ECLI:NL:RBNNE:2023:1008

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
17 maart 2023
Zaaknummer
18-148561-19
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing tot omzetting van taakstraf in hechtenis en herkansing voor veroordeelde

Op 15 februari 2023 heeft de politierechter mr. R. Depping een beslissing genomen in de zaak met parketnummer 18-148561-19, waarbij een bezwaarschrift van de veroordeelde is behandeld. De veroordeelde had een taakstraf van 118 uren, die was omgezet in 59 dagen hechtenis, maar had deze taakstraf niet uitgevoerd. De veroordeelde had eerder een herkansing gekregen in maart 2022, maar ook toen was de taakstraf niet verricht. In het bezwaarschrift werd gesteld dat de omzettingsbeslissing op onjuiste gronden was genomen. De politierechter heeft de zaak zorgvuldig bestudeerd, inclusief de rapportage van de reclassering en de informatie van de wijkagent. Tijdens de zitting was de veroordeelde aanwezig, samen met zijn raadsvrouw mr. C.J.M. Dreessen, en de officier van justitie mr. S. Kleinhuis. De politierechter heeft vastgesteld dat er positieve ontwikkelingen waren, zoals de beschikbaarheid van een eigen appartement voor de veroordeelde en de begeleiding door een landelijke instelling voor maatschappelijke ondersteuning. Gezien deze omstandigheden heeft de politierechter besloten het bezwaarschrift gegrond te verklaren en het bevel tot omzetting van de taakstraf in hechtenis te vernietigen. De veroordeelde krijgt een nieuwe kans om de taakstraf alsnog te verrichten, met de verplichting dit voor 15 februari 2024 te doen.

Uitspraak

Rechtbank Noord-Nederland
Afdeling Strafrecht
Locatie Assen
BESLISSING
Parketnummer : 18-148561-19
Raadkamernummer : 23-002600
Beslissing van de politierechter mr. R. Depping van 15 februari 2022 op het bezwaar op grond van artikel 6:3:3 en artikel 6:6:23 van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door/namens:
Naam : [veroordeelde]
voornamen : [veroordeelde]
geboren op : [geboortedatum] 1982 te [geboorteplaats],
wonende te : [adres],
hierna te noemen: veroordeelde.
Raadsvrouw : mr. C.J.M. Dreessen, advocaat te Sittard.

Procedure

Namens veroordeelde is een (gemotiveerd) bezwaarschrift (met bijlagen) ingediend, ingekomen op de strafgriffie van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, op 30 januari 2023. Het bezwaar richt zich tegen de (tweede) beslissing tot omzetting van een taakstraf van -daar gaat de politierechter thans van uit- 118 uren in 59 dagen hechtenis (zaak met parketnummer 18-148561-19, vonnis PR 11 november 2019). In het aan de politierechter ter beschikking gestelde dossier bevindt zich een aan veroordeelde gerichte brief “Kennisgeving omzetting”, gedateerd 17 januari 2023.
De thans aan de orde zijnde (tweede) beslissing tot omzetting is genomen op basis van de rapportage van de reclassering van 6 december 2022.
Na bestudering van het bezwaarschrift voorafgaand aan de zitting van 15 februari 2023, heeft de politierechter bij e-mailbericht van 13 februari 2023
(bijlage 1 bij deze beslissing)aan de raadsvrouw aandachtspunten voorgelegd en enige vragen gesteld.
Bij e-mailbericht van 14 februari 2023
(bijlage 2 bij deze beslissing)heeft de raadsvrouw een reactie ingezonden. Bij die reactie heeft de raadsvrouw een namens veroordeelde bij brief van 19 januari 2023 ingediend gratieverzoek (met bijlagen) overgelegd.
Bij e-mailbericht van 15 februari 2023 (voorafgaand aan de zitting van die datum) heeft de raadsvrouw een pleitnota (met als bijlage een e-mail van 14 februari 2023 van de wijkagent Westerwolde-Zuid, [naam])
(bijlage 3 bij deze beslissing)ingezonden.
De politierechter heeft op de zitting van 15 februari 2023 gehoord de officier van justitie
mr. S. Kleinhuis, de veroordeelde (in persoon aanwezig) en zijn raadvrouw (via videoverbinding). Voorafgaand aan de zitting heeft de politierechter toestemming verleend aan mr. M.M. Hoelbeek, advocaat te Sittard, om in kader van zijn advocaatstage de zitting digitaal bij te wonen, tezamen met zijn patroon mr. Dreessen.
Bij aanvang van de zitting heeft de politierechter aangegeven dat zowel zijzelf als de officier van justitie in de gelegenheid is geweest, vóór aanvang van de zitting kennis te nemen van de inhoud van de pleitnota (en bijlage) van mr. Dreessen.

Overwegingen

Vast staat dat veroordeelde de taakstraf niet heeft verricht, ook niet nadat hem in maart 2022 daartoe een herkansing was gegeven.
Namens veroordeelde is, in het bezwaarschrift en (samengevat) in de pleitnota, gemotiveerd gesteld dat de tweede omzettingsbeslissing op onjuiste gronden is geschied.
De politierechter heeft ter zitting aangegeven dat lang en breed kan worden gesproken over de vraag of dat inderdaad zo is, maar dat dat haar -gelet op alle bijzondere feiten en omstandigheden in deze zaak, die niet in de laatste plaats samenhangen met de persoon van veroordeelde- weinig zinnig voorkomt. De politierechter heeft in dit kader ter zitting aan veroordeelde voorgehouden dat het nu van belang is, de blik gericht te houden op de toekomst.
De politierechter heeft daarbij wel gemerkt dat het moeilijk voor veroordeelde is, om niet (telkens weer) te gaan spreken over welke fouten er zijns inziens allemaal zijn gemaakt door anderen, onder wie medewerkers van de reclassering. Het komt de politierechter voor dat het voor veroordeelde lastig is om naar zijn eigen rol te kijken.
Het namens veroordeelde ingenomen standpunt
In de pleitnota is, onder meer, gewezen op de bijzondere inspanningen van de wijkagent, waaronder diens suggestie om een gratieverzoek in te dienen, hetgeen inmiddels is gebeurd (bij brief van 19 januari 2023; zie hierboven onder ‘Procedure’). Van belang is verder dat de wijkagent in zijn e-mail van 14 februari 2023 (bijlage bij de pleitnota) schrijft dat op zeer korte termijn voor veroordeelde een eigen appartement beschikbaar zal zijn. Daarnaast is nu geregeld dat [instelling] (een landelijke instelling voor maatschappelijke ondersteuning en rehabilitatie) de begeleiding van veroordeelde op zich zal nemen.
Omzetting van de taakstraf in hechtenis zal deze positieve ontwikkelingen doorkruisen.
Veroordeelde is bereid de taakstraf alsnog uit te voeren. Veroordeelde verzoekt hem een lange(re) termijn te gunnen voor het alsnog uitvoeren van de taakstraf, gelet op de tijd die gemoeid zal zijn met de afwikkeling van het gratieverzoek. Een termijn van twaalf maanden zou de voorkeur verdienen.
Het ter zitting door de officier van justitie ingenomen standpunt
Het Openbaar Ministerie (OM) had vóór de zitting, te weten bij e-mailbericht van 3 februari 2023, zijn (voorlopige) standpunt schriftelijk kenbaar gemaakt. Dit standpunt luidde dat het bezwaarschrift ongegrond zou dienen te worden verklaard, nu -kort samengevat- veroordeelde in de visie van het OM is aan te merken als een weigerende taakgestrafte.
De officier van justitie heeft zich ter zitting op het standpunt gesteld dat het OM, gelet op alle nieuw ingekomen informatie -met name de informatie vervat in het gratieverzoek en de bij de pleitnota gevoegde e-mail van 14 februari 2023 van de wijkagent-, thans akkoord gaat met een (laatste) herkansing gezien de geschetste positieve ontwikkelingen. Die positieve ontwikkelingen moeten thans niet worden doorkruist door hechtenis.

Beslissing

De politierechter:
- verklaart het op 30 januari 2023 ingekomen bezwaarschrift gegrond;
- vernietigt het bevel tot omzetting van de taakstraf in hechtenis en bepaalt dat veroordeelde de taakstraf- dus een taakstraf van 118 uren, subsidiair 59 dagen hechtenis- alsnog dient te verrichten vóór 15 februari 2024.
Aldus gewezen op 15 februari 2023 door mr. R. Depping, politierechter, in tegenwoordigheid van S. Obbes als griffier, en ondertekend door de politierechter en de griffier voornoemd.