ECLI:NL:RBNNE:2022:98

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
20 januari 2022
Publicatiedatum
20 januari 2022
Zaaknummer
18/185079-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafzaak tegen politieagent wegens bezit en verspreiding van kinderporno en schending van ambtsgeheim

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 20 januari 2022 uitspraak gedaan tegen een verdachte, een politieagent, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten. De verdachte werd beschuldigd van het in bezit hebben van kinderporno, het verspreiden van dierenpornografisch materiaal en het schenden van zijn ambtsgeheim. De rechtbank oordeelde dat de verdachte meermalen afbeeldingen in bezit had die seksuele gedragingen toonden van minderjarigen, en dat hij ook ontuchtige handelingen tussen mensen en dieren verspreidde. De rechtbank benadrukte de ernst van deze feiten, vooral gezien de rol van de verdachte als politieagent, waarbij van hem volledige integriteit en onkreukbaarheid werd verwacht. De rechtbank overwoog dat het bezit en de verspreiding van kinderporno niet alleen de slachtoffers schaadt, maar ook bijdraagt aan de instandhouding van verwerpelijke praktijken. De verdachte had bovendien vertrouwelijke informatie over lopende onderzoeken gedeeld met onbevoegden, wat een ernstige schending van zijn ambtsgeheim betekende. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 60 dagen op, waarvan 57 dagen voorwaardelijk, en een onvoorwaardelijke werkstraf van 240 uren. De rechtbank hield rekening met de gevolgen van het strafbare handelen voor de verdachte, waaronder een disciplinair onderzoek en strafontslag, maar vond dat de ernst van de feiten een substantiële straf vereiste.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
Parketnummer 18/185079-21

vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats] , wonende aan [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 6 januari 2022.
De verdachte is ter terechtzitting verschenen, bijgestaan door mr. C.C.N. Cats, advocaat te Emmen, die in verband met thuisquarantaine digitaal met de zittingszaal verbonden was. Het openbaar ministerie was ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. T. Klooster.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1. hij op of omstreeks 24 februari 2020, te Stadskanaal en/of te Assen, en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) afbeeldingen, te weten (digitale) fotobestanden op een telefoon (iPhone), althans op een of meerdere gegevensdrager(s), bevattende afbeeldingen, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit: een fotobestand met de bestandnaam:
- [ [ xxx],
waarop een naakt meisje tussen de 15 en 17 jaar op handen en knieën, met haar benen wijd te zien is met. achter haar nog een persoon te zien, waarbij het meisje deels over deze persoon heen zit; en/of een fotobestand met de bestandna(a)m(en):
  • [ xxx] en/of
  • [ xxx] en/of
  • [ xxx] en/of
  • [ xxx] en/of
  • [ xxx],
waarop een poserend naakt meisje tussen de 15 en 17 jaar te zien is, ze heeft een GSM in haar linkerhand en houdt deze boven haar hoofd. Haar rechterhand houdt ze voor haar vagina; en/of een fotobestand met de bestandna(a)m(en):
  • [ xxx] en/of
  • [ xxx] en/of
  • [ xxx] en/of
  • [ xxx] en/of
  • [ xxx],
waarop een poserend naakt meisje tussen de 15 en 17 jaar met haar rechter been omhoog (vermoedelijk steunt ze met haar voet op een badrand) te zien is, haar rechterhand nabij haar vagina en linkerhand nabij haar linkerwang (alsof ze haar haren tegen houdt); en/of een fotobestand bestand met de bestandnaam:
-[xxx], waarop een jongen en meisje naakt op bed te zien zijn, beiden zijn tussen de 15 en 17 jaar. De jongen heeft zijn rechterhand nabij zijn penis. Het meisje hangt met haar rechterschouder tegen de jongen aan; en/of een fotobestand met de bestandnaam:
- [ [ xxx],
waarop een meisje tussen 15 en 17 jaar te zien is, ze zit op handen en knieën. Ze draagt een wit shirt en een blauw-wit plissé rokje, ze draagt geen ondergoed. Achter haar staat een persoon, deze heeft de rechterhand nabij het meisje haar billen; en/of een fotobestand met de bestandna(a)m(en):
- [ [ xxx] en/of- [ xxx], waarop een afbeelding van een minderjarig meisje te zien is, waarbij ingezoomd is op haar schaamstreek. Ze staat vermoedelijk tegen een raam aan, achter haar is luxaflex te zien;
2
hij op of omstreeks 24 februari 2020, te Stadskanaal en/of te Assen en/of elders in
Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een (groot aantal) afbeelding(en), te weten
(digitale) fotobestanden en/of (digitale) filmbestanden, heeft verspreid en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeelding(en) een of meer ontuchtige handeling(en) zichtbaar was/waren, waarbij (telkens) een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, te weten 111 fotoafbeeldingen en/of 23 video's aan van porno tussen mens en dier en althans een aantal, bestanden met afbeeldingen/video’s, waarop (ondermeer) te zien is dat
  • Een vrouw aan de penis van een man likt. Een hond likt tegelijkertijd dezelfde penis en/of
  • Een man aan de penis van een hond trekt en/of
  • Een hond aan een vagina likt en/of
  • Een man met zijn penis in de bek van een koe penetreert en/of
  • Een man met zijn penis een ezel van achteren penetreert en/of
  • Een man een kip van achteren met zijn penis penetreert en/of
  • Een man met zijn penis in de bek van een ree penetreert;
3
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 30 augustus 2019 tot en met 31 januari 2020 te Assen en/of (elders) in Nederland (meermalen) een geheim waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij uit hoofde van zijn ambt en/of beroep van politieambtenaar en/of wettelijk voorschrift, te weten artikel 7 Wet politiegegevens, verplicht was te bewaren, opzettelijk heeft geschonden door vertrouwelijke en/of operationele politie informatie via de WhatsApp mede te delen aan en/of informatie te delen uit het geautomatiseerd) bedrijfsprocessensysteem van politie (BVI-IB), met [naam] , te weten door:
  • op of omstreeks 30 augustus 2019 melding te doen dat hij in Borger een persoon had aangehoudendie hennep had geknipt en/of
  • op of omstreeks 10 september 2019 mededeling te doen over een achtervolging na het ontmantelenvan een drugslab en/of
  • op of omstreeks 7 oktober 2019 foto’s te sturen van in beslaggenomen voorwerpen bijdrugsonderzoek in Assen en/of
  • op of omstreeks 7 oktober 2019 mededeling te doen dat er de volgende dag een grote actie (in eenonderzoek van 2 maanden) bij panden in Assen Oost zou plaatsvinden en/of
  • op of omstreeks 17 oktober 2010 mededeling te doen dat hij een enorme hoeveelheid drugs envuurwapen had gevonden in [adres] en/of
  • op of omstreeks 14 januari 2020 een mededeling te doen over een suïcide persoon die hij naar GGZhad gebracht en/of
  • op of omstreeks 22 januari 2020 een screenshot van een zaak waar hij op de computer bezig was….
( met personalia enz) en/of
  • op of omstreeks 27 januari 2020 de melding dat er de volgende dag een actie (pseudokoop) op dedealer van haar buurvrouw zou plaatsvinden en/of
  • op of omstreeks 31 januari 2020 een mededeling over een aanhouding met verzet met bijbehorendeprints uit het politiesysteem.
en/of door vertrouwelijke en/of operationele politie informatie via de WhatsApp mede te delen aan en/of informatie te delen uit het geautomatiseerd) bedrijfsprocessensysteem van politie (BVI-IB), met [naam] , te weten door:
-op of omstreeks 30 september 2019 haar politie informatie te geven over een dodelijk ongeval waarbij een neefje van die [naam] om het leven was gekomen en/of
- op of omstreeks 12 oktober 2019 politie informatie te gegeven over een persoon genaamd [naam] .

Beoordeling van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen, met uitzondering van het onder 1 - eerste gedachtestreepje - opgenomen fotobestand en met dien verstande dat onder 2 sprake is van 34 in plaats van 111 strafbare fotoafbeeldingen. Zij heeft daartoe verwezen naar het proces-verbaal van politie en naar de verklaring van de verdachte ter terechtzitting.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft, kort en zakelijk weergegeven, aangevoerd dat de verdediging geen opmerkingen heeft met betrekking tot de feiten en dat deze kunnen worden bewezenverklaard met inachtneming van hetgeen daarover door de officier van justitie is opgemerkt.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank volstaat ten aanzien van het bewezen verklaarde met de volgende opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, nu de verdachte het onder 1, onder 2 en onder 3 tenlastegelegde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 6 januari 2022;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 mei 2020,opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , opgenomen op pagina 148 e.v. van het proces-verbaal met onderzoeksnummer NN-201553/ NNSDA20006 opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , werkzaam als zedenrechercheur bij de Eenheid Noord-Nederland, Dienst Regionale Recherche, afdeling Thematische Opsporing, team zeden, en gesloten op 24 september 2020 (hierna: het dossier);
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal
d.d. 10 juni 2020, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] , en de daarbij gevoegde bijlagen, opgenomen op pagina 560 e.v. van het dossier;
4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal beschrijving aangetroffen dieren
pornografisch materiaal d.d. 11 juni 2020, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] , en de daarbij gevoegde bijlagen, opgenomen op pagina 553 e.v. van het dossier;
5. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen lekken naar [naam] d.d. 5 september 2020, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , opgenomen op pagina 521 e.v. van het dossier;
6. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 5 maart 2020,inhoudende de verklaring van [naam] , opgemaakt door verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] , opgenomen op pagina 216 e.v. van het dossier;
7. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen lekken naar [naam] d.d. 1 juli 2020, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , en de daarbij gevoegde bijlagen, opgenomen op pagina 474 e.v. van het dossier;
8. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 14 september
2020, inhoudende de verklaring van [naam] , opgemaakt door verbalisanten [verbalisant] en
[verbalisant] , opgenomen op pagina 410 e.v. van het dossier;
9. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 8 september2020, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] en opgenomen op pagina 597 e.v. van het dossier;
10. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 9 september2020, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] en opgenomen op pagina 623 e.v. van het dossier;
11. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 10 september2020, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] en opgenomen op pagina 659 e.v. van het dossier.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
1. hij omstreeks 24 februari 2020, te Stadskanaal en te Assen en elders in Nederland, meermalen,
(telkens) afbeeldingen, te weten digitale fotobestanden op een telefoon (iPhone), bevattende afbeeldingen, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven en in bezit gehad, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit: een foto bestand met de bestandnamen:
  • [ xxx] en
  • [ xxx] en
  • [ xxx] en
  • [ xxx] en
  • [ xxx],
waarop een poserend naakt meisje tussen de 15 en 17 jaar te zien is, ze heeft een GSM in haar linkerhand en houdt deze boven haar hoofd. Haar rechterhand houdt ze voor haar vagina; en een fotobestand met de bestandnamen:
  • [ xxx] en
  • [ xxx] en
  • [ xxx] en
  • [ xxx] en
  • [ xxx],
waarop een poserend naakt meisje tussen de 15 en 17 jaar met haar rechter been omhoog
(vermoedelijk steunt ze met haar voet op een badrand) te zien is, haar rechterhand nabij haar vagina en linkerhand nabij haar linkerwang (alsof ze haar haren tegen houdt); en een fotobestand bestand met de bestandnaam:
-[xxx], waarop een jongen en meisje naakt op bed te zien zijn, beiden zijn tussen de 15 en 17 jaar. De jongen heeft zijn rechterhand nabij zijn penis. Het meisje hangt met haar rechterschouder tegen de jongen aan; en een fotobestand met de bestandnaam:
- [ [ xxx],
waarop een meisje tussen 15 en 17 jaar te zien is, ze zit op handen en knieën. Ze draagt een wit shirt en een blauw-wit plissé rokje, ze draagt geen ondergoed. Achter haar staat een persoon, deze heeft de rechterhand nabij het meisje haar billen; en een fotobestand met de bestandnamen:
- [ [ xxx] en- [ xxx], waarop een afbeelding van een minderjarig meisje te zien is, waarbij ingezoomd is op haar schaamstreek. Ze staat vermoedelijk tegen een raam aan, achter haar is luxaflex te zien;
2 hij omstreeks 24 februari 2020, te Stadskanaal en te Assen en elders in Nederland, meermalen, (telkens) afbeeldingen, te weten digitale fotobestanden en digitale filmbestanden, heeft verspreid en in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen een of meer ontuchtige handeling(en) zichtbaar was/waren, waarbij (telkens) een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, te weten 34 fotoafbeeldingen en 23 video's van porno tussen mens en dier en bestanden met afbeeldingen/video’s, waarop (ondermeer) te zien is dat
  • Een vrouw aan de penis van een man likt. Een hond likt tegelijkertijd dezelfde penis en
  • Een man aan de penis van een hond trekt en
  • Een hond aan een vagina likt en
  • Een man met zijn penis in de bek van een koe penetreert en
  • Een man met zijn penis een ezel van achteren penetreert en
  • Een man een kip van achteren met zijn penis penetreert en
  • Een man met zijn penis in de bek van een ree penetreert;
3 hij in de periode van 30 augustus 2019 tot en met 31 januari 2020 te Assen en (elders) in Nederland meermalen een geheim waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij uit hoofde van zijn ambt en/of beroep van politieambtenaar en/of wettelijk voorschrift, te weten artikel 7 Wet politiegegevens, verplicht was te bewaren, opzettelijk heeft geschonden door vertrouwelijke en operationele politie informatie via de WhatsApp mede te delen aan en informatie te delen uit het geautomatiseerd) bedrijfsprocessensysteem van politie (BVI-IB), met [naam] , te weten door:
  • op 30 augustus 2019 melding te doen dat hij in Borger een persoon had aangehouden die hennephad geknipt en
  • op 10 september 2019 mededeling te doen over een achtervolging na het ontmantelen van eendrugslab en
  • op 7 oktober 2019 foto’s te sturen van in beslaggenomen voorwerpen bij drugsonderzoek in Assenen
  • op 7 oktober 2019 mededeling te doen dat er de volgende dag een grote actie (in een onderzoekvan 2 maanden) bij panden in Assen Oost zou plaatsvinden en
  • op 17 oktober 2019 mededeling te doen dat hij een enorme hoeveelheid drugs en een vuurwapenhad gevonden in [adres] en
  • op 14 januari 2020 een mededeling te doen over een suïcide persoon die hij naar GGZ had gebrachten
  • op 22 januari 2020 een screenshot van een zaak waar hij op de computer bezig was…. ( metpersonalia enz) en
  • op 27 januari 2020 de melding dat er de volgende dag een actie (pseudokoop) op de dealer vanhaar buurvrouw zou plaatsvinden en
  • op 31 januari 2020 een mededeling over een aanhouding met verzet met bijbehorende prints uit hetpolitiesysteem; en door vertrouwelijke en operationele politie informatie via de WhatsApp mede te delen aan en informatie te delen uit het geautomatiseerd) bedrijfsprocessensysteem van politie (BVI-IB), met [naam] , te weten door:
  • op 30 september 2019 haar politie informatie te geven over een dodelijk ongeval waarbij een neefjevan die [naam] om het leven was gekomen en
  • op 12 oktober 2019 politie informatie te gegeven over een persoon genaamd [naam] .
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd;
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, verspreiden en in bezit hebben, meermalen gepleegd;
opzettelijk schenden van enig geheim waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij uit hoofde van zijn ambt verplicht is het te bewaren, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 240 uren, waarvan 60 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en onder de bijzondere voorwaarden van meldplicht bij de reclassering en ambulante behandeling zoals geadviseerd door de reclassering.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangegeven dat zij zich kan vinden in de strafeis van de officier van justitie. Verdachte heeft aangegeven dat hij bereid is om een werkstraf te verrichten en dat hij aan toezicht van de reclassering en aan behandeling wil meewerken.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte reclasseringsrapportages d.d. 13 juli 2021 en 29 december 2021, het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 30 november 2021 waaruit volgt dat verdachte niet eerder wegens een strafbaar feit is veroordeeld, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsvrouw. Tevens heeft de rechtbank gelet op de LOVS-oriëntatiepunten.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht is in het leven geroepen om seksueel misbruik van jeugdigen met kracht te kunnen bestrijden. Dit is slechts mogelijk als ook de exploitatie van dergelijk misbruik wordt aangepakt. Om die reden heeft de wetgever niet slechts het vervaardigen en verspreiden van kinderporno strafbaar gesteld, maar ook het in het bezit hebben daarvan. Door het verzamelen en in bezit hebben van kinderporno, heeft verdachte, indirect, mede bijgedragen aan het in stand houden en bevorderen van uiterst verwerpelijke praktijken, die plaatsvinden met kinderen van veelal jonge leeftijd. Algemeen bekend is dat kinderen door betrokkenheid bij de op de afbeeldingen voorkomende seksuele gedragingen psychische schade kunnen oplopen die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat. Dat de bij verdachte aangetroffen afbeeldingen kinderen tussen de 15 en 17 jaar oud lijken weer te geven maakt het geenszins minder kwalijk. Verdachte heeft willens en wetens bestanden, waarvan hij wist dat zich daarin kinderpornografische foto’s/films bevonden, geopend en bewaard. Van toevallig of onbewust bezit was geen sprake.
De verdachte heeft daarnaast een grote hoeveelheid dierenpornografisch materiaal in de vorm van foto’s en videobestanden verzameld en met anderen gedeeld. Voor de vervaardiging van deze afbeeldingen zijn dieren misbruikt en geëxploiteerd ten behoeve van een onzedelijke behoeftebevrediging van personen. Ook hiervoor geldt dat door de vraag naar dergelijke afbeeldingen de productie ervan en het misbruik waarmee deze gepaard gaat in stand wordt gehouden.
Verdachte heeft zich voorts in zijn hoedanigheid van politieagent schuldig gemaakt aan schending van zijn ambtsgeheim. Hij heeft vertrouwelijke en operationele informatie over lopende onderzoeken doorgespeeld aan derden die niet bevoegd waren daarvan kennis te nemen. Verdachte heeft zodoende misbruik gemaakt van zijn positie en het in hem gestelde vertrouwen geschonden.
Een politieambtenaar heeft, gelet op zijn taak en functie, een voorbeeldfunctie in de samenleving. Om die reden wordt van hem volledige integriteit en onkreukbaarheid verwacht. Verdachte heeft met zijn handelen dan ook inbreuk gemaakt op het vertrouwen dat de maatschappij in de politie moet kunnen hebben. Daarbij heeft verdachte met zijn handelwijze schade toegebracht aan het imago van het politiekorps en het vertrouwen van zijn werkgever en mede politieambtenaren beschaamd.
De rechtbank acht dit zeer kwalijk en rekent dit verdachte zeer aan.
De rechtbank overweegt in dit kader nog het volgende.
De rechtbank heeft met grote verbazing en afkeer kennis genomen van de inhoud van het dossier waaruit naar voren komt dat niet alleen verdachte maar ook collega’s van verdachte, in een groepsapp genaamd “Viesterds”, afbeeldingen van dierenporno deelden en ook overigens blijk gaven van een kennelijk gebrek aan moreel besef en fatsoen, onder meer door zich herhaaldelijk op bedenkelijke wijze uit te laten over vrouwelijke collega’s/stagelopers dan wel vrouwen in het algemeen en door seksueel getinte (privé)foto’s van vrouwen te delen zonder hun toestemming. Een en ander is inmiddels breed uitgemeten in de media. Zoals hiervoor uiteengezet schaadt dergelijk handelen het imago van het politiekorps en ondermijnt dit het vertrouwen dat burgers in de politie moeten kunnen hebben.
De rechtbank heeft er kennis van genomen dat het strafbare handelen voor verdachte grote gevolgen heeft gehad. Er is een disciplinair onderzoek tegen verdachte ingesteld, gevolgd door strafontslag. De rechtbank houdt hiermee rekening bij het bepalen van de aan verdachte op te leggen straf, doch gelet op de ernst van de bewezenverklaarde strafbare feiten is de rechtbank van oordeel dat alsnog een straf van substantiële omvang en duur op zijn plaats is.
Naar het oordeel van de rechtbank kan daarbij niet worden volstaan met een straf als door de officier van justitie gevorderd omdat daarin de ernst van het bewezen verklaarde onvoldoende tot uitdrukking komt.
Alles overziende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 60 dagen waarvan 57 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, alsmede een forse
onvoorwaardelijke werkstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis, passend en geboden is. Aan de voorwaardelijk op te leggen gevangenisstraf zullen de bijzondere voorwaarden van een meldplicht en ambulante behandeling door de AFPN, zoals door de reclassering geadviseerd, worden verbonden.
Met oplegging van een grotendeels voorwaardelijke gevangenisstraf wordt enerzijds de ernst van het bewezen verklaarde tot uitdrukking gebracht en wordt anderzijds de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 57, 240b, 254a en 272 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

Een gevangenisstraf voor de duur van 60 (zestig) dagen.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 57 (zevenenvijftig) dagenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht (3 dagen), bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
  • meldplicht bij de reclassering: veroordeelde meldt zich binnen 14 werkdagen na het onherroepelijkworden van dit vonnis bij de reclassering van het Leger des Heils ( [adres] ) Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zo lang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren. Gedurende deze periode dient veroordeelde zich te houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft;
  • ambulante behandeling: veroordeelde laat zich diagnosticeren en behandelen door de AmbulanteForensische Psychiatrie Noord-Nederland, of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo snel mogelijk na veroordeling. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Naast de behandeling voor PTSS, dient het forensisch behandeltraject zich te richten op de seksuele coping stijl en deviante gedragingen die gepaard gingen met de bewezenverklaarde feiten. Veroordeelde dient zich te houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.

Een taakstraf, voor de duur van 240 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 120 dagen zal worden toegepast.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.A. van Capelle, voorzitter, mr. F. Sieders en mr. T.M.L. Veen, rechters, bijgestaan door mr. A.D. Vermeer, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 januari 2022.
Mr. Veen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.