Uitspraak
1.[gedaagde sub 1],
2.
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze civiele zaak heeft de stichting SODA (Stichting Serviceorganisatie Directe Aansprakelijkheidstelling) een vordering ingesteld tegen twee minderjarige gedaagden, die na hun meerderjarigheid zijn gedagvaard. De zaak betreft een winkeldiefstal gepleegd op 6 november 2018 bij de Albert Heijn te Groningen, waarvoor SODA schadevergoeding vordert. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagden een schadevergoeding van € 181,00 verschuldigd zijn aan SODA, omdat zij de diefstal hebben erkend. Echter, de vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente is afgewezen, omdat de gedaagden niet op de hoogte waren van de sommatiebrieven, die hen niet hebben bereikt. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagden, gezien hun minderjarigheid op het moment van de verzending van de brieven, niet bekend konden zijn met de inhoud ervan. De wettelijke rente wordt toegewezen vanaf de datum van het delict, omdat er geen ingebrekestelling nodig is bij een onrechtmatige daad. De proceskosten worden aan de zijde van SODA vastgesteld op € 381,44, en de gedaagden worden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van dit bedrag, evenals de nakosten van € 19,50. Het vonnis is uitgesproken door mr. E.D. Rentema op 4 april 2023.