ECLI:NL:RBNNE:2023:1072

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
16 maart 2023
Publicatiedatum
22 maart 2023
Zaaknummer
18/740039-16 Vordering stellen voorwaarden
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot het stellen van bijzondere voorwaarden bij voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 16 maart 2023 uitspraak gedaan over een vordering van de officier van justitie tot het stellen van bijzondere voorwaarden bij de voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel van de veroordeelde. De PIJ-maatregel, die op 21 april 2017 was opgelegd, heeft een looptijd van zes jaar en eindigt op 31 maart 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat de PIJ-maatregel niet verlengd wordt, maar dat er wel voorwaarden moeten worden gesteld om te voorkomen dat de veroordeelde zonder kader komt te zitten. De officier van justitie heeft gepleit voor het stellen van voorwaarden om de continuïteit van de behandeling van de veroordeelde te waarborgen, vooral gezien de mogelijkheid van een hoger beroep in een andere strafzaak. De veroordeelde en zijn raadsvrouw hebben geen verzet aangetekend tegen de vordering. De rechtbank heeft de vordering toegewezen en bijzondere voorwaarden vastgesteld, waaronder meewerken aan reclasseringstoezicht, opname in een zorginstelling, en het vermijden van contact met minderjarigen en kinderpornografisch materiaal. De rechtbank heeft de beslissing gemotiveerd op basis van de artikelen 77s, 77ta, en 77z van het Wetboek van Strafvordering.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/740039-16
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 16 maart 2023 op een vordering van de officier van justitie strekkend tot vaststelling van bijzondere voorwaarden bij voorwaardelijke beëindiging maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen
in de zaak tegen

[veroordeelde],

geboren op [geboortedatum] 2002 te [geboorteplaats],
thans verblijvende in [instelling],
verder te noemen: de veroordeelde.

Procesverloop

De officier van justitie heeft schriftelijk gevorderd dat de rechtbank bijzondere voorwaarden vaststelt in het kader van de voorwaardelijke beëindiging per 31 maart 2023 van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna: PIJ-maatregel).
De behandeling heeft plaatsgevonden op 2 maart 2023, waarbij aanwezig waren de veroordeelde, zijn raadsvrouw mr. D.N.A. Brouns, de officier van justitie mr. A. Hertogs en mevrouw K.N. Broek, mevrouw D.B. Wisman en mevrouw J.W. Dijkman als deskundigen.
De rechtbank heeft acht geslagen op de stukken, waaronder met name het advies van het Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering van 30 november 2022, het psychiatrisch rapport van 4 november 2022 opgemaakt door K.N. Broek, psychiater, en het psychologisch rapport van 4 november 2022, opgemaakt door D.B. Wisman, psycholoog.

Motivering

De opgelegde maatregel
Bij vonnis van 6 april 2017 heeft deze rechtbank de veroordeelde de PIJ-maatregel opgelegd wegens het met iemand jonger dan twaalf jaren handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, een poging tot het bewegen tot ontuchtige handelingen van een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, het met iemand jonger dan zestien jaren ontuchtige handelingen plegen en - kort gezegd een gewoonte maken van het bezitten van kinderporno.
De maatregel is aangevangen op 21 april 2017 en voor het laatst op 29 september 2022 verlengd met zes maanden. Bij beslissing van de rechtbank van 2 maart 2023 is de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel en heeft de rechtbank vastgesteld dat de PIJ-maatregel op 31 maart 2023 zes jaar heeft geduurd.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij haar vordering tot het stellen van bijzondere voorwaarden. Zij heeft daartoe aangevoerd dat te allen tijde dient te worden voorkomen dat de veroordeelde in een gat valt en er (tijdelijk) geen kader is voor de voor de veroordeelde noodzakelijke voorwaarden. Het grootste belang voor de veroordeelde én de maatschappij op dit moment is dat hij zijn verblijf en behandeling bij Trajectum voort kan zetten. Naar verwachting wordt de beslissing van de rechtbank van 2 maart 2023 tot afwijzing van verlenging van de PIJ-maatregel binnen afzienbare tijd onherroepelijk. Daarmee eindigt dan ook de onvoorwaardelijke PIJ-maatregel, omdat de veroordeelde rond dat moment zes jaar onvoorwaardelijke PIJ zal hebben volbracht. In dat verband is het van belang om bij separate beslissing voorwaarden te stellen ten behoeve van de voorwaardelijk beëindigde PIJ-maatregel. Daarnaast is ter zitting van 2 maart 2023 de vordering tot omzetting van de PIJ-maatregel naar een TBS-maatregel aan de orde. Mocht de rechtbank deze vordering toewijzen dan blijft de PIJ-maatregel, in onvoorwaardelijke zin, doorlopen totdat onherroepelijk op de vordering is beslist. Een extra voorziening in de zin van het formuleren van voorwaarden bij een voorwaardelijke beëindiging van PIJ-maatregel is dan niet nodig. In een voorkomend geval kan dit wel aan de orde zijn in een (eventuele) hoger beroepsprocedure. In de nieuwe strafzaak (parketnummer 18/163727-22), die ook ter zitting van 2 maart 2023 aan de orde is, is geen sprake van voorlopige hechtenis. Indien de rechtbank de door de officier van justitie in deze zaak gevorderde strafeis volgt en de veroordeelde een TBS met voorwaarden oplegt, dan zal de PIJ-maatregel van rechtswege vervallen op het moment dat de opgelegde TBS met voorwaarden onherroepelijk is. Indien de rechtbank de voorwaarden dadelijk uitvoerbaar verklaart, is gewaarborgd dat de veroordeelde gedurende een eventuele beroepsprocedure in Trajectum kan verblijven. Indien echter in hoger beroep de TBS met voorwaarden onherroepelijk komt te vervallen, dan is het van belang dat er voorwaarden gelden die van toepassing zijn bij de dan geldende voorwaardelijke beëindigde PIJ-maatregel. Dat zou in een voorkomend geval dan niet aan dat Hof voorliggen en vandaar dat het ook in dit scenario van belang is voorwaarden te stellen bij de voorwaardelijk beëindigde PIJ. De officier van justitie verzoekt dan ook in het belang van de komende executie de vordering toe te wijzen.
Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsman
De veroordeelde en zijn raadsvrouw hebben zich niet verzet tegen het toewijzen van de vordering tot het stellen van voorwaarden. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat het van groot belang is dat veroordeelde bij Trajectum kan verblijven.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft bij beslissing van 2 maart 2023 vastgesteld dat de PIJ-maatregel van de veroordeelde op 31 maart 2023 zes jaar heeft geduurd. Net als de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat dient te worden voorkomen dat er (tijdelijk) geen kader is voor de voor de veroordeelde noodzakelijke voorwaarden. Gelet op de mogelijkheid dat het kader voor de veroordeelde weg zal vallen bij een eventuele hoger beroepsprocedure zal de rechtbank de vordering van de officier van justitie toewijzen en voorwaarden opleggen. De rechtbank zal aan de voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel dezelfde voorwaarden verbinden als geadviseerd door de reclassering in de nieuwe strafzaak van de veroordeelde (parketnummer 18/163727-22).
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 77s, 77ta, 77z van het Wetboek van Strafvordering.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en stelt, naast de van rechtswege geldende algemene voorwaarden als bedoeld in artikel 77ta, eerste lid Sr, als bijzondere voorwaarden gedurende de voorwaardelijke beëindiging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen vast, dat de veroordeelde:
1. meewerkt aan het reclasseringstoezicht van het Leger des Heils, Jeugdbescherming en Reclassering. Deze medewerking houdt onder andere in dat de veroordeelde:
- zich meldt op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
- zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de veroordeelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
- de reclassering helpt aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid.
- meewerkt aan huisbezoeken;
- de reclassering inzicht geeft in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
- zich niet vestigt op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
- meewerkt aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de veroordeelde, als dat van belang is voor het toezicht;
2. meewerkt aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling, als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal
7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar.
3. niet naar het buitenland gaat of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering;
4. zich laat opnemen in Trajectum of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname is gestart. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt, in overleg met de behandelaar. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt;
5. zich laat behandelen door een instelling voor ambulante forensische psychiatrie of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering;
De behandeling start wanneer dit geïndiceerd is, aansluitend aan een klinische opname. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
6. verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start wanneer dit geïndiceerd is, aansluitend aan het verblijf in een klinische setting. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
7. op geen enkele wijze contact met minderjarigen zoekt. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt de veroordeelde dat begeleiding hierbij aanwezig is;
8. vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. De veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
- het seksueel getint communiceren met minderjarigen.
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen.
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
De veroordeelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. De veroordeelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Deze controle mag maximaal twee maal per jaar plaatsvinden. De veroordeelde verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. De veroordeelde verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle.
De controle is gericht op de vraag of de veroordeelde kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van veroordeelde. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.
Draagt de reclassering op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Deze beslissing is gegeven door mr. B.F. Hammerle, voorzitter, mr. A.H.M. Dölle en
mr. M.R. de Vries, rechters, bijgestaan door C. Vellinga-Terpstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 maart 2023.