. en andere eiseressen tegen de afwijzing van hun verzoek om een vergoeding van planschade van € 5.110.000,-. De rechtbank oordeelt dat de wijziging van het bestemmingsplan, die op 6 maart 2014 in werking trad, voorzienbaar was. Eiseressen hadden het risico van schade passief aanvaard door de mogelijkheden uit het oude bestemmingsplan niet te benutten. Het college van burgemeester en wethouders had de aanvraag op 15 december 2020 afgewezen, omdat Van der Valk zelf het risico had aanvaard dat de bestemming voor haar nadelig zou wijzigen. De rechtbank oordeelt dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand kunnen blijven, omdat er wel degelijk voorzienbaarheid bestond op basis van de provinciale verordening uit 2011. De rechtbank vernietigt het besluit van het college, maar laat de rechtsgevolgen in stand, wat betekent dat Van der Valk geen schadevergoeding ontvangt. De rechtbank benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van de eigenaar is om op de hoogte te blijven van planologische ontwikkelingen.