Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest.
De officier van justitie is van mening dat er, gelet op het advies van de reclassering, geen ruimte is voor een voorwaardelijk deel met oplegging van bijzondere voorwaarden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor vrijspraak.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportages van de reclassering, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan brandstichting door aangestoken vuurwerk op een balkon van een woning te gooien waardoor een mandje op het balkon vlam heeft gevat en het paneel van het slaapkamerraam deels is verbrand. Met zijn handelen heeft verdachte een levensgevaarlijke situatie in het leven geroepen. De slaapkamer van aangever grenst aan het balkon en aangever was in de woning aanwezig. De gevolgen van de beginnende brand zijn gelukkig beperkt gebleven tot materiële schade, omdat de brand werd opgemerkt door voorbijgangers en door aangever geblust kon worden. Dit had echter ook heel anders kunnen aflopen als er niet was ingegrepen.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte weliswaar een omvangrijk strafblad heeft, maar dat hij niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor brandstichting.
De reclassering heeft gerapporteerd op 1 april 2022, 16 juni 2022, 16 november 2022 en 13 december 2022. De rechtbank leidt uit de rapportages van de reclassering af dat er bij verdachte sprake is van laagbegaafdheid, impulsiviteit, onvoldoende oog voor oorzaak-gevolg, ontoereikende copingvaardigheden en (hard)drugsproblematiek. Na jaren van instabiliteit was er sprake van een positieve ontwikkeling. Verdachte had een beschermde woonplek, dagbesteding, hij gebruikte geen harddrugs meer en er was een forse afname van softdrugsgebruik. Na een positief advies op 16 juni
2021 waarin gewag wordt gemaakt van een stabiele situatie – verdachte was zo goed als middelenvrij en hij werkte mee aan de bijzondere voorwaarden – heeft de reclassering op 16 november 2022 geadviseerd om de schorsing van de voorlopige hechtenis op te heffen, omdat verdachte terug was gevallen in het gebruik van harddrugs en hij zich ook niet aan de andere bijzondere voorwaarden hield. In haar laatste rapportage van 13 december 2022 meldt de reclassering dat zij geen mogelijkheden meer ziet om de kans op herhaling te beperken. De reclassering is niet in staat om verdachte te plaatsen in een woonvoorziening die aansluit bij zijn problematiek en zijn wensen. Het ambulante behandeltraject is niet geslaagd en verdachte staat niet open voor een klinische behandeling. De raadsman heeft ter zitting aangegeven dat, anders dan door de reclassering is vermeld, verdachte welkom is bij de [instelling] in Franeker.
Alles overwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf van 18 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar passend en geboden. De reclassering heeft weliswaar aangegeven geen mogelijkheden meer te zien, maar uit het oogpunt van recidivebeperking acht de rechtbank de oplegging van een ‘kale’ gevangenisstraf niet in het belang van de maatschappij en verdachte. Verdachte, met zijn harddrugs- en persoonlijkheidsproblematiek, zou dan zonder hulp, begeleiding en een passende (beschermde) woonplek terug moeten keren in de maatschappij. Een nieuwe terugval in harddruggebruik en het plegen van (vermogens)delicten ligt dan snel op de loer. De rechtbank zal daarom tevens de volgende bijzondere voorwaarden opleggen: meldplicht, begeleid wonen (bij [instelling] of elders), dagbesteding, een alcohol- en harddrugsverbod en het monitoren van het gebruik van softdrugs. Verdachte krijgt daarmee de kans om te laten zien dat hij opnieuw in staat is stabiliteit op te bouwen en zich te onthouden van het plegen van strafbare feiten.